Matig uw inleners- of ketenaansprakelijkheid

Ondernemers die te maken hebben met de aannemers- of inlenersaansprakelijkheid kunnen deze onder bepaalde voorwaarden matigen. De Belastingdienst heeft een toelichting opgesteld met praktische informatie over de manieren om de aansprakelijkheid te beperken.

De toelichting noemt als eerste de mogelijkheid van het gebruik van een g-rekening. Zie hiervoor ook ‘Gebruik de g-rekening’. Als de loonheffing is vastgesteld met de toepassing van het anoniementarief is de Belastingdienst ook bereid onder voorwaarden de aansprakelijkheid te matigen. Zo moet de aannemer/inlener aan de hand van zijn eigen administratie de identiteit van de werknemer kunnen aantonen. Ook moet hij kunnen aantonen dat de werknemer een geldige verblijfs- of tewerkstellingsvergunning heeft. De aannemer/inlener moet bovendien gegevens overleggen waarmee het loon van de werknemer voor zijn werkzaamheden valt te individualiseren.

 

Vaststellen identiteit

De Belastingdienst licht daarnaast toe welke gegevens de aannemer/inlener moet bewaren in zijn administratie om de identiteit van de werknemer te kunnen aantonen. In eerste instantie moet de aannemer/ inlener de identiteit van de werknemer vaststellen aan de hand van een origineel identiteitsbewijs. De aannemer/inlener hoeft geen kopie van het identiteitsbewijs meer te bewaren in zijn administratie, maar moet wel de gegevens van dit bewijs bewaren. De administratie moet ook de naam, het adres, de woonplaatsgegevens, de geboortedatum en het BSN van de werknemer bevatten. Daarnaast is zijn nationaliteit van belang. Verder moet de werkgever de gewerkte uren kunnen specificeren en de naam, het adres en de woonplaatsgegevens van de onderaannemer/uitlener bewaren in zijn administratie. Eventueel moet de administratie informatie bevatten over bijzondere verklaringen en vergunningen. Daarbij valt te denken aan verblijfs- en tewerkstellingsvergunningen en Verklaringen Arbeidsrelatie (VAR’s).

(Bron: Taxence)