All posts in Kennisbank voor het MKB(BV), administratie, bank

De hypotheekrentes in Nederland gaan de laatste tijd hard omlaag. Volgens De Hypotheekshop verlaagden grote spelers als ING en ABN AMRO de rentes recent al vier keer, Rabobank drie keer, en SNS en Aegon twee keer.

Vooral voor de lange rentevaste periode is sprake van stevige dalingen. Bij dertig jaar vast met NHG is de gemiddelde hypotheekrente in de laatste vier weken met 0,25 procent teruglopen tot 2,6 procent, aldus de hypotheekadviseur.

De hypotheekrentes liggen al lang erg laag, net als de spaarrentes. Dat banken nu de rentes nog verder verlagen, hangt samen met het beleid bij de Europese Centrale Bank (ECB). Die hintte er onlangs op dat zijn rentetarieven, waarop andere rentes zijn gebaseerd, in september mogelijk verder omlaag gaan. De ECB zou met zo’n rentestap de afzwakkende economische groei kunnen aanjagen.

Aan de lage hypotheekrente lijkt voorlopig nog geen einde te komen, denkt De Hypotheekshop. “Door de aanhoudende internationale onrust, stimuleringsmaatregelen van de ECB en Federal Reserve op de rol, en de start van het naseizoen in aantocht lijkt de daling van de hypotheekrente voorlopig nog wel aan te gaan houden.”

Bron: De hypotheekadviseur

Welk deel van de liquide middelen behoort toe aan de zaak en welk deel is privé? Dat is belangrijk voor de vraag of er meer liquiditeiten op de bankrekening staan dan voor de onderneming noodzakelijk is. Want dat deel – ‘duurzaam overtollige liquide middelen’ – dient u in box 3 aan te geven.

Voor een IB-ondernemer geldt dat hij op grond van de regels voor de zogeheten vermogensetikettering moet bepalen welke activa en passiva er op de balans van de onderneming thuishoren. Die regels zijn ook van toepassing op het saldo van de liquide middelen dat op de zakelijke bankrekening staat. Voor zover er meer liquiditeiten op de bankrekening staan dan voor de onderneming noodzakelijk is (de duurzaam overtollige liquide middelen), moet dat deel in box 3 worden opgenomen. Daarover is dan vermogensrendementsheffing verschuldigd.

Tip: Vanuit fiscaal oogpunt is het aantrekkelijk om zoveel mogelijk vermogen als zakelijk te etiketteren als er geen of een laag rendement op wordt behaald.

Hoeveel vermogen is er binnen de onderneming nodig?

Uiteindelijk is het aan de ondernemer om binnen de grenzen der redelijkheid te bepalen welk deel van de liquide middelen zakelijk zijn. Bij het indienen van de aangifte inkomstenbelasting heeft de ondernemer onderbouwd welk deel van het saldo liquide middelen als zakelijk kan worden aangemerkt. Dat is vooral van belang in de gevallen dat het saldo omvangrijk is en daarbij de vraag opkomt of het allemaal nodig is binnen de onderneming. Te denken valt aan het sparen voor bepaalde bedrijfsdoelen, zoals expansie, investeringen en/of overnames van andere bedrijven. Als dergelijke plannen goed onderbouwd zijn, dan kan gesteld worden dat de liquide middelen voldoende bedrijfsgebonden zijn en dus niet duurzaam overtollig.

Wat heeft de rechter beslist?

Recent heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een uitspraak gedaan over de vraag welk deel van de liquide middelen tot het ondernemingsvermogen behoren. Belanghebbende is advocaat en met een andere advocaat mede-eigenaar van een advocatenpraktijk. Bij de ingediende aangifte inkomstenbelasting 2013 was het saldo liquide middelen op de ondernemingsbalans van € 388.988. De inspecteur vond een saldo van € 50.000 aan liquide middelen voldoende en corrigeerde de aangifte voor het verschil. In hoger beroep oordeelde het hof dat belanghebbende de grenzen van de redelijkheid niet had overschreden door een ruimere buffer in acht te nemen. De hoogte van het saldo van de liquide middelen stond daarmee niet ter discussie.

Overwegingen belanghebbende

Overwegingen van belanghebbende om een hoog saldo liquide middelen als buffer aan te houden zijn tweeërlei. Er sprake is van een door twee advocaten gedreven advocatenpraktijk en er bestaat onzekerheid over het vertrek van de mede-eigenaar. Daarnaast speelt ook de grote mate van afhankelijkheid van de gefinancierde rechtsbijstand, die door bezuinigingen onder druk staat, mee. In latere jaren heeft er zich een omzetdaling voorgedaan.

Tip In het geval dat een omvangrijk saldo liquide middelen als zakelijk is geëtiketteerd, is een goede onderbouwing van belang.

(Bron: SRA)

Speelt u met de gedachte of het tegenwoordig nog wel zin heeft om te sparen? En bent u op zoek naar andere mogelijkheden om uw geld te laten groeien? Dan is dit wellicht het juiste moment om te beginnen met beleggen. Om u daarbij op weg te helpen gaan we hieronder dieper in op een aantal veelvoorkomende vragen.

Wat is beleggen eigenlijk precies?

Sparen of beleggen? Een bekende vraag die steeds vaker voorbij komt in de media en misschien ook in uw eigen omgeving. Goed, sparen kennen we wel. Maar wat is beleggen precies? Beleggen betekent dat u uw geld investeert in bijvoorbeeld aandelen, obligaties of vastgoed om daarmee in de toekomst een financieel voordeel te behalen. Zo kunt u beleggen om uw pensioen aan te vullen, de studie van uw kind betalen, noem het maar op.

Wilt u grote of kleine bedragen beleggen?

Een bekend misverstand is dat je veel geld moet hebben om te kunnen starten met beleggen. Dat is in werkelijkheid niet het geval. Zo kunt u al starten vanaf een eenmalige inleg van € 1.000,- maar ook al met een periodieke inleg vanaf € 50,- per maand. Meer beleggen kan natuurlijk altijd.

Kunt u het bedrag voor langere tijd missen?

Een belangrijke vraag die u uzelf moet stellen. In tegenstelling tot spaargeld levert beleggen over het algemeen meer op als u het geld voor langere tijd belegt. Dus als u bijvoorbeeld verwacht binnenkort een grote uitgave te moeten doen, zet dat bedrag dan op uw spaarrekening. Het is bovendien verstandig om een financiële buffer op uw spaarrekening aan te houden voor onverwachte uitgaven.

Dus heeft u al een goede financiële buffer en op korte termijn geen grote uitgaven op de planning? Dan kunt u overwegen om te beginnen met beleggen.

Bent u bereid om risico te lopen?

Beleggen is nooit zonder risico. En rendementen uit het verleden zijn geen garantie voor toekomstige rendementen. Een vaak gehanteerde stelregel is dat beleggingen waarvan een hoger rendement verwacht wordt, een hoger risico met zich meebrengen. Uw beleggingen kunnen tussentijds in waarde dalen. Daar moet u tegen kunnen, anders is beginnen met beleggen wellicht niets voor u. Gelukkig heeft u zelf ook invloed op het risico dat u loopt. Zo kunt u bijvoorbeeld uw beleggingen spreiden en is de ene vorm van beleggen risicovoller dan de andere.

Wilt u zelf beleggen of uw geld laten beleggen?

Als u gaat starten met beleggen is het daarom goed om te kijken welke vorm het beste bij u past. Wilt u experts voor u laten beleggen of wilt u het zelf gaan doen? De meeste mensen zijn zelf geen beleggingsexpert of hebben geen tijd om de beurzen te volgen. Hierdoor lopen ze meer risico als ze zelf gaan beleggen.

Wilt u zelf gaan beleggen? Zorg er dan voor dat u:

  • Een inschatting maakt van uw beleggingsrisico;
  • Continu op de hoogte bent van het financiële nieuws;
  • Kennis opbouwt over beleggingsproducten en beleggingsterminologie;
  • Rationeel en rustig blijft handelen.

Klinkt dit als een ingewikkeld en uitdagend proces? En wilt u toch uw geld beleggen, maar heeft u te weinig kennis of te weinig tijd om dit zelf te doen? Dan kunt u bij Nationale-Nederlanden kiezen voor Beheerd Beleggen. Onze experts nemen u dan het werk uit handen. Zij houden de economische ontwikkelingen en wereldwijde beurzen dagelijks nauwlettend voor u in de gaten en ondernemen actie als dat nodig is.

(Bron: NN)

De overheid als financier voor uw startup of meer groeifinanciering voor uw scaleup, daar denkt u misschien niet direct aan. Toch zijn er veel mogelijkheden.

Zowel voor startups als scaleups zijn er kredieten en andere financiële regelingen vanuit de overheid. “Ondernemers zijn van onschatbare waarde. Ze zijn de motor van onze economie”, zo staat in het regeerakkoord van Rutte III. Toegang tot financiering is daarbij essentieel. In de selectie hieronder staan de regelingen die gedeeltelijk zowel voor startups als voor scaleups toegankelijk zijn.

Regelingen voor startups

1. Vroege fase financiering

De regeling biedt cofinanciering om de stap van idee tot de start van productontwikkeling te zetten. In deze fase gaat het om het creëren en verifiëren van commerciële concepten, het identificeren van de geschikte markt en het ontwikkelen van de juiste licenties (intellectueel eigendom).

2. WBSO

De financiële lasten van research en development (R&D) kunt u verlagen via de WBSO. WBSO staat voor Wet Bevordering Speur en Ontwikkelingswerk. De regeling verlaagt loonkosten van uw R&D-medewerker of levert uzelf als ondernemer extra aftrek op. Ook kosten voor prototypes of onderzoeksapparatuur kunnen eronder vallen (ook voor scaleups).

3. Innovatiekrediet

Het innovatiekrediet is bedoeld voor de fase van ontwikkeling van nieuwe producten, processen of diensten. U bent druk bezig om iets werkend te krijgen, maar er is nog geen omzet. Het gaat om innovatieve ideeën op technisch of klinisch gebied (ook voor scaleups).

4. Seed business angels

Technostarters kunnen gebruik maken van Seed Business Angel fondsen. Een Seed Business Angel fonds kan financiering verschaffen in de vorm van aandelen, eventueel aangevuld met een achtergestelde lening en converteerbare leningen. Naast financiering krijgt u met business angels ook ervaren, ondernemende investeerders als klankbord. Een Seed Business Angel fonds kan minimaal € 50.000 en maximaal € 500.000 investeren per technostarter. Meer geld nodig? Dan is de Seed Capital-regeling interessant.

5. Seed capital

De Seed Capital-regeling richt zich vooral op technostarters en creatieve starters. Het ministerie van Economische Zaken verstrekt kapitaal aan investeringsfondsen, die met risicokapitaal investeren in innovatieve ondernemers op technologisch en creatief gebied.

6. BMKB, Borgstelling MKB Kredieten

Bij deze regeling staat de overheid borg voor bedrijfsfinanciering. Banken en andere financiers geven eerder een lening als de overheid voor een deel garant staat. De borgstelling geeft hen meer zekerheid, als er bijvoorbeeld onvoldoende gebouwen of machines aanwezig zijn. Startende en technologisch innoverende bedrijven kunnen rekenen op extra gunstige voorwaarden.

Regelingen voor scaleups

7. Groeifaciliteit

De Groeifaciliteit helpt bedrijven bij het aantrekken van risicodragend vermogen. Dit gebeurt door garanties te verstrekken op achtergestelde leningen van banken en op aandelen van participatiemaatschappijen. De financier krijgt met de Groeifaciliteit 50% garantie op het risicodragend vermogen dat hij verstrekt. Bij verlies vergoedt de overheid 50% van dat verlies. Dit verlaagt het risico van de financier dus aanzienlijk.

8. Garantie Ondernemersfinanciering

De regeling helpt (middel)grote ondernemingen bij het aantrekken van bankleningen en bankgaranties. De Garantie Ondernemingsfinanciering houdt kredietstromen op gang, zodat ondernemers kunnen blijven ondernemen.

9. Dutch Good Growth Fund

Het Dutch Good Growth Fund helpt mkb’ers die zakendoen met ontwikkelingslanden en opkomende markten. Als je de financiering met je bank niet rond krijgt, is er steun met leningen, garanties en participaties met terugbetaalverplichting (deels ook voor startups). Als je kapitaalgoederen exporteert naar één of meer van de DGGF-landen, dan biedt het onderdeel Exporteren een exportkredietverzekering en exportfinanciering.

10. Dutch Trade and Investment Fund

Het fonds helpt Nederlandse mkb’ers die zakendoen met landen die niet op de Dutch Good Growth Fund lijst staan. Het onderdeel Investeren biedt steun in de vorm van leningen, garanties en (indirecte) participaties met terugbetaalverplichting. Als je kapitaalgoederen exporteert naar een of meer van de DTIF-landen, dan biedt het onderdeel Exporteren een exportkredietverzekering en exportfinanciering.

Aanvraag indienen

De regelingen worden uitgevoerd door RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). U kunt op hun website per regeling toetsen of u aan de voorwaarden voldoet.

Regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s)

Bij de provinciaal georganiseerde ontwikkelingsmaatschappijen is financiering beschikbaar voor innovatieve en snelgroeiende bedrijven.

Invest-NL

In 2018 opent het overheidsloket Invest-NL met financiering voor startups en scaleups. Er komt € 2,5 miljard beschikbaar onder meer op thema’s energie, verduurzaming en digitalisering van de industrie.

Nieuw fonds voor scaleups en Europese regelingen

Het ministerie van Economische Zaken komt samen met het Europees Investeringsfonds (EIF) met € 100 miljoen aan extra financiering voor scaleups. Men verwacht dat marktpartijen nog eens € 100 miljoen aan kapitaal gaan investeren in het fonds. Er zijn meer Europese regelingen. Op Ondernemersplein.nl staat de Europese subsidiegids voor beginners als wegwijzer.

Niet financiële regelingen en programma’s

Naast de financieringsregelingen zijn er ook programma’s waarbij u kunt aansluiten. Startupofficers kunnen u in contact brengen met de overheid, bijvoorbeeld als launching customer. Het platform COSTA zorgt voor samenwerking tussen corporates en startups.

Er is ook een mentorennetwerk dat startups toegang geeft tot internationale netwerken. Op Kvk.nl staat een landelijk overzicht coaching voor startups. Nlgroeit is een voorbeeld van een programma voor scaleups met een omzet van minimaal 1 miljoen euro.

(Bron: Kamer van Koophandel)

Tot slot

Een goed gestructureerd debiteurenbeleid versterkt de liquide en daarmee financiële positie van je onderneming, het levert dus geld op!

Goed debiteurenbeheer begint met ‘selectie aan de poort’. Wie accepteer je als klant en wie niet? Win informatie in over de potentiële debiteur bij de KvK, via het internet en/of je netwerk. Voorkomen is immers beter dan genezen!

Zorg dat kort na de levering van je product(en) of dienst wordt gefactureerd. Dit leidt tot een snellere betaling. Let er op dat de factuur juist is en alle juiste gegevens bevat, zoals de tenaamstelling, het factuurnummer, datum, BTW nummer en omschrijving. Verwijs op de factuur ook naar de algemene voorwaarden die je gebruikt. Hier zijn meestal de gevolgen voor de debiteur bij niet tijdige betaling in opgenomen.

 

Achterstallige betalingen

De volgende stap in effectief debiteurenbeheer is het tijdig signaleren van achterstallige betalingen en een adequate reactie. Stuur de debiteur (direct) een vriendelijk bericht wanneer de betalingstermijn overschreden is met het verzoek alsnog te betalen. De debiteur raakt er zo mee bekend dat je de termijnen strikt in de gaten houdt.

Mocht ook nu betaling achterwege blijven, stuur dan een aanmaning (sommatie). Bel vervolgens enkele dagen later na en attendeer de debiteur op de factuur. Blijft betaling uit, stuur dan een sommatie waarbij ook een boete of administratiekosten in rekening worden gebracht. Levert dit geen betaling op, geef de vordering dan uit handen en neem geen nieuwe opdrachten aan van de debiteur tot de openstaande facturen betaald zijn.

 

Vastlegging

Zorg voor dossieropbouw. Documenteer alle brieven, mails, telefoongesprekken (inclusief terugbelverzoeken) en toezeggingen. Deze komen van pas als het tot een gerechtelijke procedure komt.

Hanteer een strakke planning en hou je ook aan de termijnen. Al met al zou een goed georganiseerd debiteurenbeheer moeten leiden tot minder afschrijvingen op je debiteuren, toename van de liquiditeit van je onderneming, lagere rentelasten en toename van je winst. De (extra) tijd die je in een adequaat debiteurenbeheer steekt, verdient zich dus terug.

(Bron: Jan)

Zorg dat je kunt voldoen aan je betalingen:
De liquiditeit van je bedrijf is voor een groot deel afhankelijk van het betaalgedrag van je klanten. Hoe sneller je geld van klanten binnen is, des te sneller en beter je kunt voldoen aan je financiële verplichtingen. Hiermee verbeter je direct je eigen kredietwaardigheid.

Wat is liquiditeit?

Liquiditeit is een cijfer (ratio) dat aangeeft in hoeverre jouw bedrijf aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen, nu of in de toekomst.

3 tips om je liquiditeit te verbeteren

Je liquiditeit kun je verbeteren door er simpelweg voor te zorgen dat je klanten betalen. Op tijd en volgens afspraak. Hierdoor heb jij meer financiële ruimte om te ondernemen – aan je eigen betalingsafspraken te voldoen (liquiditeit dus) en te investeren in nieuwe dingen.

 

1. Duidelijke betalingsafspraken

Maak met je klant heldere afspraken over de betaling, dan zul je eerder je geld ontvangen. Hoe? Zorg dat van tevoren de volgende zaken duidelijk zijn bij je klant:

  • Het geldbedrag (juiste valuta + BTW-percentage)
  • Betalingstermijn (vooraf, binnen x dagen, in termijnen)
  • Betaalwijze (bijv. eenmalige of periodieke incasso, cash betaling, pin,creditcard)
  • Gevolgen bij te laat betalen (aanmaning, verhoogd bedrag, incassotraject)

Hoe kun je deze afspraken goed vastleggen en bij je klant bekend maken? Dit kun je doen op de volgende manieren:

  • In je offerte
  • In een contract
  • In je algemene voorwaarden
  • Op je factuur
  • Correspondentie (e-mail)

2. Goed debiteurenbeheer voeren

Om te zorgen dat je klanten betalen is het slim hier bovenop te zitten. Dit noem je ook wel debiteurenbeheer of creditmanagement. Dit is de methode waarop jouw bedrijf ervoor gaat zorgen dat er betaald wordt, zo snel en soepel mogelijk. Door een goed georganiseerd debiteurenbeheer worden facturen sneller betaald. Belangrijk is dat je debiteurenbeheer in handen is van iemand die goed met klanten overweg kan, harde afspraken kan maken en bevoegd is om betalingsafspraken te maken. Als je intern geen capaciteit hiervoor hebt, kun je bijvoorbeeld een kredietverzekeraar, incassobureau of bank inschakelen om je hierbij te helpen.

3. Klanten afstoten

Om je liquiditeit te verbeteren is het verstandig zaken te doen met betrouwbare klanten die op tijd betalen. Durf afscheid te nemen van slecht betalende klanten en focus je op de klanten die je aandacht verdienen en voor winst zorgen. Natuurlijk wil je liever voorkomen dat je klanten de wacht aan moet zetten. Het is dan ook slimmer om vooraf goed te controleren wat de betaalreputatie en financiële status van je klant is. Dit kun je doen door kredietinformatie op te vragen via een kredietinformatiebureau of kredietverzekeraar. Deze maken door middel van een cijfer (score) van 0 tot 10 heel eenvoudig inzichtelijk in hoeverre een bedrijf de komende 12 maanden aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen. Zo weet jij hoeveel risico je loopt en kun je voorkomen dat je in zee gaat met slecht betalende klanten.

 

Eigen kredietwaardigheid

Door bovenstaande tips toe te passen verbeter je niet alleen je liquiditeit, het zorgt direct voor een betere kredietwaardigheid van je eigen bedrijf. Je bedrijf heeft dan zelf een gezonde basis en zeer waarschijnlijk ook een goede betaalreputatie. Hierdoor zullen klanten en financiële partijen (zoals banken en verzekeraars) eerder zaken met je doen en je bijvoorbeeld een beter rentepercentage aanbieden. Alleen maar voordelen dus.

(Bron: MKBServicedesk)

Liquiditeit is net als rentabiliteit en solvabiliteit een van de financiële ratio’s. Met deze cijfers kun je zien hoe jouw bedrijf zich over een periode ontwikkelt. De liquiditeit bereken je om aan te geven in hoeverre jouw bedrijf aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen.

Er zijn meer ratio’s, maar de liquiditeitsratio, rentabiliteitsratio en solvabiliteitsratio worden het meest gebruikt. Met de gegevens uit je winst- en verliesrekening en je balans kun je de ratio’s uitrekenen.

Dynamisch

Er zijn twee vormen van liquiditeit: dynamische en statische. Met de dynamische liquiditeit bereken je hoe de inkomende geldstroom zich in een bepaalde periode verhoudt tot de uitgaande geldstroom. Meestal doe je dit voor de toekomst.
Eerst maak je een liquiditeitsbegroting op, om te schatten hoeveel geld er in deze periode (bijvoorbeeld de aankomende maand) binnen zal komen en uit zal gaan. Door deze cijfers met elkaar te vergelijken, weet je of je in deze periode aan je betalingsverplichtingen kunt voldoen.

Statisch

De statische liquiditeit geeft aan of je bedrijf aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen met behulp van de vlottende activa, oftewel de activa die binnen een jaar te gelde kunnen worden gemaakt. Er zijn drie manieren om dit te berekenen:
  • Current ratio: Vlottende activa (voorraden debiteuren en kasgeld) gedeeld door kort vreemd vermogen (crediteuren en banken). Als de uitkomst hoger is dan 1, kun je voorlopig aan je betalingsverplichtingen voldoen. Liefst is de uitkomst hoger dan 2.
  • Quick ratio: Vlottende activa gedeeld door kort vreemd vermogen, met uitzondering van de voorraden. Dus debiteuren + kasgeld) gedeeld door kort vreemd vermogen (crediteuren en banken). Als het cijfer hoger is dan 1, kun je onmiddellijk aan je verplichtingen voldoen.
  • Nettowinstkapitaal: Vlottende activa minus kort vreemd vermogen. Hiermee zie je precies hoeveel geld je overhoudt nadat je aan je betalingsverplichtingen hebt voldaan.

Quick ratio

Bij de quick ratio tellen de voorraden niet mee, omdat ze eerst door klanten moeten worden gekocht en betaald. Als je op heel korte termijn aan je betalingsverplichtingen moet voldoen, heb je hier dus niets aan.
De quick ratio laat zien hoe je op dit moment aan je betalingsverplichtingen kunt voldoen. De andere ratio’s zijn er om te laten zien hoe je op langere termijn aan je betalingsverplichtingen kunt voldoen.
Vlottende activa zijn immers activa die je binnen een jaar te gelde kunt maken. Het kort vreemd vermogen zijn leningen of andere betalingsverplichtingen die je binnen een jaar moet aflossen.

Voorbeeld

Dus als bijvoorbeeld dit je balans is:
Debet Credit
Bedrijfspand: 200.000< Hypotheek: 150.000
Inventaris: 30.000 Leverancierskrediet: 20.000
Voorraden: 30.000 Eigen vermogen: 97.000
Kas: 5.000 Crediteuren: 3.000
Debiteuren: 5.000
Totaal 270.000 Totaal: 270.000

 

Je hypotheek is lang vreemd vermogen, je mag immers er langer dan een jaar over doen om het af te lossen. Het leverancierskrediet en de crediteuren vallen onder kort vreemd vermogen.
De current ratio is (voorraden 30.000 + debiteuren 5.000 + kasgeld 5.000 = 40.000) gedeeld door (kort vreemd vermogen is (leverancierskrediet 20.000 + crediteuren 3.000 = 23.000) = 40.000 / 23.000 = 1,74. Dit getal is hoger dan 1, je kunt dus in de nabije toekomst aan je betalingsverplichtingen voldoen.
De quick ratio is (debiteuren 5.000 + kasgeld 5.000) / (vlottende activa = 23.000) = 10.000 / 23.000 = 0,43. Dit getal is helemaal niet groter dan 1, dus de liquiditeit is toch best zorgwekkend. Je kredietwaardigheid is erg afhankelijk van of en hoe snel je je voorraden verkoopt.
Het nettowinstkapitaal is 40.000 – 23.000 = 17.000. Dit is prima.
(Bron: MKB Servicedesk)

 

Je huidige bankrekeningnummer kun je per 1 augustus 2014 niet meer gebruiken. Er komt een internationaal rekeningnummer voor in de plaats (IBAN). Dit hangt samen met de invoering van één Europese betaalmarkt (SEPA).

 

  • Nieuw rekeningnummer
  • IBAN
  • Invoering in fases
  • Overboeking
  • Incasso
  • Kosten
  • Veelgestelde vragen over IBAN
  • Consument profiteert nog beperkt
Afbeelding van een Euro-teken in combinatie met het symbool voor Europa (een cirkel met sterren).Je huidige bankrekeningnummer kun je per 1 augustus 2014 niet meer gebruiken. Er komt een internationaal rekeningnummer voor in de plaats (IBAN). Dit hangt samen met de invoering van één Europese betaalmarkt (SEPA). De oorspronkelijke datum was 1 februari, maar de Europese Commissie heeft uitstel van 6 maanden aangevraagd en gekregen.

Nieuw rekeningnummer

Er komt één Europese betaalmarkt, ook wel SEPA genoemd (Single European Payments Area). De grootste verandering is dat per 1 augustus 2014 het Nederlandse rekeningnummer definitief wordt vervangen voor een langer internationaal rekeningnummer (IBAN: International Bank Account Number).

De volgende landen nemen deel aan SEPA:

  • alle landen binnen de Europese Unie;
  • Noorwegen;
  • IJsland;
  • Liechtenstein;
  • Zwitserland;
  • Monaco.

Sommige bedrijven en instellingen zijn al overgegaan op het internationale rekeningnummer. Dit betekent dat ze nu al kunnen vragen om een IBAN en/of op hun facturen hun eigen IBAN vermelden.

IBAN

De IBAN bestaat in Nederland uit 18 tekens en is als volgt opgebouwd: NL99BANK0123456789

  • een landcode (NL voor Nederland);
  • een controlegetal (twee cijfers);
  • een code van de bank (in Nederland vier letters, zoals RABO en INGB);
  • één of meerdere nullen;
  • het huidige (‘oude’) bankrekeningnummer.

Bekijk wat jouw IBAN wordt.

Invoering in fases

SEPA wordt in fases ingevoerd. Er is in de afgelopen jaren al veel veranderd. Dit is nu al mogelijk binnen de Eurozone:

  • Kosteloos met een betaalkaart betalen en geld opnemen. Dit kan op steeds meer plekken binnen Europa, doordat steeds meer automaten de Nederlandse betaalkaart accepteren. Let op: dit geldt alleen voor Eurolanden en niet voor landen die wel binnen het SEPA-gebied vallen, maar waar niet met de euro betaald wordt. Er morgen wel kosten in rekening worden gebracht als dit ook geldt voor de eigen inwoners én als het van te voren staat aangegeven (bijvoorbeeld met een sticker op een geldautomaat). Wij hebben diverse meldingen dat dit in Duitsland regelmatig voorkomt.
  • Grensoverschrijdend geld (laten) incasseren. Dit kun je bijvoorbeeld gebruiken voor het betalen van de huur van het vakantiehuis in Frankrijk of voor internetaankopen.
  • Zonder extra kosten geld ontvangen vanuit een andere Europese rekening.
  • Grensoverschrijdend geld over boeken. Dat is vanaf april 2013 bij alle Nederlandse banken mogelijk met internetbankieren.

Overboeking

Tot 1 augustus 2014 bestaan de nationale en Europese betaalmarkt nog naast elkaar. Maar per augustus 2014 verdwijnt het ‘oude’ bankrekeningnummer, de Nederlandse overboeking en de Nederlandse incasso.

Een overboeking gaat straks als volgt:

  • We doen vanaf 1 augustus 2014 ook als we binnen Nederland geld overschrijven een Europese overboeking.
  • Het internationale rekeningnummer (IBAN) wordt nu nog vooral voor grensoverschrijdende betalingen gebruikt, maar straks ook voor alle binnenlandse betalingen.
  • Voor een Europese overboeking is er naast de IBAN een zogenoemde BIC-code nodig. De BIC-code (Bank Indentifier Code) is een code van de bank waar de rekening van de begunstigde loopt. Per 1 augustus 2014 is voor een Europese overboeking binnen Nederland alleen nog de IBAN nodig. Per 1 februari 2016 geldt dat voor alle Europese overboekingen.
  • De overboeking komt vanaf 1 januari 2013 uiterlijk een dag erna aan. Tot die tijd kon dit soms wel drie dagen duren.
  • Geld overboeken kan nog steeds zowel met internetbankieren als met een overschrijvingsformulier.
  • In de internetbankieromgeving veranderen banken de rekeningnummers in de adresboeken automatisch in IBAN’s.

Incasso

Het Nederlandse incasso maakt plaats voor het Europese incasso. De bestaande automatische incasso’s – voor bijvoorbeeld het betalen van de energierekening of voor de hypotheek – worden automatisch omgezet in machtigingen voor Europese incasso’s. Alleen bij nieuw afgegeven machtigingen wordt er om een IBAN gevraagd.

Wat is anders aan de Europese incasso?

  • Enkele dagen voordat er een nieuwe doorlopende of éénmalige incasso plaatsvindt, informeert de bank je hierover. Het is dan mogelijk om het incasso bij de bank zonder opgave van reden tegen te weigeren.
  • Nadat een incasso is uitgevoerd, kun je desgewenst zonder opgave van reden het geïncasseerde geld laten terugstorten (storneren) via de bank. Dat kan nu al bij een doorlopend incasso tot 56 dagen nadat het incasso plaatsvond. Straks geldt deze mogelijkheid ook voor éénmalige incasso’s. Let op: als er een betalingsverplichting is, blijft die uiteraard wel bestaan.
  • Alleen voor incasso’s van Kansspelen is (voorlopig) een uitzondering gemaakt: ook de Europese variant van deze incasso is niet terug te boeken.

Kosten

Met de invoering van één Europese betaalmarkt is afgesproken dat het betalingsverkeer binnen het SEPA-gebied voor consumenten evenveel kost als in eigen land. In Nederland is het voor consumenten gratis om geld over te boeken en te laten incasseren. Daarom is dit over de grens, binnen Europa, sinds enkele jaren ook gratis. Vooral consumenten die binnen Europa regelmatig grensoverschrijdend werken, aankopen en/of betalingen doen, profiteren hiervan. Voor banken, bedrijven en instellingen vergt de overgang veel technische en administratieve investeringen. Het is te verwachten dat de consument hier indirect aan gaat meebetalen.

Veelgestelde vragen over IBAN

  • Is de kans groter dat je een verkeerd rekeningnummer intypt en je geld bij de verkeerde persoon terecht komt?

Nee, de kans dat je geld overmaakt naar een verkeerd rekeningnummer is juist kleiner.

Een typefout bij het invoeren van een IBAN resulteert vrijwel altijd in een onjuist (niet bestaand) IBAN, zodat er dus ook geen geld naar een verkeerd persoon of bedrijf wordt overgemaakt. Het IBAN is opgebouwd als een zelf-controlerend rekeningnummer. De (zelf)controle gebeurt door middel van een wiskundige proef (de 97-proef). De naam-nummer controle werd bij oude Postbank rekeningnummers (de korte rekeningnummers) gebruikt omdat deze nummers niet zo’n geïntegreerde controle hadden. De overige oude rekeningnummers hadden wel een zelfde soort proef (de 11-proef), maar de controle die bij een IBAN wordt uitgevoerd is nog secuurder.

Lees wat je moet doen als je toch een overboeking hebt gedaan naar een verkeerd rekeningnummer.

  • Mijn IBAN staat nog niet op mijn pinpas, waarom krijg ik geen nieuwe?

De Consumentenbond heeft geëist dat banken de nieuwe bankpassen (waar je IBAN op staat) versneld gaan uitgeven, toen werd besloten dat er vanaf 1 augustus 2014 geen automatisch nummerconversie meer plaatsvindt. Als je niet wilt wachten kun je (vaak gratis) een nieuwe pas aanvragen.

Je IBAN vind je behalve op je (nieuwe) betaalpas ook in je internetbankieromgeving, door het rekeningnummer naar 4226 te smsen, via de overopIBAN app en IBAN BIC Check.

  • Is het veilig om mijn adresboek van internetbankieren te gebruiken om geld over te maken? Kunnen criminelen daar niet bij?

Banken raden vaak aan om zoveel mogelijk het adresboek te gebruiken bij overboekingen. De rekeningnummers in je adresboek zijn namelijk automatisch omgezet in IBAN. Wie zich aan de veiligheidsvoorschriften houdt en de tips voor veilig internetbankieren kent loopt géén extra risico door de invoering van IBAN. Wel zijn er in deze overgangsfase veel phishing mails over IBAN in omloop (bekijk hier 2 voorbeelden). Ga nooit om dergelijke mails in; een bank zal nooit om je inloggegevens vragen.

Consument profiteert nog beperkt

De Consumentenbond vindt de invoering van één Europese betaalmarkt (SEPA) op zich een goede zaak. Het zal volgens Ben Schellekens, campagneleider betalingsverkeer bij de Consumentenbond, voor de gemiddelde consument nog wel even duren voordat hij hiervan voordeel ondervindt. ‘Pas als het consumentenrecht op Europees niveau goed geregeld is, is het voor de consument echt aantrekkelijk om in andere Europese landen aankopen te doen.’
Mede door de invoering van SEPA verdwijnt de papieren acceptgiro op den duur. Deze zou in 2014 verdwijnen, maar dankzij inspanningen van onder andere de Consumentenbond blijft de papieren acceptgiro vijf jaar langer – tot 2019 – bestaan. Een ander punt dat met de invoering van SEPA speelt, is dat iedereen een internationaal rekeningnummer (IBAN) krijgt. Het kunnen meenemen van het rekeningnummer bij een overstap naar een andere bank (nummerportabiliteit) lijkt daarmee verder weg dan ooit, stelt Schellekens. ‘Maar we blijven nummerportabiliteit bij banken en politiek onder de aandacht brengen. Want dat dit niet kan, weerhoudt mensen ervan om van bank te wisselen.’

(Bron: consumentenbond)

De Nationale ombudsman stelt een onderzoek in naar ‘de traag betalende overheid’. Onderdeel van het onderzoek is een meldpunt waar gedupeerde (kleine) ondernemers melden waar ze in de praktijk tegenaan lopen. In de huidige economische situatie is het van belang dat het betaalgedrag verbeterd wordt.

 

Kan de commercieel directeur – die geen statutair directeur is – bij aandeelhoudersvergadering zomaar worden ontslagen? De Norkem uitspraak.

De zaak
Commercieel Directeur X  (hierna: “CD”) is sinds 2005 in dienst van Norkem B.V. en sinds juni 2011 commercieel directeur van die B.V. Bij aandeelhoudersvergadering van 23 januari 2013 is de benoeming van CD als ‘director’ van Norkem met onmiddellijke ingang beëindigd. De vraag die aan de rechter wordt voorgelegd is of dit ontslag rechtsgeldig heeft plaatsgevonden.

Wanneer is een ontslag rechtsgeldig?
Degene die bevoegd is tot het benoemen van de statutair directeur, is ook bevoegd tot het ontslaan van de statutair directeur. De benoeming vindt plaats zoals in de statuten is bepaald en meestel is dat de algemene vergadering van aandeelhouders (AvA) of de Raad van Commissarissen (RvC) .

Wat speelt er?
De centrale vraag die in deze zaak speelt is of CD bij Norkem werkzaam was als statutair directeur of dat hij bij Norkem werkzaam was als gevolmachtigd directeur. Het antwoord daarop is bepalend voor de vraag of CD nog in loondienst is bij Norkem en daarom aanspraak kan blijven maken op betaling van loon.

Wat zijn de argumenten van de commercieel directeur?
De commercieel directeur geeft aan dat hij geen statutair directeur is, maar een ‘gewone’ werknemer.

Wat zegt de rechter?
De rechter oordeelt dat een duidelijke en ondubbelzinnige benoeming van CD tot statutair directeur ontbreekt, hetgeen tot gevolg heeft dat Norkem met een enkel ontslagbesluit de directeur niet zomaar kon ontslaan. CD was zich er ook niet zich bewust van dat hij statutair bestuurder zou worden bij ondertekening van de stukken en ook is niet gebleken dat CD specifieke kennis bezat waardoor hij wist wat de gevolgen waren van hetgeen hij ondertekende.

Oordeel?
Geoordeeld wordt dat de arbeidsovereenkomst vanwege het ontbreken van een ontslagvergunning (of een gerechtelijke titel tot ontbinding) niet rechtsgeldig is geëindigd. De loonvordering van CD wordt toegewezen.

Conclusie
In de praktijk blijken veel fouten gemaakt te worden bij het ontslag van de statutair bestuurder. Dit heeft tot gevolg dat het ontslag niet rechtsgeldig is en, zoals hiervoor al even uiteengezet, zijn er zeker enkele instrumenten voor de statutair bestuurder om dit ontslag aan te vechten.

Enkele praktische tips:

  • Maak altijd bezwaar tegen het ontslag;
  • Vraag eventueel uitstel voor de AvA/RvC, opdat u juridisch advies kunt vragen;
  • Wordt uitstel niet verleend, ga dan naar de AvA en bestrijdt de conclusie dat er redenen zijn om de arbeidsverhouding met u te beëindigen of merk op dat er wellicht sprake is van een opzegverbo (ziekte, zwangerschap etc);
  • Vraag een schriftelijke bevestiging van het ontslag;
  • Houd u beschikbaar voor verrichten van uw werkzaamheden;
  • Probeer zoveel mogelijk relevante documenten te verzamelen, die zicht kunnen geven op het feit dat er geen redenen zijn om de arbeidsverhouding met u te beëindigen (omzetgegevens, e-mailberichten, functionerings – en beoordelingsverslagen etc).

(Bron: Pellicaan)