Geen bijtelling na lagere CO2-uitstoot door aanpassing elektrische personenauto

V X stelde aan haar manager een elektrisch aangedreven personenauto van het model A uit 2012 ter beschikking, die ook privé mocht worden gebruikt. De auto had een cataloguswaarde van € 95.200 en een CO2-uitstoot van 53 gr/km. De fabrikant werkte in 2012 aan een modificatie van model A, waardoor de CO2-uitstoot werd teruggebracht naar 47 gr/km. Voor de modificatie werd een EU-typegoedkeuringscertificaat (ETG) afgegeven door de RDW. De auto van de manager werd vervolgens in januari 2013 gemodificeerd en de RDW stelde daarna de CO2-uitstoot van de auto in het kentekenregister vast op 47 gr/km. BV X ging ervan uit dat de bijtelling hierdoor 0% was, maar de inspecteur stelde dat de bijtelling 14% bedroeg. Het bijtellingspercentage werd volgens de inspecteur bepaald door de CO2-uitstoot op de datum van eerste tenaamstelling van het kenteken in 2012. BV X en de inspecteur spraken af hierover een proefprocedure te voeren. Rechtbank Gelderland besliste dat de invoering van een lager bijtellingspercentage voor schone en energiezuinige auto’s volgens de parlementaire geschiedenis was bedoeld om de aankoop én het gebruik van deze auto’s te stimuleren. Een uitleg van de wet in overeenstemming met doel en strekking ervan bracht volgens de Rechtbank met zich dat een modificatie van de auto daarmee moest worden gelijkgesteld, nu deze had geleid tot een gewijzigde ETG en een aanpassing in het kentekenregister. Het resultaat was namelijk dat gebruik werd gemaakt van een schonere en energiezuiniger auto, die voldeed aan de voorwaarden van artikel 13bis, lid 2, Wet LB. De Rechtbank verklaarde het beroep van BV X gegrond.

(Bron: FUTD)