Wetsvoorstel Flex BV kapitaal, dividend en aansprakelijkheid

Iedere ondernemer doet aan financial planning en richt daar zijn onderneming op in. Die onderneming kan worden gedreven in verschillende rechtsvormen. De keuze wordt doorgaans ingegeven door aansprakelijkheidsrisico’s en fiscale overwegingen. Daarnaast kent de wet veel dwingende regels over kapitaalbescherming. Daarom is een wetsvoorstel ingediend dat het keurslijf moest versoepelen. Deze nieuwe BV is bekend als de Flex BV. Naar verwachting zal de wet 1 juli 2012 inwerking treden.

In de regeling van die Flex BV is een aantal bepalingen geschrapt of sterk gewijzigd. Vooral waar het de kapitaalbescherming betreft. Voor het financieel management is het in de eerste plaats van belang te weten dat de Flex BV niet meer een vast minimum kapitaal heeft. Gedurende het bestaan van de BV zal het eigen vermogen, indien er winst wordt gemaakt, toenemen. De ondernemer zal dat eigen vermogen, als hij het in de onderneming niet nodig heeft, willen uitkeren als dividend. In de huidige BV-regeling kan het dividend, na een aandeelhoudersbesluit, worden uitgekeerd indien er volgens de laatst vastgestelde jaarrekening vrij uitkeerbaar vermogen is. In de huidige regeling kan het dus zo zijn dat een dividenduitkering op 1 maart 2010 kan worden gedaan op basis van de jaarrekening van 2008. Daar zit een periode van ruim één jaar tussen. In die periode kan het vrij uitkeerbare deel van het eigen vermogen drastisch zijn veranderd. In de nieuwe regeling kan een dividenduitkering worden gedaan, mits het bestuur instemt. Het bestuur moet die instemming weigeren indien het weet of behoort te voorzien dat de BV na de dividenduitkering haar schulden op korte termijn niet meer kan betalen. Laat het bestuur dit na, dan kan iedere bestuurder door de vennootschap of in geval van faillissement door de curator, aansprakelijk worden gehouden voor het bedrag dat als dividend is betaald. De ontvanger van dividend moet terugbetalen indien de vennootschap binnen een jaar na de uitkering failleert en hij van de financiële problemen op de hoogte was of behoorde te zijn. Min of meer dezelfde regeling geldt overigens voor het inkopen van eigen aandelen door de vennootschap.

Deze regeling brengt mee dat van het bestuur bij een dividenduitkering wordt verwacht dat zij een liquiditeitstoets, solvabiliteitstoets doet. Dat zal er op neerkomen dat de accountant wordt gevraagd om een tussenbalans op te maken over de stand van het eigen vermogen en een liquiditeitsprognose voor wat betreft de eis dat de vennootschap liquide/solvabel blijft. De BV, wordt als rechtsvorm flexibeler ten opzichte van de oude regeling. Voor het bestuur en het financieel management brengt dit extra verantwoordelijkheid en uitbreiding van (bestuurders)aansprakelijkheid met zich mee.

(Bron: willemsadvocaten.nl 17-11-2011, bewerkt)