All posts in Kennisbank voor de Zelstandige zonder personeel(ZZP), juridisch, diversen

Juridische zaken, zoals het opstellen van contracten en leveringsvoorwaarden, zijn niet de eerste dingen waar je aan denkt bij het starten van een bedrijf. Maar dit is wel noodzakelijk. Het gaat overigens lang niet altijd om de meest ingewikkelde overeenkomsten, maar de afspraken tussen beide partijen en eventuele zakelijke risico’s moeten wel goed worden vastgelegd. Waarop je hierbij nog meer moet letten, lees je hier: hoe stel je een juridisch contract op?

Contracten opstellen: waarom belangrijk?

Mondelinge afspraken zijn bindend in het Nederlands recht. Je hoeft in principe dus niets op papier te zetten als je tot een overeenkomst bent gekomen en dit telefonisch aan elkaar hebt bevestigd. Het wordt alleen lastig dit te bewijzen als de andere partij zijn afspraken vervolgens niet nakomt.

In het allerzwartste scenario staan jij en jouw voormalige klant (of opdrachtgever, leverancier etc.) op den duur tegenover elkaar voor de rechter, waarbij het overduidelijk is dat de andere partij liegt, maar jij alsnog met lege handen achterblijft. Alleen al om deze reden is het verstandig om eventuele gemaakte afspraken met potentiële zakelijke relaties altijd op papier vast te leggen. En te ondertekenen, want zonder handtekening is een contract nog steeds niet rechtsgeldig.

Welke contracten heb je nodig?

Als startende ondernemer heb je in eerste instantie meestal nog geen ordners vol contracten in de kast staan. Personeel (en de daarbij horende arbeidscontracten) zijn bij veel starters bijvoorbeeld nog niet aan de orde. Maar hoe groter jouw bedrijf wordt – wellicht koop je over een paar jaar wel een bedrijfspand – des te meer contracten je uiteindelijk nodig zult hebben.

Toch is het noodzakelijk om je hier nu al een beetje in te verdiepen, al is het alleen maar om kleinschalige contracten te maken, zodat je een eventuele overeenkomst met een klant schriftelijk kunt vastleggen. Hieronder lichten we de vier meest voorkomende contracten verder uit.

1. Het samenwerkingscontract

Als je met een zakenpartner gaat samenwerken, moet je als starter een betrouwbare samenwerkingsovereenkomst opstellen. Zo’n rechtsvormen is bijvoorbeeld een maatschap of coöperatie. Leg hierin de onderling gemaakte afspraken goed vast. Daarbij moet je onder meer denken aan de winstverdeling, minimale inbreng van kapitaal en hoe de samenwerking kan worden beëindigd. Doe je dit niet, kun je in het ergste geval door een wanprestatie van de partner zelf ook financieel het schip ingaan.

2. Een in- en verkoopcontract

Als je producten of diensten in- en verkoopt, sluit je met de leverancier of afnemer van deze diensten en/of producten een contract af. Hierin leg je de afspraken over de specifieke leveringen of afnamen vast. Denk hierbij aan de prijs per geleverde dienst of afgenomen stuk, de bezorging en de leveringsvoorwaarden.

Vergeet ook niet dat, als je in- en verkoopt, jij altijd aan de verplichtingen naar je leveranciers moet voldoen. Als klanten wat de betaling betreft in gebreke blijven, is dat jouw ondernemersrisico. Daar heeft de leverancier dus geen boodschap aan. Het is dan ook verstandig om jouw betalingstermijn net iets korter te maken dan die van jouw leverancier(s). Als er geen calamiteiten plaatsvinden, zou je op deze manier altijd over voldoende cashflow moeten kunnen beschikken.

3. Een freelanceovereenkomst

De overeenkomst tussen freelancers of ZZP’ers en hun opdrachtgevers is het contract dat je als startende ondernemer in veel sectoren het vaakst zal gebruiken. Dit contract kun je in principe opstellen zoals je zelf wilt, want er is geen vast stramien voor. Voor het opstellen van een contract voor ZZP’ers gelden wel enkele voorwaarden.

Zo moet je hierin opnemen welke partijen de overeenkomst aangaan (bijvoorbeeld: een fotograaf en een krant), de reden waarom de overeenkomst wordt aangegaan (de fotograaf is goed in het maken van portretten en de krant wil hem gebruiken voor een serie interviews) en tot slot de gemaakte afspraken omtrent de opdracht,Deze details moet je zo duidelijk mogelijk omschrijven in het document (de fotograaf levert één foto per week, gedurende achttien weken, de prijs per foto bedraagt honderd euro exclusief btw etc.). Doordat je alles zo specifiek vastlegt, is er achteraf geen ruimte voor misverstanden. Daarnaast stuur je bij een contract jouw algemene voorwaarden mee.

4. De algemene voorwaarden

Algemene voorwaarden zijn de regels die jij als ondernemer wilt laten gelden op alle contracten die worden afgesloten. Het document, dat bedoeld is voor de klant of opdrachtgever, bevat de zogenoemde ‘kleine lettertjes’. Oftewel: jouw voorwaarden over bijvoorbeeld de levering, betaling, aansprakelijkheid, eventuele reparaties en de garantietermijn. Deze voorwaarden maken duidelijk welke rechten en plichten zowel de leverancier (jij) als de afnemer (de klant) heeft. Het voorkomt een hoop gedoe achteraf en verkleint jouw ondernemersrisico.

Op internet kun je een aantal goede voorbeelden van standaard opgestelde algemene voorwaarden vinden, zoals bij Businesscompleet.nl. Deze voorwaarden kun je vervolgens aan jouw onderneming aanpassen (voor zover dat nodig is). Maar let op: de algemene voorwaarden voor ondernemers verschillen nog wel eens per branche.

Aangezien startende ondernemers vaak standaardvoorwaarden gebruiken, doe je er verstandig aan om hier eerst een jurist naar te laten kijken. Minstens zo belangrijk is dat je de algemene voorwaarden van de andere partij goed bestudeert. Lees altijd goed door wat de eventuele gevolgen en risico’s voor jouw bedrijf zijn. Je zou niet de eerste starter zijn die zich vergist in de kleine lettertjes en de juridische consequenties hiervan moet dragen.

(Bron: Ikgastarten)

In de meeste gevallen zullen facturen die u naar klanten of opdrachtgevers stuurt gewoon tijdig worden betaald. Sinds het begin van de crisis kan het echter ook wel eens langer duren voordat een betaling is voldaan. Maar wat als na het versturen van meerdere aanmaningen en een sommatie het geld nog steeds niet op uw rekening is bijgestort? Dan wordt het tijd om verdere stappen te ondernemen: 4 mogelijkheden om vorderingen te incasseren.

1. Beslag (laten) leggen

Als u onverhoopt te maken krijgt met een hardnekkige wanbetaler, heeft het versturen van aanmaningen of andere dreigbrieven jammer genoeg vaak weinig zin. U zult bij deze groep toch echt andere maatregelen moeten treffen, zoals het aanvragen van gerechtelijke inbeslagname. In eerste instantie zal uw juridisch adviseur u vaak adviseren om beslag te (laten) leggen op eigendommen van de debiteur in kwestie. Het gaat dan bijvoorbeeld om zaken als een bankrekening, maar ook op huizen of completeinboedels kan beslag worden gelegd.

Deze vorm van beslaglegging heet conservatoir beslag en kan vaak binnen een dag worden gerealiseerd. Het voordeel hiervan is dat – wanneer de wanbetaler beseft dat u menens is en alsnog besluit de betaling op korte termijn te voldoen en zo het beslag weer op te heffen – u hiermee een betaling kunt afdwingen zonder dat er verder nog geprocedeerd hoeft te worden. Indien de debiteur u niet direct na de eerste beslaglegging betaalt (of kan betalen) en u wilt dat het beslag in stand gehouden wordt, zult u alsnog een rechtelijke procedure moeten starten om de debiteur in kwestie te veroordelen.

2. Vraag faillissement aan van de debiteur

Indien een debiteur diverse schulden niet aflost, kunt u ook besluiten het faillissementvan deze klant of opdrachtgever aan te vragen. Volgens Antonie Kerstholt, juridisch expert van Ikgastarten.nl, is dit een uiterst effectieve methode om een hardnekkige wanbetaler aan te pakken: “De enige voorwaarde is dat u een direct opeisbare vordering en een zogenaamde steunvordering moet hebben. Dat is een andere schuld van de debiteur die een lokale deurwaarder snel genoeg voor u kan achterhalen. Vaak is alleen dreigen al voldoende om tegenstribbelende debiteuren alsnog te dwingen tot betaling.”

Kerstholt waarschuwt wel voor de mogelijke gevolgen: “Iedere debiteur ervaart een faillissementsverzoek als een schot in de rug. De praktijk wijst uit dat bedrijven die een dreigend faillissement weten af te wenden vaak daarna direct de zakelijke relatie beëindigen. En dat ongeacht het aantal jaren dat de samenwerking heeft geduurd. Er kleven dus wel degelijk commerciële risico’s aan het aanvragen van een faillissement van een debiteur.”

3. Stap naar de rechter

Als u echt tot het uiterste wilt gaan om uw vordering te incasseren en van plan naar de rechter te stappen, kunt u dit op twee manieren doen. U kunt de voorkeur geven aan een normale rechtszaak (ook wel bodemprocedure genoemd) of kiezen voor een kort geding. Die laatste optie is een goede manier om snel (de meeste zaken kunnen binnen een paar weken worden afgerond) een geldvordering van een schuldenaar te innen, mits – en dat is wel belangrijk om in gedachten te houden – uw debiteur de vordering niet in twijfel trekt en u de betreffende vordering eenvoudig hard kunt maken.

4. Verkoop de vordering in kwestie

Een andere mogelijkheid is dat u de vordering verkoopt aan een derde partij, zoals een incassobureau. Het voordeel hiervan is dat u, in tegenstelling tot bovengenoemde maatregelen, niet lang hoeft te wachten op uw geld. Daarnaast vervalt daarmee voor u ook het risico van een incasso. Houd er echter rekening mee dat de koper van de vordering u vaak minder betaalt dan het bedrag op uw oorspronkelijke factuur.

U lijdt hier in sommige gevallen dus wel enig verlies op, maar het verkopen van een vordering is vaak wel de minst tijdrovende oplossing. Uw advocaat of juridisch adviseur kan u het beste vertellen in welke situatie het voordeliger is om de vordering te verkopen of niet. Win dus altijd eerst advies in bij een of meerdere experts voor u definitief besluit van een van bovengenoemde methoden gebruik te maken.

(Bron: ikgastarten)

Ondernemen staat gelijk aan risico nemen: hier vallen ook juridische risico’s onder. Niet elk juridisch risico hoeft ernstige gevolgen te hebben. Echter, het is wel belangrijk om goed te weten wat uw juridische risico’s zijn en deze vervolgens goed te managen. Anders bestaat het gevaar dat de continuïteit van uw bedrijf alsnog in gevaar komt.

Juridisch risico is een breed begrip. Aan al uw bedrijfsprocessen kunnen namelijk juridische risico’s kleven. Denk aan een verkeerde inkooptransactie, late levering van uw product of vergeten huuropzegging van een bedrijfspand, waardoor u nu voor een langere periode aan de huurruimte vastzit. Allemaal voorbeelden van bekende problemen die geld kosten en die u kunt beschouwen als financiële risico’s. En juist deze risico’s kunnen het voortbestaan van uw bedrijf bedreigen.

‘Bad luck’

Het is de schrik van iedere ondernemer: het failliet gaan van een grote debiteur, waarvoor u zich niet hebt verzekerd. In tijden van crisis komt het vaak voor. Het niet betaald krijgen is een juridisch risico dat direct het voortbestaan van de onderneming kan bedreigen. Vervolgens rijst de vraag of u de situatie had kunnen voorkomen. De ervaring leert dat veel MKB’ers dat risico zien als ‘pech’ of ‘bad luk’. Het verzekeren van dit soort risico’s is voor kleine bedrijven namelijk vaak te duur.

Wet en regelgeving

Er zijn echter meer soorten juridische risico’s waarmee u te maken kunt krijgen. Zoals wanneer u niet (of niet goed genoeg) op de hoogte bent van de wet en regelgeving die op het bedrijf van toepassing is.

Risico’s managen

Hoe moet u uw juridische risico’s managen? Mijn cliënten vertel ik altijd dat zij eerst hun risico’s moeten kennen voordat ze deze kunnen managen. Dit kunt u doen door eventuele klachten of conflicten te analyseren. Zo kan vaak al snel een groot aantal risico’s worden geconstateerd, ook juridische.

Oplossing

Daarnaast zijn risico’s eenvoudig uit de relevante wet en regelgeving te halen. Voldoet uw bedrijf aan deze regels? Zo niet, dan zijn er risico’s. Ook zeer effectief is het vragen aan uw medewerkers waar volgens hen de risico’s zitten. Als u de gevaren eenmaal in kaart heeft gebracht, kunt u starten met het daadwerkelijk managen van de risico’s. Soms betekent dit dat u daarvoor hele bedrijfsprocessen moet reorganiseren. Hebben de risico’s te maken met verplichtingen van wetten en regels? Dan geef ik u hierbij meteen de oplossing: leef deze regels simpelweg goed na.

Risico’s afdekken

Voor het afdekken van de allergrootste risico’s kan het afsluiten van een of meerdere verzekeringen soms de oplossing zijn. Denk bijvoorbeeld aan de risico’s op het gebied van aansprakelijkheid. Voor relatief weinig geld kan een startende ondernemer zich goed verzekeren tegen de belangrijkste bedrijfsrisico’s. Let op: u kunt niet alles afdekken. Er blijven altijd risico’s bestaan die niet altijd ernstig hoeven te zijn, maar die wel voor een belangrijke mate het succes van een bedrijf kunnen bepalen.

Grip

Slechte contracten of – nog erger – alleen onduidelijke mondelinge afspraken kunnen voor onrust zorgen en u uiteindelijk veel geld kosten. Grip krijgen op juridische risico’s begint dan ook bij het juiste contractmanagement. Het kunnen overleggen van duidelijke overeenkomsten is een belangrijke voorwaarde om uw juridisch management goed vorm en inhoud te geven.

Kennis

Maar er is meer. Kennis over wet en regelgeving moet up-to-date blijven. Alleen dan kunt u de eventuele juridische risico’s beperken. Als u niet weet om welke risico’s het gaat, valt er immers ook weinig te managen. Deze risico’s worden mede bepaald door de kwaliteit van de juridische processen van uw bedrijfsvoering. En uit onderzoek blijkt dat het daar in het MKB nog wel eens aan wil schorten. Meer aandacht besteden aan de juridische kwaliteit van uw organisatie hoeft u niet eens zoveel geld te kosten. Wel de nodige motivatie, tijd en energie.

7 tips om juridische risico’s te beperken

  1. Wees alert op juridische risico’s in uw bedrijf.
  2. Realiseer u dat juridische risico’s u veel geld kunnen kosten en dat om die reden het managen ervan altijd loont.
  3. Contractmanagement beperkt juridische risico’s.
  4. Blijf up-to-date met de huidige wet en regelgeving; dat kan u snel geld opleveren.
  5. Verzeker uw belangrijkste aansprakelijkheidsrisico’s.
  6. Vergroot uw risicobewustzijn, maar blijf wel (verantwoorde) risico’s nemen. Tenslotte bent u een ondernemer.

(Bron: Ikgastarten)

Samen een onderneming starten en exploiteren heeft de nodige voordelen. Zo kunt u profiteren van elkaars kwaliteiten en de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden onderling verdelen. Startende ondernemers die samen gaan ondernemen kiezen dan ook meestal voor de rechtsvorm vennootschap onder firma (vof).

Als een bedrijf meerdere eigenaren (vennoten) heeft, is het in ieder geval verstandig om afspraken over de samenwerking vast te leggen in een contract. In de praktijk zie ik dat de meeste zaken vooraf prima in een contract zijn opgenomen. Echter: dat geldt niet voor het aspect samenwerking. Dat onderdeel blijft vaak onderbelicht; meestal vanuit de gedachte dat de vennoten elkaar toch al goed kennen.

Conflicten

Het komt immers nogal eens voor dat vennoten partners, vrienden of familieleden van elkaar zijn. In dat geval acht men een schriftelijke vastlegging van afspraken over de samenwerking niet noodzakelijk. Maar dat is een misvatting. Uit de praktijk blijkt juist dat de meeste conflicten binnen een vof ontstaan wanneer de vennoten vrienden of familieleden van elkaar zijn. En dus niet gewend zijn om in een zakelijke omgeving te moeten samenwerken.

Valkuilen

Ik maak ook wel mee dat een typische ‘stront aan de knikker’-situatie ontstaat als vennoten verkeerde verwachtingen van elkaar blijken te hebben. Bijvoorbeeld in het geval dat men te snel heeft besloten om zakelijk met elkaar in zee te gaan zonder van tevoren grondig na te gaan over welke talenten iedere vennoot nu daadwerkelijk beschikt.

Acquisitie

Een techneut die als vennoot bijvoorbeeld ook acquisitie moet plegen, kan gedurende de samenwerking al snel door de mand vallen wanneer nieuwe opdrachten uitblijven. Of er ontstaan problemen als de privépartner van een van de vennoten niet wil dat er wekelijks meer dan dertig uur aan het bedrijf wordt besteed, terwijl een minimum van vijftig uur noodzakelijk is. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Er zijn genoeg voorbeelden te bedenken die aantonen dat – ook als u elkaar privé al een tijd kent – een goede zakelijke samenwerking niet vanzelf ontstaat.

Scheiden doet lijden

Als een conflict onoverbrugbaar blijkt te zijn, zal een vennoot moeten uittreden uit de vof. Dat is echter niet altijd even makkelijk. Afscheid nemen van een bedrijf is veel meer dan het uitkopen van een vennoot alleen. In veel vof’s mag een uittredende vennoot namelijk dezelfde activiteiten niet zomaar elders voortzetten. Dat maakt een mogelijk vertrek er natuurlijk niet makkelijker op.

Schulden

Daarnaast is iedere vennoot hoofdelijk aansprakelijk voor alle eventuele schulden van de vof. Een vertrek verandert daar niets aan. Tel daarbij de vaak ernstig verstoorde onderlinge relatie tussen de vennoten op en iedere buitenstaander voelt op zijn klompen aan dat een daadwerkelijk vertrek van een van de zakelijke partners veel vraagt van alle betrokkenen. Hoe kunt u deze vervelende situatie voorkomen?

5 praktische tips

  1. Selecteer uw zakelijke samenwerkingspartners op zakelijke kwaliteiten en niet op privé eigenschappen.
  2. Wees extra kritisch bij een mogelijke samenwerking met familie en vrienden.
  3. Leg schriftelijke afspraken over uw samenwerking goed vast. Het moet daarbij niet alleen gaan over de taakverdeling, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, maar ook over het te voeren beleid (en ieders rol daarin).
  4. Is er sprake van aanhoudende irritatie? Roep dan zo snel mogelijk deskundige hulp in.
  5. Denk goed na over de voor- en nadelen van een concurrentiebeding tussen de vennoten. Dit beschermt de vennoten en de vof, maar kan ook belemmerend werken wanneer een vennoot moet uittreden.

(Bron: Ikgastarten)

Voordat u een dienst verricht, moet u uw klant informatie geven over uw bedrijf en de te leveren dienst. Dit staat in de Europese Dienstenrichtlijn. Door duidelijke informatie te geven zorgt u voor vertrouwen tussen u en de klant, zowel zakelijke afnemers (business-to-business) als consumenten (business-to-consumers).

Sommige informatie moet u aan uw klant verstrekken voordat u de dienst levert. Andere informatie hoeft u alleen te geven op verzoek van de klant.

Informatie vooraf

Informatie die u altijd moet geven voor u de dienst levert of voor het contract of de overeenkomst wordt getekend, is:

  • naam en adresgegevens (vestigingsadres, telefoon- en/of faxnummer, e-mailadres) van uw onderneming. Vermeld tevens het adres waarheen eventuele vragen of klachten gestuurd kunnen worden wanneer dit afwijkt van uw vestigingsadres;
  • de rechtspositie en rechtsvorm van uw onderneming;
  • uw inschrijfnummer in het Handelsregister;
  • uw btw-nummer;
  • de prijs van de dienst die u levert wanneer deze vooraf vaststaat;
  • de kenmerken van de dienst, indien dit niet duidelijk is uit de context;
  • wanneer u algemene voorwaarden en bepalingen hanteert, moet u deze verstrekken, inclusief eventuele bepalingen over het op de overeenkomst toepasselijke recht en de bevoegde rechter;
  • wanneer er voor uw bedrijf een vergunning vereist is: de adresgegevens van de bevoegde instantie die de vergunning heeft verleend of van het centraal loket;
  • beoefent u een gereglementeerd beroep, vermeld dan uw inschrijving in een beroepsorde of bij een vergelijkbare organisatie, evenals de beroepstitel en het land waar die is verleend;
  • niet bij wet voorgeschreven garantie na verkoop;
  • wanneer u gebonden bent aan een gedragscode of lid van een beroepsorde waarbij geschillen buiten de rechter om afgehandeld kunnen worden, dan moet u dit vermelden. Ook geeft u informatie over waar de gedragscode of informatie over de beroepsorde te raadplegen is. Dit dient u te vermelden in elk document waarin uw diensten in detail worden beschreven. Daarnaast moet u aangeven waar uw klant kan nalezen hoe geschillen worden afgehandeld en wat de voorwaarden zijn.

Alle informatie moet helder en ondubbelzinnig zijn.

Wijze van bekendmaking

U mag kiezen op welke van de 4 onderstaande manieren u de informatie aan uw klant geeft:

  • op eigen initiatief;
  • ter inzage leggen op de plek waar de dienst wordt verricht of het contract/de overeenkomst wordt getekend;
  • digitaal beschikbaar stellen, bijvoorbeeld op uw website. Het adres van die website maakt u bekend aan uw klant;
  • meesturen met een offerte of informatiedocumenten.

Informatie op verzoek

Als een afnemer daarom vraagt, moet u ook de volgende informatie aan hem verstrekken:

  • wanneer vooraf geen prijs is afgesproken: de prijs, de manier waarop de prijs berekend wordt of een gedetailleerde kostenschatting van de dienst;
  • informatie over activiteiten en partnerschappen die direct verband houden met de dienst en de maatregelen die u heeft genomen om belangenconflicten te voorkomen. Deze informatie dient u te vermelden in elk document waarin uw diensten in detail worden beschreven;
  • wanneer u onder een gedragscode valt, moet u deze vermelden, evenals het adres waar deze digitaal kan worden geraadpleegd en in welke talen deze beschikbaar is;
  • voor gereglementeerde beroepen: een verwijzing naar de in het land van vestiging geldende beroepsregels en de manier waarop deze zijn in te zien.

Europese dienstenrichtlijn

Bovenstaande regels staan in de Europese Dienstenrichtlijn. De Dienstenrichtlijn maakt het voor dienstverleners gemakkelijker om te ondernemen in de Europese Unie (EU), IJsland, Liechtenstein en Noorwegen. Bovendien is het de bedoeling dat er meer grensoverschrijdend dienstenverkeer zal gaan plaatsvinden. In Nederland is de Dienstenrichtlijn vastgelegd in de Dienstenwet.

(Bron: Overheid)

De auteur behandelt de vragen wanneer nu eigenlijk sprake is van een vaststellingsovereenkomst, met betrekking tot welke onderdelen van een echtscheiding een vaststellingsovereenkomst kan worden gesloten en in welke mate een vaststellingsovereenkomst aantastbaar is.
De regeling van de vaststellingsovereenkomst is neergelegd in de artikelen 7:900 t/m 7:910 BW. Volgens artikel 7:900 BW is een vaststellingsovereenkomst een overeenkomst die is gericht op beëindiging of voorkomen van een onzekerheid of een geschil. Het is niet nodig dat de onzekerheid tussen partijen al is verworden tot een geschil: het gaat erom dat een partij (kenbaar) onzeker is over de juistheid van het standpunt van de wederpartij en met het oog daarop instemt met een gezamenlijke beslissing over dat standpunt. Niet vereist is dat partijen kunnen overzien waarvan zij afzien (ofwel: waarop de onzekerheid of het potentiële geschil precies betrekking heeft).
Voor een goed begrip van de vaststellingsovereenkomst is van belang onderscheid te maken tussen een drietal begrippen, te weten:

– de vaststelling;

– de beslissing en:

– de vaststellingsovereenkomst.
Deze begrippen komen afzonderlijk voor in genoemde wetsartikelen en zijn als volgt te onderscheiden: – teneinde onzekerheid of geschil te voorkomen of te beëindigen, nemen partijen door middel van een overeenkomst samen over die onzekerheid of dat geschil een bindende beslissing of dragen zij die beslissing op aan een of meer derden; – de beslissing (van partijen of een derde) voorkomt of beëindigt de onzekerheid over het geschil; zij houdt in wat de rechtsverhouding of rechtstoestand tussen partijen bij de vaststellingsovereenkomst moet zijn; – die rechtsverhouding is de vaststelling. De vaststelling is dus het beoogde resultaat van een vaststellingsovereenkomst. Het is de rechtstoestand die het gevolg is van nakoming van de vaststellingsovereenkomst. Op grond van artikel 7:902 BW mag de vaststelling onder omstandigheden in strijd zijn met dwingend recht, de vaststellingsovereenkomst mag dat niet.
In zijn algemeenheid geldt dat het antwoord op de vraag of sprake is van een vaststellingsovereenkomst afhankelijk is van uitleg van de betreffende overeenkomst. Gekeken moet worden naar de bedoeling van partijen bij het aangaan van de overeenkomst en of die bedoeling van partijen wederzijds kenbaar was.
In de praktijk worden echtscheidingsconvenanten vaak gesloten ter beëindiging van gerezen geschillen of ter vermijding daarvan. Dat brengt echter niet mee dat een echtscheidingsconvenant per definitie een vaststellingsovereenkomst vormt, ook niet als het convenant in de aanhef mede wordt gekwalificeerd als ‘vaststellingsovereenkomst’. Per onderwerp/regeling van het echtscheidingsconvenant zou moeten worden vastgesteld of sprake is van een vaststellingsovereenkomst.
Een vaststellingsovereenkomst is, net als alle overeenkomsten, vatbaar voor vernietiging op grond van de wilsgebreken als genoemd in artikel 3:44 BW. Voor dwaling ligt dat fundamenteel anders. Een beroep op dwaling bij een vaststellingsovereenkomst is in beginsel niet mogelijk. Uit de voor een vaststellingsovereenkomst vereiste bereidheid om het eigen standpunt prijs te geven en het standpunt van de wederpartij te respecteren, volgt dat partijen niet kunnen dwalen over de inhoud van de beslissing, indien en voor zover deze beslissing afwijkt van het standpunt dat zij voorafgaand aan of bij het sluiten van de vaststellingsovereenkomst hadden. De vaststellingsovereenkomst kan wel worden vernietigd wegens dwaling als de onjuiste voorstelling van zaken geen betrekking heeft op de onzekerheid die door de zekerheid is vervangen, maar op een zekerheid die bij de beslissing krachtens de vaststellingsovereenkomst tot uitgangspunt is genomen.
T.M. Subelack, EB 2012/9 (MK)

(Bron: SDU)

Bent u het niet eens met de hoogte van uw persoonsgebonden budget (pgb) of met de beslissing dat u geen pgb krijgt, dan kunt u hiertegen bezwaar maken. Waar en hoe u bezwaar maakt, is afhankelijk van het soort pgb dat u heeft of heeft aangevraagd. Over het algemeen moet u bezwaar maken binnen 6 weken nadat u de beslissing over uw pgb heeft ontvangen.

Klacht over pgb uit AWBZ

Krijgt u een pgb voor AWBZ-voorzieningen, dan heeft u een beschikking ontvangen van uw zorgkantoor. Hierin staat of u een pgb krijgt en hoe hoog uw eigen bijdrage is. Als u het niet eens bent met de beschikking, kunt u schriftelijk bezwaar aantekenen bij het zorgkantoor. U leest op de beschikking van uw zorgkantoor meer over hoe u bezwaar kunt maken.

Klacht over pgb uit Wmo

Krijgt u een pgb voor Wmo-voorzieningen, dan heeft u de beschikking ontvangen van uw gemeente. Als u het niet eens bent met het besluit van de gemeente over de zorg die u krijgt, kunt u schriftelijk bezwaar indienen. Op de beschikking van de gemeente kunt u lezen hoe u bezwaar kunt maken.

Klacht over indicatiebesluit van CIZ

Als u het niet eens bent met de indicatie die het Centrum Indicatiestelling Zorg heeft afgegeven, dan kunt u schriftelijk bezwaar aantekenen bij het CIZ.

Beroep en hoger beroep tegen beslissing pgb

Bent u het niet eens met de uitspraak op uw bezwaarschrift, dan kunt u beroep aantekenen bij de burgerlijk rechter.

Klacht over instantie pgb

U kunt ook ontevreden zijn over de manier waarop u bent behandeld of beoordeeld. U kunt dit bespreken met de medewerker met wie u te maken heeft gehad, de leidinggevende of de directie. Als dat niet helpt, kunt u een klacht indienen bij de instantie die de beslissing over uw pgb heeft genomen.

Informeer vooraf bij de instantie waarover u wilt klagen hoe u een klacht kunt indienen. Meestal heeft de instantie een onafhankelijke klachtencommissie waarbij u kunt klagen. U kunt uw klacht ookexterne link: voorleggen aan de Nationale Ombudsman.

Hulp en informatie over pgb

Per Saldo, deexterne link: belangenvereniging voor pgb-houders, biedt u meer informatie over het aanvragen en beheren van een pgb. Zij kunnen u ook helpen als u bezwaar wilt maken of een klacht wilt indienen. Bij Zorgbelang Nederland vindt u meerexterne link: informatie over klachten in de zorg.

(Bron: Overheid)

U kunt een in Nederland afgegeven document ter legalisatie aanbieden bij het ministerie van Buitenlandse Zaken (BuZa). Welke stappen u moet volgen om een Nederlands document te legaliseren voor gebruik in het buitenland, hangt af van het soort document.

De volgende drie stappen zijn mogelijk:Directe legalisatie of meerdere legalisaties, Legalisatie door ambassade of consulaat, Legalisatiebalie ministerie van Veiligheid en Justitie.

Directe legalisatie of meerdere legalisaties: Het Consulair Diensten Centrum van het ministerie van BuZa legaliseert sommige Nederlandse documenten direct. Bijvoorbeeld documenten die de Nederlandse gemeenten verstrekken, zoals akten van de burgerlijke stand. Voor andere documenten gelden zeer uiteenlopende procedures. Het ministerie van BuZa kan u informatie geven over welke opeenvolgende legalisaties u voor een bepaald document moet regelen.

Legalisatie door ambassade of consulaat: Na legalisatie van uw document door het ministerie van BuZa, moet u het document laten legaliseren bij de ambassade of het consulaat van het land waar u het document gaat gebruiken. De adressen van buitenlandse ambassade en consulaten in Nederland vindt u op de website van het ministerie van BuZa.

Legalisatiebalie ministerie van Veiligheid en Justitie: Deze Legalisatiebalie legaliseert voor het ministerie van Veiligheid en Justitie documenten die de rechtbank al heeft gelegaliseerd. Bijvoorbeeld vertalingen van echtscheidingspapieren, adoptiepapieren en papieren voor het starten van een bedrijf in het buitenland.

(Bron: Overheid 10 oktober 2010 bewerkt)