Archive for februari, 2012

Bij een bedrijfspand komt de btw altijd om de hoek kijken. Of het nou om een huurcontract gaat, een kooppand of een kantoor aan huis, de vraag is altijd: “Is het met of zonder btw?”

BEDRIJFSPAND EN BTW – 8 VRAGEN EN ANTWOORDEN
De keuze voor het bedrijfspand is een belangrijke beslissing. Vijf jaar aan een huurcontract vastzitten? Een bedrijfspand kopen of toch liever een kantoor aan huis? In alle gevallen luidt de hamvraag: ‘Met of zonder btw?’

1. Hoe zit het met btw bij koop?
In principe is de levering van een onroerende zaak vrijgesteld van btw-heffing. Is echter sprake van een levering van een bouwterrein of van nieuwbouw (waarbij de levering vóór, op of uiterlijk twee jaren na eerste ingebruikneming van het pand plaatsvindt) dan is btw over de aankoopsom verplicht. Maar ook bij een ‘ouder’ pand kunnen koper en verkoper kiezen voor levering inclusief btw.

“Dat mag echter alleen – en is ook pas interessant – als de koper het nieuwe onderkomen aanwendt voor werkzaamheden die nagenoeg geheel (voor negentig procent of meer) btw-plichtig zijn. In sommige branches bestaat deze mogelijkheid al bij zeventig procent”.

2. Wat wordt bedoeld met btw-plichtig?

U bent btw-plichtig als u voor de btw ondernemer bent. In een aantal gevallen is het leveren van goederen of het verlenen van diensten bij wet vrijgesteld van btw. Over deze prestaties mag u geen btw berekenen aan uw afnemer en hoeft u geen btw af te dragen. U hebt geen recht op aftrek van voorbelasting voor zover u goederen en diensten gebruikt voor uitsluitend vrijgestelde prestaties.

Voor koop en huur van het bedrijfspand hanteert de wetgever de eerder genoemde grens van negentig procent. Gaat u daar overheen, dan mogen koper en verkoper opteren voor levering van een pand met btw.

3. Waarom kiezen voor levering met btw?
Wanneer een ondernemer het pand nagenoeg geheel voor btw-belaste prestaties gebruikt, is het voor hem interessant om te opteren voor btw-belaste levering. Hij kan de aan hem in rekening gebrachte btw (nagenoeg geheel) aftrekken.

Let wel op dat de koper er rekening mee moet houden dat de vooraftrek ‘voorwaardelijk’ is. “Er start een herzieningstermijn van negen jaar na afloop van het jaar waarin hij het pand in gebruik heeft genomen. Verkoopt de ondernemer binnen deze periode het pand, dan kan hij met herzienings-btw worden geconfronteerd. Wordt bij de verkoop binnen de herzieningstermijn geen btw in rekening gebracht, dan moet de verkoper een deel van de afgetrokken voorbelasting ineens terugbetalen.”

De verkoper zal deze terugbetaling naar alle waarschijnlijkheid (indien mogelijk) in zijn verkoopprijs willen verdisconteren.

4. Is naast btw-heffing ook overdrachtsbelasting verschuldigd?
Wanneer de levering van een pand verplicht met btw plaatsvindt, kan gebruik worden gemaakt van de samenloopvrijstelling voor de overdrachtsbelasting.

Dat geldt echter niet als de koper de btw geheel of gedeeltelijk kan terugvragen en het pand al als bedrijfsmiddel is gebruikt. Kiest u in dat geval voor levering mét btw, dan is naast de btw ook overdrachtsbelasting verschuldigd.

5. Is de huursom belast met btw?
In principe is verhuur van een bedrijfspand onbelast. Huurder en verhuurder kunnen echter gezamenlijk kiezen voor btw-belaste verhuur. Hierdoor kan de verhuurder de aan hem in rekening gebrachte btw in aftrek brengen. Voorwaarde is dat de huurder negentig procent of meer van de in rekening gebrachte btw in aftrek kan brengen. Voor sommige branches geldt zeventig procent.

6. Is btw op een pand dat ook privé wordt gebruikt aftrekbaar?
Tot 2011 kon een ondernemer van een pand dat zowel voor bedrijfs- als voor privédoeleinden werd gebruikt de btw via de zaak voor de volle honderd procent opvoeren bij de aangifte omzetbelasting, wanneer het pand voor de btw volledig tot het bedrijfsvermogen werd gerekend.

Van deze mogelijkheid werd nog al eens gebruik gemaakt, wanneer een ondernemer een woning liet bouwen. De over de bouw verschuldigde btw was direct aftrekbaar. Het privégebruik werd vervolgens belast.

Sinds 1 januari is deze mogelijkheid vervallen en is de btw over de aanschaf-, onderhouds- en renovatiekosten alleen nog maar aftrekbaar voor het bedrijfsgedeelte van het pand (voorzover recht op aftrek van voorbelasting bestaat). Als het bedrijfsgedeelte qua omvang binnen tien jaar wijzigt, wordt de btw-aftrek alsnog gecorrigeerd.

7. Hoe pakt dit financieel uit?
Een voorbeeld. De btw over de aanschaf van een pand dat geheel tot het bedrijfsvermogen gaat behoren bedraagt € 38.000,-. De ondernemer gebruikt het pand voor 80% voor bedrijfsdoeleinden waarvoor recht op aftrek van voorbelasting bestaat en voor 20% voor privédoeleinden.

Tot 2011 kon de ondernemer € 38.000,- in aftrek brengen en diende er jaarlijks een correctie plaats te vinden van € 760,- (ervan uitgaande dat het privégebruik 20% blijft).

Onder de nieuwe regeling kan de ondernemer ‘maar’ € 30.400,- (80% van € 38.000,-) op zijn btw-aangifte in vooraftrek brengen. 20% (€ 7.600,-) is privé-gebruik en komt niet voor aftrek via de zaak in aanmerking. Wijzigt op een later tijdstip het privégebruik, dan wordt de in aftrek gebrachte voorbelasting herzien.

8. En hoe zit het met het verlaagde btw-tarief bij renovatie en herstel?
Een van de crisismaatregelen is de verlaging van het btw-tarief naar 6% voor renovatie en herstel van een woning die minimaal twee jaar oud is. De regeling geldt nog tot 1 juli 2011. Het gaat hierbij om het vernieuwen, vergroten, herstellen of vervangen en onderhouden van (delen van) de woning. Dus ook het plaatsen van bijvoorbeeld een serre.

De staatssecretaris heeft echter goedgekeurd dat panden die deels als woning en deels als bedrijfspand worden gebruikt (bijvoorbeeld woon/winkelpanden) voor het verlaagde btw-tarief in hun geheel als woning worden aangemerkt. Daarbij geldt als voorwaarde dat die panden voor meer dan vijftig procent voor particuliere bewoning worden gebruikt. Bij een percentage van vijftig procent of minder geldt het lage tarief alleen voor het woongedeelte. Het verlaagde tarief is overigens alleen van toepassing op het arbeidsloon, niet op materialen.

Bron: De Zaak

Door het winterse weer kunnen veel werknemers in voornamelijk de bouw en aanverwante sectoren momenteel niet werken. Is het mogelijk dat uw werknemers recht hebben op vorstverlet vanuit de WW?

Risicosfeer
Het vriest op dit moment behoorlijk hard en naar het zich laat aanzien, houd het koude weer nog wel een tijdje aan. Leuk voor de schaatsliefhebbers en de leveranciers van aardgas, maar minder aangenaam voor werknemers die buiten aan het werk zijn en hun werkgevers.
Voor werknemers is het door de combinatie van de wind en de lage temperatuur gewoon te koud om te kunnen werken, terwijl werkgevers het salaris voor de werknemers toch moeten doorbetalen. Het koude weer ligt immers in de risicosfeer van de werkgever.
Zonder cao bestaat er in ieder geval geen mogelijkheid tot een beroep op een WW-uitkering wegens de vorst.

Soms wel recht op WW-uitkering
Een aantal sectoren kent echter een regeling, waarbij de werknemers toch recht kunnen hebben op een WW-uitkering, als er vanwege de vorst niet gewerkt kan worden. Een mogelijk beroep op deze regeling dient in ieder geval opgenomen te zijn in de cao die op uw onderneming van toepassing is. Of u van deze cao gebruik kunt maken, hangt af van de vraag of u lid bent van de branchevereniging of van de vraag of de cao op dit moment algemeen verbindend verklaard. Met andere woorden, heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het besluit genomen, waardoor een cao ook wordt opgelegd aan werkgevers die geen lid zijn van de werkgeversorganisatie die de cao heeft afgesloten.
De cao’s kennen ieder voor zich namelijk verschillende (aanvullende) voorwaarden, voordat u een beroep kunt doen op een vervangende WW-uitkering. Zo kent de cao voor de bouwnijverheid bijvoorbeeld 22 wachtdagen.
Valt uw bedrijf bijvoorbeeld onder de cao Hellende Daken, Riet- en Leidekkers of onder de CAO voor het Technisch Installatiebedrijf (o.a. loodgieters), dan zijn er geen wachtdagen. Elke cao kent dus een eigen regeling.

De volgende cao’s kennen in ieder geval een regeling op het gebied van het vorstverlet:

– cao ABU-NBBU voor Uitzendkrachten
– cao Afbouw
– cao Beroepsgoederenvervoer
– cao Betonproductenindustrie
– cao Bitumineuze en Kunststofdakbedekkingen
– cao Bouwnijverheid
– cao Hellende daken, Riet- en Leidekkers
– cao Houthandel
– cao Metaal en Techniek
– cao Metaalelektro
– cao Mortel en Morteltransport
– cao Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf

Wij adviseren u dan ook om te controleren of op uw onderneming een cao van toepassing is, waarin een regeling rond de vorstverlet is opgenomen en of u hierop een beroep zou kunnen doen op.

Bron: Bestuur Rendement

Hoe kunnen ouders zoveel mogelijk zeggenschap behouden over de schenking aan hun kind en tegelijkertijd de fiscale faciliteiten optimaal benutten? De Hoge Raad deed onlangs een uitspraak waarbij de fiscale aftrek van een ‘schuldigerkenning’ niet goed was geregeld.
De zaak gaat als volgt. De moeder schenkt een geldbedrag aan haar kind en leent dit bedrag direct weer terug. In de onderhandse leningsovereenkomst wordt bepaald dat de hoofdsom pas opeisbaar is bij overlijden van moeder en dat moeder jaarlijks een rente verschuldigd is van 5%.
­
De inspecteur stelt dat deze schuldigerkenning niet als schuld aftrekbaar is in de nalatenschap van moeder, omdat er geen sprake was van een notariële akte. Rechtbank Arnhem en Hof Arnhem stellen de inspecteur in het gelijk.
­
De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van het kind verworpen. Volgens het Burgerlijk Wetboek vervalt een schenking op het moment dat de schenker overlijdt, voor zover de schenking de strekking heeft om pas na het overlijden van de schenker te worden uitgevoerd en niet als de schenker nog in leven is. Hierop wordt slechts een uitzondering gemaakt als de schenking persoonlijk door de schenker is aangegaan en van de schenking een notariële akte is opgemaakt.

Met het begrip ‘uitgevoerd’ wordt in dit geval bedoeld dat de verbintenis die uit de schenkingsovereenkomst voortvloeit (feitelijk) is nagekomen.

Belang voor de praktijk
Ouders hebben vaak de wens om al tijdens hun leven een deel van hun vermogen aan hun kind(eren) te schenken. Zij willen daarbij de fiscale mogelijkheden optimaal benutten en meestal tegelijkertijd zoveel mogelijk zeggenschap over de schenking behouden, zodat het geschonken geld niet aan de verkeerde dingen kan worden besteed.
­
Voor deze ouders heeft de adviespraktijk naast de in dit arrest naar voren gekomen ‘papieren schenking’ een aantal beschermingsconstructies ontwikkeld die hieronder kort de revue passeren.

  • Schenken onder last: De ouder schenkt een geldbedrag waarbij het kind de beperking wordt opgelegd dat het geld alleen mag worden gebruikt voor een bepaald doel, bijvoorbeeld ter financiering van studiekosten. Als het kind aan een andere besteding de voorkeur geeft, dan kan de ouder bij de rechter vorderen dat de schenking komt te vervallen.
  • Herroepelijk schenken: De ouder bepaalt bij de schenking dat de schenking herroepen kan worden als de ouder tot de conclusie komt dat het geld verkeerd wordt besteed.
  • Schenken via een ‘en-en-rekening’: In deze variant storten de ouders geld op een rekening waarop het kind medegerechtigd is. Essentieel is dat voor elke opname twee handtekeningen vereist zijn en de ouder daardoor daadwerkelijk grip houdt. Vaak wordt in de beheersovereenkomst gebruikgemaakt van de wettelijke mogelijkheid om voor een periode van maximaal vijf jaar het vorderen van verdeling van de rekening uit te sluiten.
  • Schenken met bewind: Door het instellen van bewind wordt het geschonken vermogen onttrokken aan de handelingsbevoegdheid van het kind.
  • Schenking door middel van een kapitaalverzekering: Door de werking van het verzekeringsrecht kan vermogensoverheveling met onbeperkt houdbare grip eenvoudig gerealiseerd worden door middel van een kapitaalverzekering.

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

De nieuwe WOZ-beschikking die u in 2012 hebt of gaat ontvangen, gaat uit van de waarde van uw woning per 1 januari 2011. Deze WOZ-waarde geldt voor een tijdvak van één jaar en is niet alleen van belang voor de onroerende-zaakbelastingen (OZB), maar ook voor het eigenwoningforfait in de inkomstenbelasting, de afschrijvingsbasis van bedrijfsonroerend-goed in de inkomsten- en vennootschapsbelasting, de waterschapsomslagen die door de Waterschappen worden geheven en in bepaalde gevallen ook voor de erf- en schenkbelasting.

De WOZ-waarde van een eigen woning wordt afgeleid van de waarde in het economische verkeer van de woning. Deze waarde wordt beïnvloed door waardevermeerderende en waardeverminderende factoren. Voor de belastingen zijn huiseigenaren uiteraard het meest geïnteresseerd in de waardedrukkende omstandigheden. In de afgelopen jaren zijn er veel procedures bij de belastingrechters geweest over de effecten van bepaalde omstandigheden op de waarde van woningen en deze zaken lopen veelal in het voordeel van de burger af. De waardedrukkende omstandigheden zijn onder te verdelen in interne omstandigheden (die de woning zelf betreffen) en externe omstandigheden (zoals veranderde milieuwetgeving, de omgeving van de woning, e.d.).

Onderstaand een overzicht van omstandigheden die mogelijk een waardedrukkende effect op de WOZ-waarde kunnen hebben:

Interne omstandigheden
WOZ-waarde van Friese woonboerderij uit 1700 met € 43.000 verminderd
WOZ-waarde serviceflat vanwege slecht onderhoud verminderd met € 15.000
WOZ-waarde wegens wateroverlast in kruipruimte met € 20.000 verminderd
Met aftrek van € 40.000 was slechte onderhoudstoestand van flat gedekt
Specifiek imago serviceflat drukte WOZ-waarde met bijna 25%
WOZ-waarde met € 100.000 verminderd wegens staat van onderhoud
WOZ-waarde verminderd omdat zolder niet beschikte over slaapkamer
Bouwfouten uit 1983 leidden tot vermindering WOZ-waarde in 1999
Waardevermindering van € 40.000 voor achterstallig onderhoud
Hoge servicekosten verzorgingsflat verminderden WOZ-waarde
WOZ-waarde verminderd omdat deel pand niet voor bewoning geschikt was
Vochtschade aan binnenzijde woning verminderde WOZ-waarde met € 15.000
Verbod op permanente bewoning leidde tot lagere WOZ-waarde
Verouderde toestand van woning uit 1930 was waardedrukkend
Beperkte keukenfunctie appartementen in serviceflat verlaagde WOZ-waarde
Monumentenstatus en ontbreken woonvergunning WOZ-waardedrukkend
Fundering- en gevelschade verminderden WOZ-waarde met € 55.000
Schade aan woning door verslaafde leidde tot lagere WOZ-waarde
Constructiefout in openhaard drukte WOZ-waarde van woning met € 8.000
Onbruikbaarheid van zolder drukte WOZ-waarde met € 10.000
Achterstallig onderhoud verlaagde waarde uitgewoonde studentenwoning
Beperkende voorwaarden van “meergeneratiewoning” drukten WOZ-waarde
Monumentale en archeologische beperkingen drukten WOZ-waarde
Waardedruk door asbestvervuiling bedroeg in totaal € 47.740
Oude CV-ketel verminderde WOZ-waarde met € 1.750
Experimentele bouwwijze drukte WOZ-waarde
Toekomstige sloop woning had waardedrukkend effect van 17,5%
Rolstoelaanpassingen verminderden WOZ-waarde woning met EUR 25.000
WOZ-waarde verminderd met op peildatum geschatte herstelkosten betonrot
WOZ-waarde verminderd wegens niet te verhalen saneringskosten
Onzekerheid omtrent moment van sloop woning voor aanleg spoorweg waardedrukkend
WC-raampje van buren had waardedrukkend effect op woning
Kleinere aanbouw bij woning reden voor neerwaartse bijstelling WOZ-waarde
Lagere WOZ-waarde voor door fabriek uitgestoten kankerverwekkende stof
Verlaging WOZ-waarde met bijna 5% voor plaatsing UMTS-telefoniemasten
Rompslompforfait wegens bodemverontreiniging van 40%
Ligging woning bij druk kruispunt leidde tot lagere WOZ-waarde
Niet-nakomen van toegezegd vrij uitzicht leidde tot lagere WOZ-waarde
Bodemverontreiniging, wateroverlast en schoolplein leidden tot lagere WOZ
Lagere WOZ-waarde door ligging aan uitvalsweg en bij ophaalbrug
Geluidsoverlast van treinverkeer verminderde WOZ-waarde met € 16.000
Uitzicht op vervallen hotel leidde tot lagere WOZ-waarde
Waardedruk van 25% voor niet-opgeloste bodemverontreiniging
Forse verlaging WOZ-waarde wegens bouwplannen hoogspanningsmast
Naastgelegen bordeel en verzakkingen drukten WOZ-waarde met ruim 10%
Uit de hand gelopen burenruzie drukte WOZ-waarde met € 75.000
WOZ-waarde met € 7.000 verlaagd door matig buitenschilderwerk
Waardedruk van € 41.000 voor tunnelbak en hangplek jongeren
WOZ-waarde verminderd wegens bodemverontreiniging en ligging
Drugstoerisme in Bergen op Zoom verminderde WOZ-waarde
Waardedruk van € 22.000 door geluidsoverlast van Randstadrail
WOZ-waarde verlaagd door bodemverontreiniging in nabije omgeving
WOZ-waarde verminderd wegens Reeperbahn-effect
WOZ-waarde wegens slechte bereikbaarheid met 10% verminderd
WOZ-waardedruk van € 200.000 voor agrarische bestemming woning
Structurele wateroverlast drukte  WOZ-waarde met € 11.000
Rompslomp voor bestemmingswijziging drukte WOZ-waarde met 10%
Lagere WOZ-waarde door slechtere ligging niet volledig vrijstaande woning
Vermindering WOZ-waarde wegens overlast naastgelegen veehouderij
WOZ-waarde met € 97.000 verminderd wegens overlast van hondenkennel
Voorgenomen bouw megavarkensstallen in omgeving drukte WOZ-waarde
Vermindering WOZ-waarde met 10% na beurskrach
Waardedruk van € 20.000 voor ligging langs sluiproute en andere overlast
WOZ-waarde van sloopwoning nabij  luchthaven fors verminderd
Nabijheid van horeca en coffeeshop drukte WOZ-waarde
Plannen om dijk terug te leggen verminderden WOZ-waarde met 10%
Nabijheid van horeca en coffeeshop drukte WOZ-waarde
WOZ-waarde met 10% verminderd door burenoverlast
WOZ-waarde met 10% gedrukt wegens paalrot van naastgelegen pand
Verlaging WOZ-waarde voor (geluids)overlast horecagelegenheden
Deplorabele staat van garage en tuinmuurtjes drukten WOZ-waarde fors
Nabijheid van spoorlijn verminderde WOZ-waarde van woning met € 37.300
Mogelijke plaatsing van UMTS-mast verminderde WOZ-waarde met € 19.000
Geluidsoverlast van brug nabij woning drukte WOZ-waarde met € 12.000
Waardedruk nabijgelegen luchthaven en verkeersweg was 5%
Windmolens nabij woning verminderden WOZ-waarde met € 25.000
Studentenoverlast drukte WOZ-waarde met € 35.000
Naast woning gelegen pretpark drukte WOZ-waarde
Plannen omtrent plaatsing  windmolenpark drukten WOZ-waarde met 15%
Hoogspanningsmast verminderde WOZ-waarde grond met 10%
Uitzichtbelemmering verminderde WOZ-waarde
Nabijheid hondenuitlaatplaats verminderde WOZ-waarde met f 5.000
Slagschaduwhinder windmolen verminderde WOZ-waarde
Naburig papegaaienbedrijf verminderde WOZ-waarde met € 10.000
Niet-ontplofte bom in tuin verminderde WOZ-waarde met € 22.689
Naburige kippenmesterij leidde tot vermindering WOZ-waarde
Skatebaan leidde tot vermindering WOZ-waarde

 

Als ondernemer kunt u zelf de hoogte van uw inkomen bepalen. Hoe weet u of u uzelf niet te veel toebedeelt? 8 tips.

1. Zorg voor inzicht
Het is allereerst van belang dat u inzicht heeft in wat u doet. Veel ondernemers zien wel wat er op de rekening staat, maar weten niet hoe de de onderneming er financieel voor staat. Hou zelf de administratie bij, dan weet u wat er inkomt en uitgaat. Wacht niet tot de administrateur de jaarcijfers heeft opgemaakt, dan is het te laat.

2. Privé-onttrekking is geen winst
Er is een groot misverstand bij ondernemers met een eenmanszaak of vof over de begrippen privé-onttrekking en winst. Ondernemers denken vaak ten onrechte in de veronderstelling dat dit hetzelfde is.

3. Wat heeft u nodig om van te leven?
Misschien wel de belangrijkste vraag is: hoeveel heeft u nodig om van te leven? Vaak gaat het fout door een gebrek aan inzicht en een verkeerde inschatting van de gevolgen voor de privé-situatie.

Zijn er bepaalde inkomsten en financieringen nodig? Wat moet u aan de zaak onttrekken om privé niet in de problemen te komen? Als u een leuke omzet hebt, gaat u daar naar leven, dat is heel menselijk. Blijken naar de kostenstructuur in combinatie met de omzet.

4. Wat zijn uw financiële grenzen?
De hoogte van uw inkomen is van belang als u privé wilt lenen, zoals bij het afsluiten van een hypotheek. Stel in het geval dat u op huizenjacht gaat vast wat uw financiële grenzen zijn.

Bij een vennoot of eenmanszaak kijkt de bank daarbij vaak naar het inkomen op de IB-aangifte, maar ook naar de fiscale reserves, (latente) belastingen, de branche, de ondernemer zelf en de opdrachtenportefeuille.

Soms kunt u investeringen maar beter uitstellen. Vraag u elke weer af: wat levert het mij op? En kijk uit met bedrijfskredieten: leningen zijn min of meer vaste lasten.

6. Kijk naar zakelijke en privé-kosten
Kijken naar de zakelijke en privé-kosten. Bij ondernemers loopt dat vaak door elkaar. Wat is echt zakelijk en wat is echt privé? Dat is niet altijd duidelijk. De auto van de zaak kan bijvoorbeeld ook een privé-onttrekking zijn, maar de kosten drukken wel op de zaak. Hetzelfde geldt voor de zogenoemde gemengde kosten, zoals lunches en zakendiners. Als u dat allemaal op de zaak zet, betekent het dat daar een behoorlijke winst tegenover moet staan.

6. BV – Fiscaal optimaal vermogen
In het geval van een eenmanszaak is het inkomen gemakkelijker te bepalen dan bij een BV. Bij een BV gaat het om het loon van de directeur-grootaandeelhouder plus dividend. Verder wordt gekeken naar solvabiliteit, vermogen, deelnemingen, fiscale reserves, vreemd vermogen en dergelijke.

De bank kijkt naar het totaal fiscaal optimaal inkomen. Dit is datgene wat u maximaal aan inkomen uit uw onderneming kan halen, en niet wat u er vanwege mogelijke fiscale regels of overwegingen daadwerkelijk uithaalt.

7. Bouw reserves op
De continuïteit van de onderneming moet centraal staan.Staar u niet blind op mooie cijfers. Plan vooruit en bouw voldoende reserves op. Open bijvoorbeeld een reserverekening openen, speciaal voor belastingen en investeringsvervangingen.

Over de omzet bent u ongeveer één vijfde kwijt aan omzetbelasting. Over de winst betaalt u tussen de 34 en 52% aan inkomstenbelasting. Reserveer rond de 40% van de winst, dan zit u meestal safe.

Bij wegvallende vraag of ziekte moet u geld aan het ondernemingsvermogen ontrekken. Dat kunt u niet onbeperkt volhouden. De omvang van de buffer blijft maatwerk en is brancheafhankelijk.

8. Let op uw pensioen
Het inkomen is ook van belang voor het pensioen. Op dit gebied zijn verschillende keuzes te maken. U kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om in de onderneming te sparen, of vanwege aansprakelijkheid juist niet. Laat u hier dan ook goed over informeren door een pensioenspecialist.

De bank kan op vele wijzen hulp bieden, zoals een vrijblijvend gesprek over uw pensioenvoorziening. Een pensioenspecialist kan u precies vertellen hoeveel u fiscaal mag reserveren voor uw pensioen. Daarnaast biedt een pensioenadviseur u verschillende mogelijkheden en manieren om voor uw pensioen te sparen, afhankelijk van uw persoonlijke situatie of wensen.”

Ook kunt u als ondernemer zelf in eigen beheer pensioen of reserve opbouwen door gebruik te maken van een spaarrekening of beleggingen. Afhankelijk van uw individuele situatie kan het soms verstandig zijn dit privé te doen, in andere gevallen juist zakelijk.

Bron: De Zaak

Als u gaat samenwonen, kan dit gevolgen hebben voor de belasting die u en uw huisgenoot betalen. Welke gevolgen dat precies zijn, hangt af van uw persoonlijke situatie. Die bepaalt of u fiscale partners van elkaar bent. Fiscale partners kunnen bij de aangifte inkomstenbelasting bepaalde inkomsten en aftrekposten verdelen.

  • Wanneer bent u fiscale partners?
  • Geen fiscale partners
  • Gevolgen samenwonen fiscaal partnerschap
  • Meer informatie

Wanneer bent u fiscale partners?

Sinds 1 januari 2011 kunt u niet meer kiezen voor fiscaal partnerschap. Als u ongehuwd samenwoont, bepaalt uw persoonlijke situatie of u fiscale partners bent. U bent fiscale partners als u aan deze voorwaarden voldoet:

  • U staat allebei op hetzelfde adres ingeschreven bij de gemeente, u bent allebei meerderjarig en u heeft samen een notarieel samenlevingscontract afgesloten.
  • U staat allebei op hetzelfde adres ingeschreven bij de gemeente en u voldoet aan 1 van de volgende voorwaarden:
    • U heeft samen een kind.
    • Eén van u heeft een kind van de ander erkend.
    • U bent bij een pensioenfonds aangemeld als pensioenpartners.
    • U bent samen eigenaar van een eigen woning.
    • Op uw adres staat ook een minderjarig kind van 1 van u beiden ingeschreven (samengesteld gezin). Let op: geldt deze situatie voor u? Maar gaat het om verhuur van een gedeelte van de woning op zakelijke gronden? Dan bent u geen fiscale partners. U moet dan een schriftelijke huurovereenkomst hebben.

Geen fiscale partners

Als u niet aan de voorwaarden voor fiscaal partnerschap voldoet, bent u geen fiscale partners. U mag bepaalde inkomsten en aftrekposten niet verdelen. Iedere partner geeft zijn eigen inkomsten en aftrekposten aan. Ontvangt u huurtoeslag, zorgtoeslag of kinderopvangtoeslag en bent u geen fiscale partners, dan kunt u nog wel toeslagpartner zijn. Het inkomen van de toeslagpartner telt mee voor de hoogte van de toeslag.

Gevolgen samenwonen fiscaal partnerschap

Als fiscale partners kunt u samen bepalen hoe u de gemeenschappelijke inkomsten en aftrekposten verdeelt. Iedere verdeling is toegestaan, zolang het totaal maar 100 % is. Er zijn ook posten die u niet mag verdelen, zoals loon en lijfrentepremies. Een compleet overzicht vindt u op de website van de Belastingdienst.

Fiscaal partnerschap is ook van belang als u geen of weinig inkomen hebt. U hebt dan misschien recht op uitbetaling van heffingskortingen. Voorwaarde is dan onder meer dat u langer dan 6 maanden dezelfde fiscale partner hebt, die voldoende (Nederlandse) belasting betaalt.

Doet u niet vóór 1 april aangifte, bijvoorbeeld omdat u nog niet al uw gegevens compleet hebt? Vraag dan uitstel aan. Deze aanvraag moet vóór 1 april bij ons binnen zijn. Binnen 10 werkdagen na uw aanvraag krijgt u van ons een schriftelijke reactie. In de meeste gevallen krijgt u uitstel tot 1 september.

Hoe vraag ik uitstel aan?

Dit kan op 3 manieren:

  • Digitaal: U kunt tot 1 april 2012 digitaal uitstel aanvragen.  U hebt daarbij uw DigiD-inlogcode nodig.
  • Telefonisch: Bel de BelastingTelefoon.
  • Schriftelijk: U stuurt uw verzoek naar: Belastingdienst Postbus 2523 6401 DA HEERLEN
  • Uw boekhouder of accountant vraagt voor uw uitstel aan en regelt het doen van aangifte.

Bron: belastingdienst