Archive for januari, 2014

Als een Nederlands lichaam bepaalde diensten, bijvoorbeeld advisering, afneemt van een ondernemer die buiten de EU is gevestigd, kan het zijn dat het lichaam de btw moet opgeven. Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat deze regeling is toegestaan onder het Europees recht.

De zaak voor het hof was aangespannen door een Nederlandse bv die een naheffingsaanslag btw had ontvangen. Deze bv was een tussenhoudstermaatschappij die geen btw-ondernemer was. De bv had adviesdiensten afgenomen van ondernemers uit Canada en de Verenigde Staten. Volgens de Nederlandse wet worden deze diensten geacht in Nederland te zijn verleend als de dienstverlener buiten de EU woont of is gevestigd en de afnemer een Nederlands lichaam is. Daarnaast moet het werkelijke gebruik en de werkelijke exploitatie plaatsvinden in Nederland. Overigens leidt zo’n situatie in beginsel tot verlegging naar de afnemer. De tussenhoudstermaatschappij stelde dat de bovenstaande regeling in strijd was met het Europees recht. Maar aan de hand van de wetsgeschiedenis en de Franse versie van de Zesde Richtlijn (de voorloper van de huidige BTW-richtlijn) oordeelde het hof dat de Nederlandse regel binnen de grenzen van het Europees recht bleef. De naheffingsaanslag was terecht opgelegd.

Bestuurder aansprakelijk voor grote aansluitverschillen bij administratiekantoor

Categories: Nieuws, Nieuws voor het MKB (BV), Nieuws voor het MKB(BV), juridisch, jaarrekening
Reacties uitgeschakeld voor Bestuurder aansprakelijk voor grote aansluitverschillen bij administratiekantoor

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de heer X zich ten onrechte beroept op de melding betalingsonmacht uit 2004, aangezien eind 2005/begin 2006 de toenmalige belastingschulden geheel waren voldaan. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

De heer X (belanghebbende) is sinds 1995 enig aandeelhouder en bestuurder van B bv. Deze bv is sinds 2001 bestuurder/aandeelhoudster van D bv. Sinds 2002 is D bv op haar beurt bestuurder/aandeelhoudster van A bv. In geschil is of X door de ontvanger terecht aansprakelijk is gesteld voor de BTW-schuld van A bv , die een administratiekantoor exploiteert. Na de overname door D bv en de gewijzigde – meer commerciële – bedrijfsvoering liep een groot deel van de klanten weg. Bij een boekenonderzoek blijkt dat de administratie van A bv niet goed op orde is en volgt naheffing van BTW. Rechtbank Arnhem stelt de ontvanger in het gelijk. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden (MK IV, 5 maart 2013, 12/00305, V-N 2013/34.1.4) oordeelt dat X zich ten onrechte beroept op de melding betalingsonmacht uit 2004, aangezien eind 2005/begin 2006 de toenmalige belastingschulden geheel waren voldaan. X stelt voorts vergeefs dat de ontvanger op de hoogte was van de slechte financiële situatie van A bv. Er is namelijk sprake van opzet of grove schuld. X is als middellijk bestuurder verantwoordelijk voor de grote aansluitverschillen in de administratie. X maakt niet aannemelijk dat het niet kunnen melden van de betalingsonmacht niet aan hem is te wijten. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

(Bron: Taxlive)

Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat X een onderneming in watersportartikelen drijft. Het hof acht daarbij onder andere de verklaringen die tijdens een onderzoek zijn afgelegd van belang.

X geniet tot 31 januari 2002 een bijstandsuitkering. Hij staat sinds 1 februari 2002 ingeschreven bij de KvK. X heeft zich ook bij de Belastingdienst gemeld als startende ondernemer. X verkoopt watersportartikelen, onder andere jetski’s. De ondernemingsactiviteiten worden verricht vanuit een showroom en werkplaats die naast de woonwagen van X zijn gelegen. Uit een boekenonderzoek blijkt dat de leverancier van de jetski’s het overgrote deel van de verkopen in de periode 2000 tot februari 2002 als contante verkopen heeft geboekt en dat na 1 februari 2002 bijna geen contante verkopen meer zijn geboekt. X is sinds 1 februari 2002 de grootste afnemer van de jetski’s. Naar aanleiding van het boekenonderzoek stelt de inspecteur dat X IB-ondernemer is en legt hij een IB-navorderingsaanslag 2000 op aan X in verband met de verkoop van jetski’s. X stelt echter dat hij in 2000 slechts om niet jetski’s voor zijn leverancier bewaarde.

Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat het aannemelijk is dat X sinds het jaar 2000 betrokken is geweest bij de verkoop van waterscooters. Deze betrokkenheid beperkte zich volgens het hof niet tot het om niet opslaan van waterscooters voor de leverancier. Het Hof wijst hierbij onder andere op een luchtfoto uit het jaar 2000 waarop een aantal in de directe omgeving van de woonwagen opgestelde waterscooters zichtbaar is. Verder hecht het hof belang aan diverse verklaringen die door afnemers en anderen zijn afgelegd. De inspecteur heeft X dan ook terecht als IB-ondernemer aangemerkt. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.

(Bron: Taxlive)

De Belastingdienst heeft gemeld dat een aantal fiscale wijzigingen invloed kan hebben op de voorlopige aanslag (VA) IB 2014. Ook houdt het programma “Verzoek of wijziging voorlopige aanslag 2014” geen rekening met een aantal op 1 januari 2014 in werking getreden wetswijzigingen. Het gaat om de volgende wijzigingen:

  1. Afbouw algemene heffingskorting voor minstverdienende partner: Vanaf 2014 wordt de heffingskorting alleen volledig uitbetaald als de belastingplichtige is geboren vóór 1 januari 1963. Anders wordt 60% van de algemene heffingskorting uitbetaald.
  2. Algemene heffingskorting inkomenafhankelijk: Bij een inkomen uit werk en woning dat hoger is dan € 19.645, wordt vanaf 2014 de algemene heffingskorting verminderd met 2% (of 1,012% voor AOW-gerechtigden) van het inkomen dat meer is dan € 19.645. Bij een inkomen van € 56.495 of meer is de vermindering € 737 (of € 372).
  3. Werkbonus: dit is vanaf 1 januari 2014 een loonheffingskorting en deze staat daarom niet in het programma voor de VA 2014.
  4. Tariefaanpassing aftrek kosten eigen woning: Vanaf 2014 kunnen belastingplichtigen met een inkomen boven € 56.532 de kosten van de eigen woning in de vierde schijf niet meer voor 52% in aftrek brengen, maar nog maar voor 51,5%.
  5. Belastingpercentage a.b.: in 2014 bestaat de belasting op het belastbaar inkomen uit a.b. uit twee percentages: 22% over een inkomen tot € 250.000 en 25% vanaf € 250.000.
  6. 80%-regeling bij uitkering stamrecht: in 2014 kan in verband met de afschaffing van de stamrechtvrijstelling onder voorwaarden gebruik worden gemaakt van de zogenoemde 80%-regeling. Als het totale stamrecht in 2014 in één keer wordt uitbetaald, is 80% van het bedrag belast in box I in plaats van het volledige bedrag.
  7. Arbeidskorting: de hoogte hiervan kan worden beïnvloed door eenmalige beloningen of bonussen.

(Bron: FUTD)

Op 30 december is de Energielijst 2014 gepubliceerd. De lijst bevat meer dan 160 energiebesparende technieken die aanmerking voor Energie-investeringsaftrek (EIA).

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) actualiseert deze lijst elk jaar. De EIA is een fiscale regeling en biedt bedrijven de mogelijkheid voor fiscaal voordeel bij het nemen van energiebesparende maatregelen. In 2014 is het EIA budget 111 miljoen euro.

EIA niet meer in combinatie met SDE+

In het SER-energieakkoord is afgesproken dat bedrijven geen gebruik mogen maken van zowel de EIA als de SDE+. Dit om stapeling van financiële- en fiscale steun voor duurzame energie te voorkomen.

Overgangsregime

Voor installaties waaraan vóór 2014 wel SDE(+) subsidie is toegekend en die nog geen EIA hebben aangevraagd, geldt een overgangsregime. In dit overgangsregime is bepaald dat bedrijven voor deze projecten nog wel EIA kunnen aanvragen.

8 nieuwe technieken

Elk jaar actualiseren wij de Energielijst op basis van innovaties in de markt en ontwikkelingen op het gebied van normen en keurmerken. Het bedrijfsleven doet zelf ook voorstellen voor aanvullingen op de Energielijst. In 2014 zijn 8 nieuwe technieken aan de lijst toegevoegd, deze staan in de Energielijst 2014 beschreven.

Nieuw: vleugelvoortstuwing binnenvaart

Vanaf 1 januari 2014 komt vleugelvoortstuwing voor binnenvaartschepen in aanmerking voor fiscaal voordeel. Deze bewezen en energiebesparende techniek zorgt voor een efficiëntere voortstuwing van een schip ten opzichte van het schip dat met een schroef wordt voortgestuwd. Ook voor technieken die niet specifiek op de lijst staan maar voldoende energie besparen kunnen bedrijven EIA aanvragen.

Verhoging drempelbedrag

Uit de vijfjaarlijkse evaluatie van de EIA blijkt dat er veel kleine meldingen worden gedaan met een gering fiscaal voordeel. Om de administratieve lasten te verlagen wordt het drempelbedrag met ingang van 2014 verhoogd naar €2.500.

10% netto voordeel

Komt een investering voor de EIA in aanmerking? Dan mogen bedrijven 41,5% van de investeringskosten aftrekken van de fiscale winst. Bij een winstbelasting van 25% krijgt een ondernemer ongeveer 10% van het investeringsbedrag terug van de fiscus.

Over de EIA

De EIA is een fiscale stimuleringsregeling gericht op energiebesparing van de ministeries van Economische Zaken en Financiën. De Belastingdienst en RVO.nl voeren de regeling uit.

Energielijst online beschikbaar

De EIA Energielijst 2014 is op 30 december 2013 gepubliceerd in de Staatscourant. U kunt de lijst direct downloaden. Wilt u aanvullende informatie ga dan naar de webpagina van RVO.nl: de Energielijst.

.

Download:

Energie investeringsaftrek – Energielijst 2014

Het systeem van autobelastingen wordt steeds ingewikkelder. Dit komt door de voortdurende aanpassing en uitbreiding van percentages en bedragen in de wetgeving. Gelukkig heeft de ANWB een rekenmodule ontwikkeld om te zien wat u aan autobelastingen betaald.

U vindt de autobelastingchecker hier: http://www.anwb.nl/auto/autobelastingen (voer rechtsonderaan uw gegevens in)

 

Voor wie is dit bericht: Dit bericht is voor alle ondernemers die gebruikmaken van een kassasysteem, of van plan zijn een kassa aan te schaffen. In dit bericht leest u meer over:

• uw bedrijf en het kassasysteem

• de belangrijkste kassasystemen

• eisen aan uw administratie

Uw bedrijf en het kassasysteem

Een kassa registreert uw verkopen en zorgt voor een aankoopbewijs voor uw klanten. Kassasystemen krijgen steeds meer functies die u goed kunt gebruiken in uw bedrijfsvoering. Bijvoorbeeld bij uw voorraad- en inkoopadministratie, voor uw klantinformatie en voor controle als u werkt met personeel. Als u goed nadenkt over welke kassa geschikt is voor uw bedrijf, kunt u een goede basis leggen voor uw bedrijfsvoering. Een kassa die voldoet aan de wettelijke eisen zorgt voor meer zekerheid en voor minder gedoe bij een controle van de Belastingdienst.

In deze bericht leest u meer over kassasystemen en wat de Belastingdienst daarbij belangrijk vindt:

Keurmerk ‘Het betrouwbare afrekensysteem’

Leveranciers van kassasystemen hebben een keurmerk ontwikkeld ‘Het betrouwbare afrekensysteem’. Sinds januari 2013 brengen verschillende leveranciers kassasystemen met dit keurmerk op de markt. Dit keurmerk garandeert dat de transacties goed worden vastgelegd en bewaard. Zo’n kassasysteem bevordert het vertrouwen van uw bank, uw adviseur en ons in uw verkoopgegevens. In het toezicht van de Belastingdienst kan dit tijdwinst opleveren.

Meer informatie vindt u op www.keurmerkafrekensystemen.nl.

De belangrijkste kassasystemen

Het kassasysteem is in de eerste plaats een instrument om een verkooptransactie makkelijk en goed af te wikkelen en te registreren. De klant krijgt een kassabon als bewijs dat hij betaald heeft. Voor een ondernemer heeft een kassasysteem veel meer voordelen, zoals ondersteuning van het logistieke proces en de kascontrole. De meeste kassasystemen leggen per transactie een aantal belangrijke gegevens vast. Deze gegevens leveren bedrijfsinformatie in de vorm van rapporten met omzetcijfers per artikel, per medewerker en tijdstip verkoop. Op diverse internetsites vindt u hierover meer informatie, bijvoorbeeld op www.checkout.nl

.Er zijn drie soorten kassa’s:

• de point-of-sale kassa

• de elektronische kassa

• de mechanische kassa

Het kassasysteem moet aansluiten bij de aard en omvang van uw bedrijf. De point-of-sale kassa en de elektronische kassa passen goed bij de meeste bedrijven. Dat zijn de bedrijven met veel toonbankverkeer en doorgaans met meerdere medewerkers. De point-of-sale kassa onderscheidt zich van de elektronische kassa door meer mogelijkheden, zoals voorraadbeheer, personeels­planning en dergelijke. De mechanische kassa wordt niet meer gemaakt. Het gebruik hiervan geeft een aparte sfeer van nostalgie, maar wordt door de belastingdienst alleen bij heel kleine ondernemingen nog als passend aanvaard.

Point-of-sale kassa (POS-kassa)

Dit is een computerkassa met een database waarin u stamgegevens, bijvoorbeeld artikelen en medewerkers, en alle transacties digitaal kunt vastleggen. Deze systemen kunt u vaak uitbreiden met meerdere terminals op diverse locaties in uw bedrijf. De bediening in een restaurant zou bijvoorbeeld kunnen werken met draadloze handhelds die zijn aangesloten op een aparte printer in de keuken. Een medewerker moet zich dan wel eerst aanmelden voordat hij registraties in het systeem kan vastleggen. Met een point-of-sale kassa kunt u uw bedrijfsvoering uitgebreid beheren. Het is belangrijk dat u de betrouwbaarheid van uw bewaarde gegevens kunt waarborgen. Een goede POS-kassa voorkomt dat gegevens achteraf worden gewijzigd zonder dat duidelijk is wie iets heeft veranderd, wat er is veranderd en wanneer dat is gedaan.

Klein en mobiel; varieert (bijvoorbeeld handhelds met een pc of server)

Goedkoop (er zijn zeer betaalbare varianten)

Print een klantbon

Weergave btw-percentages

Koppeling met boekhouding

Splitsing omzet (groepen, btw, medewerker, periode)

Dagrapport (z- / x- afslag)point-of-sale

Elektronische kassa

Een elektronische kassa heeft een chip met speciale software waarop de gegevens worden geregistreerd. Hierop kunt u de gegevens opslaan en vervolgens kopiëren naar een centrale computer. Met een elektronische kassa kunt u diverse rapportages, zoals x- en z-afslag, maken. De x-afslag is een tussenrapportage uit de kassa, na de x-afslag telt de kassa gewoon door. Een z-afslag is een eindrapportage, hierna begint de kassa opnieuw te tellen. De belastingdienst vindt dat gegevens die in deze systemen elektronisch zijn aangemaakt ook elektronisch bewaard moeten worden. Niet alle elektronische kassa’s hebben deze mogelijkheid zodat uw administratie niet voldoet aan de eis om gegevens in detail elektronisch te bewaren. U zult dan regelmatig een back-up moeten maken op een ander medium.

Klein en mobiel

Goedkoop => grote variatie

Print een klantbon

Weergave btw-percentages

Koppeling met boekhouding

Splitsing omzet (groepen, btw, medewerker, periode)

Dagrapport (z- / x- afslag)elektronische kassa

Mechanische kassa

Dit is een kassa met beperkte mogelijkheden. In de registers wordt bijvoorbeeld het aantal transacties of het totaalbedrag bijgehouden. De rapportage, zoals x- of z-afslag, is beperkt. Slechts in zeer kleine, eenvoudig te beheersen ondernemingen met toonbankverkeer voldoet dit systeem.

Klein en mobiel

Goedkoop

Print een klantbon

Weergave btw-percentages

Koppeling met boekhouding

Splitsing omzet (groepen, btw, medewerker, periode)

Dagrapport (z- / x-afslag)

 

Informatie uit uw kassasysteem

Goede kassasystemen geven u informatie waarmee u uw bedrijf kunt sturen. Een point-of-sale kassasysteem kan de informatie meer op uw bedrijf toespitsen omdat alle gegevens in databases staan. Voorbeelden van functies bij elektronische kassa’s en point-of-sale kassasystemen zijn:

• dagoverzicht (z-afslag), omzet van de huidige of aan te geven dag

• periodeoverzicht, omzet van de periode sinds de laatste Z-afslag of tussen twee aan te geven dagen

• omzet per medewerker• price-look-up-overzicht met de omzet per artikel(groep)

• assortimentoverzicht per dag

• groepsoverzicht, omzet per groep artikelen

• afdelingsoverzicht, omzet per onderdeel van het bedrijf

• financieel overzicht, zoals een periodeoverzicht of urenoverzicht

• klantinformatie

• doorgeven van bestellingen aan andere afdelingen

• voorraadbeheermechanische kassa

 

Eisen aan uw administratie

Als ondernemer hebt u te maken met vastgestelde fiscale regelgeving. In de wet AWR art52 lid1 staat:

“Administratieplichtigen zijn gehouden van hun vermogenstoestand en van alles betreffende hun bedrijf, naar de eisen van dat bedrijf, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daarbij behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde hun rechten en verplichtingen alsmede de voor de heffing van belasting overigens van belang zijnde gegevens hieruit duidelijk blijken.”

De bewaartermijn voor uw administratie is zeven jaar, binnen deze periode kunnen wij uw administratie nog controleren.

U bent vrij om te kiezen hoe u uw administratie inricht, maar de wet heeft wel grenzen gesteld. De aard en omvang van uw bedrijf zijn medebepalend voor de inrichting van uw administratie. Hoe complexer en omvangrijker uw bedrijf is, hoe hoger de eisen aan de inrichting van uw administratie worden. De gegevens die uw kassasysteem vastlegt, maken deel uit van uw administratie. Dit betekent dat de fiscale eisen die wij aan een administratie stellen, ook van toepassing zijn op uw kassasysteem. Kasverkeer vraagt daarom om een betrouwbare kasadministratie en een daarbij passend kassasysteem. U administreert op een manier waaruit altijd uw fiscale rechten en verplichtingen blijken. Dit is ook voor uw eigen bedrijfsvoering van belang.

Als u een keurmerkkassa hebt, mag u er van uitgaan dat uw administratie op onderstaande punten aan de eisen voldoet:

• U bewaart uw transactiegegevens.

U moet alle transacties bewaren. Hiervoor is in kassa’s een elektronisch journaal aanwezig die alle handelingen vastlegt. Een (papieren) controlerol geeft geen goed toegankelijke informatie voor onze controle en past daarom vaak niet bij een onderneming van middelgrote omvang.

U kunt de transactiegegevens (re)produceren.

Als de gegevens digitaal zijn vastgelegd, bewaart u deze ook digitaal en kunt u deze gegevens binnen redelijke termijn (re)produceren. Als het geheugen van een kassa niet groot genoeg is om alle gegevens te bewaren, maakt u regelmatig een back-up op een ander medium. Meer informatie kunt u vinden in hoofdstuk 5 van de brochure ‘Uw geautomatiseerde administratie en de fiscale bewaarplicht’.

• Uw transactiegegevens zijn controleerbaar.

De registratie van een transactie inclusief de gegevens die daarbij horen, zoals tijdstip en nummering, zijn binnen uw administratie te volgen. Deze gegevens vallen onder het begrip audittrail (controlespoor). Zo maakt u bijvoorbeeld gebruik van een doorlopende nummering, dus alle transacties staan in een ononderbroken volgorde. Met een doorlopende nummering kan worden vastgesteld of er een transactie ontbreekt en kunnen transacties gemakkelijk worden teruggevonden. Bijzondere registraties legt u vast en worden bewaard. Voorbeelden hiervan zijn: het corrigeren van al geregistreerde transacties, het opleiden van personeel (‘trainingsstand’), de ‘geldlade open zonder verkopen’ en het inloggen van personeel.

• U geeft inzicht in de instellingen van uw kassasysteem.

De leverancier stelt een kassa bij aflevering meestal zo in, dat deze voldoet aan de (informatie)behoefte van de ondernemer. Bij een belastingcontrole geeft u inzicht in de toegepaste instellingen. ‘Als u later de instellingen verandert, dan bewaart u deze wijzigingen ook. Dit geldt onder meer voor wijzigingen van prijzen en het btw-percentage’.

• U beveiligt de transactiegegevens.

Met de juiste beveiliging zorgt een goed kassasysteem ervoor dat gegevens achteraf niet verloren gaan of te manipuleren zijn. Bij twijfel adviseren wij u contact op te nemen met uw leverancier van het kassasysteem.

• U kunt gegevens aanleveren bij controle.

De transactiegegevens kunt u in een leesbaar formaat, op afroep en binnen een redelijke termijn aan ons ter beschikking stellen.

Meer informatie

Hebt u nog vragen over het bewaren van digitale gegevens? Lees dan de brochure ‘Uw geautomatiseerde administratie en de fiscale bewaarplicht’. Ga hiervoor naar www.belastingdienst.nl en zoek op ‘geautomatiseerde administratie’.

Hebt u na het lezen van de brochures nog vragen over uw adminis­tratieve verplichtingen? Kijk dan op www.belastingdienst.nl. Als u vragen hebt over bijvoorbeeld het keurmerk of kassasystemen, kunt u informatie vinden op de volgende internetsites

:• www.checkout.nl

www.khn.nl/kassakiezer

www.keurmerkafrekensystemen.nl

Heeft u naar aanleiding van dit verhaal vragen, neem dan gerust contact op via info@ambitions.nu

(Bron: Overheid)

Inschrijving handelsregister niet (altijd) van belang voor aansprakelijkstelling bestuurder

Categories: Nieuws, Nieuws voor het MKB (BV), Nieuws voor het MKB(BV), juridisch, ondernemingsrecht (exclusief jaarrekeningrecht)
Reacties uitgeschakeld voor Inschrijving handelsregister niet (altijd) van belang voor aansprakelijkstelling bestuurder

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat een voormalig directeur van een bv aannemelijk heeft gemaakt dat zij vanaf (de dag na) 13 juli 2012 niet meer als bestuurder van de bv dient te worden aangemerkt, ook al stond in het handelsregister dat zij tot 13 september 2012 directeur was. De rechtbank vermindert de aansprakelijkstelling.

De vrouw is sinds 1 maart 2011 directeur van de bv. Bij brief van 15 juni 2012 neemt zij ontslag. In het handelsregister is opgenomen dat zij per 13 september uit functie is getreden, en is opgevolgd door een nieuwe directeur die vervolgens de bv leegrooft. Daarop werd de bv per 11 december 2012 failliet wordt verklaard. De ontvanger stelt de voormalig bestuurder aansprakelijk voor de onbetaald gelaten LB- en btw-naheffingsaanslagen van de bv over de maanden maart 2012 tot en met augustus 2012 voor een bedrag van € 109.406.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de voormalig bestuurder aannemelijk heeft gemaakt dat zij vanaf (de dag na) 13 juli 2012 niet meer als bestuurder van de bv dient te worden aangemerkt. Volgens de rechtbank blijkt uit de door de vrouw gestelde feiten en omstandigheden dat zij per 13 juli 2012 haar feitelijke werkzaamheden alsmede haar functie als directeur heeft willen neerleggen. Zij had namelijk haar werkplek ontruimd, haar bankpas, pincode en sleutels ingeleverd, afscheid genomen van het personeel en de relaties geïnformeerd over haar vertrek per 13 juli 2012. De rechtbank acht niet van belang dat zij tot 13 september 2012 ingeschreven heeft gestaan als bestuurder in het handelsregister. De rechtbank vermindert de aansprakelijkstelling tot een bedrag van € 23.479.

(Bron: Pleinplus)

De belastingschuld ter zake van de verkrijging van een onroerende zaak ontstaat op het moment dat de bv niet meer voldoet aan de concerneis voor toepassing van de interne reorganisatievrijstelling en niet op het moment van de verkrijging. De fiscus kan de niet voldane overdrachtsbelasting naheffen tot vijf jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de belastingschuld is ontstaan.

Als een vennootschap binnen drie jaar na verkrijging van een onroerende zaak van een gelieerde bv niet meer tot het concern behoort, vervalt de verleende vrijstelling wegens interne reorganisatie. In dat geval is de verkrijger van de onroerende zaak alsnog overdrachtsbelasting verschuldigd. In een zaak voor Hof Arnhem-Leeuwarden was in geschil of de inspecteur de naheffingsaanslag op tijd had opgelegd aan een bv die niet meer voldeed aan de concerneis. De bv verkreeg op 31 december 2004 het juridische eigendom van een pand van haar dochter en paste daarbij de vrijstelling voor interne reorganisatie toe. De economische eigendom was sinds 1994 in handen van een niet-gelieerde bv. Op 31 december 2004 droeg de bv ook de aandelen in haar dochter over aan haar moeder. De moeder droeg deze aandelen op 1 maart 2007 over aan een niet-gelieerde bv. De bv (verkrijger) maakte als gevolg hiervan geen deel meer uit van het concern waartoe de dochter (vervreemder) behoorde. Hierdoor kwam de verleende vrijstelling te vervallen en kreeg de bv een naheffingsaanslag opgelegd. Deze naheffingsaanslag moest volgens het hof in stand blijven. Het hof besliste dat de belastingschuld voor de verkrijging op 31 december 2004 op 1 maart 2007 was ontstaan. De bevoegdheid van de inspecteur tot naheffing van overdrachtsbelasting in verband met die verkrijging, verviel vijf jaren na 31 december 2007, dus op 31 december 2012. De dagtekening van de naheffingsaanslag was 10 december 2010, zodat de inspecteur de naheffingsaanslag tijdig had opgelegd.

(Bron: Taxence)

Vanaf 1 januari 2014 is het Register Kort Beroepsonderwijs (RKBO) gesplitst in 2 nieuwe registers. Onderwijsinstellingen en docenten moeten controleren of zij na 1 januari 2014 in het juiste register staan. Zo niet, verliezen zij mogelijk het recht op de btw-vrijstelling voor het beroepsonderwijs.

Docentenregister Beroepsonderwijs

Het Docentenregister Beroepsonderwijs is uitsluitend bedoeld voor natuurlijke personen die beroepsonderwijs verzorgen aan onderwijsinstellingen. Het gevolg van een inschrijving in dit register is dat al het beroepsonderwijs dat aan onderwijsinstellingen wordt verzorgd, is vrijgesteld van btw. Op de factuur hoeft dan ook geen btw vermeld te worden. Als er rechtstreeks, voor eigen rekening en risico en op eigen verantwoordelijkheid, met cursisten of zakelijke opdrachtgevers overeenkomsten worden afgesloten voor het verzorgen van het beroepsonderwijs, dan is hierover wel btw verschuldigd.

 

Instellingenregister Beroepsonderwijs

In dit register kunnen onderwijsinstellingen en natuurlijke personen zich laten inschrijven die rechtstreeks, voor eigen rekening en risico en op eigen verantwoordelijkheid met cursisten of zakelijke opdrachtgevers overeenkomsten afsluiten voor het verzorgen van beroepsonderwijs. Het gevolg van inschrijving in het Instellingenregister Beroepsonderwijs is dat al het door u verzorgde beroepsonderwijs is vrijgesteld van btw. Een inschrijving in het Instellingenregister Beroepsonderwijs omvat (automatisch) ook een inschrijving in het Docentenregister Beroepsonderwijs.

Indien u via de instellingsaudit in het RKBO bent ingeschreven dan wordt u per 1 januari 2014 in het Instellingenregister Beroepsonderwijs opgenomen. Als u dit niet wilt en per 1 januari 2014 alleen in het Docentenregister Beroepsonderwijs wilt zijn ingeschreven, dan kunt u met het CRKBO contact opnemen over de verdere procedure (www.crkbo.nl).

Meer informatie: Vragen en antwoorden over splitsing RKBO

(Bron: Taxence)