Belangrijkste wijzigingen richtlijnen voor de jaarverslaggeving grote en middelgrote rechtspersonen

A. Verwerking RJ-Uitingen in deze bundel
RJ-Uitingen zijn wijzigingen in de Richtlijnen, welke na publicatie in de eerstvolgende jaareditie van de Richtlijnen zijn opgenomen. De RJ-Uitingen worden gepubliceerd op de RJ-website. Na opname in de bundel hebben de RJ-Uitingen geen zelfstandige betekenismeer.

Het uitbrengen van een RJ-Uiting is bedoeld ter verduidelijking of interpretatie van bestaande Richtlijnen dan wel voor wijzigingen daarvan. De RJ beoogt hiermee adequaat te kunnen reageren op vragen vanuit het maatschappelijk verkeer. In deze bundel zijn vier RJ-Uitingen verwerkt, met inachtneming van eventueel binnengekomen commentaar. Dit Ten geleide geeft een korte uitleg van de inhoud van de betreffende RJ-Uiting en de wijze van verwerking in deze jaareditie.

B. Ontwerp-Richtlijnen die zijn omgezet in Richtlijnen
Een wijziging of nieuw onderwerp in een Richtlijn kan eerst als ontwerp-Richtlijn worden gepubliceerd. In principe worden deze ontwerp-Richtlijnen in de eerstvolgende bundel omgezet in Richtlijnen. Daarbij wordt eventueel binnengekomen commentaar meegenomen bij de verwerking.
Er is in dit Ten geleide een overzicht opgenomen van de in Richtlijnen omgezette ontwerprichtlijnen. Daarbij is toegelicht of de ontwerp-Richtlijn gewijzigd dan wel ongewijzigd definitief is geworden. Indien de ontwerp-Richtlijn gewijzigd definitief is geworden, is toegelichtwat de eventuele wijziging ten opzichte van de gepubliceerde ontwerp-Richtlijn betreft. De in deze jaareditie in Richtlijnen omgezette ontwerp-Richtlijnen zijn van toepassing voor verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2013.

C. Overige aanpassingen
In dit Ten geleide zijn de overige aanpassingen, welke een overwegend redactioneel karakter hebben, kort toegelicht.

D. Nieuwe ontwerp-Richtlijnen
Naast de ontwerp-Richtlijnen die zijn omgezet in definitieve Richtlijnen, zoals eerder toegelicht bij punt B, zijn er in deze editie tevens nieuwe ontwerp-Richtlijnen opgenomen. In dit Ten geleide worden deze nieuwe ontwerp-Richtlijnen kort toegelicht.

A. Verwerking RJ-Uitingen in deze bundel
RJ Uiting 2012-1: ‘Handreiking voor de toepassing van IAS19R in de Nederlandse praktijk’ In 2011 is door de IASB de gewijzigde IAS 19 ‘Employee Benefits’ (IAS 19R) uitgebracht. Begin 2012 is door middel van RJ-Uiting 2012-1 een Handreiking uitgebracht welke beoogt de Nederlandse praktijk steun te bieden voor de toepassing van de in IAS 19R opgenomen bepalingen over classificatie van pensioenregelingen enwaardering van pensioenverplichtingen. De handreiking is geen interpretatie van IFRS en bevat ook geen stellige uitspraken of aanbevelingen. De Handreiking is opgenomen in hoofdstuk 921.
RJ-Uiting 2012-2: ‘Ontwerp-Richtlijn 605 verzekeringsmaatschappijen’ Door middel van RJUiting 2012-2 is de tekst van hoofdstuk 605 vervangen waarbij in de nieuwe tekst een verwijzing is opgenomen naar de Code verzekeraars die met ingang van het boekjaar 2011 van kracht is geworden. In hoofdstuk 400 Jaarverslag is een nieuwe paragraaf 4 toegevoegd waarin wordt vermeld dat de Code verzekeraars relevant is voor de inhoud van het jaarverslag van verzekeraars. De Code verzekeraars zelf komt aan de orde in paragraaf 9 van hoofdstuk 605 Verzekeringsmaatschappijen. Ten opzicht van de Uiting is alinea 605.902 aangepast, tevens is alinea 600.402 aangaande de Code Banken overeenkomstig aangepast. In hoofdstuk 910 Modellen en besluiten is het besluit van 23 augustus 2011 tot vaststelling van nadere voorschriften omtrent de inhoud van het jaarverslag van verzekeraars opgenomen.
RJ-Uiting 2012-3: ‘Ontwerp-Richtlijn 655 Zorginstellingen (herzien 2012)’ Begin 2012 heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving via RJ-Uiting 2012-3 de ontwerprichtlijn 655 Zorginstellingen gepubliceerd. Deze is met inachtneming van de ontvangen commentaren definitief gemaakt. Daarbij zijn ten opzichte van de Uiting wijzigingen doorgevoerd in de alinea’s 204, 208, 307, 314, 315, 401, 405, 406, 409 en in Bijlage 1. De meeste aanpassingen ten opzichte van hoofdstuk 655 (aangepast 2010) zijn een gevolg van wijzigingen per 1 januari 2012 in wetgeving en regelgeving van de Nederlandse Zorgautoriteit.De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van hoofdstuk 655 (aangepast 2010) zijn de
volgende:
– In alinea 208 is opgenomen dat de zorginstelling in de Care-sector bij het vaststellen van de opbrengsten over jaar t-1 rekening moet houden met de definitieve indexering van de diverse componenten van het wettelijk budget voor jaar t mits aan de voorwaarden van hoofdstuk 270 De winst-en-verliesrekening is voldaan. De belangrijkste argumenten hiervoor zijn dat het bedrag vaststaat dat via het percentage van de indexering in jaar t met de instelling zal worden afgerekend, en is bepaald aan de hand van het afgesproken aantal transacties in jaar t.
– In alinea 304 is opgenomen dat zorginstellingen vorderingen en schulden uit hoofde van financieringstekorten en financieringsoverschotten niet langer mogen salderen omdat dit in strijd is met alinea 305 van hoofdstuk 115 Criteria voor opname en vermelding van gegevens. Voor zover de zorginstelling deze verwerkingswijze nog niet toepast, is sprake van een stelselwijziging die moet worden verwerkt in overeenstemming met hoofdstuk 140 Stelselwijzigingen. De overige wijzigingen ten opzichte van hoofdstuk 655 (aangepast 2010) hebben betrekking op zorginstellingen in de Cure-sector:
– In alinea 302 en 303 is verduidelijkt dat de toelichting onderhanden projecten uit hoofde van DBC’s en DBC-zorgproducten in totaal en niet per zorgverzekeraar in de toelichting hoeft te worden vermeld.
– Alinea 206 introduceert vorderingen en schulden uit hoofde van de transitieregeling;
– Alinea 207 introduceert het opnemen van een voorziening respectievelijk schuld uit hoofde van het macrobeheersingsinstrument;
– In alinea 315 is de verwerking van een schuld uit hoofde van het honorariumplafond opgenomen.
Tot slot zijn in bijlage 1 en 2 aangepaste modellen opgenomen waarin bovengenoemde wijzigingen zijn verwerkt. Het is toegestaan deze wijzigingen reeds in de jaarrekening over 2012 toe te passen.
RJ-Uiting 2012-4:
‘Flexibilisering BV-recht’ Per 1 oktober 2012 zal de Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht in werking treden. In verband met deze flex-BV wetgeving is RJ Uiting 2012-4 gepubliceerd. De in deze Uiting opgenomen ontwerp-Richtlijnen met inhoudelijke en technische wijzigingen als gevolg van deze flex-BV wetgeving, zijn doorgevoerd in deze bundel. Als gevolg daarvan zijn wijzigingen doorgevoerd in: hoofdstuk 100 alinea’s 107 en 108; hoofdstuk 190 alinea’s 106 en 107; hoofdstuk 214 alinea’s 207, 207a, 317a, 326 en 326a; hoofdstuk 240 alinea’s 202, 205, 229, 229a, 231, 237 en 403, hoofdstuk 275 alinea 103; hoofdstuk 305 alinea’s 202, 203 en 206; hoofdstuk 315 bijlage 1; hoofdstuk 330 alinea 102; hoofdstuk 410 alinea 102; hoofdstuk 615 alinea’s 707, 708 en 712 alsmede in hoofdstuk 940.
B. Ontwerp-Richtlijnen die zijn omgezet in Richtlijnen
Richtlijn 100 Inleiding, Richtlijn 214 Financiële vaste activa en Richtlijn 240 Eigen vermogen (toepassing van ‘combinatie 3’) In hoofdstuk 100 Inleiding is alinea 107 definitief geworden, met inachtneming van ontvangen commentaar. Tevens is alinea 102 definitief geworden.
In hoofdstuk 214 Financiële vaste activa zijn alinea’s 312 en 312a ongewijzigd definitief geworden, terwijl in alinea 312b een redactionele verduidelijking is aangebracht.

In hoofdstuk 240 Eigen vermogen is alinea 227c ongewijzigd definitief geworden.
Richtlijn 121 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa In hoofdstuk 121 zijn de alinea’s 515, 516 en 519 ongewijzigd definitief geworden.
Richtlijn 226 Effecten In hoofdstuk 226 is alinea 210 ongewijzigd definitief geworden.
C. Overige aanpassingen
Richtlijn 214 Financiële vaste activa en Richtlijn 190 Overige algemene uiteenzettingen In hoofdstuk 214 is in alinea 402 verduidelijkt dat tot financiële vaste activa behorende vorderingen na de eerste waardering in beginsel worden opgenomen tegen de geamortiseerde kostprijs. Indien er geen sprake is van agio of disagio en transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de aflossingswaarde van de vorderingen. Hierbij is tevens alinea 190.407 komen te vervallen.

Richtlijn 271 Personeelsbeloningen Bij de toepassing van hoofdstuk 271 was in de praktijk niet duidelijk hoe actuariële resultaten moeten of kunnen worden verwerkt bij buitenlandse pensioenregelingen die niet vergelijkbaar zijn met de wijzewaarop het Nederlandse pensioenstelsel is ingericht en functioneert. In alinea 321 is verduidelijkt dat het mogelijk is dat de onder US GAAP, IFRS of IFRS zoals aanvaard door de Europese Unie van toepassing zijnde standaarden inzake pensioenen en andere ‘post retirement benefits’ wordt toegepast op dergelijke regelingen. Bij toepassing van die optie vinden zowel de verwerking, waardering, presentatie en toelichting plaats conform die standaarden. Afhankelijk van het gekozen stelsel worden dan bijvoorbeeld actuariële resultaten niet verwerkt via de winst-en-verliesrekening maar via het totaalresultaat (conform hoofdstuk 265). Tevens kan dan, zolang dit nog is toegestaan onder die standaarden, de corridorbenadering worden toegepast.
Richtlijn 290 Financiële instrumenten Alinea 916 van hoofdstuk 290 is een stellige uitspraak geworden, waarmee beoogd wordt meer nadruk te leggen op de toelichting van financiële activa en financiële verplichtingen die gewaardeerd worden tegen reële waarde. Aangegeven dient te worden of de boekwaarden zijn afgeleid van genoteerde marktprijzen, onafhankelijke taxaties, netto-contante-waardeberekeningen of dat een andere geschikte methode is gehanteerd. Bovendien moeten belangrijke veronderstellingen die gebruikt zijn bij de bepaling van de waarde worden toegelicht.
Richtlijn 340 Winst per aandeel In alinea 101 van hoofdstuk 340 is verduidelijkt dat dit hoofdstuk van toepassing is op rechtspersonen die de winst per aandeel in de jaarrekening vermelden.
Richtlijn 394 Tussentijdse berichten Onder andere naar aanleiding van aanpassingen van de internationale standaard rondom verslaggeving van tussentijdse berichten is in hoofdstuk 394 in alinea 304 aanvullend een aantal voorbeelden van toelichtingen op het gebied van financiële instrumenten opgenomen.
Redactionele aanpassingen
In diverse hoofdstukken zijn definities verplaatst naar hoofdstuk 940 Begrippen. Dit heeft geleid tot aanpassingen in: hoofdstuk 110 alinea 101 en 101a; hoofdstuk 216 alinea 602; hoofdstuk 226 alinea 102 en 104; hoofdstuk 271 alinea 502; hoofdstuk 290 alinea’s 401, 408, 410, 411, 412, 414 en 416; hoofdstuk 345 alinea 101a en 201; hoofdstuk 394 alinea 101, 102, 103, 104 en 202 en hoofdstuk 615 alinea’s 104, 303 en 311. Daarnaast is in hoofdstuk 121 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa en in hoofdstuk 290 Financiële instrumenten de nummering van de bijlagen aangepast.
D. Nieuwe ontwerp-Richtlijnen
Richtlijn 270 De winst-en-verliesrekening In ontwerp-alinea’s 105a tot en met 105d is verduidelijkt dat bedragen die de rechtspersoon voor eigen rekening ontvangt als opbrengsten dienen te worden verwerkt. Bedragen die de rechtspersoon voor derden ontvangt worden niet als opbrengsten verwerkt. Tevens zijn indicatoren toegevoegd aan de hand waarvan beoordeeld kan worden of bedragen voor derden of voor eigen rekening worden ontvangen.De betreffende alinea’s zijn eveneens van toepassing op belastingen anders dan belastingen naar de winst. Voorbeelden van dergelijke belastingen zijn omzetbelasting, accijnzen, BPM, toeristenbelasting. Naar aanleiding van de ontwerp-alinea is de definitie van opbrengsten in hoofdstuk 940 aangepast. Als gevolg van deze nieuwe ontwerp-Richtlijnen zijn bepalingen voor specifieke belastingen, zoals voor BPM, op zichzelf niet langer noodzakelijk. Omdat met de nieuwe ontwerprichtlijnen geen wijziging wordt beoogd in de presentatie van BPM en omdat de BPM regeling naar verwachting op een termijn van enkele jaren komt te vervallen, is alinea 201a niet gewijzigd.
Richtlijn 390 Overige in de toelichting op te nemen informatie Vanwege onduidelijkheden in de praktijk bij de toepassing van artikel 2:382a BW is in hoofdstuk 390 een voorstel voor een nieuwe paragraaf 3 Vermelding accountantshonoraria toegevoegd. In deze ontwerprichtlijn is rekening gehouden met de wijzigingen van de wettelijke bepalingen per 1 oktober 2012 vanwege de Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht.
Richtlijn 610 Pensioenfondsen In hoofdstuk 610 Pensioenfondsen hebben enkele aanpassingen plaatsgevonden die samenhangen met de gewenste transparantie in verslaggeving omtrent kosten:
– In alinea 314 is aangegeven dat de (uitvoerings)kosten van vermogensbeheer (kosten van beheer van beleggingen) separaat zichtbaar moetenworden gemaakt.Daarnaast is aangegeven dat het de voorkeur verdient om transactiekosten separaat toe te lichten.
– In alinea 503 is aangeven dat in het jaarverslag (bestuursverslag) inzicht wordt gegeven in de uitvoerings- en transactiekosten van vermogensbeheer en kosten van pensioenbeheer in overeenstemming met de normen die daaromtrent in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd.
Commentaar
De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) nodigt uit tot het inzenden van reacties en commentaren op de ontwerp-Richtlijnen. Deze reacties en commentaren ziet de RJ graag uiterlijk 1 december 2012 – bij voorkeur per e-mail via rj@rjnet.nl – tegemoet. Voor overige reacties en commentaren geldt geen uiterste inzendtermijn. Reacties en commentaren zullen in aanmerking worden genomen bij het vaststellen respectievelijk wijzigen van definitieve Richtlijnen. Ze worden door de RJ als openbare
informatie behandeld en op de RJ-website gepubliceerd, tenzij door de respondent is aangegeven dat het commentaar geheel of gedeeltelijk moet worden aangemerkt als vertrouwelijk.
Contactgegevens secretariaat:
Antonio Vivaldistraat 2-8
1083 HP Amsterdam
telefoon: +31(0)20-3010391
e-mail: rj@rjnet.nl
website: www.rjnet.nl

(Bron: RJ)