Foutieve prognose van de franchisegever: aansprakelijkheid?

Een artikel in het Financieel Dagblad van 3 maart 2017 wees er op dat ruim de helft van de juridische conflicten tussen franchisegevers en franchisenemers gaat over voorspelde winsten en omzetten die niet uitkomen. In dergelijke conflicten is de franchisenemer van mening dat hij met rooskleurige prognoses en mooie verhalen is gelokt.

Wanneer is er sprake van franchise?

De franchiseovereenkomst is een overeenkomst die een bijzondere vorm van samenwerking behelst tussen twee juridisch en economisch zelfstandige (rechts)personen, waarbij de ene persoon (de franchisegever) aan de andere persoon (de franchisenemer) het recht geeft om een zakelijk concept/commerciële formule te gebruiken voor de afzet van goederen en/of diensten. Veel bekende merken worden geëxploiteerd door middel van franchise denk aan McDonalds, Jumbo, Hema, Subway en voor een deel ook Albert Heijn.

Vaak is een onderdeel van de franchiseovereenkomst enerzijds een recht op gebruik van bepaalde intellectuele eigendomsrechten (zoals merken) en de overdracht van knowhow (zoals productkennis) en anderzijds een afnameverplichting bij de franchisegever.

De franchiseovereenkomst is een bijzondere overeenkomst die niet bij wet geregeld is. De franchisewereld kent echter wel een vorm van zelfregulering door middel van de Nederlandse Franchise Code, die partijen van toepassing kunnen laten verklaren op de franchiseovereenkomst. Op dit moment wordt gewerkt aan een wetsvoorstel om de Nederlandse Franchise Code in de wet vast te leggen.

Verantwoordelijkheid voor onjuiste omzetprognoses

Ook al bestaat er vaak geen (contractuele) verplichting tot het overleggen van omzetprognoses, toch wordt dit in de praktijk veel gedaan om de potentiële franchisenemer inzicht te geven in de mogelijkheden die de franchise biedt. Het wil nog wel eens voorkomen dat de geprognosticeerde cijfers niet worden gehaald en dat de franchisegever verweten wordt een te rooskleurig beeld te hebben geschetst.

In 2002 heeft de Hoge Raad in een arrest geoordeeld dat de franchisegever niet hoeft in te staan voor de juistheid van de prognoses, met name indien de prognose door een derde persoon is opgesteld. Daarnaast kan de franchisegever alleen aansprakelijk zijn voor een onjuiste prognose indien de franchisegever wist dat de prognoses ernstige fouten bevatte en hij de potentiële franchisenemer niet op die fouten heeft gewezen.

In 2017 heeft de Hoge Raad een ander arrest gewezen over de aansprakelijkheid bij onjuiste prognoses. In het Street-One arrest wilde een franchisenemer kleding verkopen op twee locaties. Voor beide winkels zijn door de franchisegever van tevoren prognoses overgelegd. Ook deze franchisenemer was van mening dat er sprake was van onjuiste prognoses en eiste schadevergoeding.

De Hoge Raad heeft de regel van het arrest uit 2002 aangehouden, maar wel een aanvulling gegeven. Indien de franchisegever zelf (of een persoon waarvoor hij verantwoordelijk is) het onderzoek uitvoert en de prognose aan de potentiële franchisenemer verstrekt, dan is hij ook aansprakelijk voor fouten in de prognose , zonder dat hij van de fouten wist, indien de fouten in de prognose zijn veroorzaakt door onzorgvuldigheid van de franchisegever.

Bewijslast

Een prognose blijft natuurlijk altijd een verwachting. Dat de geprognosticeerde cijfers niet worden behaald, betekent nog niet dat de prognose onjuist was. Het is aan de franchisenemer om te bewijzen dat de prognose onzorgvuldig is opgesteld. Daarnaast rust op de franchisenemer ook de verplichting om zorgvuldig onderzoek te doen en kritisch te kijken naar de prognose voordat hij de franchiseovereenkomst sluit. Daarbij wordt ook in de Nederlandse Franchise Code benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van de franchisenemer is om als zelfstandig ondernemer een succesvolle onderneming op te zetten.

Conclusie

Er zijn situaties denkbaar waarin de franchisegever voorafgaand aan het sluiten van franchiseovereenkomst een onjuiste prognose verstrekt. De franchisegever kan daarvoor aansprakelijk zijn, maar dit is afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het geval. Daarnaast heeft de franchisenemer ook een eigen onderzoeksplicht. Laat u, voordat u een franchiseovereenkomst aangaat, daarom vooraf goed adviseren over de (on)mogelijkheden.

(Bron: Damsté)