DGA-cliënt toe aan bedrijfsopvolging? Doe eerst de vijf basischecks!

Nu het weer voor de wind gaat met de economie, durven steeds meer ondernemers in het midden- en kleinbedrijf hun zaak over te dragen aan de volgende generatie. U heeft ongetwijfeld ook succesvolle DGA’s in uw klantenbestand die hun bedrijf het liefst volledig willen schenken aan hun kinderen. Deze DGA’s hebben goed geboerd, de oudedagskas in de holding is goed gevuld en ze hebben het liefst dat de kinderen zonder financiële zorgen het bedrijf kunnen voortzetten. Een bedrijf geschonken krijgen is natuurlijk fijn voor de kinderen, maar de continuïteit van de onderneming kan in gevaar komen als er veel schenkbelasting betaald moet worden. Gelukkig hebben we een royale schenkvrijstelling voor ondernemingsvermogens en kennen we daarnaast ook nog een faciliteit om de aanmerkelijk belangclaim (ab-claim) door te schuiven naar de bedrijfsopvolger.

DGA schenkt ab-aandelen

In deze bijdrage beperk ik mij tot de DGA’s die aandelen in hun BV (dan wel een dochter-BV) willen schenken aan hun kinderen. In de Successiewet staat een riante vrijstelling voor schenkingen van aanmerkelijk belangaandelen (ab-aandelen). In de praktijk wordt wel eens gezegd dat deze schenkvrijstelling altijd minimaal € 1 miljoen bedraagt, maar dat is een misverstand. Hierop kom ik verderop in mijn verhaal terug.

In de Wet inkomstenbelasting wordt verder de mogelijkheid geboden om bij schenking van ab-aandelen de ab-claim door te schuiven naar de verkrijgers van die aandelen (ab-doorschuiffaciliteit). Van belang is om te realiseren dat de voorwaarden voor toepassing van beide faciliteiten op en aantal punten van elkaar afwijken. Vandaar dat iedere begeleiding van een bedrijfsopvolging uiterst secuur moet plaatsvinden. Ik bespreek hierna een vijftal checks die altijd gedaan moeten worden, voordat de bedrijfsopvolging in gang kan worden gezet.

Check 1: is het allemaal wel ondernemingsvermogen?

De belangrijkste voorwaarde voor beide faciliteiten is natuurlijk dat sprake moet zijn van een schenking van aandelen in een vennootschap die een materiële onderneming drijft. Over eventueel aanwezig beleggingsvermogen in de vennootschap moet worden afgerekend. Dit kan soms tot lastige discussies met de Belastingdienst leiden. Hoeveel werkkapitaal moet de vennootschap aanhouden voor de continuïteit? Overigens mag het totale vermogen van de vennootschap ruwweg 5% uit beleggingsvermogen bestaan (om precies te zijn: de waarde van het beleggingsvermogen mag maximaal 5/105e van de waarde van de materiële onderneming bedragen).

Afsplitsen?

Komt u tot de conclusie dat er teveel beleggingsvermogen is, onderzoek dan de mogelijkheid van het afsplitsen van de onderneming naar een andere vennootschap, waarvan de aandelen kunnen worden geschonken. Heeft uw cliënt een holding met daarin beleggingsvermogen voor de oude dag? In dat geval is afsplitsen van de actieve deelneming naar een nieuw op te richten holding (waarvan de aandelen vervolgens geschonken worden) de standaardroute. Heeft uw cliënt een wat groter concern, check dan ook nog of uw cliënt vanuit privé bezien (indirect) een belang heeft van tenminste 5% in alle deelnemingen. Is het indirecte belang in een deelneming minder dan 5% dan wordt die deelneming als beleggingsvermogen aangemerkt, ook al is die deelneming een actieve BV of NV. Dit kan met name spelen bij (wat grotere) familiebedrijven.

Voorbeeld

Stel vijf broers en zussen hebben ieder een belang van 20% in de gezamenlijke familieholding. Alle deelnemingen waarin de familieholding een belang heeft van minder dan 25% worden dan als beleggingsvermogen aangemerkt. Dus, check de structuur en de balansen op mogelijke aanwezigheid van beleggingsvermogen!

Check 2: Bezitsvereiste van vijf jaren

De grote schenkvrijstelling kan alleen worden benut als:

  • de schenker op schenkingsdatum al langer dan vijf jaar (indirect) aanmerkelijk belanghouder is van de BV; én
  • die BV al langer dan 5 jaren een materiële onderneming heeft gedreven.

Deze twee eisen worden niet gesteld voor de AB-doorschuiffaciliteit in de inkomstenbelasting. Van belang is om de historie van de BV goed in kaart te brengen. Is sprake van schenking van aandelen in een holding, dan tellen de deelnemingen van die holding (mits sprake is van een aanmerkelijk belang, zie hiervoor) ook mee voor de kwalificatie van materiële onderneming.

Stel nou dat de holding 3 jaar terug een deelneming heeft verworven die perfect aansluit bij de ondernemingsactiviteiten van de groep. Geldt de schenkvrijstelling ten aanzien van de aangekochte deelneming dan niet? Lijkt onlogisch maar de wettekst leidt wel tot deze conclusie. Dus, wees hier alert op en breng het verleden in kaart!

Check 3: Dienstbetrekkingsvereiste

De ab-claim op de geschonken aandelen doorschuiven naar de begiftigde kan alleen als de begiftigde op het moment van schenking al gedurende 36 maanden in dienstbetrekking was bij de BV. Deze eis wordt niet gesteld voor de toepassing van de grote vrijstelling in de schenkbelasting. Mij ontgaat eerlijk gezegd nog steeds waarom deze eis wordt gesteld. In de parlementaire behandeling heeft de Staatssecretaris aangegeven dat met deze eis wordt bereikt dat de relatie tussen de overdrager en de overnemer voldoende duurzaam is. Maar waarom wordt deze eis niet gesteld voor de toepassing van de grote schenkvrijstelling? Bovendien heeft de Staatssecretaris ook aangegeven dat er geen aanvullende eisen worden gesteld aan het werknemerschap, zoals bijvoorbeeld een minimum aantal uren. Dus een administratief baantje voor 2 uurtjes in de week zou voldoende zijn? Ik zou deze eis afschaffen, ik zie het nut er niet van in. Het is bovendien heel vervelend als de ouders het bedrijf aan alle kinderen willen schenken en de jongste werkt nog niet mee in de zaak, omdat hij of zij nog studeert. Dus, controleer of de kinderen wel op de loonlijst staan!

Check 4: Voortzettingsvereiste van vijf jaren

De genoten schenkvrijstelling wordt ingetrokken als de begiftigde de aandelen vervreemdt binnen vijf jaren na de schenking of als de BV in die periode stopt de materiële onderneming te drijven. Deze sanctie geldt overigens niet voor de toegepaste ab-doorschuiffaciliteit in de inkomstenbelasting. Dus als binnen die 5 jaren een deelneming wordt verkocht, dan wordt de genoten schenkvrijstelling (in zoverre) ingetrokken. Een interne reorganisatie binnen de 5-jaarstermijn is op zichzelf toegestaan, maar houdt dan wel de spelregels in de gaten. Soms moet voor een beoogde reorganisatie een verzoek worden ingediend bij de Belastingdienst om te voorkomen dat de genoten schenkvrijstelling (deels) wordt ingetrokken. Dus, bespreek met uw cliënt wat de plannen zijn voor de komende vijf jaren!

Check 5: Maak de juiste rekensom!

Zoals ik al in het begin van deze bijdrage heb aangegeven, bestaat er soms het misverstand dat de schenkvrijstelling voor ondernemingsvermogens altijd minimaal € 1 miljoen bedraagt. Er bestaat inderdaad een 100%-vrijstelling voor schenkingen van ondernemingsvermogens tot € 1 miljoen (dit jaar bedraagt de vrijstelling wegens indexatie overigens € 1.063.479). Het meerdere boven die € 1 miljoen is voor 83% vrijgesteld. De wetgever heeft het ons adviseurs  – maar ook de Belastingdienst – moeilijk gemaakt door de 100%-vrijstelling tot de grens van € 1 miljoen te koppelen aan de ‘objectieve’ onderneming. Wat betekent dit? Dit houdt in dat eerst berekend moet worden wat de gehele onderneming waard is, los van de eigendomsverhoudingen. Vervolgens wordt die 100%-vrijstelling pro rata toegerekend aan de aandeelhouders. Dus als er 3 broers zijn die ieder een 1/3e (indirect) belang hebben in de BV en één van die broers schenkt zijn aandelen in de BV, dan bedraagt de 100%-vrijstelling geen € 1 miljoen maar ruwweg € 3,3 ton. Het meerdere boven die € 3,3 ton is voor 83% vrijgesteld. Dus nog altijd een riante vrijstelling. Dit is nog maar een eenvoudig voorbeeld. Bij complexe structuren wordt het rekensommetje zeer ingewikkeld! Dus, wees er van bewust dat de berekening van de verschuldigde schenkbelasting niet zo maar gemaakt is!

Slot

Zoals u ziet is het allemaal niet zo eenvoudig. Bedrijfsopvolging vereist een nauwkeurige begeleiding. De hierboven beschreven basischecks zijn eigenlijk nog maar het begin. Maar u bent hiermee al wel een heel eind op de goede weg. Succes ermee !

(Bron: Accountancyvanmorgen)