All posts in Autobranche

Verzekerings- en schaderapporten vallen onder bewaarplicht (autobranche)

Categories: Autobranche
Reacties uitgeschakeld voor Verzekerings- en schaderapporten vallen onder bewaarplicht (autobranche)

Met name als er met veel cash gehandeld wordt, is de fiscus alert op fraude.

Onlangs werd bij een autohandelaar annex reparateur geconstateerd dat verzekerings- en schaderapporten niet waren bewaard. Omdat hiernaar op facturen wel verwezen werd, schoot de administratie tekort. De opgelegde informatiebeschikking bleef dan ook in stand, met alle nadelige gevolgen van dien.

Inrichting van uw administratie

Uw administratie dient in ieder geval zodanig te zijn ingericht, dat de fiscus uw financiële en uiteraard ook uw fiscale verplichtingen eenvoudig kan achterhalen. Alles wat hierbij van belang kán zijn, behoort tot uw administratie. U dient dit bovendien minstens zeven jaar te bewaren.

Let op! Zaken als facturen, loonstaten, offertes en correspondentie behoren uiteraard tot uw administratie. Maar ook minder voor de hand liggende zaken, zoals uw email, kladaantekeningen en aanwezig kasgeld. Het begrip ‘administratie’ is dus omvangrijk.

Omgekeerde bewijslast

Als uw administratie tekort schiet, kan de inspecteur u een informatiebeschikking opleggen. Daarmee kan hij u dwingen de benodigde informatie op te hoesten. Levert u de gevraagde info niet of is dit niet mogelijk omdat u bijvoorbeeld bepaalde zaken niet bewaard heeft, dan kan de inspecteur de bewijslast omkeren. Dit is buitengewoon vervelend, want dan zult u moeten aantonen dat de opgelegde aanslag te hoog is. Dat zal zonder de nodige papieren niet meevallen.

(Bron: Foederer)

Import auto: Inspecteur kan verplichten auto te tonen voor taxatie BPM

Categories: Autobranche
Reacties uitgeschakeld voor Import auto: Inspecteur kan verplichten auto te tonen voor taxatie BPM

Haalt u een auto uit het buitenland? U bent dan verplicht om BPM betalen. Om te weten hoeveel BPM u verschuldigd bent, kan er geëist worden dat u de auto moet laten zien, aldus de rechter.

BPM bij invoer

Als u een auto importeert, kan de verschuldigde BPM op verschillende manieren berekend worden. Een veel gebruikte methode is die waarbij de te betalen BPM afhankelijk is van de leeftijd van de auto. Doet u dit aan de hand van de forfaitaire tabel van de fiscus, dan blijkt dat u bijvoorbeeld voor een auto van anderhalf jaar oud nog maar 59% van de BPM hoeft te betalen.

Auto met schade

Voor auto’s met schade is bepaald dat de schade verdisconteerd wordt in de prijs. Zodoende betaalt u ook minder BPM.

Vaststellen schade

Voor het vaststellen van de schade kan de fiscus eisen dat u de auto naar een bepaalde plaats brengt, zodat de schade getaxeerd kan worden.

Let op! De fiscus kan tegemoet komen aan een verzoek om de schade bij u ter plekke op te komen nemen, maar is hiertoe niet verplicht.

Aanzienlijk verschil

Volgens de rechter zal de fiscus niet snel eisen dat u een auto met schade komt tonen op een door de inspecteur aangegeven plaats. Alleen bij aanzienlijke verschillen tussen de aangegeven waarde voor de BPM en de ongecorrigeerde handelswaarde, zal dit geëist worden.

Niet onoverkomelijk

Als u in staat bent een auto uit het buitenland te halen, moet het ook mogelijk zijn deze binnen Nederland aan de fiscus te tonen. Dit is dus geen buitenproportionele last.

(Bron: Foederer)

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat in autobedrijven als de onderhavige een samenwerkingsverband met een vergelijkbare winstverdeling en verdeling van de werkzaamheden ook tussen niet-verbonden personen voorkomt.

Belanghebbende, mevrouw X, en haar echtgenoot exploiteren in vof-verband een garagebedrijf. De vof is opgericht in 2006. X heeft een winstaandeel van 40%. X werkte tot en met 2007 in loondienst en werkte daarnaast halve dagen mee in de onderneming. Vanaf 2008 werkt X volledig mee in de onderneming. In de onderneming zijn twee werknemers als monteur werkzaam. In geschil is of X recht heeft op de zelfstandigenaftrek en in het bijzonder of haar werkzaamheden hoofdzakelijk van ondersteunende aard zijn en of de vof ongebruikelijk is. Volgens Rechtbank Noord-Nederland maakt X voldoende aannemelijk dat haar werkzaamheden zien op de kernactiviteiten van de onderneming. De echtgenoot houdt zich namelijk na een burn-out alleen nog maar bezig met de aan- en verkoop van auto’s en fungeert als technische vraagbaak voor de monteurs. Het feit dat X tijdens de volledige arbeidsongeschiktheid van haar echtgenoot de onderneming ruim een half jaar alleen en zelfstandig heeft gedreven, ondersteunt haar verklaring dat zij daadwerkelijk in staat en bekwaam is om de kernactiviteiten te verrichten. De inspecteur gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat in autobedrijven als de onderhavige een samenwerkingsverband met een vergelijkbare winstverdeling en verdeling van de werkzaamheden ook tussen niet-verbonden personen voorkomt. Een samenwerkingsverband als dat tussen X en haar echtgenoot is tussen niet-verbonden personen niet ongebruikelijk. Aan de vraag of de werkzaamheden van X hoofdzakelijk van ondersteunende aard zijn, wordt niet toegekomen. Anders dan de inspecteur namelijk meent, brengt de cumulatie van eisen in art. 3.6 lid 2 Wet IB 2001 mee dat slechts indien aan beide vereisten is voldaan: (1) werkzaamheden hoofdzakelijk van ondersteunende aard zijn en (2) een ongebruikelijk samenwerkingsverband tussen niet-verbonden personen; de werkzaamheden niet meetellen voor het urencriterium. De zelfstandigenaftrek is dus ten onrechte gecorrigeerd. Het beroep van de inspecteur is ongegrond.

(Bron: Taxlive)

Btw-auto krijgt lagere handelsinkoopwaarde van marge-auto

Categories: Autobranche
Reacties uitgeschakeld voor Btw-auto krijgt lagere handelsinkoopwaarde van marge-auto

Hof ‘s-Hertogenbosch bevestigt de beslissing van de rechtbank om bij de koerslijst uit te gaan van een marge-auto, die de laagst te bepalen handelsinkoopwaarde heeft. X vof krijgt rente vergoed over de BPM-teruggaaf, aangezien de BPM geheel in strijd met het EU-recht is betaald. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

X vof doet begin 2012 BPM-aangifte voor de registratie van een btw-auto. De aangifte is gebaseerd op de XRAY koerslijst, uitgaande van een btw-auto en de 12%-regeling. Na bezwaar is vanwege de onterechte toepassing van de 12%-regeling een teruggaaf verleend. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant mag bij de berekening van de verschuldigde BPM worden uitgegaan van een marge-auto, ook al is de auto feitelijk een btw-auto, zodat de teruggaaf € 128 hoger wordt. De prijs van de auto is namelijk niet een fysiek kenmerk. De inspecteur stelt in hoger beroep dat het HvJ EU in zijn arrest van 19 december 2013, nr. C-437/12, V-N 2014/2.18 (r.o. 23) de prijs juist wel noemt.

Hof ‘s-Hertogenbosch (MK I, 11 september 2015, 14/00930, V-N 2015/59.1.4) overweegt dat het HvJ EU ‘de prijs’ in r.o. 23 van het arrest gebruikt als een specifiek kenmerk in de verhouding tussen twee modellen om vast te stellen of deze gelijksoortig zijn in de zin dat zij zich in een concurrentieverhouding bevinden. In casu gaat het echter niet om het verschil tussen twee modellen, maar om het verschil in prijs bij gelijke modellen. De prijs is dus niet het onderscheidende criterium. De beslissing van de rechtbank om uit te gaan van een marge-auto, die de laagst te bepalen handelsinkoopwaarde heeft, is juist. X vof krijgt rente vergoed over de teruggaaf, aangezien de BPM geheel in strijd met het EU-recht is betaald (art. 28c Inv. 1990). Ook dus voor wat betreft de € 128, aangezien meer BPM is geheven dan hoort bij de laagst te bepalen handelsinkoopwaarde. Het beroep van de inspecteur is ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

(Bron: Taxlive)(