All posts in Kennisbank voor de eenmanszaak of vof, juridisch, ondernemingsrecht

Als u gaat samenwerken met andere bedrijven, is het handig om afspraken met elkaar te maken. Soms is het verstandig een rechtsvorm te kiezen voor uw samenwerking. Welke het beste bij u past, hangt van uw situatie en wensen af. Stel uzelf 10 vragen en kies dan de juiste rechtsvorm.

Tien vragen voordat u een rechtsvorm kiest

  1. Is de samenwerking eenmalig of voor onbepaalde tijd?
  2. Hoe intensief is de samenwerking? Worden al uw zakelijke activiteiten ondergebracht in een samenwerkingsverband? Of betreft het slechts een deel en hebben partners daarnaast ook een eigen onderneming?
  3. Heeft u als doel om geld te verdienen (winstoogmerk) of werkt u samen uit idealisme?
  4. Accepteert u dat u aangesproken kunt worden op verplichtingen die uw compagnon of partner aan gaat? Tot hoe ver mag dat gaan? Of wilt u de aansprakelijkheid beperken?
  5. Welke omzet verwacht u? De hoogte van de omzet bepaalt voor een belangrijk deel welke rechtsvorm fiscaal het meest interessant is.
  6. Onder welke naam wordt naar buiten getreden; wie mogen de contracten met klanten sluiten: de individuele partners of compagnons, of het collectief?
  7. Gaan de partners of compagnons zich zelf bezighouden met de dagelijkse bedrijfsvoering van de samenwerking, of sturen zij alleen op afstand?
  8. Is het de bedoeling vermogen op te bouwen binnen het samenwerkingsverband? Zo ja hoe wordt dit verdeeld?
  9. Komen er regelmatig nieuwe leden bij of stappen bestaande leden uit? Wanneer kan dat en tegen welke vergoeding?
  10. Hoe belangrijk is het om het samenwerkingsverband overdraagbaar te maken of op een bepaald moment te kunnen verkopen?

Mogelijke juridische vormen

Er zijn veel juridische vormen mogelijk die elk voor- en nadelen hebben. Daarom is het goed om op een rijtje te hebben wat voor u en uw partners belangrijk is. Kies vervolgens de rechtsvorm die u het meeste biedt. Let goed op fiscale verschillen en aansprakelijkheid.

Contracten en andere mogelijkheden

Wanneer de samenwerking kortdurend of eenmalig is, kunt u ook een gelegenheidscontract opstellen. Ook zijn er combinaties van rechtsvormen mogelijk, bijvoorbeeld een VOF en een BV. En tot slot is er ook nog een aantal meer ‘exotische’ rechtsvormen die vooral in bepaalde branches populair zijn. Een voorbeeld hiervan is de Engelse LLP, die kenmerken heeft van zowel VOF als BV en die om die reden populair is bij zakelijke dienstverleners als advocaten en accountants. U heeft dus veel mogelijkheden.

(Bron: Kamer van Koophandel)

Een bedrijfsovername biedt voordelen ten opzichte van het zelf starten van een bedrijf. U bent vaak direct verzekerd van een inkomen, klantenbestand, naamsbekendheid en bedrijfspand. Maar er komt ook veel bij kijken. Waar moet u aan denken voordat u een bedrijf overneemt? Met welke regels en vergunningen krijgt u te maken? 10 belangrijke stappen voor het overnemen van een bedrijf.

1. Bekijk welke bedrijfsovername bij u past

De ene overname is de andere niet. Moet u op zoek naar een bedrijf? Of neemt u het bedrijf van uw familielid of van uw werkgever over? Lees meer over de verschillende soorten bedrijfsovernames.

2. Stel een profiel op en zoek kandidaatondernemingen

Zoek aan de hand van een profiel potentiële kandidaatondernemingen en benader deze. De Kamer van Koophandel geeft u een aantal tips bij de koop van een bedrijf.

3. Ga na of een geleidelijke bedrijfsovername iets voor u is

Misschien wilt u een bedrijf overnemen, maar niet ineens. Bijvoorbeeld omdat u dat niet in 1 keer kunt financieren. Of omdat u nog wilt leren van de ervaring van de verkoper. Een geleidelijke bedrijfsovername kan op verschillende manieren.

4. Onderhandel over de overnameprijs

Wat is de overnameprijs? En welke inventarisgoederen neemt u over? De overnameprijs moet kloppen met de waarde van het bedrijf. U kunt om een boekenonderzoek vragen, een ‘due diligence’. Zo krijgt u meer inzicht in bijvoorbeeld cijfers, klanten en contracten.

5. Zoek uit hoeveel werknemers een arbeidscontract hebben

Als u een bedrijf overneemt, dan neemt u ook het personeel over. Uitgangspunt bij de overname is dat er voor het personeel niets verandert. Lees meer over de regels voor personeel bij bedrijfsovername.

6. Stel een overnamecontract op

Neem afspraken over de overname op in een contract. U kunt hierin een ontbindingsclausule opnemen. De overname gaat dan niet door als u bijvoorbeeld geen financiering of vergunningen kunt krijgen. Eventuele geschillen kunt u op basis van het contract oplossen.

7. Ga op zoek naar financiering

Heeft u zelf het geld niet om het bedrijf over te nemen? Dan moet u dat lenen bij uw familie, of bij een bank of investeerder. Mogelijk komt u ook in aanmerking voor een subsidie of andere regeling.

8. Regel belastingzaken met de Belastingdienst

Bij het overnemen van een bedrijf moeten u en de verkoper een aantal belastingzaken regelen. De verkoper maakt bijvoorbeeld de balans op en rekent af met de Belastingdienst. Dit heet fiscaal afrekenen.

9. Erft u een onderneming of krijgt u er een geschonken? Betaal dan erfbelasting of schenkbelasting

Als u een onderneming erft of geschonken krijgt en u zet deze voort, dan kunt u gebruikmaken van de bedrijfsopvolgingsregeling. U betaalt dan minder of geen erf- of schenkbelasting.

10. Ga na wat u allemaal wilt overnemen van de verkoper

Denk aan:

  • Bedrijfsruimte: Gaat het om een huurpand? Dan moet de verhuurder hiermee akkoord gaan.
  • Intellectuele eigendomsrechten: Dit kunnen handelsnamen, auteurs- en modelrechten, merk-, octrooi- en kwekersrechten zijn.
  • Vorderingen en schulden: Wat spreekt u af als de verkoper zijn schulden niet (geheel) betaald heeft op de datum van overname? Neemt u de schulden en vorderingen over? Maak afspraken voor het geval de schulden onverwachts groter blijken te zijn.
  • Lopende rechtszaken, productaansprakelijkheid en verleende garanties.
  • Lopende contracten, telefoonnummers en abonnementen: Moet de verkoper nog iets regelen om de contracten op u over te laten gaan?

(Bron: Kamer van Koophandel)

De man-vrouwfirma is een speciale vorm van de vennootschap onder firma (vof) en bestaat uit partners die samen een bedrijf starten. De oprichting is wel aan een aantal voorwaarden gebonden en heeft fiscaal gezien zowel voor- als nadelen. Lees daarom deze checklist over het oprichten van een man-vrouwfirma.

Wat is een man-vrouwfirma?

Een man-vrouwfirma is een variant van de vennootschap onder firma (vof), waarbij de vennoten of firmanten partners van elkaar zijn. De term man-vrouwfirma is overigens behoorlijk gedateerd en stamt nog uit de tijd dat een echtpaar uit een man en een vrouw bestond. Deze rechtsvorm slaat inmiddels dus op alle echtparen, ongeacht sekse. De regels en oprichtingseisen zijn verder in principe gelijk aan die van een vof.

Wat zijn ook alweer de regels van een vof?

Een vennootschap onder firma (vof) is een rechtsvorm waarbij je samen met andere ondernemers een bedrijf start. Het is de bedoeling dat alle vennoten iets inbrengen in de op te richten onderneming. Het gaat hier in veel gevallen om een geldbedrag, maar de inbreng kan bijvoorbeeld ook bestaan uit specifieke goederen of arbeidsuren.

Alle ondernemers in een vof betalen inkomstenbelasting over hun eigen winst. Elke vennoot die aan de eisen voor het ondernemerschap voldoet, geldt voor de Belastingdienst als ondernemer. En kan vervolgens gebruikmaken van de fiscale aftrekposten als de zelfstandigenaftrek, investeringsaftrek, MKB-winstvrijstelling en de fiscale oudedagsvoorziening.

Voor de btw gelden dan weer andere regels: in dit geval wordt de vof als één ondernemer gezien. Als je met z’n tweeën een vof vormt, ben je dus allebei ondernemer voor de inkomstenbelasting, maar is de vof ondernemer voor de btw. Als je personeel in dienst neemt, komen de loonheffingen van de werknemers voor rekening van de vof, niet voor de afzonderlijke vennoten.

Hoe richt je een man-vrouwfirma op?

Net als bij een eenmanszaak volstaat de oprichting met een inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KvK). Bij een vof is het gebruikelijk om met de andere vennoten afspraken te maken en een contract af te sluiten over de oprichting, winstverdeling, algemene doelstellingen en de verdere bedrijfsvoering. Bij een man-vrouwfirma is dit vaak wat overzichtelijker omdat het partners betreft, maar het kan nooit kwaad om bij een notaris langs te gaan om je voor te laten lichten over een vennootschapscontract.

Wat zijn de voordelen van een man-vrouwfirma?

Het grootste voordeel van de man-vrouwfirma is dat beide partners gebruik mogen maken van de beschikbare fiscale voordelen voor ondernemers, zoals de zelfstandigenaftrek. Dit is een groot verschil ten opzichte van een situatie waarbij de ene partner ondernemer is en de andere partner diens medewerker. Voorwaarde is wel dat beide partners voldoen aan de eisen van het ondernemerschap. Een partner die niet voldoet aan het urencriterium van 1225 uur, komt niet in aanmerking voor de ondernemersregelingen.

Wat zijn de overige voorwaarden?

Een andere voorwaarde is dat het werk gelijkwaardig moet zijn. De partners moeten volwaardig zijn en op hetzelfde niveau (mee)werken in de onderneming. Een veel gebruikt voorbeeld is de relatie tussen een tandarts en zijn assistente. Ze zijn getrouwd en werken samen in een vof. Toch kunnen ze geen man-vrouwfirma oprichten omdat ze geen gelijkwaardig werk verrichten: de ‘ondersteunende’ werkzaamheden van de partner zijn niet voldoende.

Een dokterspraktijk waarin beide echtelieden huisarts zijn, voldoet dan juist wel weer aan de eisen. De Belastingdienst let scherp op deze voorwaarden in verband met de dubbele zelfstandigenaftrek. Zorg er dus voor dat je aan alle voorwaarden voldoet om naheffingen of boetes te voorkomen.

Heeft deze constructie ook nadelen?

Een nadeel van een man-vrouwfirma is dat beide partners hoofdelijk aansprakelijk zijn en dat eventuele schuldeisers dus aanspraak kunnen maken op beide privé-vermogens, óók wanneer ze niet in gemeenschap van goederen zijn getrouwd. Dit komt omdat een vof, en dus ook de man-vrouwfirma, geen rechtspersoon is. Elke partner in een vof is met zijn persoonlijke vermogen dus hoofdelijk aansprakelijk voor het geheel van de schulden van de firma.

Onlangs kregen wij via één van de IT-notarissen waar we mee samenwerken de vraag van een accountant door, die wilde weten of het ook mogelijk is om een pandrecht te vestigen op een merk. Dit is uiteraard mogelijk, hieronder volgt een uitleg van de procedure.

Merk

Met een merk kunt u uw producten of diensten onderscheiden van die van uw concurrenten. Een merk wordt pas beschermd, nadat het is geregistreerd. Hoe werkt een dergelijke registratie?

Een merk kan worden geregistreerd bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE). Door deze registratie krijgt u het exclusieve recht op het gebruik van het merk voor bepaalde producten en diensten binnen de Benelux. De inschrijving is in eerste instantie 10 jaar geldig, maar deze kunt u na 10 jaar verlengen. U dient wel zelf uw merk actief in stand te houden in de markt. Tijdens de registratieperiode wordt u merk beschermd.

Pandrecht op een merk

We nemen het voorbeeld van een webwinkelier die een beeldmerk houdt en voor een investering een externe geldschieter inzet. Deze webwinkelier kan het beeldmerk bij notariële of onderhandse akte in onderpand geven aan de investeerder. Wanneer de webwinkelier zijn verplichting tot terugbetalen van de lening van de investeerder niet nakomt, kan de investeerder op grond van de pandakte het beeldmerk te gelde maken en zorgen voor de voldoening van zijn vordering.

Een pandrecht op een merk heeft pas derdenwerking na inschrijving van de pandakte in het merkenregister. Indien dit niet gebeurt, heeft het pandrecht alleen werking tussen een pandgever en een pandhouder.

De webwinkelier moet de houder van het merkenrecht zijn om het in pand te kunnen geven. Dit is terug te vinden in het register op de website van de Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE). Indien de webwinkelier inderdaad houder van het merk blijkt, kan hij een authentieke of onderhandse pandakte laten opstellen, waarin duidelijk welk merk wordt verpand.

Vervolgens dient deze pandakte te worden ondertekend door de webwinkelier en de investeerder. De getekende akte moet worden gestuurd naar het BBIE, die de verpanding in het register inschrijft. De webwinkelier kan vanaf het moment van deze inschrijving niet meer zonder de toestemming van de investeerder het merk overdragen of opzeggen.

Het is dus van belang om zeker te stellen dat de verpanding is geregistreerd bij het BBIE. Wanneer dit niet is gebeurd, kan de webwinkelier nog steeds het BBIE overdragen of opzeggen. Het BBIE kent het bestaan van de pandakte immers niet. Natuurlijk kan de investeerder dan verhaal halen bij de webwinkelier, maar zijn onderpand is hij kwijt.

(Bron: www.it-jurist.nl)

De Auteurswet beschermt automatisch werken van letterkunde, wetenschap of kunst. De bescherming gaat in op het moment dat het werk tot stand komt. Voorwaarde is dat het werk origineel is.

Auteursrecht kost niets en de bescherming is internationaal. Makers hoeven hun werk niet te registreren of te deponeren. Het auteursrecht vervalt 70 jaar na het overlijden van de maker.

  • Werken waarop auteursrechtelijke bescherming kan rusten: teksten, kunstwerken, brochures, video’s en ander promotiemateriaal, software, foto’s, sieraden, tekeningen, schaalmodellen en bouwwerken.
  • Werken waarop geen bescherming rust: catalogi, gebruiksaanwijzingen, dienstregelingen, theaterprogramma’s en telefoongidsen.

Collectieve beheersorganisatie (cbo)

De meeste auteurs (waaronder ook componisten, muzikanten en filmmakers) oefenen hun auteursrechten uit via een collectieve beheersorganisatie (cbo). Voorbeelden zijn Buma/Stemra, Sena, Videma, Stichting Reprorecht en Stichting de Thuiskopie. Deze cbo’s zijn aangesloten bij de Vereniging van Organisaties die Intellectueel eigendom Collectief Exploiteren (VOI©E).

Toezicht

Het College van Toezicht Auteursrechten (CvTA) houdt toezicht op een aantal van deze collectieve beheersorganisaties.

Klachten

Hebt u als gebruiker van auteursrechtelijk beschermd werk een klacht over een van deze cbo’s? Dan neemt u eerst contact op met die organisatie. Elke organisatie heeft een eigen geschillenregeling. Als de organisatie uw klacht niet (correct) afhandelt, kunt u zich wenden tot VOI©E. Als de cbo is aangesloten bij De Geschillencommissie, kunt u ook de Geschillencommissie Auteursrechten Zakelijk inschakelen.

(Bron: Ondernemingsplein)

Leg schriftelijk vast hoe bestuurders onderling moeten besluiten, voordat zij de vennootschap naar buiten toe kunnen binden

Indien er meerdere bestuurders zijn, kan er onenigheid ontstaan over wie wat mag beslissen. Als al die bestuurders dan ook nog eens zelfstandig bevoegd zijn om de vennootschap te vertegenwoordigen, dan kan het lastig of zelfs onmogelijk zijn om bepaalde handelingen terug te draaien. Het is dus zaak om de besluitvorming binnen het bestuur aan bepaalde regels te onderwerpen. Hoe belangrijk dat is, blijkt uit een recente uitspraak van het Hof Amsterdam.

De situatie

Wat was het geval? X en Y (de voormalig schoonzoon van X) zijn samen (indirect) bestuurder van een vennootschap (‘Z’) en in die hoedanigheid beiden bevoegd om Z zelfstandig te vertegenwoordigen. Zij houden (indirect) ook ieder 50% van de aandelen in Z.

In Z wordt een pand geëxploiteerd. De huurder, waarvan de huidige schoonzoon van X bestuurder is, kan de huur niet opbrengen en vraagt Z om een betalingsregeling. Aangezien X en Y beiden zelfstandig bevoegd bestuurder zijn, stemt X namens Z in met die betalingsregeling. Vervolgens wordt die betalingsregeling niet nagekomen. Y wil rechtsmaatregelen treffen richting de huurder, maar X werkt hier niet aan mee en wijst Y op de getroffen betalingsregeling.

Y ziet geen andere mogelijkheid dan om in rechte te vorderen dat X zijn medewerking verleent aan het namens Z treffen van rechtsmaatregelen. De rechtbank en in hoger beroep ook het Hof wijzen die vorderingen (grotendeels) toe, maar alleen omdat X de huurder niet (actief) aan de betalingsregeling wilde houden en geen redelijk denkend bestuurder dit zou nalaten.

Conclusie

Z wordt dus in principe gebonden door de handelingen van X en ook Y moet zich daaraan houden. Y kan dus niet zomaar de handelswijze van X naast zich neerleggen en zijn eigen weg kiezen. Uit de uitspraak van het Hof kan overigens worden afgeleid dat, indien de huurder de betalingsregeling gewoon was nagekomen, de vorderingen van Y (in hoger beroep) zouden zijn afgewezen. Het treffen van de betalingsregeling was namelijk niet zodanig dat een redelijk denkend bestuurder deze niet zou zijn aangegaan. Zoals zo vaak zijn de omstandigheden van het geval beslissend.

Afsluitend

Zijn er meerdere bestuurders, onderzoek dan goed hoe de vertegenwoordiging is geregeld en maak onderling afspraken over hoe de bestuurders onderling moeten overleggen voordat zij verplichtingen met derden aangaan. In dergelijke gevallen kan een directiereglement uitkomst bieden, maar minstens zo belangrijk is in welke mate de gemaakte afspraken worden nageleefd. Gebeurt dit niet of onvoldoende, dan is de gang naar de rechter vaak de enige mogelijkheid. Zelfs dan ligt het er nog maar aan of eerdere toezeggingen van andere bestuurders kunnen worden terug gedraaid of in strijd daarmee mag worden gehandeld.

(Bron: Pellicaan)

Uw vennootschap onder firma (vof) heeft zijn langste tijd gehad. Tijd om uw vof op te heffen of op te houden als vennoot. Uw besluit doorgeven aan de Kamer van Koophandel is een stap, maar er komt veel meer bij kijken.

Opzeggen

Als u uittreedt als vennoot, meldt u dit schriftelijk aan uw medevennoten, liefst per aangetekende brief. Uw opzegtermijn vindt u meestal in het vennootschapscontract. Als er geen vennootschapscontract is, moet u een redelijke termijn aanhouden, meestal 1 of 2 maanden. Als uw medevennoten ook willen stoppen, kunt u gezamenlijk beslissen de vennootschap op te heffen. In dat geval geldt geen opzegtermijn. Wel kunt u het best de ontbinding en de voorwaarden vastleggen in een brief, en deze door alle vennoten laten ondertekenen.

Financiële gevolgen

Als u stopt met uw vennootschap moeten u en uw vennoten een eindbalans (laten) opmaken. Hierin staat hoe het vermogen van de firma wordt vereffend en verdeeld. Als iemand de onderneming voortzet moet u de waarde van de goodwill (laten) berekenen en regelen wat er wordt overgenomen. In een vennootschapscontract staat dit vaak beschreven in een voortzettingsbeding.

Andere verplichtingen

Opzeggen als vennoot en opmaken van de balans zijn niet de enige verplichtingen bij het stoppen van een bedrijf. Zo zijn er nog regels over wat er met uw administratie moet gebeuren en over het ontslaan van personeel. Maar u moet ook afrekenen met de Belastingdienst.

Geschillen

Hoe goed u het ook kunt vinden met uw vennoten, toch kan er verschil van mening ontstaan over de beëindiging van uw vennootschap onder firma. Vaak staat in het vennootschapscontract hoe u moet omgaan met zulke geschillen. Heeft u hier niets over afgesproken? Dan kunt u hier alsnog afspraken over maken, bijvoorbeeld door af te spreken dat u bindend advies vraagt aan een deskundige of deskundigen. Bij al uw vragen kunt u advies vragen aan een deskundige, zoals een accountant.

(Bron: Kamer van Koophandel)

Samen met andere ondernemers een bedrijf beginnen?

Wilt u samen met andere ondernemers een bedrijf beginnen? Dan kunt u bijvoorbeeld kiezen voor een vennootschap onder firma (vof). Alle vennoten brengen iets in de vof. Bijvoorbeeld geld, goederen of arbeid. Een minimumkapitaal is niet nodig.

Oprichting vof: het vennootschapscontract

Stel een vennootschapscontract op, met afspraken over bijvoorbeeld de bevoegdheden van de vennoten, inbreng en verdeling van de winst Een onderling opgestelde overeenkomst is ook geldig. U hoeft hiervoor niet naar de notaris. Een juridisch adviseur, advocaat of een accountant kunnen u ook  helpen bij het opstellen. Doormiddel van een overeenkomst regelt u de onderlinge spelregels.

De vof en aansprakelijkheid

Als vennoot kunt u persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor de schulden van de vof. Ook als een andere vennoot deze heeft gemaakt. De schuldeisers van de zaak kunnen in eerste instantie terecht bij het vermogen van de zaak. Als dit onvoldoende is, kunnen zij aanspraak maken op het privé-vermogen van u en uw echtgenoot. U beperkt de aansprakelijkheid van uw echtgenoot door huwelijkse voorwaarden op te stellen. Als uw vennoot privé-schulden heeft, dan kunnen zijn schuldeisers niet terecht bij uw privé-vermogen, of het zakelijk vermogen van de vof.

Vof inschrijven bij de KvK

U moet uw vof inschrijven in het Handelsregister van de KvK. U kunt in het vennootschapscontract afspreken dat de individuele vennoten tot een bepaald bedrag contracten mogen aangaan namens de vof. Bijvoorbeeld maximaal 10.000 euro. Als u deze beperking van de tekenbevoegdheid inschrijft in het Handelsregister, dan geldt deze ook tegenover derden. Zo weten de vennoten precies voor welke bedragen ze mogen tekenen én kunnen zakenpartners dit controleren in het Handelsregister. Als een onbevoegde vennoot een contract sluit, dan is niet de vof, maar de vennoot zelf aansprakelijk.

Vof en belastingen

De vennoten betalen inkomstenbelasting over hun eigen deel van de  winst. Iedere vennoot is zelfstandig ondernemer en heeft recht op aftrekposten en vrijstellingen zoals ondernemersaftrek, investeringsaftrek en fiscale oudedagsvoorziening. Meer over belastingen.

Man-vrouwfirma

Een man-vrouwfirma is een vof tussen partners. Als de Belastingdienst de beide partners als zelfstandig ondernemer ziet, dan levert dit dubbel belastingvoordeel op. Nadeel van een man-vrouwfirma is dat beiden aansprakelijk zijn met hun privé-vermogen en huwelijkse voorwaarden dus geen effect hebben. De belastingdienst kijkt extra streng bij man-vrouwfirma’s of beide partners daadwerkelijk ondernemers zijn voor de Inkomstenbelasting. De werkzaamheden moet op gelijkwaardig niveau liggen.

Sociale zekerheid en verzekeringen

Als vennoot krijgt u AOW na uw 65ste. Aanvullend pensioen verzorgt u zelf. Begin hier zo vroeg mogelijk mee, want dan is de premie nog betaalbaar. U kunt geen beroep doen op de Ziektewet, WW of WIA. Sluit daarom zelf een arbeidsongeschiktheidsverzekering af. Voor ziektekosten is de basisverzekering verplicht. Hiervoor betaalt u premie aan uw ziektekostenverzekeraar en een bijdrage via uw belastingaangifte.

Uittreden of overlijden van een vennoot

Als een vennoot stopt of overlijdt, dan eindigt de vof. Wilt u dat de vof toch blijft bestaan na het wegvallen van een vennoot? Regel dit dan in het vennootschapscontract doormiddel van een verblijvens- of overnamebeding. De vof kan dan bijvoorbeeld doorgaan met een nieuwe vennoot, of als eenmanszaak.

Ontbinding en vereffening

Na ontbinding van een vof betalen de vennoten de schulden en krijgen ze hun aandeel terug in natura of geld (‘vereffening’). Het restant wordt op basis van ieders winstaandeel verdeeld. Als er voor het afbetalen van de schulden te weinig liquide middelen zijn, dan moeten de vennoten bijstorten (op basis van het aandeel in het verlies).

(Bron: Kamer van Koophandel)

Bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) kunt u een merk registreren. Door deze registratie krijgt u het exclusieve recht op het gebruik van het merk voor bepaalde producten en diensten binnen de Benelux. De inschrijving is in eerste instantie 10 jaar geldig, maar deze kunt u na 10 jaar verlengen. U dient wel zelf uw merk actief in stand te houden in de markt. Een merk is overdraagbaar, wat is daarvoor nodig?

Een merk kan worden overgedragen middels een onderhandse akte. Wil de overnemende partij er voor zorgen, dat hij ook dezelfde bescherming geniet als de overdragende partij, dan dient dit ook geregeld te worden bij het BBIE. Hiertoe kan een standaardformulier worden ingevuld, welke te downloaden is op de website van het BBIE.

In de onderhandse akte kunnen afspraken gemaakt worden inzake een vergoeding voor de overdracht. Als het om een groot bedrag gaat, is het mogelijk om dit via een derdengeldenrekening van een IT-notaris te laten lopen. In dat geval maakt de koper het bedrag over op deze derdengeldenrekening en stort de IT-notaris dit bedrag op de rekening van de verkoper, zodra het register van het BBIE is aangepast. De IT-notaris heeft hiervoor een speciaal protocol opgesteld.

Ook kunnen er in de onderhandse akte afspraken gemaakt worden inzake gerelateerde rechten, zoals auteursrechten en domeinnamen, die mogelijk betrekking hebben op het merk. Indien de overdragende partij nog wel het merk mag blijven gebruiken, is het mogelijk om in deze akte een licentierecht te verstrekken.

Daarnaast is het goed om afspraken te maken inzake garanties, vrijwaringen en eventueel een boetebepaling, in geval de overdragende partij na overdracht onrechtmatig gebruik maakt van het merk.

U kunt ten slotte overwegen om uw merk over te dragen aan een afzonderlijke IE-holding, om te voorkomen dat bedrijfsrisico’s in de werkmaatschappij er voor zorgen, dat merkenrechten in een failliete boedel terechtkomen.

(www.it-jurist.nl)

Is uw echtgenoot of partner ook aansprakelijk?

Gaat uw bedrijf failliet of heeft u schulden? Als u getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap heeft, kan het zijn dat uw partner ook aansprakelijk is. Lees hier meer over de aansprakelijkheid van uw echtgenoot of partner.

Hoe zit het met de aansprakelijkheid?

Uw aansprakelijkheid is afhankelijk van de rechtsvorm van uw bedrijf. Een ander belangrijk aspect is uw burgerlijke staat. Binnen een ‘regulier’ huwelijk of een geregistreerd partnerschap en een eenmanszaak of vof, is er geen verschil tussen privé- en ondernemingsvermogen. Bent u in gemeenschap van goederen samen en gaat u failliet? Dan zijn zowel u als uw partner aansprakelijk met uw privévermogen. Bekijk onderstaande aandachtspunten.

De juiste rechtsvorm kiezen

Bij de ene rechtsvorm loopt uw partner meer risico dan bij de ander. Meer informatie over rechtsvorm kiezen.

Trouwen op huwelijkse voorwaarden

In huwelijksvoorwaarden zet u afspraken over bijvoorbeeld de verdeling van de bezittingen, de inkomsten en pensioenrechten. U kunt bijvoorbeeld het bedrijf op uw naam zetten en het huis op de naam van uw partner. U verkleint dan het risico dat de bank uw huis verkoopt als het slecht gaat met uw bedrijf. In dat geval is het noodzakelijk om zowel de hypotheek als huis op dezelfde persoon af te sluiten. Zorg voor daadwerkelijke jaarlijkse verrekening volgens de akte om de huwelijkse voorwaarden in stand te houden.

Procedure opstellen huwelijkse voorwaarden

De procedure voor het opstellen van huwelijkse voorwaarden voordat u trouwt, is simpel. U vraagt een notaris om huwelijkse voorwaarden op te stellen. De notaris zorgt voor inschrijving van de huwelijkse voorwaarden in het huwelijksgoederenregister. De huwelijkse voorwaarden gelden vanaf het moment van uw huwelijk.

Achteraf omzetten naar huwelijkse voorwaarden

Bent u langer dan 1 jaar getrouwd? In dat geval kan de notaris alsnog huwelijkse voorwaarden opstellen. Dankzij een wetswijziging is de toestemming van de rechtbank niet meer nodig voor wijziging of opstellen van huwelijkse voorwaarden tijdens het huwelijk.

In de ‘nieuwe’ wet die geldt vanaf 2012 worden eventuele schuldeisers alsnog beschermd. Wil men het huwelijk wijzigen in een huwelijk met huwelijkse voorwaarden? Dan dienen beide echtgenoten zich hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor alle gemeenschapsschulden die er op de datum van wijziging van het huwelijk zijn.

Man-vrouwfirma

Zit u samen met uw man of vrouw in een vof, dan bent u beiden ondernemer en aansprakelijk met uw privévermogen. In die situatie biedt trouwen onder huwelijksvoorwaarden nauwelijks bescherming. U bent allebei met uw privévermogen aansprakelijk bij eventuele schulden.

Huwelijksvoorwaarden opheffen

Heeft u uw bedrijf verkocht of bent u gestopt en gaat u met pensioen? Dan kan het voordelig zijn om de huwelijksvoorwaarden om te zetten naar een wettelijke gemeenschap van goederen. Uw erfgenamen betalen dan minder successierechten als u overlijdt.

(Bron: Ondernemingsplein)