Bestuursorgaan kan bezwaarschrift niet zelf intrekken

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een bestuursorgaan niet eigenhandig een bezwaarschrift als ingetrokken kan beschouwen. Hier dient een uitdrukkelijke goedkeuring van de indiener van het bezwaarschrift aan vooraf te gaan.

X maakt in september 2011 bezwaar tegen een aanslag IB/PVV. De inspecteur bevestigt de ontvangst van het bezwaar en verzoekt X de gronden ervan in te dienen. Vervolgens reageert X als volgt: ‘Ik ontving uw brief (…). Ik heb geen flauw idee waar deze brief op ziet / overgaat. Ik ga dan ook uit van een misverstand en verzoek u mij dit te bevestigen.’ De inspecteur concludeert hieruit dat X zijn bezwaar intrekt en legt deze conclusie vast in een brief van 8 november 2011. Per brief van dezelfde datum vult X de gronden van haar bezwaar aan. Als de inspecteur niet reageert, geeft X een formulier ‘Dwangsom bij niet tijdig beslissen’ af bij de Belastingdienst met als dagtekening 25 januari 2012. De stempel van binnenkomst van dit formulier vermeldt als datum 25 januari 2013. In juni 2013 stelt X vervolgens beroep in tegen het niet tijdig beslissen op bezwaar.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een bestuursorgaan niet eigenhandig een bezwaarschrift als ingetrokken kan beschouwen. Hier dient een uitdrukkelijke goedkeuring van de indiener van het bezwaarschrift aan vooraf te gaan die in dit geval ontbreekt. De brief waarin de inspecteur aan X meedeelt dat hij het bezwaar als ingetrokken beschouwt kan in het onderhavige geval niet als uitspraak op bezwaar worden aangemerkt. Een rechtsmiddelclausule ontbreekt namelijk en bovendien heeft de brief niet de strekking van een uitspraak op bezwaar. De rechtbank concludeert dat de inspecteur tot op heden nog geen uitspraak op bezwaar heeft gedaan en dat hij dit alsnog zal moeten doen. X ontvangt een dwangsom van € 1.260.

(Bron: Taxlive)