Nieuwe regels tegenstrijdig belang bv en bestuurder in werking

Op 1 januari 2013 is de wet bestuur en toezicht in werking getreden. Deze wet brengt een nieuwe regeling met zich mee op het gebied van tegenstrijdig belang.

Hieronder zet wordt kort uiteengezet hoe de oude regels waren en hoe de nieuwe regelgeving is.

Tegenstrijdig belang

Een tegenstrijdig belang kan zich voordoen als een bestuurder die een bv (deze regeling geldt ook voor NV’s) vertegenwoordigt bij het aangaan van een transactie met een wederpartij waarbij hijzelf (in)direct betrokken is. Voorbeelden zijn een bestuurder die namens de BV een managementovereenkomst aangaat met zijn personal holding of een bestuurder die namens een BV een arbeidsovereenkomst afsluit met een familielid.

Oude regels

Tot op heden kende de wet een regeling waarbij in een dergelijke situatie de betreffende bestuurder de BV niet mocht vertegenwoordigen, maar – indien aanwezig – de Raad van Commissarissen (RvC) de bv kon vertegenwoordigen. Was er geen RvC aanwezig, dan had de algemene vergadering de mogelijkheid om een vertegenwoordiger aan te wijzen. Dit kon ook de betreffende bestuurder zijn.

De regeling zoals hierboven omschreven, gold ook bij vennootschappen waarbij de bestuurder tevens grootaandeelhouder is. De regeling had als sanctie dat in geval van tegenstrijdig belang de bestuurders onbevoegd waren om de bv te vertegenwoordigen.  Om deze vertegenwoordigingsonbevoegdheid te voorkomen of repareren, dienden een aandeelhoudersbesluit of notulen te worden opgesteld waarin de algemene vergadering de bestuurder expliciet machtigde om de bv te vertegenwoordigen.

Nieuwe regeling

Op grond van de nieuwe wetgeving, tast een eventueel tegenstrijdig belang niet langer de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de bestuurder aan. In plaats daarvan bepaalt de wet dat de betreffende bestuurder of commissaris niet deel mag nemen aan de beraadslaging en besluitvorming met betrekking tot onderwerpen waarbij hij een (in)direct belang heeft  dat tegenstrijdig is met het belang van de bv of de met de bv verbonden onderneming.

Als door het verbod om deel te nemen aan de beraadslaging en besluitvorming geen bestuursbesluit kan worden genomen (bijvoorbeeld omdat er slechts 1 bestuurder is), is de RvC bevoegd het besluit te nemen. Is er bij de bv geen RvC ingesteld, dan besluit de algemene vergadering, tenzij de statuten anders bepalen.

Aandachtspunt

Rechtshandelingen die zijn verricht voor het inwerkingtreden van de wet, derhalve voor 1 januari 2013, worden nog beoordeeld op basis van het oude regime. Deze rechtshandelingen kunnen ook nu nog worden bekrachtigd door een besluit van de algemene vergadering.

Echter op statutaire bepalingen die bepalen dat de BV in geval van tegenstrijdig belang wordt vertegenwoordigd door een ander dan de bestuurder kan niet langer een beroep worden gedaan.

(Bron: Pleinplus)