Archive for december, 2011

Samen een bedrijf beginnen door het oprichten van een Vennootschap Onder Firma (VOF) heeft veel voordelen. Vennoten staan er nooit alleen voor en kunnen gebruik maken van elkaars expertise. Het is echter van groot belang dat partners van tevoren duidelijke afspraken maken. Een zakelijke samenwerking kan in een later stadium op losse schroeven komen te staan als vooraf niet alle details zijn besproken en vastgelegd: 5 aandachtspunten.

1. VOF-rechtsvorm

Een Vennootschap Onder Firma is eigendom van meerdere vennoten (ook wel firmanten genaamd). Deze rechtsvorm is voor zowel ondernemers die samen een bedrijf starten interessant als voor rechtspersonen die een samenwerking willen aangaan. Partners die samen zaken willen doen, kunnen een zogenaamde man-vrouwfirma oprichten. Het storten van een minimumkapitaal is bij het oprichten van een VOF niet nodig.

2. Aansprakelijkheid

Een belangrijk aandachtspunt is dat u en uw partners straks allemaal hoofdelijk aansprakelijk zijn, oftewel: iedere vennoot is persoonlijk aansprakelijk voor de gemaakte schulden binnen de VOF, óók als een andere vennoot hiervoor verantwoordelijk is. Net als bij een eenmanszaak is het zo dat, indien u in gemeenschap van goederen getrouwd bent, ook aanspraak kan worden gemaakt op het privé-vermogen van uw echtgenoot. Wie het aansprakelijkheidsrisico wil beperken, kan overwegen om huwelijkse voorwaarden op te stellen. Komt een vennoot privé in de financiële problemen, dan kunnen zijn schuldeisers niet aan uw privé-vermogen komen. Ook het zakelijk vermogen van de VOF kan in dat geval niet worden aangesproken.

3. Vennootschapscontract

Het is raadzaam om bij de oprichting een vennootschapscontract op te stellen. Hierin vindt u onder meer gemaakte afspraken over de bevoegdheden en verdeling van de winst terug. De KvK heeft hiervoor een modelcontract ontwikkeld, maar u kunt dit ook door een notaris laten doen. (Dit kan verstandig zijn aangezien de notaris bij uitstek specialist is in deze wet- en regelgeving). Denk hierbij bijvoorbeeld aan:

  • Naam en inbreng van de vennoten
  • Geschatte duur van de samenwerking
  • Winst- en verliesverdeling
  • Wat te doen bij verlof en arbeidsongeschiktheid
  • Eventuele toetreding nieuwe vennoten
  • Uittreding bestaande vennoten

Het afsluiten van een vennootschapscontract is niet verplicht, maar op deze manier weten alle vennoten waar ze aan toe zijn en komt niemand later voor verrassingen te staan.

4. Sociale zekerheid

Na uw 65ste heeft u als vennoot recht op AOW, maar aanvullend pensioen komt voor uw eigen rekening. Omdat u geen beroep kunt doen op de Ziektewet, WW of WIA, moet u zelf zo snel mogelijk een arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluiten. Maak hierover ook afspraken met uw partners en leg dit vast in het vennootschapscontract. Wat ziektekosten betreft is een basisverzekering verplicht. Hiervoor betaalt u premie aan de ziektekostenverzekeraar, alsmede een bijdrage via uw belastingaangifte.

5. Ontbinding VOF

Een VOF wordt in principe ontbonden op het moment als een van de vennoten zich terugtrekt of komt te overlijden. Indien u de mogelijkheid wilt hebben om de VOF te kunnen voortzetten, moet dit van tevoren in het vennootschapscontract zijn opgenomen. De VOF kan dan een tweede leven krijgen met een nieuwe vennoot, of voortaan doorgaan als eenmanszaak. Indien de VOF wordt ontbonden, betalen de vennoten de schulden en krijgen zij hun aandeel terug in natura of geld. Dat heet de vereffening. Het eventuele restant zal op basis van ieders winstaandeel worden verdeeld. Zijn er voor het afbetalen van schulden te weinig liquide middelen? Dan moeten de vennoten bijstorten (op basis van het aandeel in het verlies).

(Bron: Ik ga starten juli 2011)

De meeste ondernemers hebben voor de start van hun bedrijf een financiering nodig. Wanneer dit niet met eigen middelen kan, dient het startkapitaal door middel van externe financiering gerealiseerd te worden. Daarom vijf tips om startkapitaal te vergaren.

1. Rekeningcourantkrediet

Het bekende, flexibele krediet wanneer u direct geld van de bank nodig heeft en u de verwachting heeft dit binnen een korte termijn af te lossen. Het rekeningcourantkrediet kent u als ‘rood staan’ en is de eenvoudigste manier om snel aan startkapitaal te komen. U kunt tot een bepaalde kredietlimiet geld opnemen. Met het rekeningcourantkrediet heeft u altijd geld achter de hand wanneer u dat nodig heeft. Ook interessant om later schommelingen in uitgaven en inkomsten op te vangen.

2. Lening van de bank

Wanneer een rekeningcourantkrediet niet toereikend is omdat u bijvoorbeeld wilt investeren in vaste bedrijfsmiddelen kunt u een lening bij de bank afsluiten. Een goed ondernemingsplan is hierbij onontbeerlijk. Deze leningen kunnen verschillen van een lange, zakelijke hypotheek tot een middellang krediet. Dit krediet wordt vaak gebruikt bij de aanschaf van vaste bedrijfsmiddelen als machines, vervoersmiddelen of inventaris. Het rentepercentage ligt vast voor een langere periode die afgestemd is op de levensduur van de aan te schaffen activa.

3. BMKB

Wanneer de bank u geen krediet verstrekt omdat uw bedrijf de bank geen onderpand kan bieden, kunt u in aanmerking komen voor het Besluit Borgstelling MKB-kredieten (BMKB). Hierbij kunt u via de bank bij de overheid een beroep doen op deze borgstelling. Hierdoor kunt u bij de bank meer geld lenen dan u op basis van uw onderpand zou krijgen.

4. Durfkapitaal

Ook wel venture- of risicokapitaal genoemd. Dit zijn zakelijke investeerders die vertrouwen hebben in uw ondernemingsplan en bereid zijn (grote) sommen geld te lenen – en hier veelal een vorm van zeggenschap voor terug te krijgen. Vaak zijn het oud-ondernemers die een netwerk meebrengen waar u van kunt profiteren. De geldverstrekker heeft vooraf geen zekerheid over de toekomst en het succes van uw bedrijf. Deze personen nemen een groot risico, dus u zult een overtuigend verhaal moeten hebben. Zij krijgen immers geen regelmatige aflossingen, zoals dat bij de bank gebruikelijk is. Hoe sneller u verwacht winst te maken, hoe eerder u de lening kunt afbetalen en hoe minder rente u uiteindelijk betaalt.

5. Familie en vrienden

Particulieren zijn er doorgaans niet op uit om geld te verdienen aan het verstrekken van een lening. En dan komt u al snel bij familie of vrienden uit. Naast de fiscale voordelen zit er voor de geldverstrekker ook een risico aan. Investeren in een startende onderneming brengt nu eenmaal een hoop onzekerheden met zich mee. Daarnaast is het van belang om zaken en privé gescheiden te houden, leg daarom de overeenkomst vast op papier. Er zijn legio voorbeelden waar de privéverhoudingen door ruzies over geld werden verstoord. Een andere mogelijkheid is zuinig leven, maakt uw spaargeld op en koopt tweedehands kantoormeubilair. Het is een lastige start, maar u hoeft alleen verantwoording aan uzelf af te leggen.

(Bron: Ik ga starten 6-12-2011

Volgens Netwerk Notarissen loont het de moeite om voor 1 januari een samenlevingscontract af te sluiten. Als samenwonenden nog voor de jaarwisseling zo’n contract afsluiten zijn zij namelijk meteen fiscaal partner voor de erfbelasting. Door een wijziging van de regels moeten zij vanaf 1 januari 2012 minimaal zes maanden wachten ná het afsluiten van het samenlevingscontract om fiscaal partner te worden.

Door fiscaal partnerschap kunnen samenwoners onder andere ruim 600.000 euro vrij van erfbelasting van hun partner erven.

Financiële problemen voorkomen

‘De erfbelasting is niet de enige reden om een samenlevingscontract af te sluiten. Door de onlangs gelanceerde online Samenleeftest (www.samenleeftest.nl) te doen krijgen samenwoners een goed beeld van deze redenen. Bijvoorbeeld omdat er zonder samenlevingscontract niets geregeld is bij een scheiding en overlijden. Voor samenwonende partners zijn er namelijk geen wettelijke spelregels. Hierdoor komen veel partners bij overlijden of scheiding in de financiële problemen. Uit onderzoek blijkt dat na een scheiding de koopkracht van vrouwen die ongetrouwd hebben samengewoond, gemiddeld 14 procent daalt. En voor 20.000 vrouwen is die daling zo groot dat ze inmiddels onder de armoedegrens leven,’ aldus Netwerk Notarissen.

Geen wettelijke voorzieningen

Netwerk Notarissen zien deze zorgelijke situatie ook in hun praktijk. Lucienne van der Geld, juridisch directeur van Netwerk Notarissen. ‘De financiële en emotionele gevolgen van een breuk bij samenwonen kunnen groot zijn. Nog groter dan bij trouwen omdat er geen wettelijke voorzieningen zijn. Dat geldt niet alleen voor vrouwen met kinderen. Juridische gevechten over wie er in het huis mag blijven wonen bijvoorbeeld, zijn ook aan de orde van de dag. Net als juridische problemen bij overlijden van de partner. Juist daarom willen we met de Samenleeftest en de in de test genoemde tips mensen bewust maken dat samen wonen pas echt samenwonen wordt als je alles goed geregeld hebt.’

(Bron: Netwerk Notarissen 8-12-2011)

Per 1 januari 2012 wordt voor bestelauto’s de ‘verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’ ingevoerd. Een ondernemer, een particulier met resultaat uit overige werkzaamheden of een werknemer kan daarmee verklaren, dat hij met de bestelauto van de zaak geen enkele kilometer privé rijdt. Zo kan  een ondernemer de bijtelling/onttrekking voor privégebruik vermijden en hoeft hij geen rittenadministratie bij te houden. (Ambitions.nu: het is wellicht te overwegen om toch een kilometeradministratie bij te houden in verband met bewijstlast bij een discussie over privé of zakelijke kilometers met de belastingdienst)

De verklaring kan voor een ondernemer uitsluitend worden afgeven via een door de Belastingdienst beschikbaar gesteld formulier. Werknemers, kunnen de verklaring insturen via hun werkgever. Het hiervoor noodzakelijke formulier, en een toelichting van de regeling, zijn naar verwachting eind 2011 beschikbaar via de website van de Belastingdienst. Verklaringen of aanvragen met zelfgemaakte formulieren stelt de belastingdienst niet echt op prijs.
(Bron: belastingdienst 9-12-2011)

Een eigen bedrijf beginnen vergt, naast veel tijd en energie, ook de nodige investeringen op financieel gebied. Daarom bestaan er een aantal handige fiscale voordelen, waarmee u als startende ZZP’er (mits u aan de voorwaarden voldoet) uw voordeel kunt doen: 6 belangrijke aftrekposten voor ZZP’ers.

1. Zelfstandigenaftrek

Als ondernemer kunt u aanspraak maken op de zelfstandigenaftrek, waardoor het uiteindelijke bedrag waarover u belasting moet betalen aanzienlijk lager uitvalt. Nu is het nog zo dat de hoogte van het af te trekken bedrag afhangt van de winst die u maakt, maar deze regel gaat met ingang van volgend jaar veranderen. Per 1 januari 2012 mag voor de zelfstandigenaftrek een vast bedrag van 7.280 euro worden afgetrokken.

2. Startersaftrek

Voor startende ondernemers is er ook de startersaftrek, die bovenop de zelfstandigenaftrek komt. Starters kunnen in de eerste vijf jaar van hun onderneming in totaal drie keer een extra bedrag (in 2011 is dat 2123 euro) van hun winst aftrekken. Hiervoor moet u wel aan drie voorwaarden voldoen: u heeft recht op zelfstandigenaftrek, in de vijf jaar voorafgaand aan het desbetreffende belastingjaar heeft u niet vaker dan twee keer van de zelfstandigenaftrek gebruikgemaakt en in diezelfde periode was u ten minste een jaar geen ondernemer.

3. Investeringsaftrek

Wie een nieuw bedrijf begint, moet investeren. Denk bijvoorbeeld aan het aanschaffen van een computer en printer. De fiscus houdt daar tot op bepaalde hoogte rekening mee. Wanneer u in een boekjaar hebt geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen, maakt u mogelijk aanspraak op de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Het gaat in dit geval om ondernemers die in 2011 tussen de 2.200 en 301.800 euro in bedrijfsmiddelen hebben geïnvesteerd.

De KIA is een percentage van al uw investeringen, waarbij de hoogte afhangt van het geïnvesteerde bedrag. Uiteraard zijn er wel een paar voorwaarden waaraan u moet voldoen: uw bedrijf moet gevestigd zijn in Nederland, u bent belastingplichtig voor de inkomstenbelasting en u heeft deze periode in bepaalde bedrijfsmiddelen geïnvesteerd die voor investeringsaftrek in aanmerking komen.

4. Meewerkaftrek

Heeft u een fiscale partner die regelmatig zijn of haar medewerking verleent aan uw bedrijf, dan kan het zijn dat u aanspraak maakt op de zogenaamde meewerkaftrek, waardoor u minder belasting over de uiteindelijke winst hoeft te betalen. De hoogte van het bedrag hangt af van de winst en het aantal uren dat uw fiscale partner heeft in de onderneming gewerkt.

Voorwaarden om van deze regeling gebruik te kunnen maken zijn er ook: u moet op jaarbasis minimaal 1225 uur besteden aan uw bedrijf (dit moet meer dan de helft van uw werktijd zijn). Daarnaast moet uw fiscale partner minstens 525 uur per jaar in uw onderneming werken, in principe zonder vergoeding; u mag hem of haar hiervoor in ieder geval niet meer dan 5.000 euro hebben betaald. Tot slot mag uw fiscale partner niet bij u in loondienst zijn en mag er door de Belastingdienst geen fictief dienstverband worden geconstateerd.

5. Fiscale oudedagsreserve (FOR)

Omdat je als ondernemer niet automatisch pensioen opbouwt, mogen ondernemers jaarlijks een deel van de winst reserveren voor uw oudedagsvoorziening. Dat gereserveerde deel heet de fiscale oudedagsreserve, ook wel afgekort tot FOR. Over dit bedrag hoeft u in dit geval niet meteen belasting te betalen: u krijgt uitstel van betaling. Het bedrag dat u opzij mag zetten, is aan een maximum gebonden. Momenteel is dat 11.882 euro, maar met ingang van 2012 wordt dit bedrag verlaagd naar 9.382 euro.

Het is mogelijk om een deel gaan uw fiscale oudedagsreserve om te zetten in lijfrente. De uiteindelijke premie wordt daardoor namelijk aftrekbaar. Om aanspraak te kunnen maken op de FOR bent u verplicht om minimaal 1225 uur per jaar in uw onderneming te steken en moet u aan het begin van het desbetreffende belastingjaar jonger zijn dan 65 jaar.

6. Willekeurige afschrijving

Startende ondernemers kunnen de aanschafkosten van bedrijfsmiddelen ‘willekeurig afschrijven’. Oftewel: u bepaalt zelf hoeveel u wanneer afschrijft en die flexibiliteit kan voor starters veel voordelen hebben. De regeling geldt niet voor alle rechtsvormen, maar alleen voor ondernemers met een eenmanszaak, vennootschap onder firma (VOF), commanditaire vennootschap (cv) of maatschap. Daarnaast moet u recht hebben op startersafrek. Kijk voor eventuele aanvullende eisen op de site van de belastingdienst of vraag het aan uw adviseur.

(Bron: Ik ga starten 9-12-2011)

In het onderhavige geval heeft belastingplichtige aangifte gedaan. De inspecteur heeft deze aangifte niet gevolgd maar een ambtshalve aanslag opgelegd tegen een veel lager bedrag. Het kon echter de belastingplichtige niet redelijkerwijs kenbaar zijn dat de aanslag te laag was. De inspecteur kon derhalve niet navorderen.

Voor de goede orde hieronder de letterlijke wettekst van Artikel 16 lid 2c AWR: Navordering kan mede plaatsvinden in alle gevallen waarin te weinig belasting is geheven, doordat: ten gevolge van een fout een aanslag ten onrechte achterwege is gelaten of ten gevolge van een fout een belastingaanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld, hetgeen de belastingplichtige redelijkerwijs kenbaar is, waarvan in elk geval sprake is indien de te weinig geheven belasting ten minste 30 percent van de ingevolge de belastingwet verschuldigde belasting bedraagt.

Een financieel dienstverlener moet u informatie geven over financiële producten of financiële diensten die u afneemt. De dienstverlener is dit verplicht op grond van de Wet op het financieel toezicht (Wft). Informatie over complexe financiële producten staat ook in de Financiële Bijsluiter van het product. U kunt bij CentiQ terecht voor ondersteuning op het gebied van financiële zelfredzaamheid.

 

Informatieplicht dienstverlener

De Financiële Bijsluiter

CentiQ

 

Informatieplicht dienstverlener

Voordat u een overeenkomst afsluit, moet de dienstverlener u alle informatie geven die nodig is om het product goed te kunnen beoordelen. Ook na het sluiten van een overeenkomst moet de dienstverlener u blijven informeren.

Als er tijdens de looptijd van een overeenkomst ontwikkelingen zijn die belangrijk zijn voor het product, moet de dienstverlener u daarover direct informeren. De informatie moet begrijpelijk en niet misleidend zijn. Hetzelfde geldt voor de reclame-uitingen van de financiële dienstverlener.

 

De Financiële Bijsluiter

Aanbieders vancomplexe financiële producten moeten naast de eigen informatie ook deFinanciële Bijsluiterverstrekken. In deze bijsluiter vindt u wat een product precies inhoudt en wat de kosten, de opbrengsten en de risico’s van een product zijn.

 

CentiQ

CentiQ is een platform voor bewust omgaan met geld. Het platform bestaat uit marktpartijen, consumentenorganisaties en enkele overheidsinstellingen. CentiQ wil met concrete projecten de financiële kennis en vaardigheden van consumenten vergroten, zodat zij goede financiële beslissingen kunnen nemen.

 

De website van CentiQ, wijzeringeldzaken.nl, geeft betrouwbare informatie over bijvoorbeeld sparen, lenen, hypotheken, beleggen en pensioen.

(Bron: Overheid 17 oktober 2011)

 

Hoge Raad duidt fiscale behandeling onzakelijke lening

Categories: Nieuws voor het MKB (BV), Nieuws voor het MKB(BV), belastingnieuws, lenen aan of van de BV
Reacties uitgeschakeld voor Hoge Raad duidt fiscale behandeling onzakelijke lening

Op 25 november heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een zaak, waarin wordt uiteengezet hoe in het algemeen moet worden omgegaan met onzakelijke leningen. Sinds de Hoge Raad in 2008 in een zaak oordeelde dat er sprake was van een onzakelijke lening, is hierover veel rechtspraak verschenen van hoven en rechtbanken. Toch bleef veel onduidelijkheid bestaan over hoe precies met de onzakelijke lening moet worden omgegaan.

In de uitspraak van 25 november geeft de Hoge Raad uitgebreid aan hoe het moet. Daarbij geeft de Hoge Raad onder meer aan welk rentepercentage in aanmerking moet worden genomen bij een onzakelijke lening. Dat percentage moet worden gesteld op het rentepercentage dat een derde in rekening zou brengen als hij de lening onder dezelfde voorwaarden zou hebben verstrekt, maar met een borgstelling van een concernvennootschap.

Fiscaal

De Hoge Raad overweegt allereerst dat een onzakelijke lening fiscaal gezien een lening is en dus niet valt onder één van de in de jurisprudentie genoemde uitzonderingen (de ‘schijnlening’, de ‘deelnemerschapslening’ en de ‘bodemloze-putlening’). Vervolgens overweegt de Hoge Raad dat een lening die onzakelijk is omdat een te lage (onzakelijke) rente in rekening wordt gebracht, zakelijk moet worden gemaakt door een zakelijke rente in aanmerking te nemen. Daarbij moet worden uitgegaan van een rente die een onafhankelijke derde in rekening zou brengen als de lening overigens onder dezelfde voorwaarden zou zijn verstrekt (het arm’s length principe). Als een onafhankelijke derde de lening niet zou hebben verstrekt, ook niet als een hogere rente zou zijn overeengekomen, is sprake van een ‘onzakelijke lening’. In dat geval is een afwaarderingsverlies op de lening niet aftrekbaar.

Rente

Met betrekking tot de op de onzakelijke lening in aanmerking te nemen rente overweegt de Hoge Raad dat deze moet worden gesteld op de rente die een onafhankelijke derde in rekening zou brengen als de lening door de derde was verstrekt met een borgstelling van een concernvennootschap. Daarbij moet er van uit worden gegaan dat de voorwaarden van de lening overigens gelijk zijn. Verder overweegt de Hoge Raad dat moet worden beoordeeld of sprake is van een onzakelijke lening op het moment waarop de lening wordt verstrekt. Het is echter mogelijk dat de lening later alsnog onzakelijk wordt door onzakelijk handelen van de crediteur. Een lening moet bovendien in zijn geheel al dan niet als onzakelijk worden gekwalificeerd. Het is dus niet mogelijk om slechts een deel van een lening als onzakelijk aan te merken en een afwaarderingsverlies vervolgens slechts in aftrek te brengen voor zover dat ziet op het zakelijke deel van de lening. Tot slot overweegt de Hoge Raad dat ook de op een onzakelijke lening schuldig gebleven rente, als die uiteindelijk niet wordt ontvangen, niet aftrekbaar is.

(Bron: Accountancynieuws 2-12-2011)

Een zzp’er claimt ook voor de dagen dat hij meerijdt met een ander aftrek van autokosten. Hij werkt samen met de ander in opdracht van enkele (hoofd)aannemers.

De ene week rijdt hij zelf en de andere week rijdt de ander naar de werkplaats. De ZZP’er kan alleen de daadwerkelijk gereden kilometers aftrekken. De carpoolregeling is niet van toepassing.

(Bron: Hof Den Bosch 2-9-2011)

Per 1 januari 2012 wordt de aftrek beperkt voor monumentenpanden die als eigen woning worden gebruikt. Van de onderhoudskosten is volgend jaar nog slechts 80% aftrekbaar, en de aftrek van eigenaarslasten en afschrijving vervalt in het geheel. Onderhoudskosten waarvoor subsidie wordt verstrekt kunnen niet in aftrek worden gebracht. De beperking van de aftrek van onderhoudsmonumenten geldt zowel voor monumenten die als eigen woning kwalificeren als voor monumenten in box 3.

De drempels voor aftrek van deze persoonsgebonden aftrekpost komen te vervallen. Voor 2012 en 2013 geldt een overgangsregeling: als u voor 1 januari 2012 onherroepelijke verplichtingen aangaat voor onderhoud van uw monumentenwoning en die kosten in 2012 of 2013 betaald, zijn die kosten volledig aftrekbaar.