Archive for maart, 2013

In het voorjaar, als de zon ineens naar binnen schijnt, krijg je onontkoombaar de neiging om wat extra te gaan schoonmaken. Mijn idee is om die eerste impuls te richten op je financiële administratie. Je moet waarschijnlijk nog beginnen aan je belastingaangifte en dat is makkelijker als je administratie ordelijk is. Is dat nog niet zo, doe het dan vandaag of komende weekend.
Mensen bewaren vaak veel te veel als het over geldzaken gaat; ze zijn bang om paperassen weg te gooien. Alles gaat in een la of op een grote stapel. Als je dan een bepaald papier nodig hebt, moet je honderden blaadjes doorzoeken. Privéadministratie hoort per jaar in één of twee ordners of lades te passen.

Als je een boekhouder hebt die je aangifte doet, is de kans groot dat je een en ander digitaal moet aanleveren: jaaroverzichten van je inkomen, jaaroverzichten van de bank, WOZ-beschikking van de gemeente en dergelijke. Je kunt er een gewoonte van maken elk belangrijk document dat op papier binnenkomt direct in te scannen en in een digitale map op te bergen.
Je doet dit door in het document op ‘bestand’ te klikken, dan op ‘bewaar als’, en dan verschijnt er rechtsboven een icoontje ‘nieuwe map’. Geef die map niet de naam ‘belasting’, want dan zoek je je na twee jaar documenten verzamelen een ongeluk. Geef de map de naam van de persoon én het jaar. Dus ‘MariekeBel2012’ of ‘BelKees2012’. Al deze mapjes kunnen wel in een nieuwe map ‘Belasting’ worden opgeborgen. Als je (zoals ik) geldzaken en/of de belasting regelt van een aantal familieleden, en je bergt alle digitale documenten niet zorgvuldig op, heb je een aardige kans gek te worden als de boekhouder om één of ander ontbrekend ding vraagt.

Ook de naamgeving van de documenten komt er op aan. ‘WOZ’ of ‘jaaroverzicht’ is niet genoeg. Van welk jaar, van wie, van welk huis? Sommige bescheiden komen per post en moeten direct gescand. Schrijf dan op het papier (met potlood, na het scannen): ingescand, datum, opgeslagen in ‘naam van het mapje’ in ‘plaats van het mapje’.
Andere overzichten komen niet meer op papier binnen. Je moet ze zelf downloaden (bankoverzichten) of je krijgt ze per mail (jaaroverzichten werkgever). Zelf print ik dit soort overzichten niet meer, aangezien ik alles digitaal moet aanleveren. Zo bespaar ik dus op papier en inkt. Voor de veiligheid maak ik regelmatig een back-up van álles op de computer, op een externe schijf. Je kunt er ook voor kiezen zo’n overzicht toch te printen, en het zowel digitaal als op papier in een map te bewaren.

(Bron: Mariekebespaart)

Op 1 januari 2013 is de Wet Bestuur en Toezicht in werking getreden. Door invoering van deze wet zijn voor de vennootschap en haar bestuurders een aantal belangrijke aspecten gewijzigd c.q. nieuwe mogelijkheden ontstaan. De belangrijkste onderwerpen waarin de wet voorziet zijn:
  • een wettelijke basis voor een one tier board;
  • de taakverdeling voor het bestuur (artikel 2:9 BW);
  • een nieuwe regeling met betrekking tot tegenstrijdig belang;
  • een limitering van het aantal toezichthoudende functies.
Wettelijke basis one tier board
Tot 1 januari jl. voorzag de wet alleen in een dualistische bestuursmodel (two tier board). Daarbij is er een (raad van) bestuur dat onder toezicht staat van de raad van commissarissen. Als alternatief introduceert de nieuwe wet een wettelijke basis voor een one tier board. Dit is een bestuur dat bestaat uit uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders. Binnen een one tier board houden de niet-uitvoerende bestuurders zich bezig met het toezicht op de taakuitoefening door de uitvoerende bestuurders.
Taakverdeling bestuur
Door de wetswijziging behoren tot de taken van een bestuurder alle bestuurstaken die niet aan een of meer andere bestuurders zijn toebedeeld. Het is mogelijk om bepaalde bestuurstaken aan een specifieke bestuurder toe te kennen. Taken die niet aan een specifieke bestuurder zijn toegewezen, komen toe aan het bestuur als geheel. Bij een one tier board bestaan beperkingen op de vrijheid om taken over de uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders te verdelen.
Tegenstrijdig belang regeling
Als een bestuurder een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat strijdig is met het belang van de vennootschap, dan neemt hij niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming. Als hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de raad van commissarissen. Bij het ontbreken van een raad van commissarissen wordt het besluit genomen door de algemene vergadering.
Als vervolgens een commissaris een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat strijdig is met het belang van de vennootschap, dan neemt hij niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming. Als hierdoor geen besluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de algemene vergadering.
De tegenstrijdig belang regeling is door de wetswijziging een interne kwestie in de fase van de besluitvorming geworden in plaats van een aspect met externe werking dat bij vertegenwoordiging speelt.
Limitering aantal toezicht houdende bestuursfuncties
De nieuwe wet regelt de beperking van het aantal toezichthoudende functies dat een bestuurder of commissaris mag bekleden bij ‘grote’ NV’s/ BV’s en stichtingen. Bestuurders mogen onder andere nog maar bij twee van dergelijke andere rechtspersonen lid zijn van de raad van commissarissen. Naast deze beperking geldende nog een paar andere.
(Bron: Dijkstra Voermans)

Bij de toets of een activiteit rendabel genoeg is om als bron van inkomen te kwalificeren moet men in beginsel ook de financieringskosten betrekken.

Wie het standpunt inneemt dat bepaalde activiteiten kwalificeren als het drijven van een onderneming, zal eerst moeten aantonen dat sprake is van een bron van inkomen. Eén van de voorwaarden van een bron van inkomen is dat er een objectieve redelijke verwachting bestaat dat de activiteiten (op lange termijn) een positief voordeel opleveren. Een echtpaar dat in een verbouwde boerderij een ‘Bed and Breakfast’ (B&B) exploiteerde, stelde dat deze exploitatie een bron van inkomen was. De Belastingdienst zou dit standpunt overnemen onder de voorwaarde dat de cumulatieve resultaten over de eerste zeven jaren positief zouden zijn. Maar het echtpaar kon alleen aan zo’n positief resultaat komen als het geen rekening hield met de financieringskosten van de verbouwing van de boerderij. Hof Leeuwarden oordeelde dat de financieringskosten wel degelijk meetelden, zodat het B&B geen bron van inkomen vormde. Daarbij was van belang dat de geldlening volgens het hof niet was aangegaan voor de verwerving van de B&B als zodanig, maar deel uitmaakte van de B&B.

(Bron: Taxence)

 

Geen winstaftrek voor verlies uit paraplu-krediet

Categories: Nieuws voor het MKB (BV), Nieuws voor het MKB(BV), belastingnieuws, lenen aan of van de BV
Reacties uitgeschakeld voor Geen winstaftrek voor verlies uit paraplu-krediet

Als binnen een concern een aansprakelijkheid is aanvaard die groter is dan wanneer een vennootschap zelfstandig vreemd vermogen aantrekt, liggen de risico’s in de aandeelhouderssfeer. Verlies na garantstelling van een concernkrediet is volgens de Hoge Raad dan niet aftrekbaar.

Als een last is terug te voeren op de relatie tussen de vennootschap en haar aandeelhouder, mag deze niet in mindering komen op de winst van de vennootschap. In een zaak die voor de Hoge Raad kwam had een inspecteur ook aftrek van de winst geweigerd omdat het verlies naar zijn mening niet voortvloeide uit de ondernemingsuitoefening. Het ging hier om een concernmaatschappij die zich (samen met de andere concernvennootschappen) hoofdelijk aansprakelijk stelde voor het volledige bedrag van een kredietfaciliteit. Voor deze garantstelling ontving de vennootschap geen vergoeding. De Hoge Raad oordeelde in dit geval dat het aanvaarden van hoofdelijke aansprakelijkheid voor het gehele bedrag alleen berustte op de tussen de vennootschappen aanwezige betrekkingen. Bij de over en weer gelopen risico’s in de functie van het groepsbelang, was een aansprakelijkheid aangegaan die groter was dan wanneer een vennootschap zelfstandig vreemd vermogen had aangetrokken. De risico’s die daarbij waren genomen lagen daarom in de aandeelhouderssfeer. De concernmaatschappij mocht het verlies uit de garantstelling dus niet ten laste van haar fiscale winst brengen.

(Bron: Taxence)