All posts in Kennisbank voor de eenmanszaak of vof, juridisch, aan- of verkoop van een bedrijf

In de wet is weinig geregeld over de oprichting van de vof en deze regels zijn sterk verouderd. Waar moet u op letten?

Samen een bedrijf starten. Vaak wordt daarbij gekozen voor een samenwerking in een vennootschap onder firma (vof), vooral vanwege de eenvoudige wijze van oprichting. In de wet is vrij weinig geregeld over de oprichting van de vof en bovendien zijn deze regels sterk verouderd. Een inschrijving in het Handelsregister volstaat meestal. Toch is het belangrijk dat de vennoten de afspraken over de samenwerking schriftelijk vastleggen. In de volksmond: de vof-akte. Mocht er ooit discussie ontstaan, dan maakt dit het eenvoudiger om aan te tonen wat onderling is afgesproken. Schriftelijke vastlegging is daarnaast belangrijk omdat in de wet niets is geregeld over de voortzetting van het bedrijf bij het einde van de samenwerking. 

Gezamenlijk voordeel vof

De vennoten hebben een grote mate van vrijheid in de afspraken die zij onderling maken over de samenwerking. Doel van de vof is door de samenwerking een gezamenlijk voordeel te behalen door inbreng van de vennoten. Deze inbreng is essentieel voor een vof. 
Elke vennoot is verplicht iets in de vof in te brengen. De inbreng mag een bedrag in contanten zijn, maar ook goederen, het genot van goederen of arbeid. 

Inbreng van arbeid

Niet elke vennoot is verplicht om arbeid in te brengen. Wordt arbeid ingebracht? Maak dan afspraken over het minimum aantal uren dat ingebracht moet worden, de onderlinge verdeling van de werkzaamheden en vakantiedagen. Mag een vennoot ook elders werkzaamheden verrichten? Wilt u dit liever niet, spreek dan ook een non-concurrentiebeding af. 

Inbreng van goederen

Wat verstaan wordt onder ‘goederen’ is erg ruim. Hieronder vallen roerende zaken, onroerende zaken, dieren, vermogensrechten, maar ook een klantenportefeuille, goodwill, know-how etc. Bij de inbreng van goederen wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen:

  • Inbreng van de eigendom met overdracht aan de vof (de gezamenlijke vennoten). Waardeveranderingen komen voor rekening van de vof, maar ook het risico als het goed verloren gaat. 
  • Inbreng van het gebruik en genot. De inbrengende vennoot geeft het goed in gebruik aan de vof, eventueel tegen een vergoeding. De inbrengende vennoot blijft de juridisch én economisch rechthebbende. Het risico is volledig voor rekening  van deze vennoot.
  • Inbreng van de economisch eigendom (ook wel inbreng  van economisch belang). De juridische eigendom blijft bij de inbrengende vennoot. De vennoten spreken daarbij af dat de waarde van het goed wordt ingebracht. Waardeveranderingen vanaf het moment dat de samenwerking gestart is, komen dan voor rekening komen van de vof. 

In de praktijk komt vaak een combinatie van deze vormen van inbreng voor. Een vennoot brengt bijvoorbeeld het gebruik en genot van bedrijfsgebouwen in, maar kan daarnaast afspreken dat hij de economische eigendom van een perceel grond inbrengt. Bij de inbreng van de eigendom of economische eigendom wordt tevens vastgesteld tegen welke waarde van het goed wordt ingebracht.

Leg afspraken vast

Wat er ook ingebracht wordt, het is belangrijk om de inbreng gedetailleerd en uitgebreid op te nemen in de vof-akte. Zo is duidelijk wat door elke vennoot bij aanvang van de vof is ingebracht en waartoe elke vennoot in de waardeveranderingen van ingebrachte goederen is gerechtigd. Niet alleen bij aanvang van een vof, maar ook tijdens het bestaan van de vof kan met instemming van de vennoten geld, goederen of arbeid worden ingebracht. 

Voorkom discussies

Regelmatig ontbreekt hiervan een schriftelijke vastlegging. Bij het beëindigen van de vof kan dat tot vervelende discussies leiden. De beëindiging heeft tot gevolg dat de inbreng beëindigd wordt en dat het vermogen van de vof verdeeld moet worden. Eerst moet worden vastgesteld wat is ingebracht en op welke wijze dit is ingebracht. Heeft een vennoot het gebruik en genot van een goed ingebracht? Dan is de afwikkeling eenvoudig. Het goed wordt weer aan deze vennoot ter beschikking gesteld. Tussen de vennoten wordt niets verrekend. 

De meeste onenigheid ontstaat meestal als de vennoten stellen dat de eigendom of de economische eigendom van een goed is ingebracht. De waardevermeerdering of -vermindering wordt dan namelijk tussen de vennoten verrekend. Hoe vindt deze verrekening plaats? Zijn de afspraken daarover goed schriftelijk vastgelegd, dan zal de afwikkeling van de verdeling minder problemen geven.

(Bron: ABAB)

Veel ondernemers kiezen voor de rechtsvorm van de vennootschap onder firma (vof) op het moment dat zij een samenwerking aan willen gaan. De vof is vrij eenvoudig te starten, kent veel vrijheid om onderling afspraken te maken en kent meer fiscale faciliteiten dan bijvoorbeeld een bv. Daartegenover staat wel dat de vennoten ieder volledig hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schulden van de vof.

Hoe begint u een vennootschap onder firma?

Kort gezegd is er sprake van een vof zodra twee of meer ondernemers afspreken dat zij samen een vof starten. U hoeft hiervoor niet naar een notaris. Er zitten in de praktijk wel wat haken en ogen aan. Houdt u daarom rekening met de volgende aandachtspunten en formaliteiten:

  • Maak duidelijke afspraken tussen de vennoten en leg deze vast in een vof-akte.
  • Schrijf de vof in bij de Kamer van Koophandel (KvK) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
  • Maak afspraken met de bank en denk daarbij aan het aanpassen van incassocontracten die mogelijk niet meer geldig zijn na een wijziging van de rechtsvorm.
  • Pas uw correspondentie en facturen aan.

Vastlegging van de afspraken

De vof-akte is de rode draad voor de samenwerking tussen de vennoten en voor het bestuur van het bedrijf. Het is dan ook van groot belang om een vof-akte te maken die aansluit bij uw wensen en visie. In de praktijk komt daar veel bij kijken. Kunt u de volgende vragen beantwoorden?

1. Wat is het doel van de vof?
Op welke activiteit of verschillende activiteiten gaat u zich richten?

2. Hoe gaat de vof heten?
De vof moet een naam hebben. Daarnaast is het mogelijk om verschillende handelsnamen te hanteren. Let er daarbij op dat er geen verwarringsgevaar ontstaat, wat het geval is als andere bedrijven met dezelfde naam in hetzelfde gebied of dezelfde sector werkzaam zijn.

3. Wat brengen de vennoten in?
De vennoten moeten allen iets inbrengen in het vermogen van de vof. Denk daarbij aan geld, arbeid, roerende of onroerende zaken, vermogensrechten, handelsnamen of een al bestaande onderneming.

4. Hoe wordt het een en ander ingebracht?
In hoofdlijnen zijn er twee manieren om iets in te brengen in de vof, via het economisch belang of het gebruik en genot. Het gebruik en genot is te vergelijken met huur. De vof mag tegen een vergoeding gebruikmaken van
hetgeen ingebracht is, maar waardeontwikkelingen blijven voor rekening van de inbrengende vennoot. 
Het economisch belang houdt in dat de inbrengende vennoot het gebruik, maar ook de waardeontwikkelingen overdraagt aan de vof. De inbrengend vennoot krijgt hierdoor een grotere aanspraak op het vermogen van de vof. Ten behoeve van de fiscale uitwerking van de inbreng kan het nodig zijn dat u de inbreng laat taxeren.

5. Wie mogen de vof vertegenwoordigen?
Vennoten kunnen ervoor kiezen om zelfstandig te mogen handelen namens de vof tot een vooraf bepaald bedrag. Boven dat bedrag moeten ze bijvoorbeeld allemaal een overeenkomst tekenen. Deze afspraken kunnen van belang zijn voor bepaalde subsidies.

6. Hoe wordt het resultaat verdeeld?
De winsten en verliezen kunnen worden verdeeld in gelijke delen of naar een andere afgesproken verhouding. Daarnaast is het mogelijk om een vergoeding te rekenen over kapitaal of over meerarbeid vaneen bepaalde vennoot in het betreffende jaar.

7. Hoe worden aanspraken van schuldeisers gedragen?
Een schuldeiser kan ieder van de vennoten persoonlijk aanspreken voor de volledige schuld van de vof. Dit is niet uit te sluiten, maar het is wel mogelijk voor de aangesproken vennoot om deze kosten te verhalen op de overige vennoten. Maak daarover duidelijke afspraken.

8. Wat gebeurt er bij arbeidsongeschiktheid van een vennoot?
Moeten de vennoten zich verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid? Blijft een arbeidsongeschikte vennoot gerechtigd tot zijn aandeel in de winst? Dit zijn vragen die u liever vooraf beantwoord heeft.

9. Hoe kan de vof worden beëindigd?
Op het moment dat u besluit om de samenwerking te beëindigen, zijn er kort gezegd twee mogelijkheden:

  • Het vermogen van de vof wordt geliquideerd en de opbrengsten worden verdeeld volgens de afgesproken winstverdeling.
  • Het kan ook zijn dat de onderneming van de vof wordt voortgezet. In dat geval is het van belang om afspraken te maken over de waarde waartegen de voorzettende vennoot de onderneming mag voortzetten.

10. Tegen welke waarde mag de onderneming voortgezet worden?
In grote lijnen zijn er twee manieren om de waardering vast te stellen. Ten eerste de waardering tegen de werkelijke waarde. Het uitgangspunt hierbij is dat er een taxatie wordt verricht en afhankelijk van deze waarde een overnamewaarde wordt bepaald.

De tweede mogelijkheid is een waardering tegen ‘juist lonende exploitatie’. Bij deze waarderingswijze staat de continuïteit van de onderneming voorop, waarbij de overnamesom vaak lager is dan de werkelijke waarde van de overdracht. Deze waardering wordt vaak gezien binnen familieverbanden, waarbij vaak een verbod wordt afgesproken om de onderneming te verkopen binnen een aantal jaar.

11. Wat gebeurt er als de vennoten niet meer op één lijn zitten?
Het is belangrijk om rekening te houden met de situatie waarin de relatie tussen de vennoten is verstoord. Wie mag dan de onderneming voortzetten? Is de tussenkomst van een mediator wenselijk?

De vof-akte is een momentopname

Het is verstandig om de vof-akte van een bestaande samenwerking periodiek te herzien. Zo kan het zijn dat gemaakte afspraken niet langer van toepassing zijn of nader moeten worden uitgewerkt. Denk aan tijdsverloop, een toe- of uittreding, ontwikkeling van een (jonge) vennoot en/of fiscale kansen bij een stijgende omzet.

Onderneming en ondernemer

De vof is een personenvennootschap, dit brengt met zich mee dat de situatie van de ondernemer van belang is voor de onderneming. Denk er daarom aan dat ook in de privésituatie geregeld en gestuurd moet worden, bijvoorbeeld door middel van het (levens)testament of huwelijkse voorwaarden.

Advies uit ervaring

De vof leent zich uitstekend voor het maken van afspraken die toegespitst zijn op uw onderneming en privésituatie. Uiteraard is het van belang dat u weet welke mogelijkheden er zijn en hoe deze juridisch en fiscaal sluitend kunnen worden vormgegeven. Het kan ook zo zijn dat de vof niet de rechtsvorm voor u is. Wellicht wilt u uw privéaansprakelijkheid beperken of de risicovolle activiteiten van uw onderneming onderbrengen in een afzonderlijke bv.

(Bron: ABAB)

Staat u voor een fusie of overname en gaat er personeel mee over? Dan is het zaak om goed in kaart te brengen welke risico’s hiermee samenhangen, voor u een handtekening onder het overnamecontract zet. Flynth kan u hiermee helpen.

Bij een overgang van onderneming neemt u ook het personeel en hun voorgeschiedenis over. Het is belangrijk om, voor de overgang een feit is, te weten wat voor vlees u in de kuip heeft. Met een due dilligence – een boekenonderzoek naar financiële, fiscale, juridische, commerciële en milieuaspecten – brengt u eventuele addertjes onder het gras in kaart. Ook een grondige arbeidsrechtelijke check valt onder due dilligence.

Onzichtbare werknemers

Bij het overnemen van een personeelsbestand is het onder meer belangrijk om te weten of er sprake is van afwijkende arbeidsvoorwaarden (zoals pensioenafspraken) of ‘onzichtbare’ dienstverbanden, bijvoorbeeld als gevolg van ouderschaps- of ander onbetaald verlof. Ook zieke werknemers kunnen ten tijde van de overnamegesprekken onzichtbaar zijn. Bijvoorbeeld omdat ze langdurig afwezig zijn en nog niet (of slechts gedeeltelijk) re-integreren in hun eigen of een andere functie. Of omdat ze zijn gedetacheerd. Maar als nieuwe eigenaar bent wel verantwoordelijk voor de re-integratie en de loondoorbetaling van de zieke medewerkers.

Beïnvloeding schadelast

U moet er ook rekening mee houden dat medewerkers die ziek uit dienst zijn gegaan na een tijdelijke arbeidsovereenkomst of na 104 weken ziekte, mogelijk nog wel invloed hebben op de kosten van de onderneming die u over wilt nemen. Zij kunnen de schadelast namelijk op verschillende manieren beïnvloeden. Als gevolg van de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (Wet bezava) worden de WGA- en Ziektewetuitkeringen immers doorbelast aan de werkgever. Het mogelijke gevolg: een verhoging van de gedifferentieerde WGA- en/of ZW-premie. Afhankelijk van de hoogte van de loonsom kan deze verhoging behoorlijk in de papieren lopen.

Verzuimdossiers screenen

Daarnaast is het zaak dat u bij langdurig zieken ook de kosten voor re-integratie incalculeert. En als uw voorganger onvoldoende heeft gedaan om de zieke medewerker te re-integreren, kunt u ook nog eens worden geconfronteerd met een loonsanctie van het UWV. Het screenen van de bestaande verzuimdossiers is daarom een must als u van tevoren wilt weten waaraan u eigenlijk begint. Dossierreviews zijn dan ook onderdeel van een goede due dilligence.

(Bron: Flynth)

De discounted cash flow (DCF) methode is de meeste zuivere methode om de waarde van een onderneming te bepalen. Een belangrijke parameter bij het uitvoeren van een waardering gebaseerd op een DCF-methode is de vermogenskostenvoet.

Belang van vermogenskostenvoet en tijdvoorkeur

De vermogenskostenvoet is belangrijk om de toekomstige vrije geldstromen terug te rekenen naar het waarderingsmoment (het zogenaamde disconteren). Een bedrag van €100.000 dat over één jaar vrijkomt of datzelfde bedrag dat over vijf jaar vrijkomt; de contante waarde zal in het eerste geval veel hoger zijn. Tijd heeft invloed op de waarde; met de tijdswaarde van geld wordt rekening gehouden.

De vermogenskostenvoet verschilt per onderneming

De vermogenskostenvoet verschilt per onderneming. Bij het Capital Asset Pricing Model (CAPM) wordt de vermogenskostenvoet samengesteld uit de risicovrij voet (vaak de rente van 10-jarige Nederlandse staatsobligaties) plus de marktrisicopremie (de premie die investeerders in eigen vermogen eisen boven de risicovrij voet) vermenigvuldigd met de Bèta (de graadmeter hoe de opbrengsten van specifieke groepen van ondernemingen/branches zich verhouden tot de opbrengsten van een relevante marktbenchmark) plus een specifieke ondernemingspremie.

De specifieke ondernemingspremie is een toeslag die gebaseerd is op de onderneming zelf. Verschillende elementen die de waarde en/of verkoopbaarheid beïnvloeden, spelen hierin een rol. Voor een onderneming die kleinschaliger wordt, moet hiervoor een extra premie worden toegekend. Ook de grote mate van afhankelijkheid van het management bij kleine onderneming kan meespelen. Voor een zeer specifieke, kleine onderneming is het vaak lastiger een koper te vinden.

In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat – als alle andere variabelen gelijk zijn – een hogere vermogenskostenvoet leidt tot een lagere waarde. Het omgekeerde is ook waar. U zult merken dat een afwijking in de vermogenskostenvoet van slechts één procent een grote invloed heeft op de uitkomst. Het spreekt voor zich dat de vermogenskostenvoet daarom zorgvuldig moet worden vastgesteld.

(Bron: ABAB)

De verkoop van je onderneming is een complex geheel met veel juridische aspecten. Hoe ziet zo’n verkooptraject er nu eigenlijk uit? Grofweg worden de volgende stappen doorlopen bij een overname:

  • kennismaking en verkennende gesprekken;
  • opstellen van een geheimhoudingsverklaring;
  • samenstellen en verstrekken van een informatiememorandum;
  • opstellen en ondertekenen van een intentieverklaring, ook wel letter of intent genoemd;
  • due dilligence onderzoek;
  • onderhandelingen;
  • ondertekening van de zogenaamde SPA (Share Purchase Agreement/ koopovereenkomst);
  • ‘closing’ (de overdracht van de aandelen of de activa).

Bij de overdracht van de onderneming worden vaak de aandelen verkocht, terwijl bij de verkoop van eenmanszaak of vennootschap onder firma veelal de activa (voorraden, inventaris, e.d.) worden verkocht.

 

Dwaling

Zoals gezegd, heeft een overname nogal wat juridische facetten. Zo is er de informatie- of mededelingsplicht. Als verkoper moet je de koper alle informatie geven die voor hem van belang is. Dit is belangrijk om te voorkomen dat de koper zich voor het sluiten van de overeenkomst een onjuiste voorstelling maakt. Voldoet de verkoper niet aan zijn informatieplicht dan kan de koper zich later gerechtvaardigd op het standpunt stellen dat hij heeft gedwaald (artikel 6:228 BW). De koopovereenkomst kan dan alsnog worden ontbonden. Tegenover deze bescherming voor de koper, staat de onderzoeksplicht van de koper (bijvoorbeeld door een due dilligence onderzoek). Ook hij heeft immers een eigen verantwoordelijkheid bij de overname. Laat de koper grondig onderzoek na dan kan dit een eventueel beroep op dwaling in de weg staan of beperken.

 

Contractvrijheid

Gaandeweg het proces van de overname worden diverse schriftelijke stukken opgesteld. Voor de meeste stukken geldt contractvrijheid. Dit betekent dat je deze stukken zelf kunt vormgeven. Je kunt denken aan de genoemde geheimhoudingsverklaring (hoe moeten partijen omgaan met vertrouwelijke informatie die zij uitwisselen), de intentieverklaring (o.a. de condities waaronder partijen een koopovereenkomst aan willen gaan en/of de condities waaronder de onderhandelingen kunnen worden afgebroken) en de koopovereenkomst. In die laatste overeenkomst wordt de overname vastgelegd. Naast afspraken over wat er wordt overgedragen, de prijs en de wijze van levering, bevat de koopovereenkomst vaak garanties en vrijwaringen. Als voorbeelden kunnen worden genoemd: garanties over de inbaarheid van de debiteuren, de courantheid van voorraden of toereikende voorzieningen. Zulke garanties zijn normaal gesproken beperkt in tijd en omvang. Dit betekent dat je binnen een bepaalde periode een beroep kunt doen op de garantie en dat dit slechts mogelijk is tot een bepaald bedrag. Bij vrijwaringen moet je denken aan specifieke voorzienbare risico’s (bijvoorbeeld: alsnog oninbaarheid grote debiteur) waarover koper en verkoper op voorhand afspraken willen maken. Dit soort afspraken worden opgenomen om de risico’s tussen partijen te verdelen en vast te leggen..

In zijn algemeenheid geldt dat de verkoop of koop van een onderneming veel juridische elementen bevat. Het is niet alleen van belang wat je verkoopt en wat je moet meedelen aan de koper, maar ook de manier waarop de documenten juridisch worden ingericht is van groot belang.

(Bron: Jan)

Een bedrijfsovername is een ingrijpende gebeurtenis. Niet alleen voor de koper en verkoper, maar ook voor het personeel van het overgenomen bedrijf. In deze blog deel ik een aantal veelvoorkomende risico’s met betrekking tot personeel bij bedrijfsovernames.

Bij een bedrijfsovername is een due diligence onderzoek (DDO) noodzakelijk om te voorkomen dat je een kat in de zak koopt. Dit onderzoek voeren wij uit voor de koper van een bedrijf, maar ook de verkoper begeleiden wij met het verkoopklaar maken van het bedrijf en met de voorbereidingen naar het DDO toe. Het DDO is uitgebreid: het omvat alle aspecten van de bedrijfsvoering, waaronder ook de medewerkers. Hieronder vind je vijf vragen die je kunt stellen om een goede uitkomst van het DDO in de hand te werken:

1. Is de sectorindeling voor de premies van de werknemersverzekeringen juist?
In de loop der jaren kan de bedrijfsvoering zodanig wijzigen dat het bedrijf onder een andere sectorcode komt te vallen, zonder dat men zich dat realiseert. Denk bijvoorbeeld aan een bakkerij die later uitbreidt tot lunchroom. Hier ontstaat het risico van een naheffing van sectorpremies met terugwerkende kracht.

2. Is de onderneming aangesloten bij het juiste Bedrijfspensioenfonds?
Hier geldt hetzelfde risico als genoemd bij nummer 1: alsnog verplicht en met terugwerkende kracht aangesloten moeten worden bij het juiste pensioenfonds. Check ook of de bedrijfspensioenverzekering binnenkort afloopt. Afhankelijk van de situatie kan voortzetting onder handhaving van dezelfde rechten een kostbare aangelegenheid worden.

3. Is de verzuimbegeleiding bij langdurig verzuim op orde?
Wanneer het UWV het verzuimdossier van een uit de WIA of WGA ingestroomde medewerker beoordeelt en vindt dat de verzuimbegeleiding door de werkgever te wensen heeft overgelaten, bestaat het risico van verplichte loondoorbetaling na twee jaar arbeidsongeschiktheid.

4. Zijn de personeelsdossiers op orde?
Het is belangrijk goed inzicht te hebben in het functioneren en de prestaties van de medewerkers. Bij disfunctioneren van een medewerker is een goed opgebouwd dossier van belang om de schade bij ontslag te beperken.

5. Zijn de arbeidsovereenkomsten actueel?
Het komt bij functiewijzigingen regelmatig voor dat het relatie- of concurrentiebeding niet opnieuw wordt overeengekomen met medewerkers in commerciële of andere belangrijke functies binnen het bedrijf. Vertrek van deze medewerkers naar een concurrent kan het gedroomde succes van de overname danig frustreren.

En dan denk je dat de overname goed is afgerond. Alle risico’s onderkend en uitonderhandeld. Tot het volgende probleem zich aandient: vertrekkende medewerkers. Het vertrek van medewerkers binnen korte tijd na een overname komt met regelmaat voor. Het gaat daarbij vaak om medewerkers die je liever niet kwijt wilt. De krapper wordende arbeidsmarkt maakt het steeds lastiger om vacatures succesvol te kunnen invullen. De bijkomende kosten voor het invullen van een commerciële buitendienstfunctie gaan al snel richting een bedrag dat vergelijkbaar is met het jaarsalaris van de nieuwe medewerker.

De overname van het bedrijf brengt een gevoel van onzekerheid met zich mee bij de oorspronkelijke medewerkers. ‘Wat gaat er veranderen in de organisatie?’, ‘Wat zijn de gevolgen voor mij?’ en ‘Doe ik er nog wel toe?’ zijn vragen die opkomen. Vooral het zich niet gehoord en gekend voelen door de nieuwe werkgever leidt vaak tot vertrek.

Het advies voor de nieuwe werkgever luidt dan ook: maak tijd voor de overgenomen medewerkers, luister naar wat hen bezig houdt en spreek je waardering uit. Dit zal bijdragen aan een snellere en betere acceptatie van de gewenste veranderingen die de nieuwe organisatie nodig heeft. Eerst begrijpen, alvorens begrepen te worden. Zo komt de bedrijfsovername zeker tot bloei!

(Bron: Bentaccera)

De letter of intent (LOI), ook wel intentieverklaring genoemd, vormt een niet te missen schakel in het verkooptraject van een onderneming. Alhoewel partijen vaak de bedoeling hebben hun intenties vast te leggen en niet meer dan dat, kan de LOI verstrekkende gevolgen hebben. De vraag of sprake is van een intentie of een bindende afspraak tussen partijen is namelijk niet afhankelijk van het ‘kopje’ intentieverklaring of overeenkomst.

 

Schadeplichtig

De vraag of sprake is van een intentie of bindende afspraak wordt namelijk bepaald door de formulering van de bepalingen. Zo klinkt ‘partijen wensen de uitgangspunten voor verdere onderhandelingen vast te leggen‘ een stuk vrijblijvender dan ‘partijen zijn overeengekomen dat”. Hier moet je op bedacht zijn. De gevolgen kunnen groot zijn. Als je bindende afspraken hebt gemaakt en de onderhandelingen afbreekt, dan kan je schadeplichtig zijn. Wanneer je enkel intenties hebt vastgelegd zal dit niet snel het geval zijn. Ter voorkoming van discussies over de vraag of het om een intentie of bindende afspraak gaat, kan er ook voor worden gekozen om in de LOI op te nemen dat geen verplichting tot schadevergoeding ontstaat wanneer de onderhandelingen worden afgebroken.

 

Combinatie van afspraken

Het is overigens ook mogelijk om een combinatie van bindende en niet bindende afspraken vast te leggen in één LOI. Verder kunnen afspraken onder opschortende of ontbindende voorwaarde in de LOI worden opgenomen. In het eerste geval is de afspraak afhankelijk van een nog te vervullen voorwaarde, bijvoorbeeld toestemming van het bestuur of de aandeelhouders. In de tweede situatie vervallen de gemaakte afspraken door het intreden van de voorwaarde. Hierbij valt te denken aan een financieringsvoorbehoud. Door opschortende of ontbindende voorwaarden op te nemen in een LOI, kan dus ook een ‘escape’ worden gecreëerd.

Als u een bedrijf overneemt, moet u ook alle werknemers overnemen. U mag niets veranderen aan hun rechten en plichten. En u moet bij de Belastingdienst melden dat u personeel overneemt.

U moet het personeel overnemen

Het overnemen van personeel bij bedrijfsovername is geen keuze. Dit moet van de wet. Het personeel houdt al zijn rechten en plichten. Dit geldt voor zowel de primaire als de secundaire arbeidsvoorwaarden. U mag dus geen personeel ontslaan. En u mag ook niets wijzigen in hun arbeidsovereenkomsten of in de bestaande cao.

De vorige eigenaar is nog 1 jaar medeverantwoordelijk voor het naleven van de arbeidsovereenkomst.

Uitzonderingen bij personeel overnemen

Neemt u een bedrijf over dat failliet is gegaan? Veranderen de werkzaamheden van het bedrijf ingrijpend? Of gaat het om een aandelenoverdracht? Dan bepaalt u zelf of en welke personeelsleden u overneemt.

Voor zieke werknemers gelden geen uitzonderingen

Ook ziek personeel moet u overnemen. Inclusief alle verplichtingen. Dat betekent dat:

  • u hun loon moet doorbetalen tijdens de ziekteperiode.
  • u het risico op loonsancties overneemt van de vorige werkgever. Bij een loonsanctie moet u het loon bij ziekte langer doorbetalen. UWV legt een loonsanctie op als een werkgever zijn re-integratieverplichtingen uit de Wet verbetering poortwachter niet nakomt.
  • U eigenrisicodrager wordt voor de WGA en de Ziektewet als de vorige werkgever dat ook was. Dit betekent dat u de uitkeringen en de kosten van de re-integratie zelf moet betalen.

Personeel dat niet mee wil, neemt ontslag

Laat een werknemer die niet mee wil een schriftelijke verklaring bij u indienen. Hieruit moet blijken dat hij er zelf voor kiest het contract te beëindigen. Dit betekent het einde van het dienstverband, zonder recht op WW.

Breng het personeel onder in uw pensioenregeling

In principe moet u ook de pensioenregeling van de vorige werkgever overnemen. Maar dit hoeft niet als:

  • u een eigen pensioenregeling heeft. U kunt uw nieuwe werknemers hier dan in onderbrengen.
  • uw bedrijf verplicht deelneemt aan een bedrijfstakpensioenfonds. Uw nieuwe werknemers moeten hier dan ook aan deelnemen.
  • er in een CAO of regeling andere afspraken staan over de pensioenregeling.

Uw nieuwe werknemers blijven natuurlijk recht houden op hun opgebouwde pensioen. Ga wel na of de vorige werkgever de premies voor alle opgebouwde pensioenrechten heeft betaald. Als dit niet zo is, bent u hiervoor aansprakelijk.

Meld de overname bij de Belastingdienst

U moet de Belastingdienst laten weten dat u personeel overneemt. Vul hiervoor het formulier Melding Loonheffingen Overdracht van activiteiten in.

Wordt u door de overname voor de eerste keer werkgever? Dan moet u dit ook melden bij de Belastingdienst.

Let op de privacy van de werknemers

Hield de vorige eigenaar personeelsdossiers bij? Dan draagt hij deze over aan u. Denk wel aan de privacyregels. Deze gaan bijvoorbeeld over het belang en de nauwkeurigheid van de gegevens. Ook moeten de werknemers op de hoogte zijn van wat er in het personeelsdossier staat.

(Bron: Ministerie van Sociale zaken en werkgelegenheid)

Een potentiële overnamekandidaat krijgt toegang tot jouw administratie en gaat er met je bedrijfsgevoelige informatie vandoor. Hoe kan je dat voorkomen?

Het komt in praktijk vaak voor. Een serieuze partij heeft interesse in je bedrijf en is bereid daarvoor een flinke koopsom te betalen. De potentiële overnamekandidaat wil wel eerst een boekenonderzoek doen om te voorkomen dat zij een kat in de zak koopt. En waarom ook niet? Je hebt immers niets te verbergen… Of misschien toch wel? Want wat als de overname geen doorgang vindt? Misschien was er wel helemaal geen sprake van serieuze overnamekandidaat, maar van een concurrent die onder valse voorwendselen in je boeken wilde kijken.

Hoe voorkom je dat een derde (concurrerende) partij die in het kader van een “bedrijfsovername” in jouw administratie heeft mogen kijken, er met je bedrijfsgevoelige informatie vandoor gaat?

Non-disclosure agreement

De geheimhoudingsovereenkomst, of non-disclosure agreement (NDA), kan  een oplossing bieden. In een NDA wordt omschreven:

  • welke informatie geheim moet blijven;
  • hoelang de informatie vertrouwelijk moet blijven;
  • onder welke omstandigheden de informatie gedeeld mag worden met derden.

Een NDA kan ook tweezijdig zijn, zodat die ook de koper beschermt. Denk daarbij aan een situatie dat de koper ook informatie verstrekt aan de verkoper of dat het belangrijk is dat de markt niet op de hoogte raakt van de uitbreidingsplannen van de koper.

Overtreding van een NDA

Wordt er, in strijd met de NDA, door de koper toch informatie naar buiten gebracht, dan lijdt de informatieverstrekkende partij hierdoor schade. Het is echter niet eenvoudig om die schade vast te stellen. Ook een vordering tot nakoming van de NDA zal weinig uithalen. Het duveltje is immers al uit het spreekwoordelijke doosje.

Om die reden wordt er in de NDA vaak een boetebeding opgenomen, waarbij over het algemeen gekozen wordt voor een hoge boete. Dat heeft immers een afschrikwekkende werking. Let wel, als de boete niet in verhouding staat tot de werkelijk geleden schade, kan een rechter die boete matigen.

Richtlijn bescherming bedrijfsgeheimen

Op 5 juli 2016 is door de Europese Unie de Richtlijn Bedrijfsgeheimen vastgesteld met als doel bedrijfsgeheimen beter te beschermen. De richtlijn verplicht de lidstaten er binnen twee jaar voor te zorgen dat bedrijven actief kunnen optreden tegen inbreuk. Naast een vordering tot schadevergoeding, moet het dan ook mogelijk zijn om voorlopige maatregelen te vorderen, zoals:

  • het beëindigen van de inbreuk;
  • een voorlopig verbod tot het maken van inbreuk en;
  • beslaglegging.

Het is nog niet bekend wanneer de richtlijn wordt geïmplementeerd.

Bezint eer ge begint

Voordat je een overnamekandidaat inzage geeft in jouw vertrouwelijke informatie en administratie, is het verstandig om stil te staan bij de gedachte dat de deal geen doorgang vindt. Je wil voorkomen dat jouw vertrouwelijke bedrijfsinformatie bij een (concurrent) of derde partij terecht komt. Een NDA bied je bescherming. Let wel, het biedt echter geen garanties. Ligt je bedrijfsinformatie eenmaal op straat, dan kun je dat niet eenvoudig ongedaan maken.

(Bron: DVAN)

De koopprijs van de onderneming en de financiering hiervan zijn  belangrijke voorwaarden bij een bedrijfsovername. U heeft verschillende mogelijkheden. Meer en meer zien we transacties met zogenaamde earn-out regelingen. Aan deze regeling zijn risico’s verbonden. Wij geven u graag enkele tips om deze risico’s te beperken.

Earn-out regeling

Een earn-out regeling is een uitgestelde betaling bij de overdracht die afhankelijk gemaakt is van nog te leveren prestaties in de toekomst. De uiteindelijke verkoopprijs voor de onderneming hangt dan ook af van deze toekomstige prestaties. De koper is pas een deel van de koopprijs verschuldigd, nadat de zogenaamde earn-out voorwaarden zijn behaald na het sluiten van de koopovereenkomst.

Voor- en nadelen

De regeling heeft als doel  het risico van de koper te beperken. De koper betaalt tenslotte pas als het vooraf afgesproken resultaat is behaald. De koper loopt minder risico en is dus bereid meer te betalen. Het voordeel voor u als verkoper is dan ook dat u een (uiteindelijk) hoger bedrag ontvangt voor uw onderneming. U loopt wel meer risico. U moet immers maar afwachten of de koper deze resultaten ook daadwerkelijk realiseert. Na verkoop kunt u nog maar beperkt invloed uitoefenen op de toekomstige prestaties van de onderneming. U bent tenslotte niet meer aanwezig.

Tips

Wij zijn geen voorstander van earn-out regelingen en prefereren ‘boter bij de vis’. Helaas lenen niet alle transacties zich hiervoor. Soms liggen veel mogelijkheden en kansen waarvan kopers en verkopers kunnen en willen profiteren opgesloten in de toekomst. Wij geven u graag de volgende tips om de risico’s bij een earn-out regeling te beperken:

  • Maak alleen verregaande earn-out afspraken met betrouwbare partijen die u daadwerkelijk kent.
  • Zorg ervoor dat het product/bedrijf dat u verkoopt voor de koper een essentieel aandeel uitmaakt van zijn bedrijf. Het moet in het belang van de koper zijn om er een succes van te maken.
  • Maak goede afspraken over hoe de koper omgaat met de te kopen onderneming/product. Hoeveel medewerkers gaan de verkoopafdeling bemensen? Welk reclamebudget gaat men hanteren? Wie wordt bij de koper verantwoordelijk voor de resultaten? Leg dit vast in de overnameovereenkomst.
  • Maak ook afspraken over tussentijdse terugkoppeling en creëer tussentijdse overleg-, meet-, controle- en afrekenmomenten. Geen afrekenmoment na een jaar, maar per maand of per kwartaal.
  • Hou de te realiseren prestaties simpel en makkelijk meet- en controleerbaar.

(Bron: HLB)