Crisisheffing ook van toepassing bij slechte bedrijfsresultaten

De crisisheffing is inmiddels afgeschaft en de Hoge Raad heeft hem al goedgekeurd, maar houdt toch nog de gemoederen in de rechtspraak regelmatig bezig. Duidelijk is dat deze heffing als dusdanig onrechtvaardig ervaren dat het veel procedures heeft uitgelokt en de vraag bijna opkomt of hij onder aan de streep nu echt nog wat heeft opgebracht. Na de algemene goedkeuring van de Hoge Raad resteerde nog wel voor individuele gevallen van belastingplichtigen de vraag of de heffing voor de individuele belastingplichtige geen individuele en buitensporige last kan zijn. Is dat het geval dan zou de crisisheffing voor die individuele belastingplichtige niet van toepassing zijn. Er is echter niet snel sprake van een dergelijke individuele en buitensporige last. Dat ondervond ook een belastingplichtige in een recente uitspraak van de Rechtbank Gelderland. De belastingplichtige kreeg over 2013 en 2014 forse naheffingsaanslagen crisishefing. Het ging over die jaren erg slecht met het bedrijf, maar ondanks de hoogte van de heffing en de negatieve bedrijfsresultaat keurt de rechtbank de crisisheffing toch goed. Volgens de rechtbank mag verwacht worden dat de belastingplichtige alle in redelijkheid te verlangen middelen inzet en blijkt niet dat dit niet voldoende is of zal zijn om de bedrijfscontinuïteit te verzekeren. De crisisheffing als zodanig is volgens de rechtbank niet de oorzaak van het gevaar voor de bedrijfscontinuïteit. Helaas wordt  zo, in ieder geval qua rechtzekerheid, één van de schandvlekken van de recente fiscale geschiedenis ook nauwelijks voor individuele belastingplichtigen uitgewist.

(Bron: Pensioenweblog)