Schijnzelfstandigheid: wanneer loop jij risico als zzp’er?

 

De Belastingdienst gaat in 2015 strenger op schijnzelfstandigheid letten. Dat wil zeggen: op ondernemers die in de ogen van de fiscus onterecht gebruikmaken van fiscale voordelen. Maar wanneer loop je het risico op schijnzelfstandigheid en wat zijn de gevolgen voor schijnzelfstandigen?

Het nieuws dat de Belastingdienst vanaf dit jaar strenger gaat controleren op mogelijke gevallen van schijnzelfstandigheid is al langer bekend. Consultancy.nl, een informatieplatform voor de adviesbranche, heeft recent onderzocht en berekend wat de impact is op de circa tachtigduizend zelfstandige professionals die in Nederland werkzaam zijn als freelance adviseur. Hebben zij in de ogen van de Belastingdienst wel recht op de zelfstandigenaftrek, MKB-winstvrijstelling en – in het geval van een startende ondernemer – de startersaftrek?

Dit zijn de 7 ondernemerscritera

Voor startende ondernemers is het fiscaal gezien nog wel eens onduidelijk wanneer iemand zichzelf een ondernemer mag noemen (en wanneer niet). De Belastingdienst hanteert hierbij doorgaans een aantal criteria die een startende freelance consultant in gedachten zou moeten houden voor hij besluit gebruik te maken van belastingvoordelen. Dit zijn de volgende voorwaarden:

  • Er moet sprake zijn van (minimaal) drie verschillende opdrachtgevers.
  • De ZZP gekwalificeerde adviseur factureert niet meer dan zeventig procent van de inkomsten aan dezelfde opdrachtgever.
  • De consultant kan een ander in zijn/haar plaats sturen, zonder dat dit een probleem is.
  • Hij of zij staat niet in een gezagsverhouding tot de opdrachtgever, de opdrachtgever is niet de ‘baas’.
  • De consultant drijft voor eigen risico de onderneming.
  • De adviseur krijgt bij ziekte niet doorbetaald.
  • Er wordt actief reclame gemaakt voor de onderneming (visitekaartjes, advertenties, een website, etc.).

Hoe verklein je het risico op schijnzelfstandigheid?

Onder het mom van ‘voorkomen is beter dan genezen’ geeft Schmitz actieve ZZP’ers in de adviesbranche ook nog drie handige tips om het risico op schijnzelfstandigheid te verkleinen:

  1. Weet welke voorwaarden de Belastingdienst stelt aan het ondernemerschap en voldoe hieraan. “Wanneer je op voorhand al weet dat het niet gaat lukken om aan de criteria te voldoen, is het verstandiger om in dienst te treden bij de opdrachtgever, mits deze daarvoor open staat,” aldus Schmitz.
  2. Ook al heb je momenteel een VAR-wuo in je bezit: als achteraf blijkt dat je niet voldoet aan de fiscale voorwaarden om volgens deze VAR-verklaring te werken, vraag voor het volgende jaar dan geen nieuwe VAR-wuo aan.

Wat zijn de gevolgen voor schijnzelfstandigen?

Als schijnzelfstandige loop je het risico op een fikse boete die kan oplopen tot honderd procent van het te vorderen bedrag. De boete wordt namelijk gebaseerd op het verschil tussen de gemaakte omzet van de ondernemer en iemand die datzelfde bedrag in loondienst zou verdienen.

Wanneer een eerdere aangifte wordt gecorrigeerd, kun je er als ZZP’er vanuit gaan dat jij alsnog de belastingen moet afdragen die jij ook in loondienst had moeten betalen. En eventuele fiscale voordelen, waarvan jij eerder had geprofiteerd, worden teruggevorderd.

De Belastingdienst is daarnaast bevoegd om, naast de eerder genoemde naheffingsaanslag, een boete op te leggen wegens het doen van een incorrecte aangifte. Zoals hierboven aangegeven kan dit bedrag uitkomen op een maximum van honderd procent van de correctie.

(Bron: ikgastarten bewerkt)