Archive for januari, 2013

Als u een huis gaat kopen, gaat u liever niet over één nacht ijs. Met een goede voorbereiding weet u precies wat uw wensen en mogelijkheden zijn. Deze 10 tips voor starters op de woningmarkt helpen u op weg.

1. Laat u adviseren door een erkende adviseur

Bespreek uw wensen met een ervaren en Erkend Hypotheek Adviseur voordat u op huizenjacht gaat. Op die manier kunt u gericht op zoek en weet u precies wat de mogelijkheden zijn die passen bij uw persoonlijke wensen en situatie. Bijvoorbeeld in welke prijsklasse u een huis kunt gaan zoeken.

2. Ga na of u 5 jaar in een woning blijft wonen

Koop alleen als u van plan bent om tenminste 5 jaar in de koopwoning te blijven wonen. De aankoop van een woning brengt vaak extra kosten met zich mee. Denk aan notariskosten, overdrachtsbelasting en kosten voor een taxatie en een bouwkundige keuring. Het duurt gemiddeld een jaar of 5 voordat u die kosten heeft terugverdiend.

3. Kijk goed naar de offerte- en hypotheekvoorwaarden

Kies niet blindelings voor de goedkoopste hypotheekofferte, maar kijk ook goed naar de offerte- en hypotheekvoorwaarden. Hiermee voorkomt u dat u later voor verassingen komt te staan.

4. Schakel een aankoopmakelaar in

Het is verstandig om bij het kopen van een huis een expert in te schakelen. Een aankoopmakelaar is vaak voordeliger dan u denkt. U kunt een aankoopmakelaar ook inschakelen voor deeldiensten. Bijvoorbeeld dat u wel zelf huizen bezichtigt, maar de onderhandeling uitbesteedt.

5. Kies voor een verhoogde inschrijving bij de notaris

Om een hoger bedrag dan uw hypotheeksom te registreren bij het kadaster (verhoogde inschrijving) hoeft u slechts een klein beetje extra te betalen. Het voordeel hiervan is dat u in de toekomst uw hypotheek kunt verhogen zonder opnieuw naar de notaris te gaan. Dat scheelt u weer in de kosten.

6. Neem ontbindende voorwaarden op

Er kunnen verschillende redenen zijn waardoor u toch liever afziet van de koop van een woning. Ontbindende voorwaarden zijn daarom een belangrijke toevoeging in het koopcontract. Een voorbeeld is het voorbehoud van financiering. Mocht u de financiering onverhoopt niet rond kunnen krijgen met de bank, dan kunt u dankzij het opgenomen voorbehoud van de koop afzien. Zo kunt u onnodige kosten voorkomen.

7. Laat een bouwkundige keuring uitvoeren

Als u een nieuw huis koopt, wilt u natuurlijk niet tegen gebreken aanlopen die hoge kosten met zich meebrengen. Daarom is een bouwkundige keuring altijd aan te raden. U kunt er een hoop narigheid mee voorkomen.

8. Denk ook aan uw pensioen

Op het moment dat u met pensioen gaat, veranderen uw inkomsten en mogelijk ook uw maandlasten. Het is belangrijk om hier bij het afsluiten van uw hypotheek rekening mee te houden.

9. Bereid uzelf goed voor op het adviesgesprek

Kijk voor tips voor consumenten op de website van de Autoriteit Financiële Markten. U kunt op deze manier goed beslagen ten ijs aan het gesprek deelnemen en gerichte vragen stellen aan uw adviseur.

10. Gebruik de checklist hypotheekgesprek

Controleer ook of het adviesgesprek goed is verlopen. Raadpleeg daarvoor de checklist hypotheekgesprek op de website van de Autoriteit Financiële Markten. Mochten er zaken niet aan bod zijn gekomen waar u nog vragen over heeft, dan kunt u hierover altijd contact opnemen met uw adviseur.

(Bron: ING)

Bij het afsluiten van een autoverzekering wil de verzekeraar graag weten waarvoor iemand de auto gebruikt. Zo kan de verzekeraar namelijk het risico op schade goed inschatten. Of iemand de auto privé of zakelijk gebruikt, kan dan ook van invloed zijn op de premiehoogte. En sommige verzekeraars willen alleen auto’s verzekeren die uitsluitend privé gebruikt worden. Assurantietussenpersoon Independer.nl informeert over de verschillen tussen privé en zakelijk gebruik.

Privé-gebruik

Van huis naar werk rijden (woon-werkverkeer) valt voor verzekeraars onder privé gebruik van de auto. Ook als iemand de auto een enkele keer zakelijk gebruikt, dan kan bij de aanvraag van een verzekering gewoon worden aangegeven dat de auto privé wordt gebruikt.

Zakelijk gebruik

Een normale autoverzekering biedt standaard alleen dekking voor privégebruik. Als iemand de auto voor zakelijke doeleinden gebruikt dan moet dit worden aangegeven bij het maken van offerte of bij het aanvragen van de autoverzekering. Vormen van zakelijk gebruik zijn bijvoorbeeld als iemand de auto gebruikt als taxi of lesauto of als de auto wordt gebruikt voor koeriersdiensten, betaald personenvervoer of goederenvervoer.

(Bron: PleinPlus)

Ondernemers kunnen diverse aftrekposten toepassen. In dit overzicht vindt u de bedragen van die aftrekposten voor 2013, te weten: de ondernemersaftrek, bestaande uit de zelfstandigenaftrek, startersaftrek (bij arbeidsongeschiktheid), aftrek speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek en de stakingsaftrek. Daarnaast is er de investeringsaftrek, bestaande uit de kleinschaligheidsaftrek, energie-investeringsaftrek, milieu-investeringsaftrek en de desinvesteringsbijtelling. Verder zijn ook de bedragen en percentages van de MKB-winstvrijstelling en de oudedagsreserve opgenomen.

AFTREKPOSTEN 2013

De ondernemersaftrek De ondernemersaftrek bestaat uit: de zelfstandigenaftrek, startersaftrek, aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek en de stakingsaftrek.

Zelfstandigenaftrek 2013 De zelfstandigenaftrek wordt niet aangepast en blijft per 1 januari 2013 een vast bedrag van € 7.280, onafhankelijk van de hoogte van de winst.

Een ondernemer die aan het begin van het kalenderjaar de AOW-leeftijd heeft bereikt, heeft recht op 50% van de zelfstandigenaftrek.

Hieraan zijn wel voorwaarden verbonden.

Startersaftrek 2013 De startersaftrek blijft € 2.123,-.

Hieraan zijn wel voorwaarden verbonden.

Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid 2013 De startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid blijft:

– In het eerste jaar: € 12.000 – In het tweede jaar: € 8.000 – In het derde jaar € 4.000

Hieraan zijn wel voorwaarden verbonden.

Aftrek speur- en ontwikkelingswerk 2013 De aftrek speur- en ontwikkelingswerk wordt gehandhaafd op € 12.310.

Dat bedrag mag u verhogen met € 6.157 als u in 1 of meer van de 5 voorgaande kalenderjaren geen ondernemer was en in die periode niet vaker dan 2 keer deze aftrek hebt toegepast.

Hieraan zijn wel voorwaarden verbonden.

Meewerkaftrek 2013

Aantal uren gelijk of meer dan

Maar minder dan

Meewerkaftrek

525

875

1.225

1.750

875

1.225

1.750

1,25% v/d winst

2,00% v/d winst

3,00% v/d winst

4,00% v/d winst

 

Hieraan zijn wel voorwaarden verbonden.

Stakingsaftrek 2013 De stakingsaftrek bedraagt nog altijd € 3.630,-.

Hieraan zijn wel voorwaarden verbonden.

De investeringsaftrek De investeringsaftrek bestaat uit de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), energieinvesteringsaftrek (EIA), milieu-investeringsaftrek (MIA), de desinvesteringsbijtelling en de Research and Development Aftrek (RDA).

De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 2013

Tabel Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek

Investering meer dan

Maar niet meer dan

Aftrek

€ 2.300

€ 55.248

€ 102.311

€ 306.931

€ 2.300

€ 55.248

€ 102.311

€ 306.931 –

0%

28% € 15.470

€ 15.470 verminderd met 7,56% van het gedeelte van het investeringsbedrag dat de € 102.311 te boven gaat 0

 

De energie-investeringsaftrek (EIA) 2013 De energie-investeringsaftrek (EIA) bedraagt 41,5%. Dit percentage geldt tot en met 2013. In 2014 wordt het weer 44%.

Het minimumbedrag van de EIA is € 2.300. Het maximum is € 118 miljoen. Zie ook: Energielijst 2013

De milieu-investeringsaftrek (MIA) 2013 De MIA geldt voor investeringen die op de Milieulijst staan. Hij is van toepassing bij een investeringsbedrag boven de € 2.300 (was € 2.200). Per bedrijfsmiddel komt niet meer dan € 25 miljoen in aanmerking.

Tabel milieu-investeringsaftrek

Categorie

Aftrek

I

II

III

36%

27%

13,5%

 

Desinvesteringsbijtelling 2013 Het bedrag van de desinvesteringsbijtelling blijft € 2.300.

Research en Development Aftrek (RDA) 2013 De RDA bedraagt in 2012 54% (was 40%) van de door Agentschap NL vastgestelde kosten en uitgaven die direct toerekenbaar zijn aan S&O (erkend in een S&O-verklaring).

Overigen

Mkb-winstvrijstelling 2013 Na toepassing van de ondernemersaftrek, kunt u gebruikmaken van de Mkb-winstvrijstelling. Deze bedraagt 14% (was 12%) van de winst.

Hieraan zijn voorwaarden verbonden.

Oudedagsreserve 2013 U mag elk kalenderjaar 12% van uw winst als aftrekpost aan de oudedagsreserve toevoegen. Dit bedrag mag in 2013 niet boven de € 9.542 uitkomen.

Hieraan zijn voorwaarden verbonden.

Extra lijfrentepremieaftrek stakende ondernemers De extra ruimte aan lijfrentepremieaftrek bij ondernemers die hun onderneming of een gedeelte van hun onderneming staken bedraagt maximaal:

  • Bij overdrachten door ondernemers van 60 jaar of ouder; Overdrachten door invalide ondernemers; Het staken van de onderneming door overlijden: € 443.059.
  • Overdrachten door ondernemers van 50 tot 60 jaar; Overdrachten door ondernemers indien de lijfrente-uitkeringen direct ingaan: € 221.537.
  • Overige gevallen: € 110.774.

(Bron: DeZaak)

U kunt dit jaar ook weer profiteren van de fiscale maatregelen om te investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen. Voldoet u aan de voorwaarden van de variabele milieu-investeringen (VAMIL), de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de energie-investeringsaftrek (EIA), dan levert uw onderneming dat een fiscaal voordeel op.

Voor 2013 zien de regels voor de VAMIL, MIA en EIA er als volgt uit:

  • In de milieulijst zijn de bedrijfsmiddelen opgenomen waarop u de willekeurige afschrijving kunt toepassen. Net als in 2012 kunt u in 2013 niet het volledige bedrag van de aanschaffings- en voortbrengingskosten in aftrek brengen. Voldoet u aan de voorwaarden, dan mag u 75% willekeurig afschrijven. De overige 25% volgt het normale afschrijfregime.
  • Om de MIA toe te mogen passen, moet een bedrijfsmiddel op de milieulijst staan. De hoogte van de aftrek van de winst is afhankelijk van het soort bedrijfsmiddel. In de milieulijst zijn drie categorieën aangegeven. Afhankelijk van de categorie is de aftrek 36%, 27% of 13,5%. Er geldt in 2013 per onderneming een maximum van € 25 miljoen aan investeringen voor de MIA.
  • U kunt de EIA toepassen voor de bedrijfsmiddelen die op energielijst staan. In 2013 is het percentage van de aftrek 41,5%. Het bedrag van de investering in een kalenderjaar moet méér zijn dan € 2.300. De EIA geldt tot ten hoogste een bedrag van € 118 miljoen per onderneming in 2013.

Aanvragen VAMIL, MIA of EIA

Komt u in aanmerking voor de VAMIL, MIA of EIA, dan kunt u deze digitaal aanvragen bij het eLoket van Agentschap NL. Voor deze aanvraag is wel eHerkenning nodig. Ambitions.nu beschikt over eHerkenning en kan een aanvraag gemakkelijk voor u verzorgen. Neem contact gerust contact op via info@ambitions.nu

(Bron: fiscalio)

Ondernemers die tijdelijk weinig geld hebben, kunnen vanaf 1 januari makkelijker uitstel van betaling krijgen bij de Belastingdienst.

Telefonisch

Ondernemers kunnen de fiscus telefonisch maximaal 4 maanden om  uitstel vragen voor een schuld van maximaal 20.000 euro. Voorwaarde is  wel dat ze tot nu toe altijd netjes aan hun fiscale verplichtingen  hebben voldaan. Bovendien moeten ze rente betalen. Aanslagen met een  boete komen niet in aanmerking voor het uitstel.

Langer uitstel

De regels voor  verzoeken om uitstel van betaling van langer dan 4 maanden worden ook  iets minder streng. Ondernemers hoeven in dat geval geen volledige  zekerheid meer te geven voor de openstaande schuld, bijvoorbeeld via een  bankgarantie. Wel blijft een verklaring van een derde, zoals een bank,  vereist waaruit onder meer moet blijken dat de betalingsproblemen van  tijdelijke aard zijn en dat de onderneming levensvatbaar is, aldus  Financiën.

Lucht

Staatssecretaris Frans Weekers van Financiën wil ondernemers op deze manier “wat   extra lucht” geven nu de economische  omstandigheden minder goed zijn. De maatregelen werden al aangekondigd in het Belastingplan 2013.

(Bron: ANP)

De factuureisen voor ondernemers wijzigen met ingang van 1 januari 2013. NUzakelijk.nl zet de eisen op een rij.

Wat moet er op een reguliere factuur staan?

1. Factuurdatum

2. Opeenvolgend factuurnummer (meerdere reeksen zijn toegestaan)

3. Naam, adresgegevens en btw-identificatienummer van de ondernemer

4. Naam en adresgegevens van de klant

5. Btw-identificatienummer van de afnemer indien een verleggingregeling van toepassing is (de btw wordt geheven van de afnemer) of het een buitenlandse transactie betreft

6. De hoeveelheid geleverde goederen en/of diensten en een duidelijke omschrijving hiervan

7. De datum of periode waarop de levering of dienst heeft plaatsgevonden

8. De maatstaf van heffing voor elk btw-tarief of elke btw-vrijstelling, de eenheidsprijs exclusief btw en eventuele kortingen

9. Het toegepaste btw-tarief (bij verschillende prestaties telkens het btw-tarief vermelden): 0, 6 of 21 procent of indien van toepassing een verwijzing naar de vrijstelling die geldt

10. Het te betalen btw-bedrag

11. Eventueel een verwijzing naar vorige facturen, bijvoorbeeld in het geval van creditnota’s of voorschotten

12. Indien de afnemer de factuur uitreikt in plaats van de leverancier of dienstverrichter moet er op de factuur staan: ‘factuur uitgereikt door de afnemer’

13. Indien een verleggingregeling van toepassing is, dan moet er op de factuur staan: ‘btw verlegd’

14. Indien van toepassing de vermelding: ‘Bijzondere regeling reisbureaus’

15. Indien van toepassing de vermelding: ‘Bijzondere regeling – gebruikte goederen’, ‘Bijzondere regeling – kunstvoorwerpen’, ‘Bijzondere regeling – voorwerpen voor verzamelingen of antiquiteiten’

16. Voldoet een fiscaal vertegenwoordiger de btw, vermeld dan ook zijn naw-gegevens en het btw-identificatienummer

17. Bij een verkoop van een vervoermiddel moeten de gegevens over het vervoermiddel (nieuw of gebruikt) worden opgenomen

Wat is er anders?

De punten 12 tot en met 16 zijn nieuw of gewijzigd.

Verder moet vanaf volgend jaar de factuur vóór de zestiende dag na de maand waarin de levering of dienst is verricht uitgereikt worden. Tot nu toe was dat vóór de vijftiende dag. Deze regel geldt ook voor doorlopende leveringen waarvoor maandelijks een factuur wordt verstuurd.

De mogelijkheid tot elektronisch factureren krijgt per 1 januari 2013 een wettelijke grondslag. Dat betekent dat papieren en elektronische facturen gelijk behandeld moeten worden.

Bij internationale transacties was er vaak onduidelijkheid over welke factuurregels van toepassing waren. Vanaf 2013 komt hier meer duidelijkheid over: in principe gelden de regels van het land waar de goederen worden geleverd of de diensten worden verricht.

Hoewel de wijzigingen niet erg ingrijpend lijken, kan de Belastingdienst een ondernemer een boete tot 4.920 euro opleggen bij het uitreiken van een onjuiste factuur.

Vereenvoudigde factuur

Verder worden de regels voor het uitreiken van vereenvoudigde facturen versoepeld. Ondernemers mogen een vereenvoudigde factuur uitreiken wanneer het factuurbedrag inclusief btw niet hoger is dan 100 euro of wanneer het document een eerdere factuur aanvult, zoals een creditnota.

Op een vereenvoudigde factuur moeten de datum van uitreiking, de identiteit van de ondernemer die de prestatie verricht, de aard van de prestatie, het btw-bedrag en een eventuele verwijzing naar de oorspronkelijke factuur worden vermeld.

(Bron: Nuzakelijk)

Iemand kan niet jaren na dato een urenverantwoording maken om de zelfstandigenaftrek te rechtvaardigen. Een dergelijk overzicht is onvoldoende specifiek en niet betrouwbaar. Tot dit oordeel komt de rechter in een zaak over een belastingadviseur die met navorderingsaanslagen wordt geconfronteerd over diverse belastingjaren.

De belastingadviseur voert onder zijn eigen naam het zelfstandige beroep van belastingadviseur uit. In hoger beroep voor Hof Amsterdam speelt de vraag of hij voldoet aan het urencriterium voor toepassing van de zelfstandigenaftrek over de jaren 2001 tot en met 2004. Hof Amsterdam stelt dat de belastingadviseur niet voldoet aan het urencriterium voor toepassing van de zelfstandigenaftrek. De rechter vindt dat het de taak van de belastingadviseur is om te bewijzen dat hij in de betreffende jaren tenminste 1225 uren voor zijn onderneming heeft gewerkt. De belastingadviseur heeft hiertoe een overzicht overlegd. Het is aannemelijk dat dit overzicht kort vóór de zitting is opgesteld, dus acht tot elf jaar na de jaren waarop het overzicht ziet. Het overzicht is daarom niet meer dan een globale schatting en is in ieder geval onvoldoende betrouwbaar.

Op de zitting heeft de belastingadviseur het aanbod gedaan om zelf onder ede te verklaren dat hij wel aan het urencriterium heeft voldaan. Het hof heeft dit aanbod afgewezen omdat in een belastingprocedure voor een partijverklaring onder ede geen plaats is.

Winstverschuiving

Op een punt weet de adviseur wel zijn gelijk te halen. De inspecteur verwijt hem in deze zaak dat hij de winst van zijn eenmanszaak heeft verschoven naar zijn bv, waar een lager belastingtarief geldt voor zijn verdiensten. Het hof stelt dat de inspecteur deze constructie niet aannemelijk heeft gemaakt.

(Bron: Pleinplus)