Hoge Raad: niet elke zakelijke auto is ook ter beschikking gesteld aan personeelslid voor de bijtelling

Vallen auto’s die voor algemeen gebruik beschikbaar zijn nu wel of niet onder de bijtellingsregels? Daarover heeft de Hoge Raad op 29 mei 2015 een belangrijk arrest gewezen.

De procedure gaat over een hotel op één van de Waddeneilanden. Dat hotel beschikte over een 8-persoons Landrover Defender en een Smart Fortwo. De Landrover Defender werd gebruikt voor het vervoer van hotelgasten van de veerpont naar het hotel en terug, en ook voor het verzorgen van ritten met hotelgasten over het eiland. De Smart werd vooral ingezet voor de verhuur aan hotelgasten en incidenteel voor het vervoer van medewerkers die vergaderingen en dergelijke op het vasteland bezochten. Er was geen sluitende rittenregistratie bijgehouden.
De vraag is echter of zo’n rittenregistratie wel vereist is. Die dient immers als tegenbewijs tegen de bijtelling. Dan moet wel eerst duidelijk zijn dat het om auto’s gaat die ‘ter beschikking’ staan in de zin van de bijtelling.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde in hoger beroep dat terbeschikkingstelling van een auto minimaal inhoudt dat de werknemer niet alleen de mogelijkheid heeft om de auto te besturen, maar ook kan bepalen voor welk doel hij de auto gebruikt. Het gaat er dus om dat een werknemer voor kortere of langere tijd de feitelijke macht over een auto uitoefent. De staatssecretaris van Financiën heeft cassatie tegen dit oordeel aangetekend. De Advocaat-Generaal was begin dit jaar in zijn Conclusie (een advies aan de Hoge Raad) van mening dat er veel sneller sprake is van terbeschikkingstelling van een auto. Namelijk als de werkgever het mogelijk maakt dat de werknemer voor kortere of langere tijd bestuurder van de auto is. Dat kan volgens hem ook het geval zijn als het alleen om zakelijke ritten gaat.

De Hoge Raad gaat daar niet in mee: Niet in elk geval waarin een werknemer een auto van zijn werkgever heeft bestuurd, kan volgens de Hoge Raad worden gezegd dat die auto aan de werknemer ter beschikking is gesteld in de zin van de bijtellingswetgeving. De Hoge Raad oordeelde dat van terbeschikkingstelling geen sprake is in een geval waarin een of meer werknemers die auto slechts besturen ter uitvoering van bepaalde opdrachten van de werkgever om in diens belang personen of goederen te vervoeren, zodat de feitelijke beschikkingsmacht bij de werkgever blijft berusten

(Bron: autoenfiscus)