Ritten naar voetbalstadion met business seats waren zakelijk

BV X ontving naheffingsaanslagen LB voor 2009 tot en met 2013, omdat zij geen rekening had gehouden met een bijtelling voor het privégebruik van de auto die zij aan haar directeur ter beschikking had gesteld. De kilometeradministraties waren volgens de inspecteur onvoldoende controleerbaar. Rechtbank Den Haag was het daar op het beroep van BV X niet mee eens. Voor de jaren 2009 tot en met 2012 was gebleken dat de auto voor minder dan 500 km voor privédoeleinden was gebruikt, zodat die naheffingsaanslagen ten onrechte waren opgelegd. Voor 2013 was dit niet gebleken maar moest de naheffingsaanslag worden verminderd omdat de bijtelling ten onrechte over het hele jaar was berekend in plaats van over de periode van 1 januari tot en met 31 juli 2013. De inspecteur ging in hoger beroep. Hof Den Haag besliste echter dat de gebreken in de rittenadministraties niet van dien aard waren dat uit de rittenadministratie niet bleek voor welke doeleinden de directeur van BV X van de auto gebruik had gemaakt. De gebreken waren ook niet van dien aard dat bleek dat de auto in de jaren 2009-2012 voor meer dan 500 km was gebruikt voor privé. Het Hof was het niet met de inspecteur eens dat een deel van de ritten van de directeur naar het voetbalstadion waar BV X vier business seats tot haar beschikking had, niet zakelijk waren. De ritten waren gemaakt om contacten te leggen en te onderhouden met (potentiële) klanten. BV X had volgens het Hof aannemelijk gemaakt dat de ritten in overwegende mate zakelijke doeleinden dienden. Het Hof verklaarde het hoger beroep van de inspecteur ongegrond.

(Bron: FUTD)