All posts in Kennisbank voor het MKB(BV), juridisch, lenen en schulden

Heeft u een kredietovereenkomst? Let op de risico’s!

Categories: Kennisbank, Kennisbank voor het MKB (BV), Kennisbank voor het MKB(BV), juridisch, lenen en schulden
Reacties uitgeschakeld voor Heeft u een kredietovereenkomst? Let op de risico’s!

Veel ondernemingen hebben een kredietovereenkomst gesloten bij een bank. Onderdeel van deze kredietovereenkomst is de hoofdelijke aansprakelijkheid van de vennootschappen die partij zijn bij de kredietovereenkomst. Hieraan zijn de nodige (aansprakelijkheids-)risico’s verbonden, ook voor de vennootschappen onderling.

Wat is hoofdelijke aansprakelijkheid? 

Hoofdelijke aansprakelijkheid betekent dat alle vennootschappen die partij zijn bij de overeenkomst aansprakelijk zijn voor de nakoming van de verplichtingen op grond van de kredietovereenkomst. De belangrijkste verplichting is de terugbetaling van de openstaande schuld aan de Bank. Iedere vennootschap heeft dus een zelfstandige (terug-)betalingsverplichting jegens de Bank.  Leg ons eens een overeenkomst voor.

Als u niets kunt aflossen of als uw schuldeisers meer terug willen krijgen dan u aanbiedt, is een zogeheten minnelijk akkoord of minnelijke schuldregeling onmogelijk. U kunt dan schuldsanering aanvragen. Een schuldhulpverlener kan u hierbij helpen. Schuldsanering is wettelijk geregeld in de Wet schuldsanering natuurlijke personen. (NB. Er betaat ook een wet voor schuldsanering voor rechtspersonen zoals B.V.’s).

Wettelijke schuldsanering aanvragen

Als u schuldsanering wilt aanvragen, moet u een verzoek indienen bij de rechtbank. De schuldhulpverlener kan u hierbij helpen. Hij heeft bijvoorbeeld standaardteksten voor een verzoekschrift en weet bij welke rechtbank u moet zijn. Ook kan hij u vertellen welke  stukken u moet meesturen met het verzoekschrift. Een van die stukken is de zogenaamde schuldsaneringsverklaring. Daarin geeft de gemeente aan waarom een minnelijk akkoord niet gelukt is.

Beoordeling verzoek toelating tot schuldsanering

De rechtbank onderzoekt zelf of een minnelijk akkoord echt onmogelijk is en gaat na hoe uw schulden zijn ontstaan. De rechter kan uw verzoek voor schuldsanering afwijzen bij:

  • onverantwoord koopgedrag;
  • strafrechtelijke schulden (bijvoorbeeld bekeuringen);
  • fraude;
  • eerdere faillissementen.

Ook mag u de afgelopen 10 jaar niet eerder een Wsnp-traject hebben doorlopen.

De rechtbank bekijkt of u de afspraken uit de toekomstige schuldsanering kunt nakomen. Daarvoor moet u alle nodige informatie overhandigen aan de rechtbank. Tegelijkertijd moet u uw best doen om zo veel mogelijk geld voor aflossing te krijgen. U mag ook niet opzettelijk nog nieuwe schulden maken.

Saneringsplan bij schulden

Wordt u toegelaten tot de Wsnp, dan stelt de rechtbank een saneringsplan op. Hierin staan de exacte duur en het aflossingsbedrag. Meestal gaat het om een periode van 3 jaar, maar de rechter kan een andere periode vaststellen (maximaal 5 jaar en minimaal 1 jaar bij ziekte of hoge leeftijd). Alle schuldeisers zijn verplicht om aan het saneringsplan mee te werken.

Bewindvoerder bij schuldsanering

De rechtbank benoemt een bewindvoerder die controleert of alles volgens afspraak verloopt. U bent verplicht de bewindvoerder alle informatie te geven die belangrijk is voor de afhandeling van de wettelijke schuldsanering. Tijdens de regeling betaalt u meestal zelf uw rekeningen en vaste lasten, maar soms doet de bewindvoerder dat. U krijgt dan een vast bedrag voor levensonderhoud.

Toezicht op bewindvoerder

De rechter-commissaris houdt toezicht op de bewindvoerder. Als u een klacht heeft over de manier waarop de bewindvoerder zijn werk doet, kunt u de rechter-commissaris daarover aanspreken. Hij is binnen de rechtbank de rechter die uw zaak behandelt.

Afwijzing verzoek toelating tot Wsnp

Als de rechtbank het verzoek afwijst, kunt u bij het gerechtshof beroep aantekenen. Hiervoor heeft u een advocaat nodig. Misschien komt u in aanmerking voor gesubsidieerde rechtsbijstand. Als het beroep wordt afgewezen, zal de rechter het faillissement uitspreken.
Het Juridisch Loket kan u helpen als u beroep aantekent bij het gerechtshof. Ook als de rechter een faillissement uitspreekt, kunt u bij het Juridisch Loket advies krijgen.

(Bron: Overheid)

Naast de goederenrechtelijke zekerheden zoals het recht van pand en hypotheek, spelen persoonlijke zekerheden als borgtocht en hoofdelijkheid in de financieringspraktijk een steeds belangrijkere rol. Het zijn veelal banken die deze vorm van zekerheid verlangen.
Borgtocht en Hoofdelijkheid zijn twee wezenlijk verschillende vormen van zekerheid. Toch zie je in de praktijk vaak dat de twee door elkaar worden gebruikt.
Borgtocht wordt in de wet gedefinieerd als: “ de overeenkomst waarbij de ene partij, de borg, zich tegenover de andere partij, de schuldeiser, verbindt tot nakoming van een verbintenis, die een derde, de hoofdschuldenaar, tegenover de schuldeiser heeft of zal krijgen”.<
Borgtocht is daarmee een vorm van hoofdelijkheid. Echter anders dan bij hoofdelijkheid heeft de borgtocht een afhankelijke (accessoire) karakter alsmede een plaatsvervangende( subsidiair).
Het afhankelijkheidsaspect zit hem in het feit dat de borgtocht afhankelijk is van de verbintenis van de hoofdschuldenaar, waarvoor zij is aangegaan. Dit betekent dat de borgtocht teniet gaat zodra er geen hoofdverbintenis meer is. Daarnaast kan de borg zich beroepen op de verweermiddelen die de hoofdschuldenaar heeft jegens de schuldeiser wat betreft het bestaan, de inhoud of het tijdstip van nakoming van zijn verbintenis.
Het plaatsvervangende karakter zit hem in het feit dat de borg (hij die de borgtocht heeft verstrekt) niet gehouden is tot nakoming voordat de hoofdschuldenaar in de nakoming van zijn verbintenis is tekortgeschoten. Hij komt dus pas in tweede instantie in plaats van de hoofdschuldenaar aan bod. Hoofdelijk verbonden schuldenaren zijn tegenover de schuldeiser gelijkelijk aansprakelijk voor de gehele schuld. De schuldeiser mag kiezen wie hij aanspreekt.
Gezien het voorstaande kan het voor een schuldenaar belangrijk zijn zich op het standpunt te stellen dat er “slechts” sprake is van borgtocht en niet van hoofdelijkheid.
Of sprake is van borgtocht dan wel hoofdelijkheid dient overigens te worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval en aan de hand van de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de in de overeenkomst opgenomen bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij ten dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
(Bron: Dijkstra Voermans)

Wat is een faillissement?

Wanneer een schuldenaar niet meer in staat is aan zijn financiele verplichtingen te voldoen, of (bewust) is opgehouden met het betalen van zijn schulden, dan kan door de schuldeisers via een advocaat een faillissement worden aangevraagd.

Een faillissement is met andere woorden het (financieel) onvermogen of onvermogend zijn, de insolventie of het insolvent zijn. Faillissement wordt soms ook wel deconfiture genoemd.

Er zijn landen waar een negatief eigen vermogen al voldoende is om een faillissement aan te vragen.

Wie kunnen failliet worden verklaard?

Dit kan een prive persoon zijn, denk daarbij aan een eenmanszaak, Vennootschap onder Firma of een maatschap. Daarnaast kan een onderneming in de vorm van een rechtspersoon failliet worden verklaard zoals een BV of NV.

In het geval van een eenmanszaak,VOF of maatschap zal niet de onderneming failliet worden verklaard, maar respectievelijk de eigenaar, vennoten of maten.

In het geval van een rechtspersoon zoals een BV, dan zal de BV failliet worden verklaard en niet de eigenaar / bestuurder. Hierop is wel een uitzondering, en dat is wanneer er sprake is van wanbeleid. Wanneer er sprake is van financieel wanbeleid door de bestuuder, dan kan de bestuurder met zijn gehele prive vermogen persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor de schulden van de BV.

Wie kan een faillissement aanvragen?

Er zijn vier partijen die een faillissement kunnen aanvragen.

  1. Dit kan door de schuldenaar zelf worden gedaan
  2. De schuldeiser(s) indien er sprake is van minimaal twee opeisbare vorderingen.
  3. Het Openbaar Ministerie om redenen van openbaar belang
  4. De rechtbank op basi van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP)

 

Hoe vaak komt een faillissement voor?

Dit is uiteraard geen vast gegeven. Maar gemiddeld kan worden uitgegaan van ongeveer 5.000 faillissementen per jaar. Echter worden er wel veel meer faillissementen aangevraagd. Dit gebeurt vaak als laatste pressie middel om de schuldenaar alsnog tot betaling te laten over gaan. In dat geval wordt de aanvraag na betaling weer ingetrokken.

Hoe lang duurt een faillissements procedure?

De duur van een faillissement varieert, afhankelijk van de complexiteit, van enige maanden tot enkele jaren.

Hoe verloopt de faillissements procedure?

Een faillissements procedure begint bij het aanvragen van het faillissement door een van bovengenoemde vier partijen. Dit dient te gebeuren bij de rechtbank in de regio waar de schuldenaar is gevestigd. Om als schuldeiser een faillissement aan te vragen, dient  men de schuldenaar wel meerdere malen te hebben aangemaand en uiteindelijk ingebreke te hebben gesteld.

De rechtbank zal een curator en een rechter-commissaris aanstellen. De curator zal optreden in de plaats van de failliet verklaarde, beheert de vereffening van de failliete boedel en behartigt de belangen van de schuldeisers. In het geval van grote faillissementen kunnen meerdere curatoren worden aangesteld.

De rol van de rechter-commissaris is het toezicht houden op het proces van het beheren en vereffenen van de failliete boedel en de handelingen van de curator. Op voordracht van de rechter-commissaris kan de rechtbank de gijzeling bevelen van de failliet. Ook kan de rechter-commissaris getuigen oproepen en horen.

Voor sommige handelingen dient de curator toestemming te vragen aan de rechter-commissaris, bijvoorbeeld in het geval van het ontslaan van personeel en de verkoop van inboedel of goederen.

Nadat door de rechtbank het faillissement is uitgesproken zal de failliet verklaarde (rechts)persoon van rechtswege de beschikking en het beheer over het vermogen verliezen en wordt handelsonbevoegd verklaard. De curator is de enige die vanaf dat moment nog handelend mag optreden. Deze zal een beschrijving opstellen van de baten en de schulden.

Inkomsten die de schuldenaar tijdens het faillissement geniet worden in principe bij de boedel gevoegd. In de praktijk maakt de curator over die inkomsten echter afspraken met de schuldenaar. Als een privé persoon failliet wordt verklaard, is het belangrijk om te weten wat onder het faillissement valt en wat niet. Eerste levensbehoeften en een deel van het inkomen worden bijvoorbeeld niet tot het faillissement gerekend. De schuldenaar mag ook gewoon rechtshandelingen verrichten, alleen de failliete boedel wordt hierdoor niet gebonden.

Verder zal de curator het vonnis van de rechtbank openbaar maken door registratie bij de faillissementsgriffie en Kamer van Koophandel, en door het plaatsen van een advertentie in de Staatscourant en in een landelijk dagblad.Dit gebeurt om eventuele schuldeisers die zelf niet betrokken zijn geweest bij de aanvraag van het faillissement in staat te stellen zich te melden bij de curator en hun vordering in te dienen.

Samen met de rechter-commissaris bereidt de curator de zogenaamde verificatie vergaderingen voor, waar de rechter-commissaris zal optreden als voorzitter. De verificatievergadering vindt plaats op de rechtbank en is het moment waarop de schuldenlijsten, zoals opgesteld door de curator, worden vastgesteld.

Hoe wordt de boedel verdeeld?

Allereerst worden voor zover mogelijk, de boedelschulden betaald. Hieronder vallen het salaris van de curator, huur en salaris na faillissementsdatum. Het eventuele restant gaat naar de bevoorrechte (preferente) vorderingen, waaronder de aanvraagkosten van het faillissement, rijksbelastingen en premies. Een eventueel restant gaat naar de concurrente (“gewone”) schuldeisers. Indien de concurrenten geheel zijn voldaan, gaat het restant naar de eventuele achtergestelde schuldeisers. Is er zelfs nu nog geld over, dan wordt dit uitgekeerd aan de aandeelhouder(s) indien het een NV of een BV betreft. In het faillissement van een natuurlijk persoon gaat het restant naar de gefailleerde zelf.

Hoe eindigt een faillissements procedure?

Een faillissement kan op de volgende manieren eindigen:

  1. opheffing wegens gebrek aan baten: Zijn er onvoldoende baten om een bedrag uit te kunnen keren aan anderen dan de boedelschuldeisers, dan wordt het faillissement opgeheven bij gebrek aan baten.
  2. beëindiging wegens homologatie van het aangeboden akkoord:”De failliet kan eenmalig een akkoord voorstellen aan de schuldeisers. Een dergelijk voorstel houdt vaak in dat de failliet een percentage van de betreffende vordering betaalt, waartegenover hij voor het restant wordt bevrijd van zijn schulden.
  3. opheffing wegens het verbindend worden van de slot-uitdelingslijst:Wanneer de boedel niet over voldoende actief beschikt om een uitkering te verrichten aan de concurrente crediteuren, maar de preferente crediteuren wel (deels) kunnen worden voldaan
  4. opheffing vonnis rechtbank in hoger beroep door Gerechtshof
  5. opheffing op verzoek gefailleerde en tegelijkertijd uitspreken van de toepassing schuldsaneringsregeling

Wat gebeurt er als een schuldenaar niet meewerkt tijdens de faillissements procedure?

De schuldenaar is verplicht om volledige medewerking te verlenen en de curator te voorzien van alle benodigde informatie. Dit is de zogenaamde  Inlichtingenplicht. Wanneer de curator echter wordt tegengewerkt kan hij dwangmaatregelen treffen. Heeft de schuldenaar nog voor de faillissementsverklaring bepaalde handelingen verricht waardoor schuldeisers minder kans maken op het verhalen van schulden, dan kan de curator deze handelingen weer ongedaan maken. Als de curator aanwijzingen vindt waaruit blijkt dat de bestuurders misbruik hebben gemaakt van de gefailleerde rechtspersoon, dan kunnen zij privé aansprakelijk worden gesteld.

Verklarende woordenlijst

failliet
toestand waarin iemand op grond van een rechtelijk vonnis verkeert, die niet meer in staat is zijn financiële verplichtingen na te komen
rekwest
schriftelijk verzoek aan een overheidsorgaan, bijvoorbeeld de rechter, om een bepaalde maatregel te nemen
schuldeiser
degene die van een ander geld heeft te vorderen
schuldenaar
degene die aan een ander geld schuldig is
vonnis
beslissing van de rechter waaraan ieder zich heeft te houden
curator
advocaat die door de rechtbank wordt benoemd om voorzieningen te treffen in een faillissement
in staat van kennelijk onvermogen vóór 1896 konden alleen kooplieden failliet worden verklaard. Voor anderen gold deze term serie een chronologisch geordende reeks van hetzelfde soort bescheiden
verificatievergadering
vergadering waarin wordt vastgesteld welke schuldvorderingen op degene die failliet is worden erkend
schuldvordering
een eis om iets te betalen omdat men iemand iets heeft geleverd of iets voor hem heeft gedaan
klapper
alfabetische namenlijst
handelsregister
sinds 1921 onderdeel van de Kamer van Koophandel, waar gegevens over bedrijven worden geregistreerd
vennootschapsregister
boek waarin vóór 1921 door de rechtbank/kantongerecht akten van vennootschap en de wijzigingen daarin werden ingeschreven
civiele zaken
geschillen tussen burgers waarin de rechter beslist
(Bron: faillissementsdossier.nl

 

Als een ondernemer niet meer in staat is zijn schulden te betalen, kan hij de rechtbank verzoeken om een faillietverklaring. Voor het indienen van dit verzoek heeft de ondernemer geen advocaat nodig. Dat meldt de overheidswebsite Antwoord voor Bedrijven.
Om een faillietverklaring te krijgen is een formulier ‘Eigen aangifte faillietverklaring’ nodig. Dit online formulier staat op de website rechtspraak.nl en helpt de aanvrager met het opstellen van een faillissementsaanvraag voor hemzelf of het bedrijf dat hij vertegenwoordigt. Wanneer de invoer van gegevens is voltooid, wordt er een PDF gemaakt van de ingevoerde gegevens. Deze PDF kan de aanvrager afdrukken, ondertekenen en opsturen naar de rechtbank met de benodigde bijlagen, zoals vermeld op de checklist. Voor het indienen van dit verzoek is geen advocaat nodig geeft de website antwoordvoorbedrijven aan.

Als er ten minste twee schuldeisers zijn, kan het faillissement ook worden verzocht door één of meerdere schuldeisers. Het verzoekschrift wordt dan ingediend en ondertekend door een advocaat. In de Faillissementswet staan de regels over faillissement. In het Procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken staan de werkwijze en werkprocessen van de rechtbanken beschreven.

Beheer curator: Bij een faillissement stelt de rechter een curator aan. Deze is bevoegd om vanaf de dag dat het faillissement wordt uitgesproken het beheer te voeren over het bedrijf. De curator is verantwoordelijk voor het aangeven en betalen van de verschuldigde btw. Hij kan besluiten het bedrijf meteen te liquideren of het bedrijf nog een tijd voort te zetten. De ondernemer verliest dus zijn bevoegdheid om zijn bedrijf te beheren. Hij blijft ondernemer, totdat de curator de laatste bedrijfshandelingen heeft verricht.

Opnieuw starten: Als de ondernemer van plan is opnieuw als ondernemer te starten, moet hij er rekening mee houden dat zijn oude schuldeisers, ook de Belastingdienst, weer bij hem kunnen aankloppen voor de schulden die nog niet betaald zijn.

Register van faillissementen: In het Centraal Insolventieregister op Rechtspraak.nl staan alle faillissementen, surseances van betalingen en schuldsaneringen van natuurlijke personen van na 1 januari 2005.

Verklaring non-faillissement
Een bewijs dat een bedrijf niet in staat van faillissement, in surséance van betaling of in een vergelijkbare situatie verkeert, wordt verstrekt door de rechtbank van de regio waar het bedrijf statutair is gevestigd. Deze ‘non-faillissementsverklaring’ wordt alleen gegeven voor bedrijven die gedurende de voorafgaande 5 jaar niet failliet of in surséance zijn geweest. Een aantal van de Nederlandse rechtbanken brengt voor deze verklaring kosten in rekening.
­
De verklaring is nodig wanneer een ondernemer wil aanbesteden. Op basis van de Europese richtlijnen mogen overheden bedrijven namelijk uitsluiten wanneer ze in faillissement of surséance van betaling zitten.
­
Bedrijven waarvoor het faillissement of de surséance inmiddels is geëindigd kunnen een dergelijk bewijs dus niet leveren maar mogen volgens de Europese richtlijnen toch niet door aanbestedende diensten worden uitgesloten. Zij zullen het officiële bewijs daarom moeten leveren via een notariële akte.

(Bron: Antwoordvoorbedrijven)