Geen verjaring van aansprakelijkheid bestuurder bv bij bepaalde handelingen

Rechtbank Arnhem heeft op 18 september geoordeeld dat er geen wettelijke bepaling is die belet dat een bestuurder van een bv nogmaals voor dezelfde belastingschuld aansprakelijk wordt gesteld, alsmede dat het recht tot invordering van de aanslag en daarmee de aansprakelijkheidsschuld nog niet is verjaard.

De bv heeft onder verantwoordelijkheid en leiding van de bestuurder onder meer geen dan wel te weinig privé-gebruik auto aangegeven en btw op valse facturen als voorbelasting in aftrek gebracht. In geschil is of de bestuurder door de ontvanger terecht aansprakelijk is gesteld voor de btw-naheffingsaanslag die in 2004 aan de bv is opgelegd. De beschikking aansprakelijkstelling uit 2006 is door de rechter in juni 2011 vernietigd, omdat de bv niet in gebreke was, althans omdat de aansprakelijkstelling onredelijk prematuur was. De ontvanger laat het hier niet bij zitten en stuurt de bestuurder in september 2011 alsnog een kennisgeving ‘voornemen aansprakelijk stellen voor vergrijpboete’. Volgens de bestuurder is de aanslag inmiddels verjaard en is de nieuwe aansprakelijkstelling dus niet meer mogelijk.

Rechtbank Arnhem oordeelt dat er geen wettelijke bepaling of rechtsbeginsel is die belet dat de ontvanger de bestuurder nogmaals voor dezelfde belastingschuld aansprakelijk stelt. Aangezien in 2008 een dwangbevel voor de betreffende aanslag aan de bv is betekend, kan het recht tot invordering en daarmee ook de aansprakelijkheidsschuld van de bestuurder pas in 2013 verjaren. Dit vloeit namelijk voort uit de tot 1 juli 2009 geldende tekst van art. 27 lid 1 Inv. 1990. Het beroep van de bestuurder is ook voor het overige ongegrond.