Wijziging overgangsregeling levensloop en werkbonus

In de tweede nota van wijziging bij het Belastingplan 2012 staat een nadere uitwerking van de overgangsregeling levensloop en werkbonus.

De overgangsregeling van de levensloopregeling wordt ten opzichte van het wetsvoorstel op de volgende punten aangepast:

  • In het wetsvoorstel is uitgegaan van een leeftijdgrens voor deelname aan de overgangsregeling vanaf 2013. Deze leeftijdgrens wordt losgelaten.
  • De overgangsregeling wordt – binnen de grenzen van de uitvoerbaarheid – gericht op de groep die door actief spaargedrag heeft aangetoond van de levensloopregeling gebruik te willen maken. In dat kader blijft inleg vanaf 2012 alleen mogelijk voor werknemers die op 31 december 2011 een saldo van 3000 euro of meer (inclusief rendement) hebben opgebouwd. In het wetsvoorstel is nog uitgegaan van de voorwaarde van een positief saldo op die datum.
  • Vanaf 2012 wordt geen levensloopverlofkorting (LLVK) meer opgebouwd. Tot die tijd opgebouwde rechten kunnen wel verzilverd worden bij opname van het spaartegoed of bij de omzetting van levensloop in vitaliteitssparen.
  • Deelnemers met minder dan 3000 euro aan tegoed in de levensloopregeling op 31 december 2011 kunnen het tegoed in 2012 of in 2013 voor verlof opnemen of in 2013 onbelast doorstorten naar vitaliteitssparen, maar kunnen niet meer in levensloop storten. Als de deelnemers met op 31 december 2011 minder dan 3000 euro aan tegoed in de levensloopregeling hun levenslooptegoed niet uiterlijk op 31 december 2013 hebben opgenomen en dit ook niet hebben doorgestort naar vitaliteitssparen, dan valt het volledige levenslooptegoed aan het eind van het jaar 2013 na inhouding van belasting vrij.
  • Deelnemers met 3000 euro of meer aan tegoed in de levensloopregeling op 31 december 2011 kunnen het tegoed in 2013 eveneens fiscaal geruisloos doorstorten naar vitaliteitssparen, ook als de waarde van de voorziening hoger is dan het maximum van 20.000 euro dat fiscaal wordt gefacilieerd in vitaliteitssparen. Ook na 2013 kunnen deze deelnemers hun levenslooptegoed fiscaal geruisloos doorstorten naar vitaliteitssparen. Voor die jaren geldt echter wel het maximum dat in vitaliteitssparen fiscaal wordt gefacilieerd (20.000 euro in 2013). Over het eventuele meerdere moet belasting worden betaald bij de aanslag over het desbetreffende jaar. De levensloopverlofkorting wordt ook in deze situaties verrekend. Men kan dan niet meer terug naar de levensloopregeling, omdat de deelname aan het overgangsrecht na 2013 alleen mogelijk blijft als de waarde van de aanspraak ingevolge levensloop aan het begin van het kalenderjaar meer bedraagt dan nihil.
  • Net als in het wetsvoorstel is het niet mogelijk om deel te nemen aan zowel de overgangsregeling levensloop als aan vitaliteitssparen.

Werkbonus
De werkbonus wordt budgettair neutraal één jaar naar voren gehaald. De werkbonus geldt voor 61-plussers en bedraagt maximaal 2350 euro.

(Bron: kluwerfiscaal 11 oktober 2011)