Zorg voor personen met kennis van zaken bij de belastingaangifte: Praktische handreiking voor pleitbaar standpunt

Sinds de openbaarwording van de Panama Papers in april 2016 is het debat over belastingontwijking en belastingontduiking losgebarsten. Maar waar ligt de grens tussen ontwijking en ontduiking? En wanneer is een standpunt een ‘pleitbaar standpunt’?

Ontwijking van belasting is een grondrecht dat we hebben, want het is toegestaan om fiscaal de meest voordelige weg te bewandelen. Belastingontwijking is daarom niet in strijd met de wet en dus legaal. Belastingontduiking is fraude en dus verboden. Bij ontduiking gaat het bijvoorbeeld om gevallen waarin inkomsten of vermogen is verzwegen of illegale transacties plaatsvinden.

De belastingaangifte betreft dan een belangrijk risico-element. Deze moet volgens de wet duidelijk, stellig en zonder voorbehoud worden gedaan. Neemt een belastingplichtige of zijn gemachtigde hierin een standpunt in dat geen ‘pleitbaar standpunt’ is, dan zal de fiscus stellen dat de vereiste aangifte niet is gedaan, met boete- en bewijsproblemen tot gevolg.

Pleitbaar standpunt

Als in een aangifte een standpunt is ingenomen dat volgens de fiscus onjuist is, hoeft het niet aan opzet of grove schuld zijn te wijten dat te weinig belasting is geheven. Dat is het geval als er zodanige argumenten zijn aan te voeren (objectieve benadering) voor dit standpunt dat de belastingplichtige niet lichtvaardig heeft gehandeld. Een pleitbaar standpunt is dus een geobjectiveerde vorm van een standpunt dat op basis van jurisprudentie, wetgeving en literatuur goed te verdedigen is, aldus Herreveld.

Praktische handreiking

Om te voorkomen dat de Belastingdienst kan spreken van een ‘niet pleitbaar standpunt’, is het volgens Herreveld aan te raden de volgende maatregelen te treffen of na te vragen bij uw belastingconsulent:

  • zorg ervoor dat de medewerkers een goed opleidingsniveau hebben;
  • zorg voor goede interne training mede gericht op risicoanalyse, en leg deze trainingen vast;
  • pas het vier-ogen-beginsel toe bij bijvoorbeeld het maken van de jaarstukken of opstellen van de aangiften;
  • leg een escalatiemogelijkheid vast voor het geval het tweede paar ogen het niet eens is met de opsteller;
  • beschrijf de regels (wie doet wat? escalatiemogelijkheid? etc.) in een Tax Control Framework;
  • laat bij twijfel een externe toetsing plaatsvinden door een deskundige die niet betrokken is bij de betreffende cliënt;
  • overweeg voorleggen aan de fiscus. Dit kan duidelijkheid verschaffen. Anderzijds kan de cliënt daardoor ook ongewenst in het licht komen te staan, dus weeg de voor- en nadelen goed af.

(Bron: Taxence)