All posts in Kennisbank voor de eenmanszaak of vof, juridisch, ondernemingsrecht

Algemene voorwaarden worden vaak uitgedrukt in verschillende benamingen, zoals: standaardvoorwaarden, inkoopvoorwaarden, leveringsvoorwaarden, branchevoorwaarden en servicevoorwaarden. Algemene voorwaarden leveren een essentiële bijdrage, maar dan moet wel voldaan zijn aan alle daarvoor geldende wet- en regelgeving. Als dat namelijk niet het geval is, dan loopt u het risico dat ze onverwachts niet van toepassing zijn. Verder wilt u voorkomen dat de algemene voorwaarden van de wederpartij van toepassing zijn.

Van toepassing verklaren algemene voorwaarden

Voor een rechtsgeldig beroep op uw algemene voorwaarden, is vereist dat deze op de juiste wijze van toepassing worden verklaard. Dit kan redelijk eenvoudig door naar de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden te verwijzen in uw offertes en contracten. Let wel, het enkel afdrukken van de algemene voorwaarden op de achterzijde van een offerte is niet voldoende. Belangrijk is dat de algemene voorwaarden uitdrukkelijk van toepassing worden verklaard op de offerte of het contract. Dit kan bijvoorbeeld door het opnemen van een zinsnede waarin de algemene voorwaarden van toepassing worden verklaard op de offerte en/of opdracht. Dit dient te gebeuren voordat de overeenkomst tot stand komt. In de praktijk zien we helaas dat vaak in de facturen voor het eerst naar de algemene voorwaarden wordt verwezen; dit is in de regel te laat.

Mocht uw onderneming meerdere soorten algemene voorwaarden hanteren, dan is het belangrijk dat u aangeeft welke algemene voorwaarden van toepassing zijn. Indien uw onderneming meerdere prestaties levert, zult u per prestatie moeten specificeren welke algemene voorwaarden van toepassing zijn.

Voor de toepasselijkheid van algemene voorwaarden is niet vereist dat de andere partij bekend was met de inhoud daarvan. Het is voldoende dat deze weet of behoort te weten dat de algemene voorwaarden onderdeel uitmaken van de overeenkomst. Zo kan een wederpartij gebonden raken aan algemene voorwaarden zonder dat deze daaraan gebonden is.

Algemene voorwaarden van de andere contractspartij

Wordt u met de algemene voorwaarden van de andere contractspartij geconfronteerd? Naar Nederlands recht geldt dat de algemene voorwaarden van de partij die er als eerst naar verwijst van toepassing zijn (“First shot theorie”). Belangrijk is dan dat u de algemene voorwaarden van de wederpartij meteen van de hand wijst. Dit doet u door duidelijk kenbaar te maken dat slechts uw algemene voorwaarden van toepassing zijn. Het slechts daaropvolgend verwijzen naar uw eigen algemene voorwaarden is niet voldoende. In dat geval blijven namelijk de algemene voorwaarden van de andere partij van toepassing.

Informatieplicht

Algemene voorwaarden zijn snel van toepassing. Echter, hier tegenover staat wel een strikte informatieplicht. Deze informatieplicht houdt in dat de gebruiker van algemene voorwaarden aan de andere partij een redelijke mogelijkheid moet bieden om vóór of tijdens het sluiten van de overeenkomst kennis te nemen van de inhoud daarvan.

In beginsel dienen de algemene woorden ter hand te worden gesteld. Dit kan door deze feitelijk te overhandigen of deze als bijlage bij de betreffende offerte of het contract te voegen. De algemene voorwaarden mogen ook als pdf-bestand via de elektronische weg (lees: per e-mail) worden gezonden, mits de wederpartij daarmee expliciet heeft ingestemd. Instemming van de wederpartij is overigens niet vereist als eveneens de offerte c.q. het contract via de elektronische weg worden toegezonden. Hierbij is wel belangrijk dat de algemene voorwaarden door de wederpartij moeten kunnen worden opgeslagen, zodat deze op een later moment kunnen worden geraadpleegd.

Uitzondering: de informatieplicht voor dienstverrichters

Voor dienstverrichters geldt een uitzondering. Meer specifiek geldt hiervoor een lichter regime. De dienstverrichter kan namelijk uit vier mogelijkheden kiezen waarop deze de algemene voorwaarden wenst te verstrekken. Zo kan de dienstverrichter bijvoorbeeld volstaan met het verwijzen naar de website waarop de algemene voorwaarden te vinden zijn.

Sanctie

Als uw onderneming niet aan de informatieverplichting heeft voldaan, dan zijn de algemene voorwaarden vernietigbaar. Kort gezegd, houdt dit in dat de wederpartij de algemene voorwaarden van tafel kan vegen en u daarop niet langer een beroep kunt doen.

(Bron: Koenen en co)

Als we kijken naar de aanwezigheid van een set algemene voorwaarden zit dat vaak wel goed. Als we vervolgens kijken naar het toepassen van deze algemene voorwaarden moeten we concluderen dat dit in de praktijk helaas nog wel eens misgaat. Dat resulteert voor de ondernemer dikwijls in het achterblijven met lege handen.

In dit artikel daarom in een notendop hoe je op de juiste wijze je algemene voorwaarden gebruikt en welke aandachtspunten daarbij van belang zijn.

Al is de inhoud van je algemene voorwaarden nog zo mooi, je hebt er niets aan als blijkt dat ze niet van toepassing zijn. Om ervoor te zorgen dat dit wel zo is zijn er grofweg drie zaken waarmee rekening gehouden dient te worden, namelijk
1) dat de algemene voorwaarden van toepassing worden verklaard
2) dat de voorwaarden ter hand worden gesteld en
3) dat je moet weten wie je wederpartij is.

Deze zaken zullen in dit artikel worden toegelicht. Tot slot wordt aandacht besteed aan het voordeel dat je hebt als vorenstaande stappen succesvol zijn uitgevoerd.

Je algemene voorwaarden van toepassing verklaren

De toepassingsverklaring is een relatief eenvoudige hindernis. Op de overeenkomst of offerte dien je als gebruiker van de algemene voorwaarden duidelijk te maken dat deze van toepassing zijn. Het is daarbij wel belangrijk dat deze verklaring plaatsvindt uiterlijk bij de totstandkoming van de overeenkomst. Doe dit, indien mogelijk, schriftelijk zodat achteraf aantoonbaar is dat de wederpartij de toepasselijkheidsverklaring heeft gelezen of had kunnen lezen. Denk bijvoorbeeld aan een handtekening onder een contract waarin de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden is benoemd.

De terhandstelling van de voorwaarden

De wet vereist naast de toepassingsverklaring dat de wederpartij een redelijke mogelijkheid is geboden om kennis te nemen van de voorwaarden. Of de klant deze voorwaarden ook daadwerkelijk heeft gelezen is irrelevant. Wederom geldt het moment van de totstandkoming van de overeenkomst als laatste mogelijkheid om de algemene voorwaarden te presenteren oftewel ‘ter hand te stellen’.

Hoe invulling wordt gegeven aan dit criterium verschilt per onderneming, maar in het merendeel van de gevallen worden de algemene voorwaarden digitaal meegestuurd of wordt verwezen naar de digitale vindplaats.

Een vraag die vaak gesteld wordt: en hoe pak je het dan aan bij een mondeling gesloten overeenkomst? Ook daar heeft de wetgever rekening mee gehouden. Indien een dergelijke situatie zich voordoet dien je de klant voor of bij het sluiten van de overeenkomst te informeren over de mogelijkheid tot latere toezending van de voorwaarden en/of de mogelijkheid tot inzage van de voorwaarden bij de gebruiker (jijzelf), de Kamer van Koophandel en/of bij de rechtbank. Uiteraard moeten de voorwaarden (alvorens de overeenkomst wordt gesloten) ook daadwerkelijk aldaar ter inzage liggen.

Wie is je wederpartij?

Het zal geen verrassing zijn als ik zeg dat een consument meer bescherming geniet dan een zakelijke wederpartij. Dit is niet anders als het gaat om algemene voorwaarden. Dat betekent niet dat het gebruiken van algemene voorwaarden voor consumenten geen zin heeft. Belangrijke zaken zoals afspraken met betrekking tot levering, betalingen maar ook de aansprakelijkheid kunnen voor een groot deel worden ondervangen met goed geformuleerde bepalingen. Indien je als ondernemer overeenkomsten sluit met zowel consumenten als bedrijven is het daarom aan te raden verschillende versies van de algemene voorwaarden op te stellen.

Het onderscheid tussen een klant die handelt in privé of namens een bedrijf is duidelijk. Echter blijft het voor de ondernemer goed opletten. Kleine ondernemingen, zoals eenmanszaken en Vof’s, kunnen soms een beroep doen op het consumentenrecht op basis van de zogenaamde reflexwerking.

Of sprake is van toepassing van deze reflexwerking hangt af van de aard van de overeenkomst en van de hoedanigheid van de onderneming in het economische verkeer. Gaat de eigenaar van de kleine onderneming een overeenkomst aan die niet binnen zijn specialiteit ligt, dan kan eerder een beroep worden gedaan op de reflexwerking. De bakker die meelsoorten inkoopt kan geen beroep op de reflexwerking doen, maar als hij een bedrijfsauto koopt mogelijk wel. Per situatie zal dus bekeken moeten worden of aan de wederpartij de bescherming van het consumentenrecht toekomt.

Bescherming van de onderneming

In een gerechtelijke procedure staat niet zelden de vraag centraal: zijn de algemene voorwaarden van toepassing? Aangezien het juridische kader omtrent de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden niet berust op zwart-wit regelgeving, bestaat een zekere beoordelingsruimte voor de rechter. De rechtspraak geeft ons daarin een wijze les: indien je kunt aantonen dat de voorwaarden correct van toepassing zijn verklaard en op de juiste manier ter hand zijn gesteld, valt (financieel bezien) een hoop te winnen.

(Bron: Alfa)

Overgang van onderneming en opvolgend werkgeverschap zijn twee verschillende begrippen in het arbeidsrecht. Soms is dat verwarrend. Wat betekenen deze begrippen exact en wat zijn de verschillen? Ik licht het u graag toe.

1. Wat is overgang van onderneming?

Bij ‘overgang van onderneming’ gaat het om de situatie waarbij een werknemer door een overgang van (een deel van) de onderneming naar een andere werkgever automatisch overgaat van de ene naar de andere werkgever. De werknemer volgt de onderneming waar hij werkzaam is.

Rechten en plichten

In geval van overgang van de onderneming worden de rechten en plichten van de werknemers zoveel mogelijk behouden. Vanaf de overname kan de werknemer al zijn rechten tegenover de overnemer (de nieuwe werkgever) te gelde maken, terwijl de overnemer alle rechten van de overdrager (vorige werkgever) krijgt.

2. Wat is opvolgend werkgeverschap?

Bij opvolgend werkgeverschap gaat het om de situatie waarbij een werknemer op verzoek van de (oude of nieuwe) werkgever door een overgang van de werkzaamheden overgaat van de ene naar de andere werkgever. De werknemer volgt in dit geval zijn werkzaamheden. De nieuwe werkgever wordt dan de opvolgende werkgever genoemd.

Opvolgend werkgeverschap in de praktijk

Het klassieke voorbeeld van opvolgend werkgeverschap is de uitzendkracht die – na eerst enige tijd in dienst is geweest bij het uitzendbureau – op verzoek van het uitzendbureau of de inlener in dienst treedt van de inlener, om daar vervolgens dezelfde werkzaamheden te blijven doen. De inlener wordt in dit geval beschouwd als opvolgend werkgever.

Let op

Als de uitzendkracht in dienst treedt bij de inlener en daar totaal andere werkzaamheden gaat verrichten, is er dus géén sprake van opvolgend werkgeverschap. Er is dan namelijk niet voldaan aan de voorwaarde dat het moet gaan om een werkgever die als opvolger wordt beschouwd voor de verrichte arbeid. Er is ook geen sprake meer van opvolgend werkgeverschap als de periode tussen uit dienst treden bij het uitzendbureau en in dienst treden bij de inlener meer dan 6 maanden beslaat.

Wat is het verschil?

  • Bij overgang van onderneming gaan alle rechten en plichten op de nieuwe werkgever over.
  • Bij opvolgend werkgeverschap neemt de opvolgend werkgever alleen  de ketenregeling en de transitievergoeding over.

Dat laatste betekent dat de opgebouwde keten en de opgebouwde periode voor de berekening van de transitievergoeding bij de vorige werkgever wordt voorgezet bij de opvolgend werkgever.

(Bron: Flynth)

Er zijn diverse momenten waarop de waardering van een onderneming of bedrijfsonderdeel een belangrijke rol speelt. Wij zetten ze voor u op een rij

  1. Bedrijf kopen
    Als u erover denkt een bedrijf te kopen en wilt weten wat het bedrijf waard is. De waardebepaling dient als basis van de onderhandeling met de verkopende partij.
  2. Bedrijf verkopen
    Wanneer u besluit uw bedrijf te verkopen en wilt weten wat uw bedrijf waard is. Waardebepaling is een belangrijk onderdeel van het verkoopproces. De uitkomst helpt u bij het maken van de juiste keuzes. In geval van verkoop van een onderneming of bedrijfsovername is een waardebepaling nodig om als uitgangspunt mee te nemen in het proces naar de onderhandelingen.
  3. Bedrijf overdragen
    Een belangrijk element van overdracht binnen de familie is de waardebepaling van de onderneming. Een te lage waardering van de onderneming kan u flink in aanvaring brengen met de fiscus. Het hanteren van een reële prijs is daarnaast van belang voor de rust in de familie.
  4. Bij overlijden
    Bij overlijden is het in verband met de successiewet en mogelijke erfenis van belang om de ondernemingswaarde te bepalen.
  5. Bedrijf herstructureren
    Afhankelijk of de herstructurering fiscale consequenties heeft kijkt de Belastingdienst in meer of mindere mate mee met de waarde die is vastgesteld in verband met het verhangen van activa, activiteiten en of aandelen.
  6. Strategische beslissingen
    Indien u uw onderneming wilt sturen op waarde en haar waardeontwikkeling is het zinvol de waarde, de waardestuwers en de risicofactoren van uw onderneming te bepalen teneinde hierop beleid te kunnen formuleren en om vervolgens na verloop van tijd de ontwikkelingen te kunnen vaststellen.
  7. Waarde van uw bedrijf optimaliseren
    De value drivers bepalen voor een groot deel de waarde van een organisatie. Als ondernemer wilt u deze natuurlijk maximaliseren. Een bedrijfswaardering kan u helpen realiseren wat de belangrijkste value drivers voor uw bedrijf zijn. Vervolgens kunt u hierop sturen en zo een hoger rendement en verkoopwaarde behalen.
  8. Echtscheiding
    U raakt verwikkeld in een echtscheiding en uw partner heeft recht op een deel van de waarde van uw bedrijf.
  9. Geschillen
    U heeft onenigheid met uw zakelijk partner, familieleden of andere belanghebbenden en u wilt de samenwerking beëindigen.

(Bron: ABAB)

Een artikel in het Financieel Dagblad van 3 maart 2017 wees er op dat ruim de helft van de juridische conflicten tussen franchisegevers en franchisenemers gaat over voorspelde winsten en omzetten die niet uitkomen. In dergelijke conflicten is de franchisenemer van mening dat hij met rooskleurige prognoses en mooie verhalen is gelokt.

Wanneer is er sprake van franchise?

De franchiseovereenkomst is een overeenkomst die een bijzondere vorm van samenwerking behelst tussen twee juridisch en economisch zelfstandige (rechts)personen, waarbij de ene persoon (de franchisegever) aan de andere persoon (de franchisenemer) het recht geeft om een zakelijk concept/commerciële formule te gebruiken voor de afzet van goederen en/of diensten. Veel bekende merken worden geëxploiteerd door middel van franchise denk aan McDonalds, Jumbo, Hema, Subway en voor een deel ook Albert Heijn.

Vaak is een onderdeel van de franchiseovereenkomst enerzijds een recht op gebruik van bepaalde intellectuele eigendomsrechten (zoals merken) en de overdracht van knowhow (zoals productkennis) en anderzijds een afnameverplichting bij de franchisegever.

De franchiseovereenkomst is een bijzondere overeenkomst die niet bij wet geregeld is. De franchisewereld kent echter wel een vorm van zelfregulering door middel van de Nederlandse Franchise Code, die partijen van toepassing kunnen laten verklaren op de franchiseovereenkomst. Op dit moment wordt gewerkt aan een wetsvoorstel om de Nederlandse Franchise Code in de wet vast te leggen.

Verantwoordelijkheid voor onjuiste omzetprognoses

Ook al bestaat er vaak geen (contractuele) verplichting tot het overleggen van omzetprognoses, toch wordt dit in de praktijk veel gedaan om de potentiële franchisenemer inzicht te geven in de mogelijkheden die de franchise biedt. Het wil nog wel eens voorkomen dat de geprognosticeerde cijfers niet worden gehaald en dat de franchisegever verweten wordt een te rooskleurig beeld te hebben geschetst.

In 2002 heeft de Hoge Raad in een arrest geoordeeld dat de franchisegever niet hoeft in te staan voor de juistheid van de prognoses, met name indien de prognose door een derde persoon is opgesteld. Daarnaast kan de franchisegever alleen aansprakelijk zijn voor een onjuiste prognose indien de franchisegever wist dat de prognoses ernstige fouten bevatte en hij de potentiële franchisenemer niet op die fouten heeft gewezen.

In 2017 heeft de Hoge Raad een ander arrest gewezen over de aansprakelijkheid bij onjuiste prognoses. In het Street-One arrest wilde een franchisenemer kleding verkopen op twee locaties. Voor beide winkels zijn door de franchisegever van tevoren prognoses overgelegd. Ook deze franchisenemer was van mening dat er sprake was van onjuiste prognoses en eiste schadevergoeding.

De Hoge Raad heeft de regel van het arrest uit 2002 aangehouden, maar wel een aanvulling gegeven. Indien de franchisegever zelf (of een persoon waarvoor hij verantwoordelijk is) het onderzoek uitvoert en de prognose aan de potentiële franchisenemer verstrekt, dan is hij ook aansprakelijk voor fouten in de prognose , zonder dat hij van de fouten wist, indien de fouten in de prognose zijn veroorzaakt door onzorgvuldigheid van de franchisegever.

Bewijslast

Een prognose blijft natuurlijk altijd een verwachting. Dat de geprognosticeerde cijfers niet worden behaald, betekent nog niet dat de prognose onjuist was. Het is aan de franchisenemer om te bewijzen dat de prognose onzorgvuldig is opgesteld. Daarnaast rust op de franchisenemer ook de verplichting om zorgvuldig onderzoek te doen en kritisch te kijken naar de prognose voordat hij de franchiseovereenkomst sluit. Daarbij wordt ook in de Nederlandse Franchise Code benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van de franchisenemer is om als zelfstandig ondernemer een succesvolle onderneming op te zetten.

Conclusie

Er zijn situaties denkbaar waarin de franchisegever voorafgaand aan het sluiten van franchiseovereenkomst een onjuiste prognose verstrekt. De franchisegever kan daarvoor aansprakelijk zijn, maar dit is afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het geval. Daarnaast heeft de franchisenemer ook een eigen onderzoeksplicht. Laat u, voordat u een franchiseovereenkomst aangaat, daarom vooraf goed adviseren over de (on)mogelijkheden.

(Bron: Damsté)

amenwerkingsverbanden tussen ondernemers ontstaan vaak spontaan en groeien verder uit. Vaak regelen partijen niets ‘op papier’, met alle gevolgen van dien als er problemen ontstaan in de samenwerking.

 

Ook al zie je op tegen het opstellen van een overeenkomst en de daarmee gemoeide kosten, een goed contract kan in de toekomst altijd zijn vruchten afwerpen.

 

Opstellen van een overeenkomst

Waar moet je zoal aan denken bij het opstellen van een overeenkomst? In de eerste plaats is de reden van de samenwerking van belang. Wat wil je door middel van samenwerken bereiken? Heb je dit helder voor ogen, dan wordt het eenvoudiger om de samenwerkingsovereenkomst vorm te geven.

Na het noemen van de namen van de partijen volgt in overeenkomsten een considerans. Hier worden de overwegingen omschreven. Doel van de considerans is duidelijk te maken wat de achtergronden van partijen zijn om de overeenkomst te sluiten.

In de overeenkomst kom je verder standaardbepalingen tegen zoals: definities, toepasselijk recht, overgang van rechten, procedures en een geschillenregeling.

 

Duidelijke formulering

Verder is van belang om de rechten en plichten die jij en je contractpartij over en weer hebben duidelijk te formuleren. Wie doet wat? Gaan jullie exclusief met elkaar in zee? Wanneer mogen gemaakte afspraken worden gewijzigd? Wie brengt wat in? Wie is waarvoor aansprakelijk? Hoe wordt de opbrengst verdeeld? En ‘last but not least’, hoe wordt de samenwerking beëindigd. Dit laatste is van groot belang. Regel goed hoe en onder welke voorwaarden jullie uit elkaar gaan. De ervaring leert dat de beëindiging van een samenwerking regelmatig aanleiding geeft tot conflicten.

(Bron: Jan)

Algemene voorwaarden zijn niet verplicht, maar het is wel enorm belangrijk om ze te hebben. Ook moet je ze actueel houden om te zorgen dat ze je als ondernemer optimaal beschermen. Ze kunnen voorkomen dat je onenigheid krijgt over de levering van een product of dienst, de betaling of garantie. Ik zet een aantal belangrijke aandachtspunten op een rij.

1. Minder risico met algemene voorwaarden

Ondernemen is ook risico’s nemen, maar niet onnodig natuurlijk. Met duidelijke en goede algemene voorwaarden sluit je veel risico’s uit. Stel: je hebt een drukkerij en moet voor een winkelketen tassen bedrukken. De leverancier van de tassen levert echter te laat, waardoor je ze niet op tijd klaar hebt. Een flinke kostenpost, tenzij je in je algemene voorwaarden hebt aangegeven dat je niet aansprakelijk bent voor een te late levering buiten jouw schuld om en de eventuele schade die daaruit voortvloeit.

2. Zorg dat je voorwaarden passen bij je dienst of product

Bij het opstellen van voorwaarden kun je gebruikmaken van standaardvoorwaarden. Veel ondernemers gebruiken die van de Kamer van Koophandel of een branchevereniging. Het kan echter noodzakelijk zijn om die voorwaarden aan te passen, omdat ze net niet bij jouw producten of diensten passen. Of omdat bepaalde belangrijke voorwaarden die voor jou gunstig zijn, zoals eigendomsvoorbehoud of retentierecht, niet zijn opgenomen. Dan kunnen extra afspraken in je algemene voorwaarden nodig zijn. Er mogen alleen afspraken in je algemene voorwaarden staan die voor al je klanten gelden. Het enige onderscheid dat je mag maken, is die tussen particuliere en zakelijke klanten.

3. Leg spelregels schriftelijk vast

Ondernemen zonder duidelijke afspraken is niet verstandig. Ook niet als je iemand heel goed kent of al langer zaken mee doet. Leg daarom de belangrijkste spelregels schriftelijk vast in je algemene voorwaarden. Je moet ze wel geldig verklaren en ze fysiek of digitaal ter beschikking stellen aan je klanten, voor of bij het sluiten van de overeenkomst. Bijvoorbeeld door ze af te drukken op de achterkant van de overeenkomst. In je webshop moet je een duidelijke hyperlink opnemen en een klant moet de voorwaarden kunnen opslaan en aangeven dat hij akkoord is. Bespreek je de afspraken alleen mondeling en gaat er iets mis? Dan is het altijd jouw woord tegen dat van de klant. En probeer dan maar eens te bewijzen dat je de ander de mogelijkheid hebt geboden kennis te nemen van de algemene voorwaarden.

4. Geen onredelijke afspraken

Er gelden regels voor wat er in je algemene voorwaarden mag staan. Dat mag je niet helemaal zelf bepalen. Afspraken mogen bijvoorbeeld niet afwijken van het consumentenrecht en je mag geen onredelijke bepalingen opnemen. Bijvoorbeeld dat alleen jij de overeenkomst mag ontbinden en je klant niet. Dat zou onredelijk zijn. In andere gevallen bepaalt de situatie wat onredelijk is. De overheid heeft een zwarte en een grijze lijst gemaakt. Bepalingen op de zwarte lijst zal een rechter als onredelijk bestempelen, die op de grijze lijst als twijfelachtig. Staan er onredelijke afspraken in je voorwaarden, dan ben je waarschijnlijk minder goed beschermd dan je denkt.

5. Voorkomen van onbetaalde facturen

Goede algemene voorwaarden zijn ook cruciaal in je debiteurentraject. Je kunt afspraken opnemen om te voorkomen dat je blijft zitten met onbetaalde rekeningen. Bijvoorbeeld een eigendomsvoorbehoud. Hiermee geef je aan dat het product dat je levert van jou blijft, tot de klant heeft betaald. Of je gebruikt het retentierecht. Dit betekent dat je afspreekt dat je goederen pas teruggeeft of levert, zodra de klant heeft betaald. Heeft een klant bijvoorbeeld een caravan bij je gestald, maar betaalt hij al tijden de huur niet? Dan mag je de caravan in bezit houden tot de klant de huurachterstand heeft voldaan.

6 Zorg dat je algemene voordelen actueel zijn

Heb je je algemene voorwaarden een hele tijd geleden gemaakt? Dan is de kans groot dat ze je niet meer optimaal beschermen. Er zijn namelijk allerlei gebeurtenissen denkbaar die vragen om een aanpassing van je voorwaarden. De meest voor de hand liggende zijn wetswijzigingen waaraan je bedrijf moet voldoen. Verandert de overheid bijvoorbeeld de incassoregels of de wettelijke bedenktijd, dan kan dat gevolgen hebben voor jouw voorwaarden. Maar het kan ook zijn dat juist je bedrijf verandert of de samenstelling van je producten of diensten. Ook dan moet je de algemene voorwaarden op tijd bijwerken.

(Bron: DAS)

De circulaire economie is hot en happening. Het economisch systeem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren, zorgt echter voor een hoop juridische uitdagingen

De wet sluit niet naadloos aan op deze vorm van ondernemen, waarin bedrijfskolommen steeds verder integreren, met name diensten worden geleverd in plaats van goederen en nieuwe vormen van samenwerking worden gezocht. Voordat je echt een nieuwe samenwerking begint, schets ik hieronder de drie valkuilen van circulair ondernemen.

De gekozen samenwerkingsvorm past niet bij het project

Veranderende relaties tussen bijvoorbeeld kopers en leveranciers, vereisen andere samenwerkingsvormen. Vaak gaat het om een samenwerking tussen meer dan twee partners. Kies je voor de aandelenstructuur (een BV) of zoek je naar een flexibeler alternatief, zoals een coöperatie. Of kies je voor een samenwerkingsovereenkomst. In praktijk wordt vaak voor het laatste gekozen. Dat kan gunstig zijn. De samenwerking is misschien nog niet helemaal uitgekristalliseerd en partijen willen makkelijk van elkaar af. Geen aandelenverkoop, gewoon opzeggen. Maar kun je wel zo maar opzeggen? Geeft het contract daar wel mogelijkheid toe? Bovendien kun je – wellicht onbedoeld – een personenvennootschap (een vof) oprichten met alle gevolgen en (hoofdelijke) aansprakelijkheden van dien.

Er is een onevenwichtige machtsverhouding tussen de samenwerkingspartners

Samenwerkingsvormen, of het nu gaat om een aandelenstructuur, een vof of een samenwerkingsovereenkomst, lijken in beginsel uit te gaan van een verhouding waarin beide partners even sterk zijn. Dat is in praktijk meestal niet het geval. Denk bijvoorbeeld aan de start-up die een innovatieve oplossing heeft voor een grote corporate. Al is het voorstel op tafel nog zo evenwichtig, dan nog dient de kleine partij zich bewust te zijn van het feit dat zij de kleinste is.

Wat als de machtigste partij haar verplichtingen niet nakomt? De andere partij zal niet eenvoudig nakoming kunnen afdwingen. Denk bijvoorbeeld aan eventuele afspraken over de vruchten van de samenwerking. Wat als de sterkere partij er met het idee vandoor gaat en dat verder ontwikkelt met een andere contractspartij? Die onevenwichtigheid tussen de contractspartijen dient te worden gewaarborgd in de samenwerkings- of aandeelhoudersovereenkomst. Ook hier geldt: beter van tevoren goed over nagedacht, dan achteraf naar je geld op jacht.

De risicoverdeling is onduidelijk

Een nieuwe rol in de keten betekent ook dat je als ondernemer te maken krijgt met andere rechten en verplichtingen. Anders dan voorheen, ben je niet slechts leverancier, inkoper of dienstverlener, je bent ook mede-ontwikkelaar. Met alle risico’s van dien. Sluiten je algemene inkoop- of verkoopvoorwaarden nog wel aan op je nieuwe rol in de keten? Is er sprake van afval, bijproduct of van een product? Want voor al die verschillende zaken, geldt immers een ander wettelijk aansprakelijkheidsregime.

De wettelijke regeling voor overeenkomsten gaat bovendien in beginsel uit van een tweepartijenovereenkomst. Er zijn wel een aantal bepalingen voor overeenkomsten met meer partijen, maar die zijn vrij beperkt. Bovendien geldt bij circulaire ondernemingen ook nog vaak dat het gaat om een meerpartijenovereenkomst waarbij alle partijen van elkaar afhankelijk zijn. Wat als een van de samenwerkingspartners ermee stopt en de keten wordt doorbroken. Eindigt de samenwerking tussen de andere partners dan ook?

Leg afspraken goed vast

Meer dan ooit zijn heldere afspraken en de vastlegging daarvan nodig om juridische risico’s te kunnen controleren. Contracteren in de circulaire economie is maatwerk en in veel gevallen ontbreekt een specifieke wettelijke regeling. Leg daarom de gemaakte afspraken goed vast en laat je daarover adviseren.

(Bron: DVAN)

De Nederlandse wet bevat een limitatieve opsomming van bepaalde financieel risicovolle handelingen waarbij een gehuwde vóór het verrichten van de handeling de toestemming nodig heeft van diens wederhelft.

Zo heeft een gehuwde bijvoorbeeld toestemming nodig als hij/zij in privé een hypotheek wil afsluiten.

De gedachte van de wetgever is dat echtgenoten tegen elkaar en tegen zichzelf moeten worden beschermd. Mocht het overleg met het thuisfront uitblijven en er wordt een hypotheekrecht aan de bank verstrekt, dan kan de andere echtgeno(o)t(e) de overeenkomst met de bank vernietigen op grond van het ontbreken van toestemming.

uitzondering

De wet maakt ook een uitzondering op dit toestemmingsvereiste, namelijk als:

  1. De hypothecaire geldlening niet wordt aangegaan ten behoeve van de privésfeer, maar voor “de normale uitoefening van het bedrijf”
  2. De vennootschap in kwestie een B.V. of N.V. is
  3. De echtgeno(o)t(e) alleen of samen met medebestuurders de meerderheid van de aandelen houdt

normale uitvoering van het bedrijf

Wanneer echter sprake is van een “normale uitoefening van het bedrijf”, is niet altijd eenduidig. Een verrichte handeling door de vennootschap, die niet direct als vreemd kan worden bestempeld, maakt nog niet dat het onder de normale bedrijfsuitoefening van de vennootschap valt.

De Hoge Raad oordeelde vorig jaar nog dat een borgstelling voor een overbruggingskrediet, dat enkel werd gebruikt om een faillissement van het bedrijf te voorkomen, niet kon worden aangemerkt als een handeling die behoorde tot de normale uitoefening van het bedrijf.

Dit criterium brengt dan ook nog steeds de nodige rechtspraak met zich mee. Zo oordeelde een rechter van de rechtbank Gelderland recentelijk juist het tegenovergestelde. De casus luidde als volgt:

Twee gezamenlijke directeuren, beiden gehuwd, waren hoofdelijk een hypothecaire geldlening aangegaan ter financiering van de aankoop van een bedrijfswoning. Vijf jaar later ging het bedrijf failliet. De bank ging over tot executie van het pand, ten gevolge waarvan de echtgenoten overgingen tot vernietiging van de onderliggende overeenkomst. De bank was hier uiteraard niet blij mee en betoogde dat er geen toestemming was vereist, omdat de aangegane hoofdelijke aansprakelijkheid onder de normale bedrijfsuitoefening van de vennootschap viel.

In deze situatie was de woning aangekocht om als bedrijfswoning dienst te doen. De bestemming van de woning was dan ook met medewerking van de gemeente gewijzigd. Ook waren er vijf vaste werknemers van het bedrijf in de woning gevestigd.

Uit het uittreksel van de Kamer van Koophandel bleek bovendien dat het aankopen en beheren van onroerend goed tot de activiteiten van het bedrijf behoorden. Andere onroerende goederen waren reeds eerder aangekocht met hetzelfde doel. De rechtbank oordeelde dat de aankoop van de woning onder deze omstandigheden paste binnen de gangbare, gebruikelijke activiteiten van het bedrijf.

De handtekeningen van de echtgenoten voor het sluiten van de overeenkomst met de bank waren dus niet vereist, waardoor zij geen beroep konden doen op vernietiging. Voor de bestuurders had dit als gevolg dat zij de restschuld bij de bank hoofdelijk dienden te vergoeden.

conclusie

De vraag of een persoonlijke zekerheidsstelling is aangegaan ten behoeve van de normale bedrijfsuitoefening kan dus grote gevolgen met zich meebrengen.

Bij een ontkennende beantwoording van deze vraag heeft de andere echtgeno(o)t(e) veel in de melk te brokkelen.

Maar wanneer de handelende echtgeno(o)t(e) een hypotheek bij nader inzien ook liever kwijt is dan rijk, kan het ontbreken van de toestemming juist voordelig uitpakken: de niet handelende gehuwde vernietigt de overeenkomst en de situatie wordt weer teruggedraaid naar hoe die was. Maar als er sprake is van een gebruikelijke bedrijfsactiviteit, zal deze uitvlucht waarschijnlijk geen optie zijn…

(Bron: DVAN)

Is uw echtgenoot of partner ook aansprakelijk?

Gaat uw bedrijf failliet of heeft u schulden? Als u getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap heeft, kan het zijn dat uw partner ook aansprakelijk is.

Hoe zit het met de aansprakelijkheid?

Uw aansprakelijkheid is afhankelijk van de rechtsvorm van uw bedrijf. Een ander belangrijk aspect is uw burgerlijke staat. Binnen een ‘regulier’ huwelijk of een geregistreerd partnerschap en een eenmanszaak of vof, is er geen verschil tussen privé- en ondernemingsvermogen. Bent u in gemeenschap van goederen samen en gaat u failliet? Dan zijn zowel u als uw partner aansprakelijk met uw privévermogen. Bekijk onderstaande aandachtspunten.

De juiste rechtsvorm kiezen

Bij de ene rechtsvorm loopt uw partner meer risico dan bij de ander.

Trouwen op huwelijkse voorwaarden

In huwelijksvoorwaarden zet u afspraken over bijvoorbeeld de verdeling van de bezittingen, de inkomsten en pensioenrechten. U kunt bijvoorbeeld het bedrijf op uw naam zetten en het huis op de naam van uw partner. U verkleint dan het risico dat de bank uw huis verkoopt als het slecht gaat met uw bedrijf. In dat geval is het noodzakelijk om zowel de hypotheek als huis op dezelfde persoon af te sluiten. Zorg voor daadwerkelijke jaarlijkse verrekening volgens de akte om de huwelijkse voorwaarden in stand te houden.

Procedure opstellen huwelijkse voorwaarden

De procedure voor het opstellen van huwelijkse voorwaarden voordat u trouwt, is simpel. U vraagt een notaris om huwelijkse voorwaarden op te stellen. De notaris zorgt voor inschrijving van de huwelijkse voorwaarden in het huwelijksgoederenregister. De huwelijkse voorwaarden gelden vanaf het moment van uw huwelijk.

Achteraf omzetten naar huwelijkse voorwaarden

Bent u langer dan 1 jaar getrouwd? In dat geval kan de notaris alsnog huwelijkse voorwaarden opstellen. Dankzij een wetswijziging is de toestemming van de rechtbank niet meer nodig voor wijziging of opstellen van huwelijkse voorwaarden tijdens het huwelijk.

In de ‘nieuwe’ wet die geldt vanaf 2012 worden eventuele schuldeisers alsnog beschermd. Wil men het huwelijk wijzigen in een huwelijk met huwelijkse voorwaarden? Dan dienen beide echtgenoten zich hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor alle gemeenschapsschulden die er op de datum van wijziging van het huwelijk zijn.

Man-vrouwfirma

Zit u samen met uw man of vrouw in een vof, dan bent u beiden ondernemer en aansprakelijk met uw privévermogen. In die situatie biedt trouwen onder huwelijksvoorwaarden nauwelijks bescherming. U bent allebei met uw privévermogen aansprakelijk bij eventuele schulden.

Huwelijksvoorwaarden opheffen

Heeft u uw bedrijf verkocht of bent u gestopt en gaat u met pensioen? Dan kan het voordelig zijn om de huwelijksvoorwaarden om te zetten naar een wettelijke gemeenschap van goederen. Uw erfgenamen betalen dan minder successierechten als u overlijdt.

(Bron: Kamer van Koophandel)