All posts in Nieuws voor het MKB(BV), belastingnieuws, fiscale eenheid

De fiscale eenheid Vpb gaat internationaal

Categories: Nieuws, Nieuws voor het MKB (BV), Nieuws voor het MKB(BV), belastingnieuws, fiscale eenheid
Reacties uitgeschakeld voor De fiscale eenheid Vpb gaat internationaal

De fiscale eenheid Vpb is al decennialang een van de paradepaardjes van de Nederlandse vennootschapsbelasting. Bij een fiscale eenheid worden voor de vennootschapsbelasting de dochtermaatschappijen als het ware volledig geabsorbeerd door de moedermaatschappij. Er wordt dus maar één aangifte gedaan, waarbij zowel het fiscale vermogen als het fiscale resultaat wordt samengevoegd en aan de moedermaatschappij wordt toegerekend. Read more

Wet aanpassing fiscale eenheid aangenomen

Categories: Nieuws, Nieuws voor het MKB (BV), Nieuws voor het MKB(BV), belastingnieuws, fiscale eenheid
Reacties uitgeschakeld voor Wet aanpassing fiscale eenheid aangenomen

De Eerste Kamer heeft op 29 november 2016 het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale eenheid aangenomen. Daarmee is het nu mogelijk om een fiscale eenheid aan te gaan als de tussenhoudster een in het buitenland gevestigde dochter is of als zustermaatschappijen in Nederland zijn gevestigd terwijl zij een buitenlandse moedermaatschappij hebben.

Het regime van de fiscale eenheid is aangepast naar aanleiding van jurisprudentie van het Europese Hof. Het regime is nu in overeenstemming is met het EU-recht, waarbij zo veel mogelijk is aangesloten bij de voorwaarden en de uitwerking van het bestaande fiscale-eenheidsregime. Deze regeling voor de fiscale eenheid wordt uitgebreid voor twee situaties. De eerste betreft de situatie dat een in Nederland gevestigde moedermaatschappij de aandelen houdt in een dochtervennootschap die is gevestigd in een andere lidstaat van de EU of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER) en die dochtervennootschap (onmiddellijk of middellijk) de aandelen houdt in een in Nederland gevestigde (klein)dochtermaatschappij. In die situatie kan er onder voorwaarden een fiscale eenheid tot stand worden gebracht tussen de in Nederland gevestigde moedermaatschappij en de in Nederland gevestigde (klein)dochtermaatschappij. De in het buitenland (EU/EER) gevestigde dochtervennootschap, de zogenoemde tussenmaatschappij, maakt daarbij geen deel uit van de fiscale eenheid. Daarnaast wordt het mogelijk om in de situatie waarin de aandelen in twee of meer in Nederland gevestigde zustermaatschappijen worden gehouden door een in de EU/EER gevestigde moedervennootschap, onder voorwaarden een fiscale eenheid tot stand te brengen tussen de in Nederland gevestigde zustermaatschappijen. De in het buitenland (EU/EER) gevestigde moedervennootschap, de zogenoemde topmaatschappij, maakt daarbij geen deel uit van de fiscale eenheid.

De wet treedt op 9 december 2016 in werking.

(Bron: PKF Wallast)

Nieuwe regels voor vormen fiscale eenheid

Categories: Nieuws, Nieuws voor het MKB (BV), Nieuws voor het MKB(BV), belastingnieuws, fiscale eenheid
Reacties uitgeschakeld voor Nieuwe regels voor vormen fiscale eenheid

Staatssecretaris Wiebes (Financiën) brengt de wetgeving over het vormen van een fiscale eenheid in overeenstemming met de Europese regelgeving. Wat zijn de gevolgen voor vestigingsklimaat, belastingopbrengsten en ontwijkingsconstructies? Onlangs vond een debat over dit voorstel in de Tweede Kamer plaats.

Bedrijven die nauw met elkaar verbonden zijn, bijvoorbeeld een moeder- en dochtermaatschappij, kunnen samen een fiscale eenheid vormen. Een belangrijk voordeel hiervan is dat winsten en verliezen tegen elkaar wegvallen, waardoor de betaalde vennootschapsbelasting lager wordt. Er zijn wel voorwaarden. Zo moet de moedermaatschappij aanspraak maken op minimaal 95% van de aandelen, de winst, het vermogen en het stemrecht van de dochtermaatschappij. Maar de Nederlandse wetgever maakt onterecht onderscheid tussen (moeder)bedrijven uit Nederland en uit andere Europese landen, oordeelt het Europees Hof van Justitie. Met een verruiming van de wetgeving komt de staatssecretaris daaraan tegemoet.

Verrekening

Het vormen van een fiscale eenheid is vooral van belang voor het mkb. Deze mogelijkheid verlaagt de administratieve lasten, benadrukken De Vries (VVD), Groot (PvdA) en Omtzigt (CDA), en is daarom belangrijk voor het vestigingsklimaat. Concerns kunnen zaken economisch gezien logisch organiseren zonder dat dit fiscale nadelen heeft, betogen onafhankelijk Kamerlid Van Vliet en de staatssecretaris. Maar het is onduidelijk hoeveel belastinginkomsten de overheid er door misloopt, aldus Merkies (SP), die er daarom vraagtekens bij zet. Wiebes’ voorstel verlaagt de belastinginkomsten structureel met 41 miljoen. Bijvoorbeeld doordat Nederlandse dochters van een moedermaatschappij uit een ander Europees land voortaan ook winsten en verliezen mogen verrekenen.

Ontwijkingsconstructies

Is de fiscale eenheid een constructie die het ontwijken van belasting eenvoudiger maakt? Van Vliet, Omtzigt en De Vries benadrukken dat het meer dan één keer aftrekken van verliezen moet worden voorkomen. Het behalen van fiscale voordelen door het schuiven met geld tussen landen wordt makkelijker, vreest Merkies. Het stelsel wordt met Wiebes’ voorstel nog ingewikkelder, denkt Groot: maakt dit nieuwe ontwijkingsconstructies mogelijk? De staatssecretaris verzekert dat de medewerkers van de Belastingdienst dagelijks bezig zijn om oneigenlijk gebruik van fiscale constructies te voorkomen.
De tweede termijn van het debat vindt plaats nadat de staatssecretaris enkele technische vragen schriftelijk heeft beantwoord.
(Bron: Tweede Kamer)

Hoge Raad zet discussie over fiscale eenheidsregime versneld op scherp

Categories: Nieuws, Nieuws voor het MKB (BV), Nieuws voor het MKB(BV), belastingnieuws, fiscale eenheid
Reacties uitgeschakeld voor Hoge Raad zet discussie over fiscale eenheidsregime versneld op scherp

Met prejudiciële vragen aan het Europese Hof van Justitie over de zogenoemde ‘per-elementbenadering’ uit het Franse Groupe Steria-arrest, zet de Hoge Raad de discussie over het fiscale eenheidsregime sneller dan verwacht verder op scherp. Aan de wetgever de schone taak om met gezwinde spoed de regels aan te passen. “Het systeem staat mogelijk op instorten en wachten op wat komen gaat is daarom verre van verstandig.” Dat zegt Daniël Smit, fiscalist bij EY en bijzonder hoogleraar aan de Tilburg University.

Prejudiciële vragen

In twee arresten van 8 juli 2016 heeft Hoge Raad prejudiciële vragen gesteld. De ene zaak ziet op het toepassingsbereik van de renteaftrekbeperking van artikel 10a Wet Vpb 1969. De andere zaak ziet op de niet-aftrekbaarheid van valutaverlies op een buitenlandse deelneming. In beide zaken wordt een beroep gedaan op de vrijheid van vestiging. Doordat bepaalde voordelen – in casu renteaftrek en aftrek van valutaverlies – niet kunnen worden verkregen enkel en alleen vanwege de grensoverschrijdende situatie, is sprake van een inbreuk op de Europese vestigingsvrijheid. In een puur binnenlandse situatie had men met het aangaan van een fiscale eenheid immers deze nadelen kunnen voorkomen.

Uit het Groupe-Steria arrest volgt dat per voordeel dat in het kader van een groepsbelasting (fiscale eenheid) wordt toegekend, specifiek moet worden beoordeeld of lidstaten het recht hebben om die toekenning in grensoverschrijdende situaties te weigeren. Deze ‘per-elementbenadering’ is tot nu toe door de Hoge Raad verworpen. Onder andere het X-Holding arrest uit 2010 gaf namelijk geen aanleiding tot een andere zienswijze. De uitkomst van het Groupe Steria-arrest brengt de Hoge Raad echter aan het twijfelen. Met prejudiciële vragen wil de Hoge Raad van het Hof van Justitie EU vernemen of Nederland op grond van de ‘per-elementbenadering’ het fiscale eenheidsregime moet toekennen voor specifieke voordelen, in casu renteaftrek en aftrek van valutaverlies.

Cherry-picking

Dat de Hoge Raad nu prejudiciële vragen stelt is volgens Smit volledig terecht. “Het Groupe Steria-arrest zet het Nederlandse fiscale eenheidsregime mogelijk in een ander daglicht, dan ten tijde van het X-Holding arrest. Tegelijkertijd wijst de Hoge Raad op de consequenties van de ‘per-elementbenadering’. ‘Cherry-picking’ is namelijk het gevolg. Bedrijven kunnen ‘plukken’ van de voordelen (per element) van het regime, zonder confrontatie met de nadelen die ook samenhangen met het regime. Dat terwijl de fiscale eenheid met een alles of niets benadering een ‘package deal’ is. Met de Groupe Steria-leer worden grensoverschrijdende situaties daarmee beter behandeld dan binnenlandse situaties. Je kunt je afvragen of dat de bedoeling is van het Europese recht waarin gelijke behandeling juist centraal staat.”

Bijkomend gevolg

Smit wijst ook op een bijkomend merkwaardig gevolg van het Groupe Steria-arrest. “De Hoge Raad lijkt van oordeel dat de ‘per-elementbenadering’ met zich meebrengt dat een voorafgaand verzoek voor een fiscale eenheid niet nodig is. Bedrijven kunnen dus achteraf bekijken of en voor welke elementen het voordelig is om een partiële grensoverschrijdende fiscale eenheid aan te gaan. Wil men in binnenlandse situaties echter een fiscale eenheid vormen, dan moet men juist vooraf een verzoek indienen.”

Chaos

“De ‘per-elementbenadering’ brengt in potentie complete chaos met zich mee”, zo geeft Smit aan, “en creëert een niet hanteerbaar fiscaal eenheidssysteem. Met de waarschuwing van ‘cherry-picking’ en het gegeven dat een fiscale eenheidsverzoek vooraf niet nodig lijkt, geeft de Hoge Raad ook nog eens een soort vrijbrief af aan adviseurs om in Vpb-aangiften een beroep te doen op de ‘per-elementbenadering’ uit de Groupe Steria-leer. De Belastingdienst kan zich gaan opmaken voor een massale stroom aan bezwaarschriften.”

Actie geboden

De wetgever heeft tot nu toe de zaak op de lange baan geschoven. In de memorie van toelichting en in latere stukken bij het wetsvoorstel aanpassing fiscale eenheid – dat momenteel onder behandeling is van de Tweede Kamer – geeft staatssecretaris Wiebes van Financiën steeds aan nog geen rekening te houden met eventuele gevolgen van het Groupe Steria-arrest. Deze moeten nog zorgvuldig worden bestudeerd en de benodigde duidelijkheid volgt volgens de bewindsman mogelijk zelfs pas via nadere jurisprudentie. Wat Smit betreft kan die afwachtende houding de wetgever duur komen te staan. “Actie is geboden, nu met het stellen van prejudiciële vragen door de Hoge Raad een en ander in een stroomversnelling is geraakt. Mocht het Hof van Justitie EU straks beslissen dat Nederland de ‘per-elementbenadering’ moet toestaan, dan kunnen belastingplichtigen massaal de voordelen van de Groupe Steria-leer claimen. Zonder nadere wetgeving heeft de wetgever niet de mogelijkheid om ook de nadelen die samenhangen met het fiscale eenheidsregime – zoals anti-misbruikbepalingen en een hoofdelijke aansprakelijkheid voor de totale belastingschuld – te kunnen toepassen. Zonder compenserende maatregelen is het voor bedrijven letterlijk prijsschieten!”

Twee opties

Verdere aanpassing van de fiscale eenheidsregels en het liefst met gezwinde spoed is wat Smit betreft de meest verstandige optie die de wetgever heeft. Hij ziet hiertoe grofweg twee mogelijkheden voor de wetgever: “Afschaffing van de fiscale eenheid. Daarmee is het Europese probleem opgelost, maar deze mogelijkheid heeft dramatische gevolgen voor het binnenlandse bedrijfsleven. Een beter alternatief is de mogelijkheid van een volledig integrale fiscale eenheid over de grens heen, in ieder geval binnen de EU/EER. Daarmee is cherry-picking van de baan, want een grensoverschrijdende fiscale eenheid is net als in binnenlandse situaties een ‘package deal’ van alle voor- en nadelen. Bovendien is door de objectvrijstelling het gevaar van verliesimport (verrekening van buitenlandse verliezen met binnenlandse winsten) geen issue.”

(Bron: Taxlive)

Wetsvoorstel aanpassing fiscale eenheid ingediend

Categories: Nieuws, Nieuws voor het MKB (BV), Nieuws voor het MKB(BV), belastingnieuws, fiscale eenheid
Reacties uitgeschakeld voor Wetsvoorstel aanpassing fiscale eenheid ingediend

Het regime van de fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting wordt aangepast om dit in overeenstemming te brengen met het EU-recht. Dit blijkt uit een wetsvoorstel dat de Staatssecretaris van Financiën heeft ingediend bij de Tweede Kamer. De vooruitlopend op deze wetswijzigingen ingediende verzoeken worden beoordeeld aan de hand van een beleidsbesluit (V-N 2015/7.13).

Het Hof van Justitie EU heeft in drie zaken het regime van de fiscale eenheid in strijd met het EU-recht geoordeeld (V-N 2014/30.9). De regeling voor de fiscale eenheid wordt in dit wetsvoorstel uitgebreid voor twee situaties. De eerste betreft de situatie dat een in Nederland gevestigde moedermaatschappij de aandelen houdt in een dochtervennootschap die is gevestigd in een andere EU-/EER-lidstaat en die dochtervennootschap (onmiddellijk of middellijk via een andere EU/EER-vennootschap) de aandelen houdt in een in Nederland gevestigde (klein)dochtermaatschappij. In die situatie kan onder voorwaarden een fiscale eenheid tot stand worden gebracht tussen de in Nederland gevestigde moedermaatschappij en de in Nederland gevestigde (klein)dochtermaatschappij. De in het buitenland (EU/EER) gevestigde dochtervennootschap, de zogenoemde tussenmaatschappij, maakt daarbij geen deel uit van de fiscale eenheid.

Daarnaast wordt het mogelijk om in de situatie waarin de aandelen in twee of meer in Nederland gevestigde zustermaatschappijen worden gehouden door een in de EU/EER gevestigde moedervennootschap, onder voorwaarden een fiscale eenheid tot stand te brengen tussen de in Nederland gevestigde zustermaatschappijen. De in het buitenland (EU/EER) gevestigde moedervennootschap, de zogenoemde topmaatschappij, maakt daarbij geen deel uit van de fiscale eenheid.

De recente uitspraak in de zaak Groupe Steria (V-N 2015/44.11, TaxVisions editie 10 juli 2015) wordt momenteel nog bestudeerd.

(Bron: Taxlive)

Let op gevolgen compensabele verliezen bij toetreding in fiscale eenheid

Categories: Nieuws, Nieuws voor het MKB (BV), Nieuws voor het MKB(BV), belastingnieuws, fiscale eenheid
Reacties uitgeschakeld voor Let op gevolgen compensabele verliezen bij toetreding in fiscale eenheid

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het toetreden van een dochtermaatschappij tot een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting (fiscale eenheid vpb) gedurende het boekjaar leidt tot het verplicht afsluiten van het boekjaar door de toetredende dochtermaatschappij. Onder omstandigheden kan het echter fiscaal voordeliger zijn om vooralsnog niet toe of uit te treden.

Verliesverrekening binnen fiscale eenheid

Het verplicht afsluiten van het boekjaar kan nadelig uitpakken wanneer er verliezen kunnen worden verrekend. Verliezen van een bv kunnen maximaal één jaar terug en negen jaar vooruit worden gecompenseerd met belastbare winsten.

 

De Hoge Raad heeft in zijn arrest geoordeeld dat voor de term ‘jaar’ moet worden uitgegaan van ‘boekjaar. Hierop wordt een uitzondering gemaakt als gedurende het boekjaar een dochtermaatschappij toe- of uittreedt. Het gedeelte van het boekjaar dat de dochtermaatschappij geen deel uitmaakt van de fiscale eenheid vpb moet volgens de Hoge Raad als afzonderlijk boekjaar worden aangemerkt.

 

Bij toe- of uittreding in een fiscale eenheid vpb ontstaat dus een extra boekjaar bij de dochtermaatschappij. Dit principe werkt volgens de Hoge Raad ook door bij de achterwaartse en voorwaartse verliesverrekening. Door de toe- of uittreding fiscale eenheid kunnen verliezen, gelet op de beperkte verliesverrekeningstermijn, dus eerder verloren gaan. Ook kan het inkorten van de termijnen nadelig uitpakken voor bijvoorbeeld de termijnen van de investeringsreserve.

 

Tip

Bij de toe- of uittreding van dochtermaatschappijen moet goed worden gekeken naar de gevolgen van inkorting van de termijnen voor diverse fiscale regelingen, zoals de verliesverrekening en de herinvesteringsreserve.

 

Verbreken fiscale eenheid vennootschapsbelasting kan voordelen opleveren

Categories: Nieuws voor het MKB (BV), Nieuws voor het MKB(BV), belastingnieuws, fiscale eenheid
Reacties uitgeschakeld voor Verbreken fiscale eenheid vennootschapsbelasting kan voordelen opleveren

Het aangaan van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting (VPB) kan voordelen opleveren. Het kan echter ook gunstig zijn een bv niet langer in de fiscale eenheid op te nemen. Bijvoorbeeld omdat er dan optimaal van het zogenoemde tariefopstapje gebruik kan worden gemaakt. Tot € 200.000 geld een tarief van 20%. Daarboven geldt een tarief van 25%.

Om een bv per 1 januari 2012 niet langer onderdeel te laten zijn van een fiscale eenheid, moet een verzoek tot ‘ontvoegen’ uiterlijk op 31 december 2011 zijn ingediend. De datum van ontvoeging kan men zelf kiezen, maar een ontvoeging kan niet met terugwerkende kracht ingaan. Alleen een bv die tijdens het lopende kalenderjaar is opgenomen in de fiscale eenheid, kan nog datzelfde jaar weer worden ontvoegd. De bv wordt dan geacht helemaal niet tot de fiscale eenheid te hebben behoord.

Fiscale eenheid pakt duur uit

Categories: Nieuws voor het MKB (BV), Nieuws voor het MKB(BV), belastingnieuws, fiscale eenheid
Reacties uitgeschakeld voor Fiscale eenheid pakt duur uit

Soms leidt het aangaan van een van een fiscale eenheid tot onvermoede, ongewenste en soms dure gevolgen. Bijvoorbeeld een winstvaststelling die op formeel fiscale grondslagen vele malen hoger en onvermijdelijk uitpakt dan de bedoeling was en die die zelfs ook volgens de rechter onbillijk is. De wet is echter onverbiddelijk oordeelt de rechter.

De rechtbank te Den Haag deed op 13 juli 2011 een uitspraak over het aangaan van een fiscale eenheid met een dochtervennootschap die een grote onvolwaardige schuld heeft aan de aanstaande moedervennootschap. Dat had  vervelende consequenties  voor beide bedrijven.

De wet bevat een waarderingsregeling voor onderlinge vorderingen en schulden van maatschappijen die met elkaar een fiscale eenheid aangaan. In dit geval had de nieuwe dochtermaatschappij een grote nominale schuld aan de voormalige aandeelhouder, die op het moment van de verwerving van de dochtermaatschappij al vrijwel geheel waardeloos was. Daarom had de moedermaatschappij de schuldvordering ook voor een veel lager bedrag verworven en op vrijwel nihil gewaardeerd.
Volgens de waarderingsregel moet de debiteur (de dochtermaatschappij) op het tijdstip dat onmiddellijk voorafgaat aan het aangaan van een fiscale eenheid de vordering op dezelfde waarde stellen als de crediteur die ook tot de fiscale eenheid behoort (de moedermaatschappij). Dit leidde in de onderhavige procedure tot een vrijvalwinst van bijna 15 miljoen euro bij de dochtermaatschappij. De rechtbank erkende dat dit onbillijk was, maar oordeelde wel datl het een onontkoombaar gevolg van de wet is.

(Bron: Pleinplus 4 augustus 2011)