All posts in Kennisbank voor het MKB(BV), juridisch, diversen

In de meeste gevallen zullen facturen die u naar klanten of opdrachtgevers stuurt gewoon tijdig worden betaald. Sinds het begin van de crisis kan het echter ook wel eens langer duren voordat een betaling is voldaan. Maar wat als na het versturen van meerdere aanmaningen en een sommatie het geld nog steeds niet op uw rekening is bijgestort? Dan wordt het tijd om verdere stappen te ondernemen: 4 mogelijkheden om vorderingen te incasseren.

1. Beslag (laten) leggen

Als u onverhoopt te maken krijgt met een hardnekkige wanbetaler, heeft het versturen van aanmaningen of andere dreigbrieven jammer genoeg vaak weinig zin. U zult bij deze groep toch echt andere maatregelen moeten treffen, zoals het aanvragen van gerechtelijke inbeslagname. In eerste instantie zal uw juridisch adviseur u vaak adviseren om beslag te (laten) leggen op eigendommen van de debiteur in kwestie. Het gaat dan bijvoorbeeld om zaken als een bankrekening, maar ook op huizen of completeinboedels kan beslag worden gelegd.

Deze vorm van beslaglegging heet conservatoir beslag en kan vaak binnen een dag worden gerealiseerd. Het voordeel hiervan is dat – wanneer de wanbetaler beseft dat u menens is en alsnog besluit de betaling op korte termijn te voldoen en zo het beslag weer op te heffen – u hiermee een betaling kunt afdwingen zonder dat er verder nog geprocedeerd hoeft te worden. Indien de debiteur u niet direct na de eerste beslaglegging betaalt (of kan betalen) en u wilt dat het beslag in stand gehouden wordt, zult u alsnog een rechtelijke procedure moeten starten om de debiteur in kwestie te veroordelen.

2. Vraag faillissement aan van de debiteur

Indien een debiteur diverse schulden niet aflost, kunt u ook besluiten het faillissementvan deze klant of opdrachtgever aan te vragen. Volgens Antonie Kerstholt, juridisch expert van Ikgastarten.nl, is dit een uiterst effectieve methode om een hardnekkige wanbetaler aan te pakken: “De enige voorwaarde is dat u een direct opeisbare vordering en een zogenaamde steunvordering moet hebben. Dat is een andere schuld van de debiteur die een lokale deurwaarder snel genoeg voor u kan achterhalen. Vaak is alleen dreigen al voldoende om tegenstribbelende debiteuren alsnog te dwingen tot betaling.”

Kerstholt waarschuwt wel voor de mogelijke gevolgen: “Iedere debiteur ervaart een faillissementsverzoek als een schot in de rug. De praktijk wijst uit dat bedrijven die een dreigend faillissement weten af te wenden vaak daarna direct de zakelijke relatie beëindigen. En dat ongeacht het aantal jaren dat de samenwerking heeft geduurd. Er kleven dus wel degelijk commerciële risico’s aan het aanvragen van een faillissement van een debiteur.”

3. Stap naar de rechter

Als u echt tot het uiterste wilt gaan om uw vordering te incasseren en van plan naar de rechter te stappen, kunt u dit op twee manieren doen. U kunt de voorkeur geven aan een normale rechtszaak (ook wel bodemprocedure genoemd) of kiezen voor een kort geding. Die laatste optie is een goede manier om snel (de meeste zaken kunnen binnen een paar weken worden afgerond) een geldvordering van een schuldenaar te innen, mits – en dat is wel belangrijk om in gedachten te houden – uw debiteur de vordering niet in twijfel trekt en u de betreffende vordering eenvoudig hard kunt maken.

4. Verkoop de vordering in kwestie

Een andere mogelijkheid is dat u de vordering verkoopt aan een derde partij, zoals een incassobureau. Het voordeel hiervan is dat u, in tegenstelling tot bovengenoemde maatregelen, niet lang hoeft te wachten op uw geld. Daarnaast vervalt daarmee voor u ook het risico van een incasso. Houd er echter rekening mee dat de koper van de vordering u vaak minder betaalt dan het bedrag op uw oorspronkelijke factuur.

U lijdt hier in sommige gevallen dus wel enig verlies op, maar het verkopen van een vordering is vaak wel de minst tijdrovende oplossing. Uw advocaat of juridisch adviseur kan u het beste vertellen in welke situatie het voordeliger is om de vordering te verkopen of niet. Win dus altijd eerst advies in bij een of meerdere experts voor u definitief besluit van een van bovengenoemde methoden gebruik te maken.

(Bron: ikgastarten)

Voordat u een dienst verricht, moet u uw klant informatie geven over uw bedrijf en de te leveren dienst. Dit staat in de Europese Dienstenrichtlijn. Door duidelijke informatie te geven zorgt u voor vertrouwen tussen u en de klant, zowel zakelijke afnemers (business-to-business) als consumenten (business-to-consumers).

Sommige informatie moet u aan uw klant verstrekken voordat u de dienst levert. Andere informatie hoeft u alleen te geven op verzoek van de klant.

Informatie vooraf

Informatie die u altijd moet geven voor u de dienst levert of voor het contract of de overeenkomst wordt getekend, is:

  • naam en adresgegevens (vestigingsadres, telefoon- en/of faxnummer, e-mailadres) van uw onderneming. Vermeld tevens het adres waarheen eventuele vragen of klachten gestuurd kunnen worden wanneer dit afwijkt van uw vestigingsadres;
  • de rechtspositie en rechtsvorm van uw onderneming;
  • uw inschrijfnummer in het Handelsregister;
  • uw btw-nummer;
  • de prijs van de dienst die u levert wanneer deze vooraf vaststaat;
  • de kenmerken van de dienst, indien dit niet duidelijk is uit de context;
  • wanneer u algemene voorwaarden en bepalingen hanteert, moet u deze verstrekken, inclusief eventuele bepalingen over het op de overeenkomst toepasselijke recht en de bevoegde rechter;
  • wanneer er voor uw bedrijf een vergunning vereist is: de adresgegevens van de bevoegde instantie die de vergunning heeft verleend of van het centraal loket;
  • beoefent u een gereglementeerd beroep, vermeld dan uw inschrijving in een beroepsorde of bij een vergelijkbare organisatie, evenals de beroepstitel en het land waar die is verleend;
  • niet bij wet voorgeschreven garantie na verkoop;
  • wanneer u gebonden bent aan een gedragscode of lid van een beroepsorde waarbij geschillen buiten de rechter om afgehandeld kunnen worden, dan moet u dit vermelden. Ook geeft u informatie over waar de gedragscode of informatie over de beroepsorde te raadplegen is. Dit dient u te vermelden in elk document waarin uw diensten in detail worden beschreven. Daarnaast moet u aangeven waar uw klant kan nalezen hoe geschillen worden afgehandeld en wat de voorwaarden zijn.

Alle informatie moet helder en ondubbelzinnig zijn.

Wijze van bekendmaking

U mag kiezen op welke van de 4 onderstaande manieren u de informatie aan uw klant geeft:

  • op eigen initiatief;
  • ter inzage leggen op de plek waar de dienst wordt verricht of het contract/de overeenkomst wordt getekend;
  • digitaal beschikbaar stellen, bijvoorbeeld op uw website. Het adres van die website maakt u bekend aan uw klant;
  • meesturen met een offerte of informatiedocumenten.

Informatie op verzoek

Als een afnemer daarom vraagt, moet u ook de volgende informatie aan hem verstrekken:

  • wanneer vooraf geen prijs is afgesproken: de prijs, de manier waarop de prijs berekend wordt of een gedetailleerde kostenschatting van de dienst;
  • informatie over activiteiten en partnerschappen die direct verband houden met de dienst en de maatregelen die u heeft genomen om belangenconflicten te voorkomen. Deze informatie dient u te vermelden in elk document waarin uw diensten in detail worden beschreven;
  • wanneer u onder een gedragscode valt, moet u deze vermelden, evenals het adres waar deze digitaal kan worden geraadpleegd en in welke talen deze beschikbaar is;
  • voor gereglementeerde beroepen: een verwijzing naar de in het land van vestiging geldende beroepsregels en de manier waarop deze zijn in te zien.

Europese dienstenrichtlijn

Bovenstaande regels staan in de Europese Dienstenrichtlijn. De Dienstenrichtlijn maakt het voor dienstverleners gemakkelijker om te ondernemen in de Europese Unie (EU), IJsland, Liechtenstein en Noorwegen. Bovendien is het de bedoeling dat er meer grensoverschrijdend dienstenverkeer zal gaan plaatsvinden. In Nederland is de Dienstenrichtlijn vastgelegd in de Dienstenwet.

(Bron: Overheid)

De auteur behandelt de vragen wanneer nu eigenlijk sprake is van een vaststellingsovereenkomst, met betrekking tot welke onderdelen van een echtscheiding een vaststellingsovereenkomst kan worden gesloten en in welke mate een vaststellingsovereenkomst aantastbaar is.
De regeling van de vaststellingsovereenkomst is neergelegd in de artikelen 7:900 t/m 7:910 BW. Volgens artikel 7:900 BW is een vaststellingsovereenkomst een overeenkomst die is gericht op beëindiging of voorkomen van een onzekerheid of een geschil. Het is niet nodig dat de onzekerheid tussen partijen al is verworden tot een geschil: het gaat erom dat een partij (kenbaar) onzeker is over de juistheid van het standpunt van de wederpartij en met het oog daarop instemt met een gezamenlijke beslissing over dat standpunt. Niet vereist is dat partijen kunnen overzien waarvan zij afzien (ofwel: waarop de onzekerheid of het potentiële geschil precies betrekking heeft).
Voor een goed begrip van de vaststellingsovereenkomst is van belang onderscheid te maken tussen een drietal begrippen, te weten:

– de vaststelling;

– de beslissing en:

– de vaststellingsovereenkomst.
Deze begrippen komen afzonderlijk voor in genoemde wetsartikelen en zijn als volgt te onderscheiden: – teneinde onzekerheid of geschil te voorkomen of te beëindigen, nemen partijen door middel van een overeenkomst samen over die onzekerheid of dat geschil een bindende beslissing of dragen zij die beslissing op aan een of meer derden; – de beslissing (van partijen of een derde) voorkomt of beëindigt de onzekerheid over het geschil; zij houdt in wat de rechtsverhouding of rechtstoestand tussen partijen bij de vaststellingsovereenkomst moet zijn; – die rechtsverhouding is de vaststelling. De vaststelling is dus het beoogde resultaat van een vaststellingsovereenkomst. Het is de rechtstoestand die het gevolg is van nakoming van de vaststellingsovereenkomst. Op grond van artikel 7:902 BW mag de vaststelling onder omstandigheden in strijd zijn met dwingend recht, de vaststellingsovereenkomst mag dat niet.
In zijn algemeenheid geldt dat het antwoord op de vraag of sprake is van een vaststellingsovereenkomst afhankelijk is van uitleg van de betreffende overeenkomst. Gekeken moet worden naar de bedoeling van partijen bij het aangaan van de overeenkomst en of die bedoeling van partijen wederzijds kenbaar was.
In de praktijk worden echtscheidingsconvenanten vaak gesloten ter beëindiging van gerezen geschillen of ter vermijding daarvan. Dat brengt echter niet mee dat een echtscheidingsconvenant per definitie een vaststellingsovereenkomst vormt, ook niet als het convenant in de aanhef mede wordt gekwalificeerd als ‘vaststellingsovereenkomst’. Per onderwerp/regeling van het echtscheidingsconvenant zou moeten worden vastgesteld of sprake is van een vaststellingsovereenkomst.
Een vaststellingsovereenkomst is, net als alle overeenkomsten, vatbaar voor vernietiging op grond van de wilsgebreken als genoemd in artikel 3:44 BW. Voor dwaling ligt dat fundamenteel anders. Een beroep op dwaling bij een vaststellingsovereenkomst is in beginsel niet mogelijk. Uit de voor een vaststellingsovereenkomst vereiste bereidheid om het eigen standpunt prijs te geven en het standpunt van de wederpartij te respecteren, volgt dat partijen niet kunnen dwalen over de inhoud van de beslissing, indien en voor zover deze beslissing afwijkt van het standpunt dat zij voorafgaand aan of bij het sluiten van de vaststellingsovereenkomst hadden. De vaststellingsovereenkomst kan wel worden vernietigd wegens dwaling als de onjuiste voorstelling van zaken geen betrekking heeft op de onzekerheid die door de zekerheid is vervangen, maar op een zekerheid die bij de beslissing krachtens de vaststellingsovereenkomst tot uitgangspunt is genomen.
T.M. Subelack, EB 2012/9 (MK)

(Bron: SDU)

Bent u het niet eens met de hoogte van uw persoonsgebonden budget (pgb) of met de beslissing dat u geen pgb krijgt, dan kunt u hiertegen bezwaar maken. Waar en hoe u bezwaar maakt, is afhankelijk van het soort pgb dat u heeft of heeft aangevraagd. Over het algemeen moet u bezwaar maken binnen 6 weken nadat u de beslissing over uw pgb heeft ontvangen.

Klacht over pgb uit AWBZ

Krijgt u een pgb voor AWBZ-voorzieningen, dan heeft u een beschikking ontvangen van uw zorgkantoor. Hierin staat of u een pgb krijgt en hoe hoog uw eigen bijdrage is. Als u het niet eens bent met de beschikking, kunt u schriftelijk bezwaar aantekenen bij het zorgkantoor. U leest op de beschikking van uw zorgkantoor meer over hoe u bezwaar kunt maken.

Klacht over pgb uit Wmo

Krijgt u een pgb voor Wmo-voorzieningen, dan heeft u de beschikking ontvangen van uw gemeente. Als u het niet eens bent met het besluit van de gemeente over de zorg die u krijgt, kunt u schriftelijk bezwaar indienen. Op de beschikking van de gemeente kunt u lezen hoe u bezwaar kunt maken.

Klacht over indicatiebesluit van CIZ

Als u het niet eens bent met de indicatie die het Centrum Indicatiestelling Zorg heeft afgegeven, dan kunt u schriftelijk bezwaar aantekenen bij het CIZ.

Beroep en hoger beroep tegen beslissing pgb

Bent u het niet eens met de uitspraak op uw bezwaarschrift, dan kunt u beroep aantekenen bij de burgerlijk rechter.

Klacht over instantie pgb

U kunt ook ontevreden zijn over de manier waarop u bent behandeld of beoordeeld. U kunt dit bespreken met de medewerker met wie u te maken heeft gehad, de leidinggevende of de directie. Als dat niet helpt, kunt u een klacht indienen bij de instantie die de beslissing over uw pgb heeft genomen.

Informeer vooraf bij de instantie waarover u wilt klagen hoe u een klacht kunt indienen. Meestal heeft de instantie een onafhankelijke klachtencommissie waarbij u kunt klagen. U kunt uw klacht ookexterne link: voorleggen aan de Nationale Ombudsman.

Hulp en informatie over pgb

Per Saldo, deexterne link: belangenvereniging voor pgb-houders, biedt u meer informatie over het aanvragen en beheren van een pgb. Zij kunnen u ook helpen als u bezwaar wilt maken of een klacht wilt indienen. Bij Zorgbelang Nederland vindt u meerexterne link: informatie over klachten in de zorg.

(Bron: Overheid)

U kunt een in Nederland afgegeven document ter legalisatie aanbieden bij het ministerie van Buitenlandse Zaken (BuZa). Welke stappen u moet volgen om een Nederlands document te legaliseren voor gebruik in het buitenland, hangt af van het soort document.

De volgende drie stappen zijn mogelijk:Directe legalisatie of meerdere legalisaties, Legalisatie door ambassade of consulaat, Legalisatiebalie ministerie van Veiligheid en Justitie.

Directe legalisatie of meerdere legalisaties: Het Consulair Diensten Centrum van het ministerie van BuZa legaliseert sommige Nederlandse documenten direct. Bijvoorbeeld documenten die de Nederlandse gemeenten verstrekken, zoals akten van de burgerlijke stand. Voor andere documenten gelden zeer uiteenlopende procedures. Het ministerie van BuZa kan u informatie geven over welke opeenvolgende legalisaties u voor een bepaald document moet regelen.

Legalisatie door ambassade of consulaat: Na legalisatie van uw document door het ministerie van BuZa, moet u het document laten legaliseren bij de ambassade of het consulaat van het land waar u het document gaat gebruiken. De adressen van buitenlandse ambassade en consulaten in Nederland vindt u op de website van het ministerie van BuZa.

Legalisatiebalie ministerie van Veiligheid en Justitie: Deze Legalisatiebalie legaliseert voor het ministerie van Veiligheid en Justitie documenten die de rechtbank al heeft gelegaliseerd. Bijvoorbeeld vertalingen van echtscheidingspapieren, adoptiepapieren en papieren voor het starten van een bedrijf in het buitenland.

(Bron: Overheid 10 oktober 2010 bewerkt)