All posts in Kennisbank voor de eenmanszaak of vof, belastingen, belastingaangifte

Het is van belang om als ondernemer voor de inkomstenbelasting (IB) de vermogensbestanddelen juist te etiketteren.

Zakelijk etiketteren

Indien een vermogensbestanddeel als zakelijk is geëtiketteerd, dan kunnen de kosten (bijvoorbeeld de onderhoudskosten) afgetrokken worden. Verder kan er worden afgeschreven op het vermogensbestanddeel en kan er in sommige gevallen aanspraak gemaakt worden op investeringsaftrek. De winst bij vervreemding (verkoopbedrag-boekwaarde) is belast in de IB.

Belangrijke aspecten zakelijk etiketteren

  • Indien een zakelijk geëtiketteerd vermogensbestanddeel ook privé wordt gebruikt, moet hierover een bijtelling worden betaald.
  • De keuze tussen zakelijk of privé etiketteren beïnvloedt de hoogte van de jaarwinst, wat effect kan hebben op enkele ondernemersfaciliteiten. 

Privé etiketteren

Mocht een vermogensbestanddeel als privé worden geëtiketteerd, dan kan er niet worden afgeschreven en kan er geen aanspraak worden gemaakt op kostenaftrek of investeringsaftrek. Het voordeel van privé etiketteren ten opzichte van zakelijk etiketteren is dat een eventuele waardestijging niet belast is bij vervreemding van het vermogensbestanddeel. Het vermogensbestanddeel valt namelijk in het box 3-vermogen. In gevallen waar een flinke waardestijging wordt verwacht, is het dus gunstig om dit vermogensbestanddeel privé te etiketteren.

Hierbij moet wel de volgende kanttekening worden geplaatst. Inzake de wijziging van de belastingheffing in box 3 is er een plan om vanaf 1 januari 2027 een waardestijging bij verkoop ook in box 3 te belasten. Het is de vraag hoe dit zich verder ontwikkeld. Inzake onroerend goed in box 3 is al aangegeven dat de verschuldigde belasting over deze waardestijging pas betaald hoeft te worden als het onroerend goed verkocht wordt. 

Doordat het onduidelijk is wat er precies gaat gebeuren met de waardestijging van privé vermogensbestanddelen na 1 januari 2027 is het lastig om voor de langere termijn hierin een afweging te maken. Het is een overweging om als er na 1 januari 2027 nog (forse) waardestijgingen worden verwacht het nu toch als zakelijk te etiketteren.

Kosten die zijn gemaakt in verband met zakelijk gebruik van een privévermogensbestanddeel kunnen worden afgetrokken. Denk hierbij aan de regeling omtrent het zakelijk gebruik van de privéauto. Hierbij kunt u € 0,23 per kilometer aftrekken. 

Keuze herziening

Om de etikettering van een vermogensbestanddeel te wijzigen, dient er sprake te zijn van een bijzondere situatie, zoals een wijziging in de wet, jurisprudentie of de functie van het vermogensbestanddeel. Bij een auto zou hiervan bijvoorbeeld sprake zijn indien het voertuig enkel nog privé wordt gebruikt. Dan behoort de auto toe aan het privévermogen.

Schulden

Voor de schulden die zijn aangegaan ten behoeve van de aanschaf van een vermogensbestanddeel geldt de regel: activum volgt passivum. De schuld volgt dus het vermogensbestanddeel. 

Omzetbelasting

De keuze om een vermogensbestanddeel zakelijk of privé te etiketteren is onafhankelijk te maken van de omzetbelasting. 

(Bron: ABAB)

Belastingplichtigen in de inkomstenbelasting met een wisselend inkomen, kunnen ‘middeling’ aanvragen bij de Belastingdienst.

Middelingsregeling

Middeling is lucratief bij sterk wisselende inkomsten in box 1, bijvoorbeeld bij een variërende winst. Bij middeling wordt de verschuldigde belasting berekend alsof de inkomsten over drie achtereenvolgende jaren gelijkmatig zijn verkregen. Op deze manier is minder belasting verschuldigd, omdat op deze manier de progressie van het belastingtarief gedeeltelijk kan worden ontgaan.

Voorbeeld

Een inkomen in box 1 dat over de periode 2015 t/m 2017 bijvoorbeeld €20.000, €20.000 en €140.000 bedraagt, wordt voor €5.661 zwaarder belast dan wanneer het inkomen over deze jaren iedere keer €60.000 zou hebben bedragen. Het verschil kan via middeling worden teruggekregen, op een drempel van €545 na. In bovenstaand voorbeeld levert middeling dus €5.661 -/- €545, ofwel €5.116 op.

Hebt u een sterk wisselend inkomen uit werk en woning? Dan betaalt u waarschijnlijk meer belasting dan wanneer u dat inkomen gelijkmatig verdeeld over een jaar krijgt. U kunt dan in aanmerking komen voor de middelingsregeling.

Bereken uw gemiddelde inkomen

Met middeling berekent u uw gemiddelde inkomen over 3 aaneengesloten kalenderjaren. Dit is het middelingstijdvak. Vervolgens berekent u hoeveel belasting u per jaar moet betalen. Zijn de nieuwe belastingbedragen lager dan die van de eerdere aanslagen? Dan hebt u mogelijk recht op een teruggaaf.

Voor wie is middeling bedoeld?

Als u aan de voorwaarden voor middeling voldoet, krijgt u in de volgende situaties waarschijnlijk belasting terug:

  • U hebt na uw afstuderen een vaste baan gekregen en u had naast uw studie een bijbaan.
  • U hebt een ontslagvergoeding (‘gouden handdruk’) gekregen.
  • U bent in de afgelopen jaren gestart of gestopt met werken.
  • U werkt als freelancer of als ondernemer.
  • U hebt onbetaald verlof opgenomen (bijvoorbeeld voor een sabbatical).
  • U bent minder gaan werken.

Uw belastingteruggaaf

Om uw belastingteruggaaf te berekenen, hebt u de gegevens nodig van het middelingstijdvak. U gebruikt daarvoor de gegevens van de laatst opgelegde definitieve aanslagen van die jaren. Ook hebt u de tarieven inkomstenbelasting nodig. Weet u niet welk middelingstijdvak voor u het voordeligste is? Maak de berekening op tijd.

Als later blijkt dat uw inkomen uit box 1 niet juist is vastgesteld, kunt u een navordering of vermindering krijgen.

Soms hebt u met bijzondere situaties te maken die de middelingsregeling bemoeilijken. Bijvoorbeeld als u inkomsten hebt uit het buitenland. Neem dan contact op met de BelastingTelefoon.

Let op!

Middeling heeft geen invloed op de hoogte van uw belastbaar inkomen en uw verzamelinkomen van de jaren waarover middeling is aangevraagd. De hoogte van de aanslagen inkomstenbelasting en die van beschikkingen Toeslagen blijven hetzelfde.

Nabetaling inkomsten over een jaar vóór 2001

Hebt u na 2001 een nabetaling gehad van inkomsten over een jaar vóór 2001? Dan kunt u van een speciale regeling gebruikmaken. Deze regeling kan voordeliger voor u zijn dan middeling. Neem voor deze speciale regeling contact op met uw belastingkantoor.

(Bron: Belastingdienst)

Wilt u een aangifte of aanslag betalen maar bent u de acceptgiro kwijt? Of weet u niet meer welk aangifte-, aanslag-, of beschikkingsnummer bij een betalingskenmerk hoort? Met de Zoekhulp betalingskenmerk en aangifte-, aanslag- of beschikkingsnummer kunt u dat achterhalen.

Zoekhulp gebruiken

  • Vul de vragen in.
  • Is iets niet duidelijk, klik dan op het vraagteken voor een toelichting.
  • Als alle vragen zijn ingevuld, klik dan op de toets ‘Geef betalingskenmerk’ of ‘Geef aangifte-, aanslag-, of beschikkingsnummer’.

Bij de hand houden

  • Houd uw aangifte-, aanslag- of beschikkingsnummer bij de hand als u een betalingskenmerk wilt weten. U kunt uw aangiftenummer voor de loonheffingen zelf afleiden als u dit kwijt bent.
  • Houd uw betalingskenmerk bij de hand als u een aangifte-, aanslag-, of beschikkingsnummer wilt weten.

(Bron: belastingdienst.nl)

Ondernemers kunnen hun rekeningnummer voor teruggaven met een digitaal formulier doorgeven aan de Belastingdienst.

Het formulier ‘Wijzigen rekeningnummer ondernemer’ kan worden gebruikt om een rekeningnummer door te geven voor teruggaven:

  • btw
  • loonheffingen
  • motorrijtuigenbelastingen
  • vennootschapsbelasting
  • overige belastignen (eurovignet, verontreinigingsheffing rijkswateren)

Het formulier is niet bedoeld voor:

  • teruggaaf Inkomstenbelasting
  • teruggaaf bijdrage Zorgverzekeringwet (Zvw)
  • toeslagen

Gebruik daarvoor Mijn Belastingdienst of Mijn toeslagen.

 

Waar vindt u het formulier Wijzigen rekeningnummer?

Het formulier ‘Wijzigen rekeningnummer ondernemers’ staat onder ‘Overige formulieren’ op het beveiligde deel van onze internetsite (https://mijn.belastingdienst.nl/ppa/). U logt in met uw gebruikersnaam en wachtwoord.

(Bron: Taxence)

 

Als u het hele jaar een fiscale partner hebt, mag u samen kiezen hoe u de gemeenschappelijke inkomsten en aftrekposten verdeelt. Iedere verdeling mag, als het totaal maar 100% is.

U mag de volgende inkomsten en aftrekposten met uw fiscale partner verdelen:

  • het saldo van de inkomsten en aftrekposten van de eigen woning
  • aftrek vanwege geen of een kleine eigenwoningschuld
  • voordeel uit aanmerkelijk belang
  • de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen (box 3)
    In het jaar waarin u bent geëmigreerd of geïmmigreerd en niet voldoet aan 1 van de extra voorwaarden mag u de grondslag niet verdelen.
  • betaalde partneralimentatie en andere onderhoudsverplichtingen
  • uitgaven voor het levensonderhoud van kinderen jonger dan 21 jaar (vervalt in 2015)
  • uitgaven voor specifieke zorgkosten
  • uitgaven voor tijdelijk verblijf thuis van ernstig gehandicapte kinderen, broers of zussen
  • studiekosten en andere scholingsuitgaven
  • onderhoudskosten voor een rijksmonumentenpand
  • giften
  • leningen aan een startende ondernemer (kwijtgescholden durfkapitaal)
  • restant persoonsgebonden aftrek over vorige jaren

(Bron: belastingdienst)

 

Het kan zijn dat u uw ingediende aangifte wilt aanvullen of wijzigen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de aangifte inkomstenbelasting/vennootschapsbelasting, de aangifte omzetbelasting en de aangifte loonheffingen.

Aangifte inkomsten- en vennootschapsbelasting

Een aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting kunt u aanvullen of wijzigen zolang hiervoor nog geen definitieve aanslag is opgelegd. U past de eerder verstuurde aangifte aan en verstuurt deze opnieuw. Wij nemen deze aangifte dan in behandeling. Hebt u voor de eerder verzonden aangifte al wel een definitieve aanslag gekregen? Dan kunt u een wijziging alleen nog doorgeven door bezwaar te maken. Dit kan met het online bezwaarformulier in het beveiligde gedeelte van onze internetsite. U kunt ook schriftelijk om een navorderingsaanslag vragen als u tot de conclusie bent gekomen dat de aanslag te laag is vastgesteld.

Aangifte omzetbelasting

Een ingediende aangifte omzetbelasting kunt u niet meer wijzigen. Wel kunt u de aangifte corrigeren met het formulier ‘Suppletie omzetbelasting’ als u te veel of te weinig btw hebt betaald. Dit formulier vindt u in het beveiligde gedeelte van de internetsite. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling om digitaal een gewijzigde aangifte over hetzelfde tijdvak in te dienen.

Aangifte loonheffingen

Als u een onjuiste of onvolledige aangifte loonheffingen hebt ingediend, moet u die altijd corrigeren.

(Bron: belastingdienst)

Binnenkort gaat u zich weer buigen over het invullen van uw belastingpapieren. Bij het aangiftebiljet inkomstenbelasting krijgt u ook te maken met het boxenstelsel. Maar waar staan die boxen eigenlijk voor?

U kunt drie verschillende soorten inkomen hebben, die ieder in hun eigen box met hun eigen tarief worden belast:

 Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning

Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang

Box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen

U kunt een verlies in de ene box niet verrekenen met een positief inkomen in een andere box.

Box 1

In box 1 wordt het inkomen uit werk en woning belast. Onder werk wordt verstaan: het inkomen uit loondienst, een onderneming, een uitkering of andere werkzaamheden. Bij deze inkomsten worden de inkomsten uit uw eigen woning (het eigenwoningforfait) opgeteld. Op het totaal van deze inkomsten mag u een aantal heffingskortingen en aftrekposten in mindering brengen. Bijvoorbeeld de door u betaalde hypotheekrente voor uw eigen woning en premies voor inkomensvoorzieningen, zoals lijfrentepremies en arbeidsongeschiktheidspremies.

Over uw inkomen in box 1 bent u inkomstenbelasting verschuldigd. Naarmate uw inkomen hoger is, betaalt u een hoger tarief. Het maximumtarief voor de inkomstenbelasting in box 1 is 52%.

 Box 2

In box 2 wordt het inkomen uit aanmerkelijk belang belast. U heeft een aanmerkelijk belang als u ten minste 5% van het aandelenkapitaal bezit van een bv, nv of andere vennootschap met een in aandelen verdeeld kapitaal. Die 5% van het aandelenkapitaal kunt u ook samen met uw fiscale partner of een thuiswonend kind bezitten. Dit wordt indirect bezit genoemd.

Inkomsten in box 2 ontstaan bij de uitbetaling van het dividend van de aandelen of bij de verkoop van aandelen. Maakt u kosten voor de verkoop van de aandelen? Dan mag u deze op de opbrengst in mindering brengen. Het belastingtarief voor box 2 is 25%.

 Box 3

In box 3 wordt het inkomen uit sparen en beleggen belast. U moet hiervoor jaarlijks een bedrag opgeven. Dit bedrag is de waarde van uw bezittingen verminderd met uw schulden. Ligt dit bedrag boven de geldende vrijstelling? Dan moet u belasting afdragen over het bedrag dat boven de vrijstelling uitkomt. Ieder jaar moet u bij uw aangifte opgeven wat het saldo op 1 januari van het betreffende jaar was.

Het tarief in box 3 is 1,2%. Waarom dit percentage? De Belastingdienst gaat ervan uit dat u minimaal 4% rendement zult maken op uw bezittingen. Van deze 4% vraagt de Belastingdienst 30% inkomstenbelasting. En 30% van 4% is 1,2%.