Terechte navordering bij restauranthouder met gebrekkige administratie

Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de omzetcorrecties niet te hoog zijn, aangezien de heer X de goed gemotiveerde standpunten van de inspecteur slechts weerspreekt met niet c.q. onvoldoende onderbouwde verklaringen over de vermeende onjuistheid daarvan.

De heer X exploiteert een restaurant met een zit- en afhaaldeel. X verzorgt ook de catering van evenementen, zoals op jaarlijkse festivals. In 2010 blijkt bij een boekenonderzoek dat de administratie van X grote gebreken vertoond. In geschil zijn diverse IB-navorderingsaanslagen, alsmede de vergrijpboetes. Rechtbank Den Haag oordeelt dat in het midden kan blijven of de bewijslast moet worden omgekeerd. De inspecteur maakt de correcties namelijk reeds voldoende aannemelijk. De aanslag over 2002 wordt wel vernietigd en de boetes voor 2005 en 2006 worden gematigd tot 25% wegens grove schuld. X gaat in hoger beroep. Hof Den Haag oordeelt dat de omzetcorrecties niet te hoog zijn, aangezien X de goed gemotiveerde standpunten van de inspecteur slechts weerspreekt met niet c.q. onvoldoende onderbouwde verklaringen over de vermeende onjuistheid daarvan. De boetes zijn terecht omdat de administratie schromelijk tekortschiet. Er is sprake van aan grove, in laakbaarheid aan opzet grenzende nalatigheid. Het beroep van X is ongegrond en het incidentele beroep van de inspecteur is daarom wegens gebrek aan belang niet-ontvankelijk.

(Bron: taxlive)