Buiten de termijn opgelegde aanslag is toch op tijd vanwege geen bezwaar

Een aanslag die buiten de termijn is opgelegd is alleen nietig als de belastingplichtige expliciet een beroep doet op het vervallen van de bevoegdheid om een aanslag op te leggen. Doet een belastingplichtige dat niet, dan is de aanslag binnen de termijn opgelegd.

Een bv wordt in 2002 failliet verklaard. Door de FIOD heeft een onderzoek bij de bv plaatsgevonden waarbij een groot deel van de boekhouding in beslag is genomen. Over 2000 en 2001 worden aanslagen opgelegd. Op 4 november 2008 verzoekt de bv aan de inspecteur om een aanslagbiljet Vpb 2003 uit te reiken. Volgens de bv is in 2003 een negatieve winst genoten.

Naar aanleiding hiervan wordt op 16 januari 2010 een aanslag Vpb voor het jaar 2003 opgelegd met een bedrag aan te betalen belasting. De bv is het met de aanslag niet eens en stelt bezwaar en vervolgens beroep in. Bij de rechtbank wordt de aanslag vernietigd. Volgens de rechter had de aanslag voor 1 januari 2007 moeten worden opgelegd. Kortom, de aanslag is ruim na de termijn opgelegd en het beroep van de bv wordt daarom ongegrond verklaard en de aanslag vernietigd. De bv is daar niet mee eens en stapt naar Hof Den Bosch. Voor dat hof is het allereerst de vraag of de aanslag tijdig is opgelegd. Volgens de wet vervalt de bevoegdheid tot het vaststellen van een aanslag door verloop van drie jaren na het tijdstip waarop de belastingschuld ontstaat. De aanslag had in dit geval inderdaad voor 1 januari 2007 moeten worden opgelegd. Dat de aanslag buiten de aanslagtermijn is opgelegd kan echter niet worden tegengeworpen aan de bv. De termijn is echter vooral opgenomen om de belastingplichtigen duidelijkheid te verschaffen. Uit jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat een aanslag die wordt opgelegd na verloop van die termijn niet van rechtswege nietig is. Alleen als de belastingplichtige expliciet een beroep doet op het vervallen van de bevoegdheid een aanslag op te leggen, is de aanslag nietig. Nu de bv een dergelijk beroep niet heeft gedaan is de aanslag tijdig opgelegd. Uit de stukken blijkt duidelijk dat de bv niet aan zijn wettelijke administratieplicht heeft voldaan. De bv kan het geleden verlies niet aantonen. De aanslag is daarmee terecht zonder vaststelling van een verlies vastgesteld.

(Bron: Belastingzaken)