De 6 meest gemaakte fouten bij de btw-aangifte

Veel ZZP’ers moeten van de Belastingdienst aangifte omzetbelasting, ofwel btw-aangifte, doen. Helaas sluipen er wel eens foutjes in de btw-aangifte en daarom hebben wij de meest gemaakte fouten op een rijtje gezet. Doe er je voordeel mee en zorg ervoor dat je vanaf nu onderstaande fouten niet meer maakt!

1. Betaaldatum in plaats van Factuurdatum

In de meeste gevallen wordt er bij de btw-aangifte gebruik gemaakt van het zogenaamde ‘factuurstelsel’. Binnen het factuurstelsel worden alleen de facturen meegenomen in de btw-aangifte die daadwerkelijk in die periode gemaakt zijn. Er wordt hierbij geen onderscheid gemaakt tussen betaalde en onbetaalde facturen. In sommige gevallen mag een ondernemer gebruik maken van het ‘kasstelsel’, waarbij wel gekeken wordt naar de betaaldatum. Een belangrijk uitgangspunt van de Belastingdienst is dat de btw-aangifte consequent gedaan wordt, dus altijd op dezelfde manier en volgens hetzelfde systeem. Toch komt het regelmatig voor dat er naar betaaldata wordt gekeken, terwijl de factuur met de factuurdatum eigenlijk in een ander kwartaal had moeten worden geboekt.

2. Verkeerde maanden meegenomen

Als ondernemer doe je in april de aangifte over kwartaal 1 (januari, februari en maart), in juli de aangifte over kwartaal 2 (april, mei en juni), in oktober aangifte over kwartaal 3 (juli, augustus en september) en in januari aangifte over kwartaal 4 (oktober, november en december). Sommige ZZP’ers nemen per ongeluk ook de facturen van de maand waarin ze de aangifte doen mee, terwijl die eigenlijk in het volgende kwartaal horen.

3. Negeren speciale regelingen

In sommige gevallen mogen ZZP’ers gebruik maken van speciale regelingen van de Belastingdienst. Een belangrijk voorbeeld hiervan is de zogenaamde ‘Kleine Ondernemersregeling’. Dit is een speciale regeling waarbij ondernemers die in een jaar minder dan €1.883 btw moeten betalen in aanmerking kunnen komen voor belastingvermindering. Ondernemers die geen kennis hebben van deze speciale regelingen van de Belastingdienst kunnen daardoor veel geld mislopen. Zorg dus dat je als ZZP’er precies weet welke regelingen voor jouw situatie gelden.

4. Buitenlandse btw

Voor de ene ZZP’er is het dagelijkse kost, de ander krijgt er nooit mee te maken: facturen uit of naar het buitenland. Voor facturen die uit het buitenland komen, of die naar het buitenland worden verstuurd, kunnen andere btw-regels gelden dan je als ZZP‘er in Nederland gewend bent. De Belastingdienst kijkt hierbij naar een aantal zaken, zoals het betreffende land, het type klant en het type product of dienst. Voor iedere situatie kunnen andere regels gelden en dit maakt het voor veel ZZP’ers erg onoverzichtelijk en ingewikkeld. Een voorbeeld van een veelgemaakte fout is een verkeerde afhandeling van de btw bij een aankoop in het buitenland. Op de factuur zal in principe een btw-percentage van 0% worden vermeld. In dat geval moet je de factuur opgeven in de Nederlandse btw-aangifte en betaal je over deze factuur de Nederlandse btw. In de meeste gevallen kun je de btw daarna gewoon weer aftrekken in de voorbelasting, maar sommige ZZP’ers maken de fout door de factuur geheel te negeren bij de btw-aangifte.

5. Zakelijke etentjes

Het is iets wat sommige ondernemers nog steeds doen: de btw terughalen van iedere zakelijke lunch of diner. Toch mag dit NIET altijd van de Belastingdienst. De Belastingdienst heeft namelijk speciale spelregels als het gaat om btw terugvragen van zakelijke etentjes. En als je de btw van een zakelijke lunch of diner niet mag terugvorderen? Dan moet je het bonnetje natuurlijk wel bewaren, het zijn immers gewoon zakelijke kosten. Veel ZZP’ers gooien zo’n bon dus gewoon weg en dit kan best zonde zijn…

6 Te laat!

De fout die het meest voorkomt, is misschien wel de fout die het makkelijkst te voorkomen is. De Belastingdienst verwacht de btw-aangifte op vaste tijdstippen, doorgaans één maand na het afsluiten van het kwartaal. De Belastingdienst hanteert veel waarde aan deze deadline, want zelfs elektronisch verzonden aangiften die één minuut te laat zijn, krijgen onverbiddelijk de status ‘te laat ingediend’. En dat is zonde, want een te laat ingediende aangifte kan ondernemers een boete opleveren. Daarnaast moet je ook nog zorgen dat een eventuele betaling op tijd binnen is, want ook een te late betaling kan voor boetes zorgen.

Ik heb een fout gemaakt! Wat nu?
Als je een fout hebt gemaakt op een van de btw-aangiftes ben je als ZZP’er verplicht dit te melden en deze fouten te corrigeren. Echter, je kan een eenmaal ingediende btw-aangifte achteraf niet meer wijzigen. Eventuele fouten in de btw-aangifte kunnen gecorrigeerd worden met de ‘Suppletie omzetbelasting’ van de Belastingdienst. Dit is een formulier waarop je de gemaakte fouten kunt corrigeren om de btw-aangifte kloppend te maken. In sommige gevallen is het voor de Belastingdienst niet nodig om een suppletie te doen, bijvoorbeeld als het verschil in btw-bedragen kleiner is dan €1.000. Je mag de correcties kan doorvoeren op de eerstvolgende btw-aangifte. Toch is het ondernemers in zulke situaties aan te raden om contact op te nemen met een adviseur.

(Bron ZZP Nedeland)