Archive for juni, 2014

Een onderneming (eenmanszaak) zonder belastingheffing inbrengen in een besloten vennootschap, daar komt veel bij kijken. Een goede planning is dan ook zeer essentieel. Zo kan bijvoorbeeld het behalen van een incidenteel fiscaal voordeel in de weg staan van een geruisloze omzetting met terugwerkende kracht.

Het kan vooral vanwege risicospreiding gunstig zijn om een onderneming te gaan drijven via een besloten vennootschap in plaats van via een eenmanszaak. Tot 1 oktober 2012 moest men bij het oprichten van een besloten vennootschap rekening houden met onder meer het verplichte minimaal aandelenkapitaal van € 18.000. Maar dankzij de invoering van de flex-bv kan een bv al worden opgericht met maar één geplaatst aandeel van € 0,01. De wet vereist namelijk dat er ten minste één aandeel met stemrecht moet zijn. Dat aandeel mag echter niet door de bv zelf worden gehouden. Daarnaast is ook geen bank- en accountantsverklaring meer nodig. Al zal de notaris bij inbreng in geld vaak toch controleren of storting heeft plaatsgevonden. En als goederen bij of na oprichting van de bv worden ingebracht, kan ook de accountantsverklaring achterwege blijven. Maar let op, er is een aantal nieuwe regels hiervoor in de plaats gekomen (zie het bericht ‘De Flex-BV – Voordelen, maar ook nadelen!’.

Omzetting met terugwerkende kracht

Men kan desgewenst ook verzoeken om een omzetting met terugwerkende kracht met ingang van de eerste dag van het boekjaar dat volgt op het laatste volledige boekjaar. Maar dan moet de voorovereenkomst gesloten en geregistreerd zijn binnen negen maanden na het laatste volledige boekjaar van de onderneming. Deze terugwerkende kracht wordt echter niet verleend als dat tot gevolg zou hebben dat een incidenteel fiscaal voordeel wordt behaald. Hof Arnhem-Leeuwarden  heeft dit onlangs benadrukt. In deze zaak zou door de terugwerkende kracht een eenmalige bate worden behaald die niet naar het IB-tarief van hoogstens 52% zou worden belast, maar naar een Vpb-tarief van 25% in combinatie met een uitgesteld ab-tarief van 25%. Dat de ondernemer in kwestie ook andere motieven had voor de omzetting en de terugwerkende kracht, maakte het oordeel niet anders.

Belastingvrije inbreng

De onderneming wordt bij een geruisloze inbreng fiscaal gezien niet gestaakt. Dus men hoeft niet af te rekenen over stille reserves, met uitzondering van de stille reserves in onttrokken vermogensbestanddelen. Wel zal de bv voor het bepalen van de winst in de plaats moeten treden  van de ingebrachte onderneming. Dat betekent dat de bv de boekwaarden moet aanhouden die voorkwamen op de eindbalans van de eenmanszaak. Naast het vereiste dat de hele onderneming moet worden ingebracht geldt ook dat de aandelen die als tegenprestatie zijn ontvangen pas na drie jaar mogen worden vervreemd.

Fiscale oudedagsreserve

Het is helaas niet mogelijk om de fiscale oudedagsreserve geruisloos in te brengen in een bv. Er bestaat wel een manier om de belastingheffing over de opgeheven oudedagsreserve uit te stellen. Men zou bijvoorbeeld al bij de inbreng van de onderneming een lijfrente kunnen bedingen bij een professionele verzekeraar of de eigen bv. De bv kan onder bepaalde voorwaarden de verschuldigde pensioenpremies in eigen beheer beleggen. Het voordeel hiervan is dat de gereserveerde premie voor de vennootschapsbelasting aftrekbaar is, zonder dat men de ingelegde premie kwijt is. Maar let op, de oudedagsvoorziening loopt dan wel meer risico. Want bij een faillissement wordt namelijk ook het opgebouwde pensioen hierin meegetrokken.

Overige belastingen

De omzetting brengt uiteraard ook een verandering van rechtsvorm teweeg. Dit heeft onder meer gevolgen voor de loonheffingen. De ondernemer zal de loonadministratie moeten afsluiten en zich opnieuw aanmelden bij de Belastingdienst als werkgever. Daarnaast krijgt de onderneming ook een nieuw loonheffingennummer. In de meeste gevallen zullen ook onroerende zaken tot het ondernemingsvermogen behoren. Maar in beginsel hoeft men geen overdrachtsbelasting te betalen over de waarde van deze zaken. Dat gebeurt alleen als de aandelen binnen drie jaar na omzetting alsnog worden verkocht of de onderneming niet gedurende drie jaar wordt voortgezet. Verkoop van de aandelen of de onderneming in het kader van een fusie of reorganisatie is overigens wel toegestaan (zie ‘Fusie en splitsing onder het nieuwe bv-recht’). Voor de btw vormt de overgang van een onderneming geen belastbaar feit. Dus is ook geen btw verschuldigd.

(Bron: Taxence)

De werkzaamheden van een executeur zijn niet zomaar beëindigd als mondeling decharge is verleend. Hij blijft aansprakelijk voor het verschuldigde successierecht.

In deze casus had een man zijn stichting als enige erfgenaam benoemd. Zijn belastingadviseur, benoemd als de executeur, nam bij zijn overlijden in 2002 het beheer van de nalatenschap op zich. Na successieaangifte in november 2013 ontstond een discussie over zijn aansprakelijkheid voor het successierecht dat niet was voldaan. Volgens de belastingadviseur was hij niet aansprakelijk omdat hij op 1 december 2002 zijn executeurswerkzaamheden zou hebben beëindigd. Volgens het hof had de man echter nog niet alle executeurstaken voltooid. De inspecteur mocht er daarom vanuit gaan dat hij ten tijde van het doen van de aangifte nog als executeur in functie was. Dat de bestuurders van de stichting hem mondeling decharge hadden verleend, leidde niet tot een ander oordeel. Op 1 december 2002 waren de schulden van de nalatenschap namelijk nog niet voldaan en was er nog geen anderhalf jaar verlopen sinds in beheer name van de nalatenschap. De adviseur probeerde nog weg te komen door te bepleiten dat hij de aangifte had ondertekend namens de secretaris van de stichting, op basis van een mondelinge volmacht. Bij ondertekening van het biljet had hij dit echter onvermeld gelaten. Daarbij kwam de schriftelijke verklaring dat de mondelinge volmacht was verstrekt pas tien jaar na ondertekening van de aangifte. Het hof achtte de verklaringen dat hij niet in de hoedanigheid van executeur de aangifte had ondertekend dan ook ongeloofwaardig. In de executeursperiode had de executeur de stichting tot zeer grote bedragen leningen laten verstrekken zonder daarbij reële zekerheden te bedingen. Daardoor resteerde onvoldoende vermogen bij de stichting om de aanslag successierecht te voldoen. Dit was aan de belastingadviseur te wijten.

(Bron: Taxence)

Hof Amsterdam oordeelt dat de voorwaardelijke korting van 15% leidt tot een lagere waarde in het economische verkeer van de woning en daarmee tot een lagere WOZ-waarde.

Belanghebbende, X, koopt in november 2010 een nieuwbouwwoning. X krijgt een (onvoorwaardelijke) korting op de vrij-op-naamprijs van 10% vermeerderd met een voorwaardelijke korting van 15%. Bij een positieve waardeontwikkeling dient de nominale korting ingeval van doorverkoop te worden terugbetaald vermeerderd met 30%, bij een negatieve waardeontwikkeling wordt X voor 50% gecompenseerd in de terugbetaling. In geschil is of de 15%-korting invloed heeft op de WOZ-waarde 2011 van de woning.

Hof Amsterdam oordeelt dat de voorwaardelijke korting van 15% leidt tot een lagere waarde in het economische verkeer van de woning en daarmee tot een lagere WOZ-waarde. Het hof verwijst naar zijn uitspraak van 5 september 2013, nr. 12/00546, Belastingblad 2013/516 en oordeelt dat de heffingsambtenaar niets heeft aangevoerd op grond waarvan het hof in de onderhavige zaak tot een andere beslissing kan komen. De kortingsregeling maakt onlosmakelijk onderdeel uit van een samenstel van afspraken die betrekking hebben op de aankoop(prijs) van de woning. Het hof stelt de waarde van de voorwaardelijke kortingsregeling per aankoopdatum vast op 7,5%. Het hof stelt de WOZ-waarde in goede justitie vast, rekening houdend met de vrij-op-naamprijs, de waardedrukkende invloed van de kortingsregeling en de waardeontwikkeling van de aankoopdatum tot de peildatum.

(Bron: Taxlive)

De Hoge Raad heeft op 23 mei 2014 acht arresten gewezen over de toepassing van artikel 12a Wet Vpb, dat de handel in vennootschappen met een herinvesteringsreserve (HIR) moet tegengaan. De Hoge Raad besliste als volgt:
· Een aanwezige HIR kan al op het tijdstip van de totstandkoming van de koopovereenkomst worden afgeboekt op de waarde van de onroerende zaken waarin is geherinvesteerd, omdat goed koopmansgebruik toelaat dat de aanschaffingskosten dan al worden geactiveerd.
· Op grond van de tekst van artikel 12a Wet Vpb vindt deze bepaling bij een investering in een bedrijfsmiddel in beginsel slechts toepassing als de herinvestering plaatsvindt op een later tijdstip dan het moment van de in die bepaling bedoelde belangwijziging.
· Als in een voorkomend geval het belang in een belastingplichtige met een HIR is gewijzigd, voorafgaand aan die wijziging de aanwending van de HIR vanuit materieel oogpunt heeft plaatsgevonden door de nieuwe houder van dat belang, sprake is van een samenstel van rechtshandelingen waarbij de tijdsvolgorde van die rechtshandelingen zo is ingericht dat het herinvesteringstijdstip juist voor de wijziging in het belang in die belastingplichtige heeft plaatsgevonden, en het doorslaggevende oogmerk van dit samenstel van (rechts)handelingen is om de wettelijke regeling van artikel 12a Wet Vpb te ontgaan, worden doel en strekking van die bepaling op onaanvaardbare wijze doorkruist als door dat samenstel van handelingen vrijval van de HIR zou kunnen worden voorkomen.
· Artikel 12a Wet Vpb kan ook van toepassing zijn in geval van vervreemding van het bedrijfsmiddel en herinvestering in hetzelfde jaar.
· Als een bedrijfsmiddel is vervreemd en een belastingplichtige ervoor heeft gekozen om een HIR te vormen, is voor toepassing van de ruilarresten geen plaats.
· Bij toepassing van artikel 12a Wet Vpb wordt de HIR direct voorafgaand aan de belangwijziging en daarmee ook direct voorafgaand aan de ontvoeging van de desbetreffende maatschappij uit de f.e., toegevoegd aan de winst van de f.e. op grond van artikel 15aj, lid 4, Wet Vpb. De HIR valt dus niet vrij bij de zelfstandig belastingplichtig geworden (voormalige) dochtermaatschappij.

 

(Bron: FUTD)

De Staatssecretaris van Financiën keurt goed dat belastingplichtigen met de ‘vrije bewijsleer’ kunnen voldoen aan hun bewijslast bij het reizen met openbaar vervoer.

Besluit Staatssecretaris van Financiën, 20 mei 2014 BLKB2014-644M, Stcrt. 2014, 14684

De Staatssecretaris van Financiën heeft een nieuw besluit gepubliceerd over reiskostenvergoedingen en privé-gebruik auto. Het besluit is een actualisering van het besluit van 19 december 2010, nr. DGB2010/6957M, V-N 2011/2.7. De wijzigingen zijn voor het merendeel redactioneel van aard. Wel nieuw is een goedkeuring over de bewijslast bij reizen met openbaar vervoer. Hij keurt nu goed dat belastingplichtigen die gevraagd worden om het bewijs voor reisaftrek te leveren, ook op een andere wijze dan met plaatsbewijzen of overzichten van transacties, nl. met de ‘vrije bewijsleer’, aan het verzoek van de inspecteur kunnen voldoen. Hij stelt daaraan de volgende voorwaarden: 1. De reiziger overlegt een reisverklaring van de werkgever waaruit blijkt welk reispatroon hij heeft gehad in het desbetreffende jaar. 2. De reiziger maakt aannemelijk dat de reizen zijn gemaakt. Dat is bijvoorbeeld mogelijk met betalingsbewijzen voor de OV-chipkaart of de reisgegevens van TLS Deze goedkeuring is van overeenkomstige toepassing voor het onder de overgangsregeling in de loonheffingen te leveren bewijs van het reizen per openbaar vervoer. De goedkeuring geldt voor de aanslagen die betrekking hebben op de jaren 2011 en later omdat de OV-bedrijven met toestemming van de staatssecretaris de reisgegevens die betrekking hebben op 2011 en later korter zijn gaan bewaren. Belastingplichtigen bij wie de reisaftrek over de jaren 2011 en 2012 is gecorrigeerd vanwege het niet meer kunnen downloaden van reisgegevens kunnen de inspecteur om een herbeoordeling van hun aangifte vragen, uitsluitend voorzover het de reisaftrek betreft.

(Bron: Taxlive)

Mijn internetverkopen lopen als een trein… dan komt de btw verrassing

Categories: Kennisbank, Kennisbank voor de eenmanszaak of vof, Kennisbank voor de eenmanszaak of vof, belastingen, omzetbelasting
Reacties uitgeschakeld voor Mijn internetverkopen lopen als een trein… dan komt de btw verrassing
Verkopen via internet nemen nog steeds toe. Zeker bij particuliere afnemers. Vaak zien wij ook dat er veel succes wordt gehaald bij verkopen in onze buurlanden, met name in Duitsland. Niet alleen bij verkopen via Ebay en Amazon, maar ook via eigen websites.

Wat klein begint wordt soms snel groot. En dan valt er zomaar onverwachts een brief van bijvoorbeeld het Duitse Finanzamt op de deurmat.

 

Nederlandse btw berekenen

Bij verkopen aan particulieren via internet moet in beginsel gewoon Nederlandse omzetbelasting worden berekend en afgedragen. Dit wordt niet zo maar anders indien er bestellingen komen uit Duitsland. Alleen indien de omzet stijgt, is het even opletten. Vanaf een bepaalde drempel is namelijk niet meer Nederlandse btw, maar Duitse Mwst verschuldigd.

 

Regeling afstandsverkopen

Indien een bepaalde drempel aan omzet wordt overschreden, kan de regeling van afstandsverkopen van toepassing worden. Dit is een regeling die bepaald dat niet meer in het vestigingsland (Nederland), maar in het land waar van aankomst (Duitsland) omzetbelasting verschuldigd is.

De regeling voor afstandsverkopen is van toepassing indien:

  • een ondernemer goederen levert aan particulieren, en
  • de goederen, direct of indirect, door of voor rekening van de leverancier worden vervoerd naar Duitsland

 

De regeling is overigens niet alleen van toepassing bij particulieren, maar ook bij levering aan landbouwers, ondernemers die uitsluitend vrijgestelde prestaties verrichten of rechtspersonen niet-ondernemers (afnemers zonder abtidentificatienummer).

 

Overschrijden drempel

Zoals reeds aangegeven moet eerst een drempel worden overschreden voordat de regeling van toepassing is. Deze drempel is voor Duitsland € 100.000 aan omzet.

 

Vanaf het moment dat deze drempel in het betreffende jaar is overschreden, is Duitse Mwst en niet meer Nederlandse btw verschuldigd.

 

Indien de drempel eenmaal is overschreden, is ook in de daaropvolgende jaren Duitse omzetbelasting verschuldigd. Pas nadat een volledig jaar de omzet lager is dan € 100.000, is eventueel weer Nederlandse omzetbelasting verschuldigd.

 

Wat is het risico

De regeling omtrent afstandsverkopen is op zich niet heel moeilijk. In de praktijk komt het echter regelmatig voor dat internetondernemers zich niet realiseren dat, indien ze succesvol zijn in Duitsland, eventueel ook omzetbelasting betaald moet gaan worden in Duitsland. Indien een ondernemer zich dat te laat realiseert, ontstaat naast veel gedoe, vaak onnodige kosten, boetes en naheffingen. Er moet dan immers alsnog in Duitsland omzetbelasting worden afgedragen en een verzoek om teruggaaf in Nederland worden ingediend. Ook een liquiditeitsnadeel kan ontstaan indien er al Duitse Mwst betaald moet worden, terwijl de Nederlandse belastingdienst de btw (vaak ambtshalve) nog niet heeft terugbetaald.

 

Laat geen voordeel liggen

Het algemene omzetbelastingtarief in Duitsland is 19% in plaats van 21%. Het kan dus ook voordelig zijn om onder de Duitse omzetbelastingheffing te vallen. De marge kan stijgen of de producten kunnen tegen concurrerende tarieven worden aangeboden.

 

‘Vrijwillig’ omzetbelasting in Duitsland gaan afdragen

De regeling is van toepassing als de drempel wordt overschreden. Het is echter ook mogelijk om vrijwillig voor internetverkopen in Duitsland Mwst af te dragen (ook al is het drempel bedrag niet overschreden). Bijvoorbeeld omdat het tarief lager is of bijvoorbeeld omdat Duitse particulieren meer vertrouwen hebben in een ondernemer die in Duitsland omzetbelasting afdraagt.

 

Indien een ondernemer vrijwillig omzetbelasting wil afdragen in Duitsland, dient wel een verzoek ingediend te worden bij de inspecteur en dit kan niet met terugwerkende kracht.

 

Wat te doen?

Let op bij het internetverkopen aan particulieren in Duitsland (en andere EU landen). Zorg ervoor dat je tijdig in de gaten hebt dat de drempel voor afstandsverkopen (wellicht) wordt overschreden. Dan kun je je tijdig aanmelden in Duitsland en ook de administratie voorbereiden/aanpassen.

 

Indien je graag met Duitse omzetbelasting wilt gaan factureren, is het mogelijk om een verzoek in te dienen.

 

Je hebt de drempel reeds overschreden en ten onrechte Nederlandse btw berekend. Indien je de drempel reeds hebt overschreden, is het van belang snel in actie te komen. Zorg ervoor dat je zelf het initiatief neemt om de omzetbelasting in Nederland terug te vragen en in Duitsland af te dragen. Dan kun je vaak boetes voorkomen. Ook kun je dan nog vaak voorkomen dat je reeds in Duitsland moet betalen maar nog geen Nederlandse omzetbelasting hebt terugontvangen.

 

Andere EU landen

Bovenstaande gaat met name over internetverkopen in Duitsland. De regeling omtrent afstandsverkopen geldt echter ook voor andere EU landen. Er gelden echter wel verschillende drempels.

 

België

EUR

35 000

Bulgarije

BGN

     70 000

Cyprus

EUR

35 000

Denemarken

DKK

280 000

Duitsland

EUR

100 000

Estland

EUR

35 15

Finland

EUR

35 000

Frankrijk

EUR

100 000

Griekenland

EUR

35 000

Groot-Brittannië

GBP

70 000

Hongarije

HUF

8 800 000

Ierland

EUR

35 000

Italië

EUR

35 000

Kroatië

HRK

263 000

Letland

EUR

35 000

Litouwen

LTL

125 000

Luxemburg

EUR

100 000

Malta

EUR

35 000

Nederland

EUR

100 000

Oostenrijk

EUR

35 000

Polen

PLN

160 000

Portugal

EUR

35 000

Roemenië

RON

118 000

Slovenië

 EUR

35 000

Slowakije

EUR

35 000

Spanje

EUR

35 000

Tsjechië

CZK

1 140 000

Zweden

SEK

320 000

 

Tot slot

Omzetbelastingwetgeving is niet altijd eenvoudig. Bovenstaande regeling voor internetverkopen is daar weer een voorbeeld van. Zorg ervoor dat je tijdig in de gaten hebt dat je de drempel overschrijdt, zodat je daarvoor een en ander kan regelen. Indien je reeds geruime tijd de drempel hebt overschreden en ten onrechte Nederlandse omzetbelasting hebt afgedragen, zorg dat je zelf snel in actie komt. Voorkom boetes en liquiditeitsproblemen.
Indien je vragen hebt over bovenstaande of begeleiding nodig hebt bij het regelen van de afdracht van omzetbelasting in Duitsland (en teruggaaf in Nederland), neem dan contact op met mij of andere leden van de Duitsland-desk.nl. Uiteraard kun je ook contact opnemen indien je andere vraagstukken hebt op het gebied van omzetbelasting of ondernemen in Duitsland.

(Bron: Taxence)

Uitstel van uw belastingaangifte

Categories: Uncategorized
Reacties uitgeschakeld voor Uitstel van uw belastingaangifte

Heeft u uitstel aangevraagd voor uw belastingaangifte en uiteraard gekregen, zorg er dan voor dat u de aangifte op tijd indient.

Indien u te laat indient riskeert u boete en is de kans groot dat u in de toekomst geen uitstel meer krijgt.
Heeft u geen tijd voor de belastingaangifte of heeft u twijfels of u de belastingaangifte goed invult geef dan de invulling van de aangifte in handen van Ambitions Accountants & Adviseurs in Nijverdal.
U ontvangt een checklist waarop staat welke bescheiden noodzakelijk zijn voor een goede aangifte en vervolgens wordt de belastingaangifte op tijd en belastingbesparend ingevuld.

Maak een afspraak met Janssen Belastingadvies door te bellen naar (06) 5759 2486 of doe dit via de website www.ambitions.nu. Uw belastingaangifte is dan in deskundige handen !

Onder voorwaarden kunt u ervoor kiezen om de verhuur van een onroerende zaak te belasten met BTW. Het is daarbij belangrijk om de keuze goed vast te leggen. Blijkt achteraf dat u niet aan de voorwaarden voldoet, dan kunt u net als bij een recente zaak van rechtbank Gelderland een naheffingsaanslag verwachten.

De verhuur van een onroerende zaak is in principe vrijgesteld van BTW. U kunt echter verzoeken om de verhuur met BTW te belasten. U kunt dit doen door een apart verzoek bij de Belastingdienst in te dienen of de BTW-belaste verhuur op te nemen in de huurovereenkomst. De verhuur moet dan wel aan bepaalde voorwaarden voldoen. In deze zaak ging het om een directeur-grootaandeelhouder (dga), die een onroerende zaak verhuurde aan zijn bv. De dga nam de optie voor BTW-belaste verhuur op in de huurovereenkomst, maar deze huurovereenkomst werd niet geëffectueerd. De bv kreeg echter wel de beschikking tot het pand. Door het ontbreken van een overeenkomst en een verzoek aan de fiscus, was deze verhuur vrijgesteld van BTW. De Belastingdienst legde daarom naheffingsaanslagen op om de BTW te herzien.

Voorwaarden BTW-belaste verhuur

De dga vond de naheffingsaanslagen niet terecht en ging naar de rechter. De rechtbank stelde dat de dga ook nooit aan de voorwaarden voldeed voor de BTW-belaste verhuur. De onroerende zaak werd namelijk niet voor ten minste 90% of meer gebruikt voor belaste prestaties. Daarnaast moest de fiscus rekening houden met het huwelijksgoederenregime van de dga. De dga was daardoor met zijn partner ieder voor 50% eigenaar van het pand. De aftrek van BTW hoorde in dat geval beperkt te worden tot het aandeel van de dga in de onroerende zaak. Bij de herziening van de BTW had de inspecteur hier rekening mee moeten houden. De fiscus mocht dus naheffingsaanslagen opleggen, maar moest die wel verminderen vanwege het huwelijksgoederenregime.

(Bron: Fiscaal Rendement)

Nieuwe Regeling aanwijzing dga ter consultatie

Categories: Nieuws, Nieuws voor het MKB (BV), Nieuws voor het MKB(BV), belastingnieuws, loon
Reacties uitgeschakeld voor Nieuwe Regeling aanwijzing dga ter consultatie

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil de Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder vervangen door een nieuwe regeling. De aangepaste regeling kan op de website Internetconsultatie.nl worden ingezien.

Aanleiding voor de aanpassing van de regeling is de inwerkingtreding van de Wet flex-bv met ingang van 1 oktober 2012 en recente rechtspraak van de Hoge Raad.
Net als bij de huidige Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder gaat het in de nieuwe regeling om het vaststellen van de feitelijke macht binnen de vennootschap. Indien geen sprake is van ondergeschiktheid en daarmee van een reële gezagsverhouding is geen sprake van werknemerschap. Een verplichte werknemersverzekering is dan niet aan de orde.
De Wet flex-bv kent een grotere vrijheid bij de inrichting van een besloten vennootschap, waaronder meer vrijheid in vormgeving en de bevoegdheid tot benoeming en ontslag van bestuurders. In de statuten kan men bijvoorbeeld bepalen dat bestuurders niet worden benoemd en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders, maar door een vergadering van houders van aandelen van een bepaalde soort of aanduiding of een ander orgaan binnen de vennootschap. In de voorgestelde Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder is artikel 2 onderdelen a tot en met c hierop aangepast. Verder is onderdeel c aangepast naar aanleiding van een arrest van de Hoge Raad van 22 maart 2013. In de oude Regeling was bepaald dat een bestuurder als dga werd aangemerkt indien ten minste tweederde van de aandelen werd gehouden door de bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad. Hiervoor telden zijn eigen aandelen, aldus de Hoge Raad, niet mee. In de nieuwe formulering wordt een bestuurder als dga aangemerkt als hij tezamen met zijn bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad een belang van ten minste tweederde heeft.
Doel van de consultatie is vernemen in hoeverre de regels aansluiten bij de beleving van ondergeschiktheid van de bestuurder aan de vennootschap op basis van zijn aandelenbezit en zeggenschap in de vennootschap. Door middel van een internetconsultatie wil het ministerie nagaan of de voorgenomen regeling aanleiding geeft tot wijzigingen in statuten van bestaande vennootschappen en welke nieuwe mogelijkheden ontstaan tot inrichting van de vennootschap en het al dan niet ontstaan of vervallen van verzekeringsplichtige dienstbetrekkingen van bestuurders van vennootschappen. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verwacht dat het praktisch effect voor bestaande vennootschappen beperkt zal zijn.
Men kan tot 13 juni 2014 op deze consultatie reageren.

(Bron: Belastingzaken)

Screening hoeft niet veel tijd en geld te kosten. Deze vijf stappen kunt u gemakkelijk zetten. Bij deze screening hoort ook de aanvraag van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Daarover leest u meer bij onderdeel 4.

 

CHECK 1:

Controleer paspoort of identiteitskaart

  1. Vraag het identiteitsbewijs van nieuwe werknemers op, controleer het en bewaar er een kopie van. Daartoe is elke werkgever verplicht.
  2. Vraag altijd om het origineel, neem geen genoegen met een kopie
  3. Maak een goed leesbare kopie, of nog beter: scan in kleur en op hoge resolutie (beide kanten van het identiteitsbewijs en alle relevante bladzijden van het paspoort)
  4. Bekijk of het identiteitsbewijs nog geldig is
  5. Ga na of het document vervalst kan zijn: komen foto, leeftijd, lengte in het document overeen met de persoon? Is het document onbeschadigd?
  6. Controleer of naam, geboortedatum en -plaats, geslacht en burgerservicenummer overeenkomen met de gegevens op de sollicitatiebrief of het sollicitatieformulier

Er zijn meer verificatiemogelijkheden. Zie ‘Extra instrumenten en bronnen’ verderop in deze uitgave.

identiteitsdocumenten.nl helpt u de echtheid van reis- en identiteitsdocumenten te controleren

paspoortinformatie.nl informeert over het Neder­landse paspoort en de identiteitskaart

CHECK 2:

Vraag originele diploma’s en cijferlijsten op

  1. Diploma’s, cijferlijsten en certificaten zijn gemakkelijk na te maken of te manipuleren. Controleer ze daarom goed.
  2. Maak zelf een kopie van de originele documenten, neem geen kopie van de kandidaat aan
  3. Is het origineel ‘bij een brand verloren gegaan’? Laat dan een gewaarmerkte kopie opvragen bij de opleidingsinstantie
  4. Vergelijk de afgiftedatum van het document met de opleidingsperiode in het curriculum vitae (cv) van de kandidaat
  5. Ga bij twijfel na of de onderwijsinstelling bestaat of bestaan heeft in de genoemde periode
  6. Controleer of naam en geboortedatum hetzelfde zijn als die op het cv en het identiteitsbewijs
  7. Bedenk dat een cijferlijst met meerdere onvoldoendes niet bij een geldig diploma zal horen
  8. Let op vreemde fluctuaties in cijfers (bijvoorbeeld een hoog cijfer voor de ene vreemde taal en een laag cijfer voor een andere vreemde taal): een 3 is gemakkelijk te veranderen in een 8, een 5 in een 6, en een 4 in een 9
  9. Vraag de kandidaat bij afkortingen van vakken op de cijferlijst waar deze voor staan (ook al weet u het antwoord zelf)

DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) werkt aan een Centraal diplomaregister. Hierin kunnen mensen hun eigen diploma’s bekijken en er een uittreksel van downloaden. U kunt als werkgever niet rechtstreeks in het diplomaregis­ter kijken, maar wel de sollicitant vragen een gecertificeerd pdf-bestand te sturen. → duo.nl/diplomaregister

 

CHECK 3:

 

Bestudeer cv, vraag referenties

Uit een curriculum vitae kan veel worden opgemaakt. Vraag goed door hierop tijdens sollicitatiegesprekken.

 

  1. Vraag door over (betaalde) nevenactiviteiten zoals bestuursfuncties, omdat er sprake kan zijn van belangenverstrengeling
  2. Let op hiaten in het cv en vraag naar de reden
  3. Probeer na te gaan of een minder geslaagde werkervaring (bijvoorbeeld ontslag in de proeftijd) wordt verdoezeld (soms wordt daarvoor de gewerkte periode wat opgerekt en de datum van de indiensttreding bij de volgende werkgever juist wat naar voren gehaald)
  4. Vraag ook door op privéactiviteiten omdat die kunnen impliceren dat iemand zich in een risicovol milieu begeeft of in een milieu dat de organisatie imagoschade kan toebrengen
  5. Doe telefonisch navraag over de kandidaat bij vorige werkgevers, docenten of besturen, de zogeheten referenten. Zo kunt u feitelijke gegevens controleren, bijvoorbeeld of de sollicitant inderdaad nog werk­zaam is bij een andere werkgever. Uiteraard is veel informatie subjectief: een sollicitant zal vooral positief gestemde referenten doorgeven. Voor referenties gelden gedragsregels die onder meer zijn opgenomen in de sollicitatiecode van de Nederlandse Vereniging voor Personeelsmanagement en Organisatieontwik­keling (NVP).→ nvp-plaza.nl
  6. Stem altijd af met de sollicitant: respecteer het als die geen toestemming geeft om contact op te nemen met een bepaalde referent
  7. Vraag referenten alleen om informatie die direct verband houdt met de functie
  8. Bespreek de verkregen informatie altijd met de sollicitant

 

Doe telefonisch navraag over de kandidaat bij vorige werkgevers, docenten of besturen, de z

ogeheten referenten. Zo kunt u feitelijke gegevens controleren, bijvoorbeeld of de sollicitant inderdaad nog werkzaam is bij een andere werkgever. Uiteraard is veel informatie subjectief: een sollicitant zal vooral positief gestemde referenten doorgeven. Voor referenties gelden gedragsregels die onder meer zijn opgenomen in de sollicitatiecode van de Nederlandse Vereniging voor Personeelsmanagement en Organisatieontwikkeling (NVP).→ nvp-plaza.nl

 

CHECK 4:

Zoek op internet

Via zoekmachines als Google en wieowie.nl kunt u veel te weten komen over mensen. Ze publiceren zakelijke en persoonlijke gegevens via Twitter of Facebook, schrijven blogs of laten reacties achter op fora. Dit betekent niet zonder meer dat die informatie klopt, of relevant is voor de beoordeling van iemands geschiktheid voor de functie. Ga er dus terughoudend mee om en meld het de sollicitant als u online verkre­gen informatie bij de selectieprocedure gebruikt. Dit staat ook in de code van de NVP (zie check 3).

  1. Zet in Google voor- en achternaam tussen aanhalingstekens om letterlijke tekst te zoeken. Dat levert meer specifieke resultaten op
  2. Vervang de voornaam door de voorletter en zoek nog eens, bijvoorbeeld “J. Verburg”
  3. Ga ook globaal de vrienden en contacten na die uit de zoekopdracht naar voren komen; ook die informatie kan bruikbaar zijn

Er staan ook allerlei registers online die u kunt raadplegen. Zie ‘Extra instrumenten en bronnen’ verderop in deze uitgave.

 

CHECK 5:

Kondig screening aan in vacaturetekst

 

Meld al in de vacaturetekst dat de kandidaat tijdens de sollicitatieprocedure gescreend gaat worden. Dit kan kwaadwillenden afschrikken. Bijvoorbeeld “Voor indiensttreding dient een Verklaring Omtrent het Gedrag te worden overgelegd” of “Een persoonsonderzoek kan deel uitmaken van de selectie-procedure”. Ook kunt u integriteit als één van de functievereisten opnemen.

 

identiteitsdocumenten en beknopte informatie over beveiligingskenmerken. → prado.consilium.europa.eu

(Bron: Overheid)