All posts in Kennisbank voor het MKB(BV), belastingen, boetes

Het kan zijn dat u uw ingediende aangifte wilt aanvullen of wijzigen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de aangifte inkomstenbelasting/vennootschapsbelasting, de aangifte omzetbelasting en de aangifte loonheffingen.

Aangifte inkomsten- en vennootschapsbelasting

Een aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting kunt u aanvullen of wijzigen zolang hiervoor nog geen definitieve aanslag is opgelegd. U past de eerder verstuurde aangifte aan en verstuurt deze opnieuw. Wij nemen deze aangifte dan in behandeling. Hebt u voor de eerder verzonden aangifte al wel een definitieve aanslag gekregen? Dan kunt u een wijziging alleen nog doorgeven door bezwaar te maken. Dit kan met het online bezwaarformulier in het beveiligde gedeelte van onze internetsite. U kunt ook schriftelijk om een navorderingsaanslag vragen als u tot de conclusie bent gekomen dat de aanslag te laag is vastgesteld.

Aangifte omzetbelasting

Een ingediende aangifte omzetbelasting kunt u niet meer wijzigen. Wel kunt u de aangifte corrigeren met het formulier ‘Suppletie omzetbelasting’ als u te veel of te weinig btw hebt betaald. Dit formulier vindt u in het beveiligde gedeelte van de internetsite. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling om digitaal een gewijzigde aangifte over hetzelfde tijdvak in te dienen.

Aangifte loonheffingen

Als u een onjuiste of onvolledige aangifte loonheffingen hebt ingediend, moet u die altijd corrigeren.

(Bron: belastingdienst)

Wil de inspecteur een vergrijpboete opleggen nadat hij al de naheffingsaanslag heeft opgelegd, dan moet hij aan een aantal bepalingen voldoen. Sowieso gelden er rondom het opleggen van boetes veel fiscale regels.

De fiscus heeft een aantal methoden om medewerking van belastingplichtigen en inhoudingsplichtigen af te dwingen of gedragingen te bestraffen. Een van deze methoden is het opleggen van een fiscale boete. Er bestaan twee verschillende soorten fiscale boeten: de verzuimboete en de vergrijpboete. Binnen deze twee categorieën zijn verschillende beboetbare feiten te constateren. De twee verschillende boetesoorten hebben ieder een eigen doel.

Verschil tussen verzuim- en vergrijpboete

Een verzuimboete heeft tot doel een gebod tot nakoming van fiscale verplichtingen te bewerkstelligen. Bij een verzuim speelt opzet, grove schuld en wetenschap in beginsel geen rol. In feite is sprake van een soort ordeboete. De vergrijpboete is gericht op het bestraffen van een handelen of nalaten waarbij er sprake is van opzet of grove schuld.

Grove schuld en opzet

Grove schuld en opzet zijn gradaties van verwijtbaarheid. Het belang van het onderscheid is vooral gelegen in de strafmaat. Bij grove schuld beloopt de boete in principe 25% van de verschuldigde belasting, in geval van opzet 50%. Bij herhaling van het vergrijp binnen vijf jaar worden deze percentages verdubbeld. De inspecteur zal moeten bewijzen dat daadwerkelijk sprake is van grove schuld of opzet.

Vergrijpboete bij naheffing

In artikel 67f van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR) is onder meer bepaald dat de inspecteur voor het (gedeeltelijk) niet of niet tijdig betalen van afdrachtbelastingen een vergrijpboete kan opleggen tot maximaal 100% van het onbetaald gebleven bedrag. In geval van grove schuld legt de inspecteur in beginsel een vergrijpboete op van 25% en bij opzet in beginsel 50%.

Niet gelijktijdig opleggen

In het vijfde lid van artikel 67f AWR wordt verwezen naar de bepaling dat de inspecteur binnen zes maanden na het vaststellen van de naheffingsaanslag alsnog een boete kan opleggen. Er moet dan sprake zijn van feiten of omstandigheden die pas later bekend werden. Bovendien moeten aanwijzingen bestaan dat het aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige is te wijten dat te weinig belasting is geheven. Als dit gebeurt, moet de inspecteur tegelijkertijd met het opleggen van de naheffingsaanslag aan de belastingplichtige mededelen dat wordt onderzocht of een vergrijpboete gerechtvaardigd is.

Rechtspraak

Bij Gerechtshof Amsterdam was de vraag aan de orde of de standaardmededeling ‘Een vergrijpboete is op zijn plaats indien er sprake is van opzet of grove schuld’ in een brief die voorafging aan de naheffingsaanslag voldoende was. Volgens het hof was dit inderdaad het geval en kon de brief worden beschouwd als de mededeling die in de wet wordt genoemd. Hierbij was het niet van belang dat de mededeling niet op hetzelfde moment werd gedaan als dat de naheffingsaanslag werd opgelegd.

Grove schuld

In deze zaak bewees de inspecteur bovendien dat sprake was geweest van grove schuld. De aangiften omzetbelasting die de belanghebbende deed, sloten niet aan bij de administratie. Verder maakte de belastingadviseur jaarlijks voor belanghebbende een herrekening, maar de verschillen uit de herrekening gaf de belanghebbende niet aan op een suppletieaangifte btw. De vergrijpboete bleef in stand.

(Bron: Taxence)