Pensioenpremies niet betalen? Pas op bestuurders

Op grond van de Wet Verplichte Deelneming aan het Bedrijfstak Pensioenfonds 2000 (‘wet Bpf’) kunnen bestuurders hoofdelijk aansprakelijk zijn tegenover het Pensioenfonds. Wanneer is hier sprake van? En geldt dit ook voor stromannen?
Allereerst is er sprake van aansprakelijkheid als aannemelijk is dat het niet betalen van de pensioenpremie het gevolg is van aan de bestuurder te wijten kennelijk onredelijk bestuur. De bestuurder is verplicht betalingsonmacht te melden. Als die betalingsonmacht niet of niet tijdig is medegedeeld, dan wordt de niet betaling vermoed aan de bestuurder te wijten te zijn. Het doel van deze wettelijke meldingsplicht is het vroegtijdig op de hoogte stellen van het Bedrijfstak Pensioenfonds van de moeilijkheden waarin een vennootschap verkeert. De bestuurder moet er voortdurend op bedacht zijn dat betaling – of voldoening of afdracht – van de premie, bijdrage en belastingschulden voorrang heeft en dat de daarvoor bestemde gelden steeds beschikbaar worden gehouden. De werkgever is geen rechthebbende op de op het loon van werknemer ingehouden premies en belastingen. De werkgever houdt deze bedragen als het ware in en moet deze vervolgens afdragen. De aansprakelijkheid geldt ook voor voormalig bestuurders tijdens wiens bestuur de bijdrageschuld is ontstaan.
Tip! Laat u niet als stroman inzetten door u als bestuurder in te laten schrijven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Indien u bestuurder bent, probeer een betalingsachterstand dan te voorkomen. Lukt dat niet, meldt u een betalingsachterstand dan tijdig bij het Pensioenfonds. Zo voorkomt u aansprakelijkheid.
Overzicht uitspraken:

Gerechtshof Amsterdam

In een recente zaak bij het Gerechtshof Amsterdam ging het over een werknemer die als kelner in een horecaonderneming werkzaam was. Tijdens zijn dienstverband heeft hij een brief gekregen van de enig aandeelhouder van zijn werkgever waarin stond dat hij voor een periode van 6 maanden als directeur van zijn werkgever zou worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Tevens stond in deze brief dat zijn werkgever hem zou vrijwaren voor iedere vorm van aansprakelijkheid die uit de inschrijving bij de Kamer van Koophandel zou voortvloeien. Uiteindelijk heeft de werknemer ruim twee jaar in het handelsregister ingeschreven gestaan als bestuurder. De vennootschap heeft de aan het Pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies over 2007 onbetaald gelaten. Vervolgens is zij in september 2008 failliet verklaard en in augustus 2009 is de vennootschap, bij gebrek aan baten, ontbonden. Het Pensioenfonds heeft de werknemer in oktober 2009 als ex-bestuurder van de vennootschap aansprakelijk gesteld voor een bedrag van bijna € 20.000,- aan niet betaalde pensioenpremies. Het Pensioenfonds heeft in april 2011 bij dwangbevel het bedrag van bijna € 20.000,- – vermeerderd met rente en kosten – ingevorderd. De werknemer komt in verzet tegen het dwangbevel. De kantonrechter heeft dit verzet gegrond verklaard, waarna het Pensioenfonds in hoger beroep is gegaan bij het Gerechtshof.

De werknemer betwist dat hij ooit formeel of materieel bestuurder van de vennootschap is geweest. Het Pensioenfonds beroept zich op de inschrijving van de werknemer als bestuurder in het handelsregister. Volgens het Gerechtshof geldt de derdenbescherming van de inschrijving hier niet, omdat de vordering jegens de bestuurder uit de wet voortvloeit. Toch komt wel betekenis aan de inschrijving toe. Hieruit kan namelijk het vermoeden worden ontleend dat de ingeschreven persoon ook daadwerkelijk bestuurder was. Het is dan aan die persoon om zijn verweer dat hij in werkelijkheid geen bestuurder was deugdelijk te motiveren. Hierin is de werknemer onvoldoende geslaagd. Om die reden is de werknemer te beschouwen als bestuurder in de zin van de Wet Bpf 2000.

De betalingsonmacht had gemeld moeten worden. Dat is niet gebeurd. Niet betaling van de bijdrage moet volgens het Gerechtshof Amsterdam worden vermoed te verwijten te zijn aan de bestuurder. De bestuurder kan tegenbewijs leveren tegen dat vermoeden. De stelling van de bestuurder dat hij zich slechts als formeel bestuurder heeft laten benoemen en zich in de praktijk niet met het bestuur heeft bemoeid of mocht bemoeien is geen geldig verontschuldiging. Als gevolg hiervan is de werknemer in beginsel aansprakelijk voor de achterstallige pensioenbijdrage.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Een soortgelijke zaak deed zich voor bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Hier was geen sprake van een beroep van het niet zijn van feitelijk bestuurder,maar ging het om het niet tijdig voldoen aan de wettelijke meldingsplicht wegens ziekte van de bestuurder. Aangezien de bestuurder dit niet (voldoende) concreet heeft toegelicht en in het geheel niet heeft onderbouwd, wordt dit beroep door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden terzijde geschoven.

Tip! Laat u niet als stroman inzetten door u als bestuurder in te laten schrijven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Indien u bestuurder bent, probeer een betalingsachterstand dan te voorkomen. Lukt dat niet, meldt u een betalingsachterstand dan tijdig bij het Pensioenfonds. Zo voorkomt u aansprakelijkheid.

(Bron: Dijkstra Voermans)