Archive for december, 2018

Brexit: bereid u voor met deze maatregelen

Categories: Buitenland (brexit)
Reacties uitgeschakeld voor Brexit: bereid u voor met deze maatregelen

Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland verlaten op 29 maart 2019 de Europese interne markt en de douane-unie. Als er een overeenkomst is over de wijze waarop het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie verlaat, komt er na het verlaten van de Europese Unie een overgangstermijn tot 31 december 2020. Tijdens deze overgangstermijn gelden de regels die nu ook gelden. De Brexit heeft buitengewoon veel gevolgen. Het is belangrijk nu al maatregelen te nemen. Wij zetten ze voor u op een rij.

Zaken doen met de douane

Heeft u nog nooit goederen geleverd buiten de EU? Zorg dan dat u tijdig een EORI-nummer aanvraagt, zodat u zaken kunt doen met de douane en vanaf 30 maart 2019 aangifte kunt doen in de systemen van de douane. Vraag ook een registratie elektronisch berichtenverkeer aan als u zelf aangifte wilt doen. Regel de juiste certificaten en controleer of aanvullende douaneregelingen of vergunningen op u van toepassing zijn.

Levering van goederen

Heeft u goederen die u na oproep snel moet kunnen leveren of goederen die snel bederven? Door de onvermijdelijke douaneformaliteiten en controles zullen de levertijden aan de grens oplopen. Kijk of u een magazijn kunt aanhouden in het Verenigd Koninkrijk en of u wachttijden aan de grens kunt verkorten door u bij de douane te registreren als ‘Authorised Economic Operator’. Houd er rekening mee dat algemene en specifieke EU-producteisen, zoals CE-markering, mogelijk niet meer geldig zijn in het Verenigd Koninkrijk. Na Brexit kan een aanpassing van uw product of productverpakking nodig zijn.

Uw concurrentiepositie door importheffingen

Eventuele importheffingen verhogen de kostprijs van uw product. Afhankelijk van uw markt, zult u deze kosten kunnen doorberekenen aan uw cliënt óf voor eigen rekening moeten nemen. Uw concurrent in Europa bij import en het Verenigd Koninkrijk bij export heeft deze kosten mogelijk niet. Wat doet dit met uw concurrentiepositie? Maak strategische keuzes en verleg zo nodig uw aandacht naar andere regio’s.

Controleer contracten

Controleer al uw contracten: kunt u daar na Brexit nog aan voldoen? Wees extra alert op langetermijncontracten, grensoverschrijdend personeel en gebruikte gereedschappen in dienstverlenerscontracten, regiobedingen en kijk welk recht van toepassing is. Na Brexit zullen EU-verordeningen over toepasselijk recht, de bevoegde rechter of de tenuitvoerlegging van een vonnis niet meer op het Verenigd Koninkrijk van toepassing zijn. Dit is met name van belang als u te maken krijgt met onbetaalde rekeningen. Houd er ook rekening mee dat de wisselkoers van de Britse pond na Brexit kan zakken en kies in uw contracten voor een betalingsvorm waarbij u uw valutakoersrisico zo veel mogelijk beperkt.

Innovaties en creaties

Innovaties en creaties worden beschermd door octrooirechten, merkrechten en auteursrechten. Als u een Europees geregistreerd recht of model heeft, zult u alert moeten zijn dat uw recht of model ook in het Verenigd Koninkrijk beschermd blijft. Waarschijnlijk zult u bij Brexit automatisch afzonderlijk geregistreerd worden in het Verenigd Koninkrijk, maar als u een nieuw recht aanvraagt óf een verlenging vraagt, zult u extra alert moeten zijn.

Ondernemingsstructuur

Door het wegvallen van op Europese wetgeving gebaseerde fiscale wetgeving, adviseren wij om voor Brexit te kijken of u uw ondernemingsstructuur moet aanpassen. Herstructureringen kunnen nu nog met deze Europese regelgeving plaatsvinden. Na Brexit zal een beroep op deze wet- en regelgeving niet meer mogelijk zijn.

Brexit-voucher bij RVO

Heeft u een economisch belang in het Verenigd Koninkrijk en heeft u advies nodig van een externe deskundige? Vraag dan een Brexit-voucher aan bij RVO. Deze voucher geeft aanspraak op een vergoeding van 50% procent van de daadwerkelijk gemaakte kosten, tot maximaal € 2.500 (exclusief btw).

(Bron: ABAB)

Als u een eigen woning bezit, kunt u in beginsel de hypotheekrente aftrekken. Verkoopt u de woning en koopt u een andere woning terug, dan geldt het uitgangspunt dat u de ‘oude’ lening kunt toerekenen aan de nieuw gekochte woning. Dit kan ook als de oude woning op het moment van aankoop van de nieuwe, nog niet is verkocht. Dit heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden eerder beslist.

Oude woning nog niet verkocht

Zoals vaker voorkomt, had in deze zaak een belastingplichtige een woning gekocht, terwijl zijn oude woning nog niet verkocht was. Hij had de nieuwe woning gefinancierd met een tweetal leningen en met een deel eigen geld. Nadat de oude woning verkocht was, wilde hij een deel van de oude lening weer toerekenen aan de aanschaf- en verbouwingskosten van de nieuwe woning en de rente op deze oude lening aftrekken.

Besluit

In een Besluit van het ministerie van Financiën uit 2010 wordt deze ‘herbesteding’ van financiële middelen toegestaan en goedgekeurd dat de rente op een dergelijke lening aftrekbaar is. In het betreffende geval was de oude woning na drie jaar echter nog niet verkocht. In dat geval gaat de fiscus ervan uit dat deze ‘fictief is vervreemd’. De woning en corresponderende lening worden dan gezien als vermogen en verhuizen naar box 3. Naar het oordeel van de Belastingdienst was de goedkeuring in deze situatie niet van toepassing.

Wat zegt de rechter?

De rechter was van mening dat het besluit aldus moest worden uitgelegd, dat ook bij een fictieve vervreemding de lening mee kan verhuizen naar de nieuwe woning.

Bijleenregeling

Het enige waarmee hierbij rekening moet worden gehouden, is de bijleenregeling. In het kort komt deze erop neer dat wanneer uw oude woning meer opbrengt dan het bedrag van de erop rustende financiering, het meerdere op de lening voor uw nieuwe woning in mindering moet worden gebracht.

Heeft u vragen over de toerekening van een lening na verhuizing naar een andere woning, neem dan contact met ons op.

(Bron: SRA)

In aanvulling op de reeds bekende belastingplannen is onlangs een amendement voorgesteld dat een beetje onder de radar is gebleven maar ook voor u de nodige gevolgen kan hebben.

Voorgesteld wordt om het tarief van de overdrachtsbelasting voor woningen te verlagen van 2% naar nihil voor natuurlijke personen die nooit eerder een woning in eigendom hebben verkregen. Goed nieuws dus voor starters op de woningmarkt. Verkrijgt u echter een woning terwijl u al twee of meer woningen bezit, dan stijgt het tarief van 2% naar 10%!

Ook voor de verkrijging van aandelen in zogenaamde onroerendgoedlichamen gaat het 10% tarief gelden, voor zover deze aandelen en rechten middellijk of onmiddellijk woningen vertegenwoordigen.

De voorgestelde maatregel is bedoeld voor beleggers in woningen. Maar ook niet beleggers kunnen te maken krijgen met deze maatregel. Heeft u b.v. naast uw woning nog een (vakantie)woning en overweegt u om een studentenwoning voor uw kind kopen, dan moet u rekening houden met een aanzienlijk hoger bedrag aan overdrachtsbelasting. Heeft u zelf maar één woning en koopt u samen met uw partner die twee woningen bezit, een woning aan, dan geldt ook voor u het 10% tarief.

Of het amendement voldoende steun krijgt moet nog blijken. De stemming staat gepland voor deze week.

(Bron: Flynth)

Overgang van onderneming en opvolgend werkgeverschap zijn twee verschillende begrippen in het arbeidsrecht. Soms is dat verwarrend. Wat betekenen deze begrippen exact en wat zijn de verschillen? Ik licht het u graag toe.

1. Wat is overgang van onderneming?

Bij ‘overgang van onderneming’ gaat het om de situatie waarbij een werknemer door een overgang van (een deel van) de onderneming naar een andere werkgever automatisch overgaat van de ene naar de andere werkgever. De werknemer volgt de onderneming waar hij werkzaam is.

Rechten en plichten

In geval van overgang van de onderneming worden de rechten en plichten van de werknemers zoveel mogelijk behouden. Vanaf de overname kan de werknemer al zijn rechten tegenover de overnemer (de nieuwe werkgever) te gelde maken, terwijl de overnemer alle rechten van de overdrager (vorige werkgever) krijgt.

2. Wat is opvolgend werkgeverschap?

Bij opvolgend werkgeverschap gaat het om de situatie waarbij een werknemer op verzoek van de (oude of nieuwe) werkgever door een overgang van de werkzaamheden overgaat van de ene naar de andere werkgever. De werknemer volgt in dit geval zijn werkzaamheden. De nieuwe werkgever wordt dan de opvolgende werkgever genoemd.

Opvolgend werkgeverschap in de praktijk

Het klassieke voorbeeld van opvolgend werkgeverschap is de uitzendkracht die – na eerst enige tijd in dienst is geweest bij het uitzendbureau – op verzoek van het uitzendbureau of de inlener in dienst treedt van de inlener, om daar vervolgens dezelfde werkzaamheden te blijven doen. De inlener wordt in dit geval beschouwd als opvolgend werkgever.

Let op

Als de uitzendkracht in dienst treedt bij de inlener en daar totaal andere werkzaamheden gaat verrichten, is er dus géén sprake van opvolgend werkgeverschap. Er is dan namelijk niet voldaan aan de voorwaarde dat het moet gaan om een werkgever die als opvolger wordt beschouwd voor de verrichte arbeid. Er is ook geen sprake meer van opvolgend werkgeverschap als de periode tussen uit dienst treden bij het uitzendbureau en in dienst treden bij de inlener meer dan 6 maanden beslaat.

Wat is het verschil?

  • Bij overgang van onderneming gaan alle rechten en plichten op de nieuwe werkgever over.
  • Bij opvolgend werkgeverschap neemt de opvolgend werkgever alleen  de ketenregeling en de transitievergoeding over.

Dat laatste betekent dat de opgebouwde keten en de opgebouwde periode voor de berekening van de transitievergoeding bij de vorige werkgever wordt voorgezet bij de opvolgend werkgever.

(Bron: Flynth)