Wijziging DGA-definitie in PW heeft consequenties voor pensioen in eigen beheer

Directeuren-grootaandeelhouder mogen onder voorwaarden hun pensioen in eigen beheer houden. Door invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht per 1 oktober 2012 zijn deze voorwaarden gewijzigd. Alleen een DGA met aandelen met stemrecht kwalificeert nog voor deze mogelijkheid.

Uitbreiding definitie DGA

Voor de Pensioenwet (PW) is een werknemer die direct of indirect houder is van ten minste 10% van het geplaatste aandelenkapitaal directeur-grootaandeelhouder (DGA). De Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) verwijst voor het begrip DGA naar de definitie in de PW. Een DGA mag volgens de PW en Wet LB zijn pensioen in eigen beheer houden. Door invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht per 1 oktober 2012 wordt in de PW de definitie van de DGA aangescherpt. Vanaf 1 oktober 2012 luidt de definitie in artikel 1 van de Pensioenwet als volgt:

directeur grootaandeelhouder:

  • persoonlijk houder van aandelen welke ten minste een tiende deel van het geplaatste kapitaal van de vennootschap van de werkgever vertegenwoordigen en waaraan stemrecht in de algemene vergadering is verbonden;
  • indirect persoonlijk houder van aandelen welke ten minste een tiende deel van het geplaatste kapitaal van de vennootschap van de werkgever vertegenwoordigen en waaraan stemrecht in de algemene vergadering is verbonden; of
  • houder van certificaten van aandelen, uitgegeven door tussenkomst van een administratiekantoor waarvan hij voor ten minste een tiende deel in het bestuur vertegenwoordigd is, welke ten minste een tiende deel van het geplaatste kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen en waaraan stemrecht in de algemene vergadering is verbonden;

Aan de definitie is dus toegevoegd dat de DGA ook stemrecht moet hebben in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, de AVA.

Wat betekent dit?

Als de DGA geen stemrecht heeft op tenminste 10% van de aandelen is hij volgens de PW en Wet LB geen DGA en mag hij volgens de wetgeving geen pensioen in eigen beheer op bouwen. Voor bestaande pensioenovereenkomsten kan de wijziging van de Pensioenwet tot gevolg hebben dat de pensioenopbouw niet langer in eigen beheer kan plaatsvinden. Als in die situatie de pensioenopbouw in eigen beheer niet stopt per 1 oktober 2012, wordt de totale opgebouwde pensioenaanspraak belast.

Conclusie

De wijziging van de Pensioenwet per 1 oktober 2012 vergt op korte termijn een nadere beoordeling van het aandeelhouderschap. Als de DGA geen stemrecht heeft vervalt de mogelijkheid om nog langer in eigen beheer pensioen op te bouwen. Dat heeft fiscaal ongewenste consequenties. Er dient dus nagegaan te worden of de statuten op een zodanige wijze aangepast kunnen worden dat voldaan word aan de vereisten, anders dient het pensioen afgestort te worden bij een erkende verzekeraar.

(Bron: Aegon, bewerkt Ambitions.nu)