All posts in Kennisbank voor het MKB (BV)

De discounted cashflow-methode bij bedrijfswaardering

Categories: Kennisbank, Kennisbank voor het MKB (BV), Kennisbank voor het MKB(BV), juridisch, bedrijf kopen of verkopen
Reacties uitgeschakeld voor De discounted cashflow-methode bij bedrijfswaardering

Een waardebepaling van een onderneming wordt voor verschillende doeleinden gebruikt. Zo vormt het ook een belangrijk onderdeel in het proces van aan- of verkoop van een onderneming. Er zijn verschillende manieren om de waarde van de onderneming te bepalen. Wij gebruiken bij voorkeur de zogeheten discounted cashflow-methode (DCF-methode). Deze methode biedt een aantal voordelen ten opzichte van andere waardebepalingsmethodes.

Waardebepaling met de discounted cashflow-methode

Bij de discounted cashflow-methode zijn de vrije toekomstige geldstromen van groot belang. Om de economische waarde van de aandelen van de onderneming te bepalen, worden deze vrije toekomstige geldstromen contant gemaakt tegen een nader vast te stellen vermogenskostenvoet (rendementseis, in procenten). Deze vermogenskostenvoet geeft een juist beeld van de risico’s van de onderneming en daarmee de risico’s van de vrije toekomstige geldstromen. Hoe hoger de risico’s, hoe hoger het percentage dat de ondernemingsrisico’s weergeeft. Een hoger risico bij gelijkblijvende vrije kasstromen resulteert in een lagere waarde. De contante waarde van de onderneming wordt berekend op basis van de vrije toekomstige kasstromen en de vermogenskostenvoet en vervolgens gecorrigeerd voor niet-operationele vorderingen en liquide middelen en de rentedragende schulden.

De voordelen van de DCF-methode

  • Toekomstgericht. Als koper bent u juist geïnteresseerd in de toekomst van het overnameobject, omdat u een bepaald rendement wilt behalen. De koper koopt geen financiële historie. De koper koopt met zijn investering toekomstige geldstromen.
  • De discounted cashflow-methode werkt met geldstromen. Niet de boekhoudkundige winst, maar cash is het uitgangspunt. En wordt rekening gehouden met toekomstige investeringen en mutaties in het werkkapitaal.

De nadelen van de DCF-methode

Ook de discounted cashflow-methode kent nadelen, namelijk dat wordt:

  • gewerkt met een meerjarenbegroting. De toekomst voorspellen blijft een lastige zaak.
  • uitgegaan van de premisse van eeuwigdurende onderneming, terwijl de huidige (economische) dynamiek anders is dan jaren geleden.
  • bepaald hoe hoog de vermogenskostenvoet is, terwijl de bepaling van de risico’s van de onderneming behoorlijk subjectief is.

Om een investeringsbeslissing te nemen wilt u vanuit de financiële invalshoek weten of de netto contante waarde van de investering op het investeringsmoment groter is dan nul. Hiervoor maakt u de toekomstige kasstromen contant naar het moment waarop u de investering wilt doen. Hiervoor wordt de discounted cash flow methode gebruikt. De uitkomst vergelijkt u met uw initiële investering.

(Bron: ABAB)

Belastingplichtigen in de inkomstenbelasting met een wisselend inkomen, kunnen ‘middeling’ aanvragen bij de Belastingdienst.

Middelingsregeling

Middeling is lucratief bij sterk wisselende inkomsten in box 1, bijvoorbeeld bij een variërende winst. Bij middeling wordt de verschuldigde belasting berekend alsof de inkomsten over drie achtereenvolgende jaren gelijkmatig zijn verkregen. Op deze manier is minder belasting verschuldigd, omdat op deze manier de progressie van het belastingtarief gedeeltelijk kan worden ontgaan.

Voorbeeld

Een inkomen in box 1 dat over de periode 2015 t/m 2017 bijvoorbeeld €20.000, €20.000 en €140.000 bedraagt, wordt voor €5.661 zwaarder belast dan wanneer het inkomen over deze jaren iedere keer €60.000 zou hebben bedragen. Het verschil kan via middeling worden teruggekregen, op een drempel van €545 na. In bovenstaand voorbeeld levert middeling dus €5.661 -/- €545, ofwel €5.116 op.

Als ondernemer bent u verplicht een administratie te voeren. In beginsel bent u vrij te bepalen hoe u dit doet, maar uw administratie moet wel binnen een redelijke termijn te controleren zijn.

U bent er zelf verantwoordelijk voor dat uw administratie controleerbaar blijft. U moet de administratie ook bewaren, in beginsel zeven jaar en minstens tien jaar als het onroerende zaken betreft. Ook dit is niet vormvrij, want de eis blijft gelden dat een en ander binnen een redelijke termijn te controleren moet zijn.

Een voorbeeld

Onlangs oordeelde de rechter in een schoolvoorbeeld van een administratie die niet op orde was. De administratie was digitaal, maar de detailgegevens waren niet digitaal en slechts deels bewaard. Bovendien waren ze voor een deel onleesbaar. Wel waren er dozen vol kassarollen van vele tientallen meters lang.

De inspecteur legde daarom een informatiebeschikking op. Bij een informatiebeschikking moet u de gevraagde administratieve bescheiden alsnog op de juiste wijze aanleveren. De ondernemer in kwestie vond dat hij hieraan voldaan had, maar de rechter was het daar niet mee eens. De administratie was onvolledig en de dozen met kassarollen waren onmogelijk binnen een redelijke termijn te controleren.

Neem voor het juist inrichten van uw administratie contact met ons op!

Dashboards maak je tegenwoordig steeds gemakkelijker. Met name door technologische ontwikkelingen op het gebied van datamanagement en -visualisatie. Daar hangt een keerzijde aan: we zien een wildgroei aan dashboardproductie. En hoe zorgt u ervoor dat al die dashboards ook echt gebruikt worden? Wij geven u zeven tips om uw dashboards gebruiksvriendelijk te maken!

1. Start met heldere strategie en doelstellingen
Vaak is data in voldoende mate in een organisatie beschikbaar of zijn er meer dan voldoende rapportages beschikbaar. Maar zonder heldere strategie en doelstelling is het lastig bepalen welke resultaten je daaraan moet koppelen en hoe je bijstuurt. Denk daarom eerst na over de juiste focus en vervolgens hoe u moet sturen op zaken die echt belangrijk zijn.

2. Houd grafische weergaven simpel 
Realiseer u dat de meeste mensen het lastig vinden om dashboards te lezen. In de praktijk zien we dat dashboards vaak zeer kleurrijk zijn en bol staan van de meest aantrekkelijke visuele weergaves. Deze dashboards zijn uiteindelijk vaak lastig leesbaar. Tijdens onze trainingen behandelen we verschillende richtlijnen (do’s en don’ts) voor het effectiever maken van dashboards. Hierin behandelen we bijvoorbeeld gebruik van kleuren, grafieken, accentueringen, vorm, legenda en toelichting.

3. Toon actiegerichte resultaten
Niet de dashboards, maar de acties leiden tot succes en resultaat. Wat in de eerste plaats vaak ontbreekt bij grafieken is een target (einddoelstelling) en een planlijn (doel per tijdseenheid). Een staafdiagram of lijngrafiek zegt vaak niets als er geen norm en context aan wordt gegeven.
In de tweede plaats worden doelstellingen vaak niet vertaald naar concrete acties. Het loont per KPI concreet te bepalen “wie doet wat en wanneer”. Prestatie-overleggen eindigen dan niet langer zonder concrete acties en verantwoordelijkheden.

4. Vul aan met toelichtingen en conclusies
Naast de juiste vormen en kleurstellingen van grafieken binnen dashboards, zijn correcte legenda’s, toelichtingen en eventueel conclusies essentieel. Te vaak zien we in de praktijk geen of onvoldoende toelichting, waardoor dashboards verzanden in de la of mailbox. Dashboards moeten juist de basis vormen voor een dialoog en leiden tot vervolgacties.

5. Benoem verantwoordelijken
Dashboards bestaan vaak uit verschillende meetindicatoren, zogenaamde KPI’s of kritische prestatie indicatoren. De vraag is echter wie verantwoordelijk is voor het resultaat van een specifieke KPI. Als iedereen verantwoordelijk is voor alles, dan zal uiteindelijk niemand zich echt verantwoordelijk voelen. Belangrijk is dus dat per KPI een verantwoordelijke wordt benoemd, die acties definieert, analyses laat uitvoeren en toelichting geeft over de voortgang in het realiseren van de doelstelling van de betreffende KPI.

6. Focus op relevantie 

Belangrijk is dat data betrouwbaar is en dat beslissingen worden genomen op basis van correcte data. Echter, in de praktijk zien we vaak dat het issue rondom betrouwbaarheid bewust of onbewust afleidt van het inzicht dat de prestatie-meting weergeeft. Vaak kunnen we aan de trendcijfers zien dat we achterlopen op target. Dan is het niet langer de vraag of de cijfers betrouwbaar zijn, maar: welke acties gaan we ondernemen om bij te sturen?

7. Behoud snelheid bij de opbouw
Vaak wordt er teveel tijd door een beperkt aantal mensen besteed aan het ontwerp van een dashboard, terwijl het belangrijker is om gewoon te starten met bijsturen en verbeteren. Wij pleiten ervoor om te starten met slechts een paar, eenvoudig te meten KPI’s. Start hierna zo snel mogelijk de cyclus van meten, analyse, acties uitvoeren en weer meten. De rapportage zelf is geen doel, het is slechts een middel om gedragsverandering en verbetering door te voeren.

Meer weten? Neem contact met ons op.

Het regelmatig beoordelen of u de juiste cao/pensioenfonds toepast is van groot belang. Dit voorkomt claims van uw werknemers en mogelijke financiële gevolgen.

Hoe weet u of u de juiste cao toepast?

Iedere cao kent een eigen werkingssfeer. Vaak staat deze in het begin van de cao tekst. In de werkingssfeer wordt er de ene keer gesproken over bedrijfsactiviteiten, verdeling arbeidsurenverdeling maar er kan ook gesproken worden over omzetverdeling. Het is belangrijk om regelmatig te onderzoeken of u nog steeds de juiste cao toepast.

Waarom is het belangrijk om een cao te volgen?

Werknemers hebben recht op de arbeidsvoorwaarden uit de cao die voor uw bedrijf van toepassing is. Indien de cao niet juist of niet volledig wordt gevolgd kunnen werknemers hun recht op de arbeidsvoorwaarden eisen. Zij kunnen een loonvordering indienen tot vijf jaar terug. Werknemers hebben niet alleen recht op het loon uit de cao conform de loonschaal waar zij in thuis horen voor wat betreft hun werkzaamheden/verantwoordelijkheden. Maar zij hebben ook recht op andere arbeidsvoorwaarden uit de cao zoals bijvoorbeeld vakantiedagen, overwerktoeslagen, feestdagentoeslag en misschien wel een scholingsbudget.

Hoe weet ik of mijn werknemers voldoende loon krijgen conform de cao?

Bijna iedere cao kent een functiewaarderingssysteem. Afhankelijk van de soort functie hoort er een bepaalde loonschaal bij de werkzaamheden/verantwoordlijkheden. Vaak wordt er ook gewerkt met functiejaren. Een werknemer krijgt afhankelijk van een goede beoordeling ieder jaar vaak een functiejaar erbij tot dat het maximum van de loonschaal is bereikt. Van belang is om dit goed in de gaten te houden zodat een loonvordering wordt voorkomen.

Hoe weet u of er een verplicht pensioenfonds voor uw onderneming geldt? 

Net zoals de cao een werkingssfeer kent, heeft ook een pensioenfonds een eigen werkingssfeer/verplichtstelling. In de werkingssfeer wordt net zoals in de cao gesproken over bedrijfsactiviteiten, omzetverdeling en arbeidsurenverdeling. Het kan zijn dat u verplicht bent om een bedrijfstakpensioenfonds te volgen maar géén cao. Beiden kunnen een eigen werkingssfeer hebben. Al zijn de meeste werkingssferen wel aan elkaar gelijk. Ga er dus niet vanuit dat wanneer u een pensioenfonds moet toepassen, u ook gebonden bent aan de cao.

Wat als u niet het juiste pensioenfonds toepast?

Regelmatig sturen pensioenfondsen brieven naar werkgevers met daarin de vraag of de onderneming niet aangesloten moet zijn bij het pensioenfonds. Niets doen is dan geen optie. Er moet een aanmeldformulier ingevuld worden waarin enkele vragen worden gesteld. Aan de hand van het ingevulde formulier beoordeeld het pensioenfonds of u aangesloten had moeten zijn. Wanneer blijkt dat u al eerder aangesloten had moeten zijn kunnen zij premies met terugwerkende kracht op u als werkgever verhalen. De premies worden niet verhaald bij de werknemers en komen voor uw rekening.

Verschoven/gewijzigde bedrijfsactiviteiten?

Het kan zijn dat de bedrijfsactiviteiten van uw onderneming in de loop der jaren zijn gewijzigd en er een andere cao/ pensioenfonds van toepassing is geworden. In dat geval zouden arbeidsvoorwaarden geharmoniseerd moeten worden. Een eventuele wijziging van cao/pensioenfonds kan namelijk ook gevolgen hebben voor de werkgeverslasten. Flynth kan u helpen de arbeidsvoorwaarden samen te voegen tot één passend pakket.

Fusie of overname?

Bij een fusie of overname krijgt u te maken met arbeidsvoorwaarden van de nieuwe werknemers. Er kan dan plots sprake zijn van twee pakketten. Belangrijk is om voor een overname of fusie te kijken wat u als nieuwe werkgever over gaat nemen voor wat betreft de arbeidsvoorwaarden zodat u na de fusie of overname niet voor verrassingen komt te staan. Er kan na de fusie of overname namelijk sprake zijn van twee verschillende arbeidsvoorwaardenpakketten. Flynth helpt u bij het doen van een boekenonderzoek of helpt u de arbeidsvoorwaarden samen te voegen tot één passend pakket.

(Bron: Flynth)

U woont ongehuwd samen en in uw samenlevingscontract staat dat uw bezittingen niet in gemeenschappelijk bezit vallen? Het lijkt er misschien op dat de verdeling van uw vermogen en goederen zonder discussie verloopt als de relatie onverhoopt eindigt. Maar ook met een samenlevingscontract moet uw vermogen mogelijk als gemeenschappelijk goed 50/50 verdeeld worden over u en uw (ex-)partner. 

Een praktijkvoorbeeld van een man en vrouw die ongehuwd samenwoonden met een samenlevingscontract maakt deze kwestie duidelijk. Aan het begin van hun relatie hebben ze hun privébankrekeningen opgeheven en hun inkomsten en uitgaven via de gemeenschappelijke rekening laten stromen. Toen ze uit elkaar gingen, leidde de verdeling van hun vermogen tot een rechtszaak. De rechtbank oordeelde dan zij door alles op een gemeenschappelijke rekening te storten, niet de intentie hadden om hun vermogen gescheiden te houden. De rechtbank beoordeelt dit als stilzwijgende afspraak dat hun vermogen en bezittingen aan de man en de vrouw toebehoren, ieder voor de helft.

Houd een administratie bij

Als u geen administratie bijhoudt, is door het samengaan van uw vermogen niet meer te bewijzen welk vermogen u had voordat u ging samenwonen en welk deel van het vermogen afkomstig is uit uw inkomsten. Er zijn verschillende stappen die samenwonenden kunnen zetten om discussies en strijd te voorkomen.

Wij geven u graag enkele tips:

  • Houd uw eigen bankrekening aan;
  • Houd een administratie bij waarbij u vastlegt wie welke goederen aanschaft;
  • Ontvangt u schenkingen? Leg dit vast in uw administratie;
  • Ontvangt u een erfenis? Leg dit vast in uw administratie.

Zonder een volledige administratie kunt u niet bewijzen welke goederen uw eigendom zijn of door u zijn gefinancierd. U loopt dan het risico dat u, mocht uw relatie ten einde komen, uw bezittingen of (ondernemings)vermogen moet delen met uw ex-partner. Het loont dus om geldstromen duidelijk vast te leggen.

(Bron: ABAB)

Om te kunnen investeren kunt u als ondernemer de heffing van belasting uitstellen naar een later moment. Senior belastingadviseur Hans van Dam zet de fiscale spelregels hiervoor op een rijtje.

Goedkoopmansgebruik

Regels voor het uitstellen van belastingheffing in de belastingwetgeving en belastingrechtspraak staan ook wel bekend als goedkoopmansgebruik. Kort gezegd: u hoeft winst pas te verantwoorden als die daadwerkelijk is gerealiseerd. Aan de andere kant kunt u verliezen opnemen zodra er een redelijke kans is dat u verlies gaat lijden. Het goedkoopmansgebruik vindt haar basis  in de bedrijfseconomie, maar de fiscale winstbepaling wijkt soms af van de commerciële winstbepaling.

Fiscale spelregels op een rij

U kunt de heffing van belasting op verschillende manieren uitstellen:

  • U mag de waarde van uw bezittingen verlagen door afschrijving, zoals reguliere afschrijvingen, willekeurige afschrijvingen of het afwaarderen naar een lagere bedrijfswaarde.  Ook kunt u een afwaarderingsverlies forceren of vorderingen afwaarderen. Afschrijvingen verminderen het belastbare resultaat. Hoe hoger de afschrijvingen, hoe lager de belastingdruk; 
  • U kunt een voorziening vormen op de balans. Voorzieningen zijn bedoeld voor toekomstige kosten die zich (zeer waarschijnlijk) gaan voordoen, maar waarvan de omvang nog niet exact bekend is. Voorbeelden van voorzieningen zijn een garantievoorziening, onderhoudsvoorziening, voorziening (belasting)claims, voorziening jubileumkosten of voorziening langdurig zieken; 
  • Het is altijd verstandig om u in deze gevallen goed te laten adviseren. Onze adviseurs vertellen u graag wat de mogelijkheden zijn en hoe u deze optimaal kunt benutten.

(Bron: ABAB)

De zes-maandenregeling in de overdrachtsbelasting

Categories: Kennisbank, Kennisbank voor het MKB (BV), Kennisbank voor het MKB(BV), belastingen, investeren
Reacties uitgeschakeld voor De zes-maandenregeling in de overdrachtsbelasting

Een in de praktijk veel gebruikte regeling in de overdrachtsbelasting is de zes-maandenregeling. Bij de aankoop van een onroerende zaak is overdrachtsbelasting verschuldigd over de waarde in het economisch verkeer (of hogere tegenprestatie). Wanneer dezelfde onroerende zaak echter binnen zes maanden na een vorige verkrijging wordt verkregen, zal voor de overdrachtsbelasting de waarde van de onroerende zaak verminderd worden met het bedrag waarover de eerste verkrijger al overdrachtsbelasting verschuldigd was. Als gevolg hiervan zal een nieuwe verkrijger minder (of soms zelfs helemaal geen) overdrachtsbelasting verschuldigd zijn.

TOEPASSING VAN DE REGELING

Voor toepassing van de zes-maandenregeling moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  • De onroerende zaak wordt binnen zes maanden opnieuw verkregen door een ander
  • De eerste verkrijger was bij de aankoop overdrachtsbelasting verschuldigd
  • De eerste verkrijger heeft de omzetbelasting die in rekening is gebracht niet afgetrokken (bij aankoop van een nieuwbouwwoning is er in de regel 21% omzetbelasting)
  • De eerste verkrijger heeft niet minder erf- of schenkbelasting moeten betalen door de betaling van de overdrachtsbelasting (de verkrijging van een onroerende zaak krachtens erfrecht is vrijgesteld van overdrachtsbelasting en de bij de schenking van onroerend goed verschuldigde overdrachtsbelasting kan in mindering worden gebracht op de schenkbelasting)

Indien aan deze voorwaarden is voldaan, wordt voor de overdrachtsbelasting de waarde van de onroerende zaak verminderd met het bedrag waarover de eerste verkrijger overdrachtsbelasting verschuldigd was en is de nieuwe verkrijger minder (of soms helemaal geen) overdrachtsbelasting verschuldigd. Deze vermindering levert een voordeel voor de laatste verkrijger op. De eerste verkrijger kan echter contractueel bedingen dat dit voordeel hem toekomt. In dat geval zal de eerste verkrijger doorgaans een extra vergoeding ontvangen. Dan is wel overdrachtsbelasting over deze extra vergoeding verschuldigd.

WAAR MOET U OP LETTEN

De voorwaarden van de zes-maandenregeling lijken in eerste instantie helder. In de praktijk merken wij echter dat bij het gebruik van de zes-maandenregeling, in relatie tussen particulieren en met name in familieverhoudingen, geen rekening wordt gehouden met het toepasselijke civiele recht, zoals bijvoorbeeld de consumentenbedenktijd.

De consumentenbedenktijd houdt in dat de koper van een onroerende zaak na het sluiten van de koopovereenkomst drie dagen verplichte bedenktijd heeft. Deze bedenktijd is bedoeld om, indien gewenst, deskundigen te raadplegen en te voorkomen dat de koper een te overhaaste beslissing neemt. Door deze bedenktijd is het echter niet mogelijk om de onroerende zaak direct na het sluiten van de koopovereenkomst (onvoorwaardelijk) te leveren. Voor het gebruik van de zes-maandenregeling dient de bedenktijd dus binnen de zes maanden te vallen, anders kan niet tijdig geleverd worden en zal geen sprake zijn van een verkrijging binnen de gestelde termijn.  In sommige gevallen is het gelukkig mogelijk om van de bedenktijd af te zien. Mocht u hier gebruik van willen maken, dan verdient het aanbeveling om u hier goed over te laten adviseren.

(Bron: Mazars)

Het regelmatig beoordelen of u de juiste cao/pensioenfonds toepast is van groot belang. Dit voorkomt claims van uw werknemers en mogelijke financiële gevolgen.

Hoe weet u of u de juiste cao toepast?

Iedere cao kent een eigen werkingssfeer. Vaak staat deze in het begin van de cao tekst. In de werkingssfeer wordt er de ene keer gesproken over bedrijfsactiviteiten, verdeling arbeidsurenverdeling maar er kan ook gesproken worden over omzetverdeling. Het is belangrijk om regelmatig te onderzoeken of u nog steeds de juiste cao toepast.

Waarom is het belangrijk om een cao te volgen?

Werknemers hebben recht op de arbeidsvoorwaarden uit de cao die voor uw bedrijf van toepassing is. Indien de cao niet juist of niet volledig wordt gevolgd kunnen werknemers hun recht op de arbeidsvoorwaarden eisen. Zij kunnen een loonvordering indienen tot vijf jaar terug. Werknemers hebben niet alleen recht op het loon uit de cao conform de loonschaal waar zij in thuis horen voor wat betreft hun werkzaamheden/verantwoordelijkheden. Maar zij hebben ook recht op andere arbeidsvoorwaarden uit de cao zoals bijvoorbeeld vakantiedagen, overwerktoeslagen, feestdagentoeslag en misschien wel een scholingsbudget.

Hoe weet ik of mijn werknemers voldoende loon krijgen conform de cao?

Bijna iedere cao kent een functiewaarderingssysteem. Afhankelijk van de soort functie hoort er een bepaalde loonschaal bij de werkzaamheden/verantwoordlijkheden. Vaak wordt er ook gewerkt met functiejaren. Een werknemer krijgt afhankelijk van een goede beoordeling ieder jaar vaak een functiejaar erbij tot dat het maximum van de loonschaal is bereikt. Van belang is om dit goed in de gaten te houden zodat een loonvordering wordt voorkomen.

Hoe weet u of er een verplicht pensioenfonds voor uw onderneming geldt? 

Net zoals de cao een werkingssfeer kent, heeft ook een pensioenfonds een eigen werkingssfeer/verplichtstelling. In de werkingssfeer wordt net zoals in de cao gesproken over bedrijfsactiviteiten, omzetverdeling en arbeidsurenverdeling. Het kan zijn dat u verplicht bent om een bedrijfstakpensioenfonds te volgen maar géén cao. Beiden kunnen een eigen werkingssfeer hebben. Al zijn de meeste werkingssferen wel aan elkaar gelijk. Ga er dus niet vanuit dat wanneer u een pensioenfonds moet toepassen, u ook gebonden bent aan de cao.

Wat als u niet het juiste pensioenfonds toepast?

Regelmatig sturen pensioenfondsen brieven naar werkgevers met daarin de vraag of de onderneming niet aangesloten moet zijn bij het pensioenfonds. Niets doen is dan geen optie. Er moet een aanmeldformulier ingevuld worden waarin enkele vragen worden gesteld. Aan de hand van het ingevulde formulier beoordeeld het pensioenfonds of u aangesloten had moeten zijn. Wanneer blijkt dat u al eerder aangesloten had moeten zijn kunnen zij premies met terugwerkende kracht op u als werkgever verhalen. De premies worden niet verhaald bij de werknemers en komen voor uw rekening.

Verschoven/gewijzigde bedrijfsactiviteiten?

Het kan zijn dat de bedrijfsactiviteiten van uw onderneming in de loop der jaren zijn gewijzigd en er een andere cao/ pensioenfonds van toepassing is geworden. In dat geval zouden arbeidsvoorwaarden geharmoniseerd moeten worden. Een eventuele wijziging van cao/pensioenfonds kan namelijk ook gevolgen hebben voor de werkgeverslasten. Flynth kan u helpen de arbeidsvoorwaarden samen te voegen tot één passend pakket.

Fusie of overname?

Bij een fusie of overname krijgt u te maken met arbeidsvoorwaarden van de nieuwe werknemers. Er kan dan plots sprake zijn van twee pakketten. Belangrijk is om voor een overname of fusie te kijken wat u als nieuwe werkgever over gaat nemen voor wat betreft de arbeidsvoorwaarden zodat u na de fusie of overname niet voor verrassingen komt te staan. Er kan na de fusie of overname namelijk sprake zijn van twee verschillende arbeidsvoorwaardenpakketten. Flynth helpt u bij het doen van een boekenonderzoek of helpt u de arbeidsvoorwaarden samen te voegen tot één passend pakket.

Per 1 januari 2020 verandert de termijn hoe lang partneralimentatie moet worden betaald. De Tweede Kamer had dit voorstel al goedgekeurd en zojuist / op 21 mei jl. heeft de Eerste Kamer het voorstel aangenomen.   

Wat verandert er per 1 januari 2020?

De periode waarover partneralimentatie moet worden betaald wordt korter. Op dit moment gaat de wet nog uit van een duur van maximaal 12 jaar. Voor partneralimentatie die vanaf 1 januari 2020 wordt vastgesteld geldt:

  • de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van 5 jaar.

Dus als u 6 jaar getrouwd bent geweest, betaalt u maximaal 3 jaar alimentatie voor uw ex-partner en als u 12 jaar getrouwd bent geweest betaalt u de maximale 5 jaar.

Twee wettelijke uitzonderingen

Op de nieuwe regel worden twee wettelijke uitzonderingen gemaakt:

  1. langdurige huwelijken;
  2. huwelijken met jonge kinderen.

Ad 1. Langdurige huwelijken:

  • Als u langer dan 15 jaar getrouwd bent geweest, en uw ex-partner is ten hoogste 10 jaar jonger dan de AOW-leeftijd, dan wordt de duur van de partneralimentatie maximaal 10 jaar.
  • Bent u 50 jaar of ouder en langer dan 15 jaar getrouwd geweest, dan is de maximumduur ook 10 jaar. Let op: dit is een tijdelijke regeling.

Ad 2. Huwelijken met jonge kinderen:

Bij huwelijken met kinderen, die de leeftijd van 12 jaar nog niet hebben bereikt, wordt de duur van de partneralimentatie maximaal 12 jaar.

Schrijnende gevallen

Bij de zogeheten schrijnende gevallen is afwijking van bovengenoemde bepalingen mogelijk. De rechter kan dan op verzoek van de alimentatiegerechtigde een nadere termijn vaststellen.

Mediation bij echtscheiding

Los van deze nieuwe wettelijke bepalingen die gaan gelden, blijft het mogelijk om via een mediationtraject op maat gemaakte afspraken te laten vastleggen. Die afspraken komen vaak in een kort tijdsbestek in goed overleg tot stand en sluiten precies aan bij de situatie en wensen van de mensen die uit elkaar gaan.

(Bron: Flynth)