All posts in Kennisbank voor de Zelstandige zonder personeel(ZZP), juridisch, schulden, uitstel van betaling of faillissement

Een faillissement bestaat uit een aantal stappen. Maar ieder faillissement is anders, dus niet alle stappen zijn altijd nodig. Uw faillissementsaanvraag kan bijvoorbeeld worden afgewezen. Of u belandt in de schuldsanering. Wat zijn de algemene stappen van een faillissement?

1. Uw faillissementsaanvraag

U kunt zelf uw faillissement aanvragen. Of uw schuldeisers vragen uw faillissement aan. Als u zelf schuldeiser bent, kunt u natuurlijk het faillissement van uw klant aanvragen. Daarvoor heeft u een advocaat nodig.

2. Naar de rechter

De rechter bepaalt of uw faillissementsaanvraag terecht is. Tijdens de zitting krijgt u de kans op een verweer. U kunt dan ook een aanvraag doen voor schuldsanering. Kunt u uw schulden nog wel betalen? Dan is de kans groot dat uw aanvraag wordt afgewezen. U kunt alleen in beroep gaan tegen de uitspraak als u aanwezig bent bij de zitting.

3. De curator krijgt de controle over uw bedrijf en uw vermogen

De rechter benoemt een curator. Die brengt al uw bezittingen en schulden in kaart en legt beslag op uw vermogen, ook op uw privévermogen. De curator neemt ook alle beslissingen voor uw bedrijf. Een deel van uw inkomsten mag u houden voor levensonderhoud. De curator probeert zoveel mogelijk bezittingen te verkopen om aan geld te komen voor uw schuldeisers.

4. Verificatiefase

Dan gaat u de verificatiefase in. De curator bekijkt welke schulden echt zijn en welke niet. Met de schuldeisers worden afspraken gemaakt over terugbetaling.

5. Betalen van schuldeisers

De curator stelt hiervoor een uitdelingslijst op. De schuldeisers moeten hiermee akkoord gaan. Wie wat krijgt, hangt af van de rangorde van schuldeisers. De rechter moet het akkoord met uw schuldeisers nog wel goedkeuren. Blijft er nog een schuld openstaan? Als u bestuurlijk aansprakelijk bent, dan kunnen schuldeisers die in de toekomst bij u claimen.

6. Einde faillissement

Uw faillissement eindigt als:

  • U uw schulden heeft afbetaald volgens de wettelijke verdeling. Voor het restant blijft u aansprakelijk.
  • De rechter het akkoord met uw schuldeisers goedkeurt. U betaalt uw schulden af volgens de uitdelingslijst.

7. Doorstart na een faillissement

Een faillissement hoeft niet het einde te zijn van uw bedrijf. Misschien kunt u een doorstart maken. Soms is voortzetting tijdens een faillissement ook mogelijk.

(Bron: Kamer van Koophandel)

Kunt u uw schulden niet meer betalen? En bent u eigenaar van een eenmanszaak, maat in een maatschap, vennoot in een vennootschap of vrije beroepsbeoefenaar? Dan bent u persoonlijk aansprakelijk voor de schulden uit uw onderneming. U kunt een beroep doen op schuldsanering bij de gemeente of, als dit niet lukt, bij de rechtbank.

Meer weten of direct aanvragen? Openen

bij uw gemeente, provincie of waterschap

Hoe werkt vrijwillige schuldsanering?

Bij vrijwillige schuldsanering krijgt u hulp van een schuldhulpverlener. Deze is van de Gemeentelijke Kredietbank (GKB), de sociale dienst of een gespecialiseerd bedrijf. Hij helpt u een minnelijk akkoord te sluiten met uw schuldeiser(s). Dit is een vrijwillige betalingsregeling. Uw schuldeisers hoeven hier niet mee akkoord te gaan.

Uw schuldhulpverlener berekent hoeveel u maandelijks kunt aflossen. Na aflossing blijft een bedrag over dat u nodig hebt voor uw levensonderhoud. Dit bedrag ligt iets onder de bijstandsnorm.

Hoe werkt wettelijke schuldsanering?

U mag pas een beroep doen op wettelijke schuldsanering als vrijwillige schuldsanering niet lukt. Gaan 1 of meer schuldeisers niet akkoord met de minnelijke schuldregeling? Bijvoorbeeld omdat u niet genoeg kunt aflossen? Dan kunt u de rechtbank in uw woonplaats vragen om een wettelijke schuldsaneringsregeling. Dat kan op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp). U dient een schriftelijk verzoek in en stuurt een schuldsaneringsverklaring van de gemeente mee. Hiervoor hebt u geen advocaat nodig.

Keurt de rechtbank uw verzoek tot wettelijke schuldsanering goed? Dan stelt de rechtbank een saneringsplan op. Hierin staat het aflossingsbedrag en de duur van het traject. Meestal is dit 3 jaar. Uw schuldeisers zijn verplicht mee te werken aan de schuldsaneringsregeling. De rechtbank benoemt een bewindvoerder die u helpt in deze periode. Hij voert samen met u het beheer over uw vermogen.

Wijst de rechtbank uw verzoek af? Dan kunt u in hoger beroep gaan bij het gerechtshof. Hiervoor hebt u wel een advocaat nodig.

Tips voor (ex-)ondernemers

De folder ‘Als u als (ex-)ondernemer problematische schulden heeft’ van de Raad voor Rechtsbijstand (RvR) geeft tips voor (ex-)ondernemers die in de financiële problemen zijn geraakt.

Externe links

(Bron: Overheid)

Kunt u uw schulden niet meer aflossen en uw rekeningen niet meer betalen? Dan kunt u de rechtbank vragen u failliet te laten verklaren. Met een formulier kunt u een aanvraag voor uw faillissement opstellen. Dat kunt u voor uzelf doen of voor het bedrijf dat u vertegenwoordigt. U kunt de aanvraag zonder advocaat indienen bij de rechtbank.

Wie is aansprakelijk bij betalingsonmacht?

Bent u bestuurder van bijvoorbeeld een nv of een bv? Dan kan de Belastingdienst u persoonlijk aansprakelijk stellen. Wilt u dit voorkomen? Dan meldt u de betalingsproblemen bij de Belastingdienst met het formulier ‘Melding van betalingsonmacht bij belastingen en premies’. Dit doet u binnen 2 weken nadat de betalingsonmacht is ontstaan.

Kunnen uw schuldeisers uw faillissement aanvragen?

Als u 2 of meer schuldeisers hebt, kunnen zij via een advocaat uw faillissement aanvragen. Of het aanvragen van een faillissement de moeite loont, hangt onder meer af van de soort vordering en de hoogte ervan. Uw schuldeisers kunnen ook een minnelijk akkoord met u proberen te sluiten.

Wat gebeurt er als u failliet bent verklaard?

Als de rechter u of uw bedrijf failliet verklaart, stelt hij een curator aan. Deze mag als enige uw bedrijf beheren vanaf de dag dat u failliet bent verklaard. De curator mag uw bezittingen verkopen en de opbrengsten verdelen onder de schuldeisers. De curator bepaalt of u uw werk direct of op een later moment moet stoppen. Ook kan hij toestemming geven welk werk u wel en niet mag doen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om verkopen, contracten sluiten, rekeningen betalen of innen.

Wilt u opnieuw starten?

Wilt u opnieuw starten als ondernemer en hebt u nog openstaande schulden of rekeningen? Houd er rekening mee dat u deze alsnog moet betalen aan uw schuldeisers, zoals de Belastingdienst.

Is uw klant failliet?

Is een van uw klanten failliet gegaan? En hebt u nog geld van hem tegoed? Dan krijgt u van de curator een brief over het faillissement van de klant. Hebt u geen brief gekregen? Dan neemt u zelf contact op met de curator. In een vergadering bespreekt de curator alle openstaande rekeningen. U kunt uw factuur dan toelichten.

Rangorde van schuldeisers

Bij een faillissement geldt een rangorde van schuldeisers. Deze rangorde is onder andere afhankelijk van de vordering. Zodra de curator een rangorde heeft bepaald, komt hij met een (slot)uitdelingslijst.

Overzicht van faillissementen

Op Rechtspraak.nl vindt u alle faillissementen, surseances van betalingen en schuldsaneringen natuurlijke personen van na 1 januari 2005. Dit heet het Centraal Insolventieregister.

(Bron: Overheid)

Als u niets kunt aflossen of als uw schuldeisers meer terug willen krijgen dan u aanbiedt, is een zogeheten minnelijk akkoord of minnelijke schuldregeling onmogelijk. U kunt dan schuldsanering aanvragen. Een schuldhulpverlener kan u hierbij helpen. Schuldsanering is wettelijk geregeld in de Wet schuldsanering natuurlijke personen. (NB. Er betaat ook een wet voor schuldsanering voor rechtspersonen zoals B.V.’s).

Wettelijke schuldsanering aanvragen

Als u schuldsanering wilt aanvragen, moet u een verzoek indienen bij de rechtbank. De schuldhulpverlener kan u hierbij helpen. Hij heeft bijvoorbeeld standaardteksten voor een verzoekschrift en weet bij welke rechtbank u moet zijn. Ook kan hij u vertellen welke  stukken u moet meesturen met het verzoekschrift. Een van die stukken is de zogenaamde schuldsaneringsverklaring. Daarin geeft de gemeente aan waarom een minnelijk akkoord niet gelukt is.

Beoordeling verzoek toelating tot schuldsanering

De rechtbank onderzoekt zelf of een minnelijk akkoord echt onmogelijk is en gaat na hoe uw schulden zijn ontstaan. De rechter kan uw verzoek voor schuldsanering afwijzen bij:

  • onverantwoord koopgedrag;
  • strafrechtelijke schulden (bijvoorbeeld bekeuringen);
  • fraude;
  • eerdere faillissementen.

Ook mag u de afgelopen 10 jaar niet eerder een Wsnp-traject hebben doorlopen.

De rechtbank bekijkt of u de afspraken uit de toekomstige schuldsanering kunt nakomen. Daarvoor moet u alle nodige informatie overhandigen aan de rechtbank. Tegelijkertijd moet u uw best doen om zo veel mogelijk geld voor aflossing te krijgen. U mag ook niet opzettelijk nog nieuwe schulden maken.

Saneringsplan bij schulden

Wordt u toegelaten tot de Wsnp, dan stelt de rechtbank een saneringsplan op. Hierin staan de exacte duur en het aflossingsbedrag. Meestal gaat het om een periode van 3 jaar, maar de rechter kan een andere periode vaststellen (maximaal 5 jaar en minimaal 1 jaar bij ziekte of hoge leeftijd). Alle schuldeisers zijn verplicht om aan het saneringsplan mee te werken.

Bewindvoerder bij schuldsanering

De rechtbank benoemt een bewindvoerder die controleert of alles volgens afspraak verloopt. U bent verplicht de bewindvoerder alle informatie te geven die belangrijk is voor de afhandeling van de wettelijke schuldsanering. Tijdens de regeling betaalt u meestal zelf uw rekeningen en vaste lasten, maar soms doet de bewindvoerder dat. U krijgt dan een vast bedrag voor levensonderhoud.

Toezicht op bewindvoerder

De rechter-commissaris houdt toezicht op de bewindvoerder. Als u een klacht heeft over de manier waarop de bewindvoerder zijn werk doet, kunt u de rechter-commissaris daarover aanspreken. Hij is binnen de rechtbank de rechter die uw zaak behandelt.

Afwijzing verzoek toelating tot Wsnp

Als de rechtbank het verzoek afwijst, kunt u bij het gerechtshof beroep aantekenen. Hiervoor heeft u een advocaat nodig. Misschien komt u in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand. Als het beroep wordt afgewezen, zal de rechter het faillissement uitspreken.
Het Juridisch Loket kan u helpen als u beroep aantekent bij het gerechtshof. Ook als de rechter een faillissement uitspreekt, kunt u bij het Juridisch Loket advies krijgen.

(Bron: Overheid)

Naast de goederenrechtelijke zekerheden zoals het recht van pand en hypotheek, spelen persoonlijke zekerheden als borgtocht en hoofdelijkheid in de financieringspraktijk een steeds belangrijkere rol. Het zijn veelal banken die deze vorm van zekerheid verlangen.
Borgtocht en Hoofdelijkheid zijn twee wezenlijk verschillende vormen van zekerheid. Toch zie je in de praktijk vaak dat de twee door elkaar worden gebruikt.
Borgtocht wordt in de wet gedefinieerd als: “ de overeenkomst waarbij de ene partij, de borg, zich tegenover de andere partij, de schuldeiser, verbindt tot nakoming van een verbintenis, die een derde, de hoofdschuldenaar, tegenover de schuldeiser heeft of zal krijgen”.<
Borgtocht is daarmee een vorm van hoofdelijkheid. Echter anders dan bij hoofdelijkheid heeft de borgtocht een afhankelijke (accessoire) karakter alsmede een plaatsvervangende( subsidiair).
Het afhankelijkheidsaspect zit hem in het feit dat de borgtocht afhankelijk is van de verbintenis van de hoofdschuldenaar, waarvoor zij is aangegaan. Dit betekent dat de borgtocht teniet gaat zodra er geen hoofdverbintenis meer is. Daarnaast kan de borg zich beroepen op de verweermiddelen die de hoofdschuldenaar heeft jegens de schuldeiser wat betreft het bestaan, de inhoud of het tijdstip van nakoming van zijn verbintenis.
Het plaatsvervangende karakter zit hem in het feit dat de borg (hij die de borgtocht heeft verstrekt) niet gehouden is tot nakoming voordat de hoofdschuldenaar in de nakoming van zijn verbintenis is tekortgeschoten. Hij komt dus pas in tweede instantie in plaats van de hoofdschuldenaar aan bod. Hoofdelijk verbonden schuldenaren zijn tegenover de schuldeiser gelijkelijk aansprakelijk voor de gehele schuld. De schuldeiser mag kiezen wie hij aanspreekt.
Gezien het voorstaande kan het voor een schuldenaar belangrijk zijn zich op het standpunt te stellen dat er “slechts” sprake is van borgtocht en niet van hoofdelijkheid.
Of sprake is van borgtocht dan wel hoofdelijkheid dient overigens te worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval en aan de hand van de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de in de overeenkomst opgenomen bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij ten dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
(Bron: Dijkstra Voermans)
Het aantal faillissementen in 2012 was uitzonderlijk hoog, zo meldt het CBS. De economische crisis zorgt ervoor dat steeds meer bedrijven in de financiële problemen komen en vorderingen van crediteuren onbetaald worden gelaten. Het is algemeen bekend dat crediteuren weinig tot niets op hun vordering betaald krijgen in geval van faillissement. In ruim 80 % van de gevallen krijgen crediteuren niets.
Drie praktische tips voor crediteuren om de schade waar mogelijk te beperken:
1. Recht van reclame
Het recht van reclame houdt in dat de crediteur de geleverde zaak terug kan vorderen wanneer de debiteur de koopprijs niet betaalt. Dit recht is wettelijk geregeld en hoeft niet in de algemene voorwaarden te zijn opgenomen. Wanneer een crediteur zich tijdig beroept op het recht van reclame, keert het eigendom van de geleverde zaken terug bij de crediteur. Bij het inroepen van het recht van reclame moet de crediteur wél een aantal formaliteiten in acht nemen. Zo moet het recht van reclame schriftelijk worden ingeroepen. Daarnaast mag de crediteur niet te lang wachten: de bevoegdheid om het recht van reclame in te roepen vervalt als de factuur ouder is dan zes weken. Het recht vervalt ook als de debiteur de roerende zaak langer dan zestig dagen onder zich heeft gehad.
2. Eigendomsvoorbehoud
Als een crediteur schriftelijk met de debiteur een eigendomsvoorbehoud is overeengekomen, gaat het eigendom van de geleverde zaak pas over na betaling van de factuur. Bij niet betaling van de factuur kan de crediteur de door hem geleverde zaak opeisen bij de debiteur. Een effectief eigendomsvoorbehoud moet aan een aantal voorwaarden voldoen:
  • Het moet schriftelijk zijn overeengekomen (bijvoorbeeld in de koopovereenkomst of de algemene voorwaarden);
  • Het geleverde moet bepaalbaar of identificeerbaar zijn (bijvoorbeeld met serienummers);
  • Het geleverde mag nog niet zijn verwerkt in nieuwe producten;
  • Het geleverde zelf mag nog niet bewerkt zijn tot een nieuw product.
3. Retentie recht
Elke crediteur die een zaak van de debiteur feitelijk onder zich heeft, kan zich beroepen op het retentierecht. Het retentierecht houdt ook in een faillissement stand. Het retentierecht geeft een voorrangspositie. De curator kan de zaak opeisen en verkopen of hij kan de zaak in de boedel terugbrengen door voldoening van de vordering van de crediteur. De crediteur kan de curator een redelijke termijn stellen waarbinnen de curator zich hierover heeft uit te laten. Laat de curator zich binnen de gestelde termijn niet uit of slaagt de curator er niet in binnen de gestelde termijn de zaak te verkopen dan verkrijgt de crediteur het recht van parate executie. Hij kan dan zelf tot verkoop van de zaak overgaan. De crediteur mag alsdan zijn vordering als eerste uit de netto opbrengst voldoen. Het eventuele restant komt aan de curator toe. Als de curator de zaak wel opeist en verkoopt dan houdt de crediteur voorrang op de opbrengst boven de andere schuldeisers. Wel worden eerst alle boedelkosten over de opbrengst omgeslagen en zal de crediteur de afwikkeling van het faillissement af moeten wachten.
(Bron: Dijkstra Voermans)
Bij een dreigend faillissement of een oplopende schuld is het belangrijk om snel te handelen.
Om ervoor te zorgen dat u zo veel mogelijk van uw vordering binnenhaalt, is een proactieve houding en assertiviteit vereist. Een strak beleid rond het offreren, de totstandkoming van de overeenkomst en het verstrekken van de algemene voorwaarden is hierbij van groot belang.

Wat is een faillissement?

Wanneer een schuldenaar niet meer in staat is aan zijn financiele verplichtingen te voldoen, of (bewust) is opgehouden met het betalen van zijn schulden, dan kan door de schuldeisers via een advocaat een faillissement worden aangevraagd.

Een faillissement is met andere woorden het (financieel) onvermogen of onvermogend zijn, de insolventie of het insolvent zijn. Faillissement wordt soms ook wel deconfiture genoemd.

Er zijn landen waar een negatief eigen vermogen al voldoende is om een faillissement aan te vragen.

Wie kunnen failliet worden verklaard?

Dit kan een prive persoon zijn, denk daarbij aan een eenmanszaak, Vennootschap onder Firma of een maatschap. Daarnaast kan een onderneming in de vorm van een rechtspersoon failliet worden verklaard zoals een BV of NV.

In het geval van een eenmanszaak,VOF of maatschap zal niet de onderneming failliet worden verklaard, maar respectievelijk de eigenaar, vennoten of maten.

In het geval van een rechtspersoon zoals een BV, dan zal de BV failliet worden verklaard en niet de eigenaar / bestuurder. Hierop is wel een uitzondering, en dat is wanneer er sprake is van wanbeleid. Wanneer er sprake is van financieel wanbeleid door de bestuuder, dan kan de bestuurder met zijn gehele prive vermogen persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor de schulden van de BV.

Wie kan een faillissement aanvragen?

Er zijn vier partijen die een faillissement kunnen aanvragen.

  1. Dit kan door de schuldenaar zelf worden gedaan
  2. De schuldeiser(s) indien er sprake is van minimaal twee opeisbare vorderingen.
  3. Het Openbaar Ministerie om redenen van openbaar belang
  4. De rechtbank op basi van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP)

 

Hoe vaak komt een faillissement voor?

Dit is uiteraard geen vast gegeven. Maar gemiddeld kan worden uitgegaan van ongeveer 5.000 faillissementen per jaar. Echter worden er wel veel meer faillissementen aangevraagd. Dit gebeurt vaak als laatste pressie middel om de schuldenaar alsnog tot betaling te laten over gaan. In dat geval wordt de aanvraag na betaling weer ingetrokken.

Hoe lang duurt een faillissements procedure?

De duur van een faillissement varieert, afhankelijk van de complexiteit, van enige maanden tot enkele jaren.

Hoe verloopt de faillissements procedure?

Een faillissements procedure begint bij het aanvragen van het faillissement door een van bovengenoemde vier partijen. Dit dient te gebeuren bij de rechtbank in de regio waar de schuldenaar is gevestigd. Om als schuldeiser een faillissement aan te vragen, dient  men de schuldenaar wel meerdere malen te hebben aangemaand en uiteindelijk ingebreke te hebben gesteld.

De rechtbank zal een curator en een rechter-commissaris aanstellen. De curator zal optreden in de plaats van de failliet verklaarde, beheert de vereffening van de failliete boedel en behartigt de belangen van de schuldeisers. In het geval van grote faillissementen kunnen meerdere curatoren worden aangesteld.

De rol van de rechter-commissaris is het toezicht houden op het proces van het beheren en vereffenen van de failliete boedel en de handelingen van de curator. Op voordracht van de rechter-commissaris kan de rechtbank de gijzeling bevelen van de failliet. Ook kan de rechter-commissaris getuigen oproepen en horen.

Voor sommige handelingen dient de curator toestemming te vragen aan de rechter-commissaris, bijvoorbeeld in het geval van het ontslaan van personeel en de verkoop van inboedel of goederen.

Nadat door de rechtbank het faillissement is uitgesproken zal de failliet verklaarde (rechts)persoon van rechtswege de beschikking en het beheer over het vermogen verliezen en wordt handelsonbevoegd verklaard. De curator is de enige die vanaf dat moment nog handelend mag optreden. Deze zal een beschrijving opstellen van de baten en de schulden.

Inkomsten die de schuldenaar tijdens het faillissement geniet worden in principe bij de boedel gevoegd. In de praktijk maakt de curator over die inkomsten echter afspraken met de schuldenaar. Als een privé persoon failliet wordt verklaard, is het belangrijk om te weten wat onder het faillissement valt en wat niet. Eerste levensbehoeften en een deel van het inkomen worden bijvoorbeeld niet tot het faillissement gerekend. De schuldenaar mag ook gewoon rechtshandelingen verrichten, alleen de failliete boedel wordt hierdoor niet gebonden.

Verder zal de curator het vonnis van de rechtbank openbaar maken door registratie bij de faillissementsgriffie en Kamer van Koophandel, en door het plaatsen van een advertentie in de Staatscourant en in een landelijk dagblad.Dit gebeurt om eventuele schuldeisers die zelf niet betrokken zijn geweest bij de aanvraag van het faillissement in staat te stellen zich te melden bij de curator en hun vordering in te dienen.

Samen met de rechter-commissaris bereidt de curator de zogenaamde verificatie vergaderingen voor, waar de rechter-commissaris zal optreden als voorzitter. De verificatievergadering vindt plaats op de rechtbank en is het moment waarop de schuldenlijsten, zoals opgesteld door de curator, worden vastgesteld.

Hoe wordt de boedel verdeeld?

Allereerst worden voor zover mogelijk, de boedelschulden betaald. Hieronder vallen het salaris van de curator, huur en salaris na faillissementsdatum. Het eventuele restant gaat naar de bevoorrechte (preferente) vorderingen, waaronder de aanvraagkosten van het faillissement, rijksbelastingen en premies. Een eventueel restant gaat naar de concurrente (“gewone”) schuldeisers. Indien de concurrenten geheel zijn voldaan, gaat het restant naar de eventuele achtergestelde schuldeisers. Is er zelfs nu nog geld over, dan wordt dit uitgekeerd aan de aandeelhouder(s) indien het een NV of een BV betreft. In het faillissement van een natuurlijk persoon gaat het restant naar de gefailleerde zelf.

Hoe eindigt een faillissements procedure?

Een faillissement kan op de volgende manieren eindigen:

  1. opheffing wegens gebrek aan baten: Zijn er onvoldoende baten om een bedrag uit te kunnen keren aan anderen dan de boedelschuldeisers, dan wordt het faillissement opgeheven bij gebrek aan baten.
  2. beëindiging wegens homologatie van het aangeboden akkoord:”De failliet kan eenmalig een akkoord voorstellen aan de schuldeisers. Een dergelijk voorstel houdt vaak in dat de failliet een percentage van de betreffende vordering betaalt, waartegenover hij voor het restant wordt bevrijd van zijn schulden.
  3. opheffing wegens het verbindend worden van de slot-uitdelingslijst:Wanneer de boedel niet over voldoende actief beschikt om een uitkering te verrichten aan de concurrente crediteuren, maar de preferente crediteuren wel (deels) kunnen worden voldaan
  4. opheffing vonnis rechtbank in hoger beroep door Gerechtshof
  5. opheffing op verzoek gefailleerde en tegelijkertijd uitspreken van de toepassing schuldsaneringsregeling

Wat gebeurt er als een schuldenaar niet meewerkt tijdens de faillissements procedure?

De schuldenaar is verplicht om volledige medewerking te verlenen en de curator te voorzien van alle benodigde informatie. Dit is de zogenaamde  Inlichtingenplicht. Wanneer de curator echter wordt tegengewerkt kan hij dwangmaatregelen treffen. Heeft de schuldenaar nog voor de faillissementsverklaring bepaalde handelingen verricht waardoor schuldeisers minder kans maken op het verhalen van schulden, dan kan de curator deze handelingen weer ongedaan maken. Als de curator aanwijzingen vindt waaruit blijkt dat de bestuurders misbruik hebben gemaakt van de gefailleerde rechtspersoon, dan kunnen zij privé aansprakelijk worden gesteld.

Verklarende woordenlijst

failliet
toestand waarin iemand op grond van een rechtelijk vonnis verkeert, die niet meer in staat is zijn financiële verplichtingen na te komen
rekwest
schriftelijk verzoek aan een overheidsorgaan, bijvoorbeeld de rechter, om een bepaalde maatregel te nemen
schuldeiser
degene die van een ander geld heeft te vorderen
schuldenaar
degene die aan een ander geld schuldig is
vonnis
beslissing van de rechter waaraan ieder zich heeft te houden
curator
advocaat die door de rechtbank wordt benoemd om voorzieningen te treffen in een faillissement
in staat van kennelijk onvermogen vóór 1896 konden alleen kooplieden failliet worden verklaard. Voor anderen gold deze term serie een chronologisch geordende reeks van hetzelfde soort bescheiden
verificatievergadering
vergadering waarin wordt vastgesteld welke schuldvorderingen op degene die failliet is worden erkend
schuldvordering
een eis om iets te betalen omdat men iemand iets heeft geleverd of iets voor hem heeft gedaan
klapper
alfabetische namenlijst
handelsregister
sinds 1921 onderdeel van de Kamer van Koophandel, waar gegevens over bedrijven worden geregistreerd
vennootschapsregister
boek waarin vóór 1921 door de rechtbank/kantongerecht akten van vennootschap en de wijzigingen daarin werden ingeschreven
civiele zaken
geschillen tussen burgers waarin de rechter beslist
(Bron: faillissementsdossier.nl

 

In zijn artikel ‘Fiscale consequenties lastenvrije familielening eigen woning’ brengt fiscalist R.J.J.J. Bakker tien belangrijke aspecten onder de aandacht van een familielening.
  1. Omschrijf de familielening in een schriftelijke leningsovereenkomst. Een notariële akte met de juiste redactie voorkomt veel financiële narigheid.
  2. Registreer eventueel de leningsovereenkomst bij de belastingdienst, afdeling Succesie en Registratie. Deze registratie zegt niets over de inhoud of de juistheid daarvan, maar bewijst wel het bestaan van de lening. En het voorkomt het alsnog achteraf en daardoor te snel redigeren van een leningovereenkomst met de kans op fiscale onvolkomenheden. De aanleiding van het onderzoek kan zijn dat het kind meer rente aftrekt voor de inkomstenbelasting dan de belastingdienst aan informatie ontvangt van de bank(lening).
  3. Leg de essentiële onderdelen van de familielening vast, zoals het rentepercentage en de duur van de rentevastperiode, het aflossingstijdstip, de leensom, de bestemming eigenwoninglening, de reguliere opzeggingsgronden, wanneer de renteverschuldigd is (maandelijks vooraf/achteraf/jaarlijks en/of bij vooruit betaling).
  4. In geval van een niet-direct opeisbare lening dient (als hoofdregel) het rentetarief gekoppeld te zijn aan de zakelijke marktrente. Verzamel en leg de rentetarieven van met leningsvoorwaarden vergelijkbare geldverstrekkers vast.
  5. De zakelijk vergelijkbare rente kan binnen een marge van de plus-of-min 25% zonder schenkingsconsequenties plaatsvinden. Deze afwijking en de keuze daarin is afhankelijk van de financiële positie van het kind en van de ouders. Voor de ouders kan het interessant zijn om meer rendement te krijgen door een hogere (voor het kind aftrekbare) rente te vragen. Maar is de rente onzakelijk hoog, dan kan het bovenmatige deel als een schenking (van het kind aan de ouder) worden aangemerkt. Voor dit deel zou dan kunnen worden verdedigd door de belastingdienst dat dit feitelijk geen vergoeding is voor het schuldig blijven van de hoofdsom. Gevolg is dat de lening fiscaal moet worden gesplitst.
  6. Is de lening direct-opeisbaar, dan geldt een fiscale normrente van 6%.
  7. Fiscaal maakt het niet uit of de lening onderhands is of hypothecair is ingeschreven. Financieel maakt het onderscheid wel uit. Bij omvangrijke leningsbedragen heeft het de voorkeur om deze hypothecair in te schrijven. Dat maakt de financiële rechtspositie van de familie als schuldeiser sterker ten opzichte van andere schuldeisers bij een financiële malaise van het kind. In geval van inschrijving dient de eerste hypotheeknemer toestemming te geven voor hypothecaire inschrijving.
  8. Het rentepercentage bij een niet-direct opeisbare familielening wordt mede bepaald door de (on)zekerheid met betrekking tot het terugbetalen van de lening. Is de familielening onderhands, dan is voor de schuldeiser dit risico groter dan bij een hypothecaire ingeschreven lening. Dat beïnvloedt de hoogte van de prijs. De rente als vergoeding voor het ter beschikking stellen van de hoofdsom kan om die reden hoger zijn bij een onderhandse lening in vergelijking met een hypothecaire lening.
  9. ‘Terugschenken’ van de betaalde rente mag geen onderdeel van de leningsovereenkomst zijn en niet afdwingbaar; dus per definitie formele vrijheid voor de ouders. En terugontvangen rente vormt geen box 1-inkomen voor het kind.
  10. In box 3 wijzigt voor de ouders niets. Immers, het bestaande vermogen in box 3 is omgezet in een lening/vordering op het kind. Onder ‘overige vorderingen’ wordt hiervan jaarlijks aangift e gedaan, waarbij het fi ctieve rendement van 4% telt en niet de daadwerkelijk ontvangen rente. Indien de familielening is gefinancierd op basis van de overwaarde van de eigen woning in box 1 van de ouders (zonder aftrekbare rente en met eventueel het herleven van het eigenwoningforfait), ontstaat er wel nieuw box 3-vermogen voor de ouders.

(Bron: De Hypotheekadviseur)

Curatele, bewind en mentorschap zijn verschillende beschermingsmaatregelen voor mensen die zelf geen goede beslissingen kunnen maken, bijvoorbeeld door een verstandelijke beperking, verslaving of dementie.

  • Bewind gaat over financiële beslissingen
  • Mentorschap gaat over persoonlijke belangen
  • Curatele gaat over financiële en persoonlijke beslissingen
  • Combinatie van curatele, bewind en mentorschap

Bewind gaat over financiële beslissingen

Een persoon van wie de goederen onder bewind staan, laat de financiële beslissingen en het beheer van de financiën over aan de bewindvoerder.

Wie onder bewind staat, blijft handelingsbekwaam. Hij mag dus nog wel zelfstandig rechtshandelingen verrichten, zoals het sluiten van een contract of huwelijk.

Mentorschap gaat over persoonlijke belangen

Bij mentorschap behartigt een persoon, de mentor, de persoonlijke belangen van iemand die dat zelf niet meer kan. Het gaat vooral om beslissingen over verzorging, verpleging, behandeling of begeleiding.

Iemand die een mentor heeft, blijft handelingsbekwaam.

Curatele gaat over financiële en persoonlijke beslissingen

Ondercuratelestelling is een maatregel voor meerderjarigen die zowel hun financiële als persoonlijke belangen niet meer kunnen behartigen.

Wie onder curatele is gesteld, verliest zijn handelingsbekwaamheid. Dit betekent dat betrokkene niet meer zonder toestemming van de curator zelfstandig rechtshandelingen mag verrichten. Voorbeelden van rechtshandelingen zijn een koop- of huurcontract sluiten, of een samenlevingscontract aangaan.

Een curator in faillissement wordt benoemd als een particulier of bedrijf failliet is gegaan.

Combinatie van curatele, bewind en mentorschap

Als iemand onder curatele is gesteld, is het niet mogelijk ook nog een bewind of een mentorschap aan te vragen. Bij curatele gaat het tenslotte om de behartiging van zowel de financiële als de persoonlijke belangen van de betrokkene. Bewind en mentorschap kunnen wel worden gecombineerd.

(Bron: Overheid)

Als een ondernemer niet meer in staat is zijn schulden te betalen, kan hij de rechtbank verzoeken om een faillietverklaring. Voor het indienen van dit verzoek heeft de ondernemer geen advocaat nodig. Dat meldt de overheidswebsite Antwoord voor Bedrijven.
Om een faillietverklaring te krijgen is een formulier ‘Eigen aangifte faillietverklaring’ nodig. Dit online formulier staat op de website rechtspraak.nl en helpt de aanvrager met het opstellen van een faillissementsaanvraag voor hemzelf of het bedrijf dat hij vertegenwoordigt. Wanneer de invoer van gegevens is voltooid, wordt er een PDF gemaakt van de ingevoerde gegevens. Deze PDF kan de aanvrager afdrukken, ondertekenen en opsturen naar de rechtbank met de benodigde bijlagen, zoals vermeld op de checklist. Voor het indienen van dit verzoek is geen advocaat nodig geeft de website antwoordvoorbedrijven aan.

Als er ten minste twee schuldeisers zijn, kan het faillissement ook worden verzocht door één of meerdere schuldeisers. Het verzoekschrift wordt dan ingediend en ondertekend door een advocaat. In de Faillissementswet staan de regels over faillissement. In het Procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken staan de werkwijze en werkprocessen van de rechtbanken beschreven.

Beheer curator: Bij een faillissement stelt de rechter een curator aan. Deze is bevoegd om vanaf de dag dat het faillissement wordt uitgesproken het beheer te voeren over het bedrijf. De curator is verantwoordelijk voor het aangeven en betalen van de verschuldigde btw. Hij kan besluiten het bedrijf meteen te liquideren of het bedrijf nog een tijd voort te zetten. De ondernemer verliest dus zijn bevoegdheid om zijn bedrijf te beheren. Hij blijft ondernemer, totdat de curator de laatste bedrijfshandelingen heeft verricht.

Opnieuw starten: Als de ondernemer van plan is opnieuw als ondernemer te starten, moet hij er rekening mee houden dat zijn oude schuldeisers, ook de Belastingdienst, weer bij hem kunnen aankloppen voor de schulden die nog niet betaald zijn.

Register van faillissementen: In het Centraal Insolventieregister op Rechtspraak.nl staan alle faillissementen, surseances van betalingen en schuldsaneringen van natuurlijke personen van na 1 januari 2005.

Verklaring non-faillissement
Een bewijs dat een bedrijf niet in staat van faillissement, in surséance van betaling of in een vergelijkbare situatie verkeert, wordt verstrekt door de rechtbank van de regio waar het bedrijf statutair is gevestigd. Deze ‘non-faillissementsverklaring’ wordt alleen gegeven voor bedrijven die gedurende de voorafgaande 5 jaar niet failliet of in surséance zijn geweest. Een aantal van de Nederlandse rechtbanken brengt voor deze verklaring kosten in rekening.
­
De verklaring is nodig wanneer een ondernemer wil aanbesteden. Op basis van de Europese richtlijnen mogen overheden bedrijven namelijk uitsluiten wanneer ze in faillissement of surséance van betaling zitten.
­
Bedrijven waarvoor het faillissement of de surséance inmiddels is geëindigd kunnen een dergelijk bewijs dus niet leveren maar mogen volgens de Europese richtlijnen toch niet door aanbestedende diensten worden uitgesloten. Zij zullen het officiële bewijs daarom moeten leveren via een notariële akte.

(Bron: Antwoordvoorbedrijven)