Hier met mijn personeelsdossier! (Wat mag een werknemer inzien)

Werknemers hebben op grond van artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) recht op inzage in hun persoonsgegevens. Dit recht is niet onbeperkt. Wat valt hier nu wel en niet onder?
In de zaak die bij de Hoge Raad voor lag heeft de betreffende werknemer schriftelijk verzocht om op grond van artikel 35 Wbp een overzicht en afschriften te verstrekken van alle haar betreffende persoonsgegevens, die door haar werkgever ABN AMRO worden verwerkt. Het geschil betrof hierbij niet zozeer òf de werknemer recht had op inzage in het personeelsdossier, maar op welke delen daarvan. In het verweer bij de rechtbank doet ABN AMRO een beroep op een uitzonderingsbepaling in de Wbp. Volgens ABN AMRO hoeven bepaalde stukken niet te worden verstrekt, omdat het interne notities/correspondentie betreft die persoonlijke gedachten van medewerkers over de betreffende medewerker bevatten en uitsluitend zijn bedoeld voor persoonlijk gebruik. De rechtbank wijst het verzoek van werknemer af. Ook het Hof wijst de vorderingen van werknemer af.
Het Hof is van mening dat onderscheid moet worden gemaakt tussen interne notities die de persoonlijke gedachten van medewerkers van de verantwoordelijke bevatten en die uitsluitend zijn bedoeld voor intern overleg en beraad, en het definitieve op basis van bedoelde notities opgemaakte rapport. Het Hof oordeelt dat het inzagerecht niet ziet op notities van de eerste categorie. De Hoge Raad bevestigt dat dit oordeel juist is.
Wanneer een werknemer zijn/haar personeelsdossier wil inzien, dan heeft hij/zij dat recht. Kijk van tevoren welke zaken in het dossier onder de uitzondering van het inzagerecht vallen. Als sprake is van een gedachtewisseling voor intern beraad, dan kunt u de stukken die hier op zien voor de inzage uit het personeelsdossier halen.
(Bron: Dijkstra Voermans)