Ondernemer onderschat risico’s dividenduitkering

Ondernemers denken te gemakkelijk over een dividenduitkering. Met het nieuwe bv-recht dient hier een uitkeringstoets door de directie aan vooraf te gaan. Dat is nog niet bij iedere ondernemer gewoon met alle risico’s van dien.

Het dividend is de betaling van (een deel van) de winst van een onderneming aan haar aandeelhouders. Er moet altijd een uitkeringstoets worden gedaan wanneer de uitkering plaatsvindt vanuit het vermogen, dit geldt ook bij interim-dividend. Bestuurders en aandeelhouders zijn aansprakelijk voor eventuele tekorten die er in de vennootschap ontstaan door de dividenduitkering. Er zit een aantal haken en ogen aan de uitkeringstoets en de manier waarop deze wordt toegepast.

Pas vooral op in de volgende gevallen:

  • Wanneer de aandeelhouder en directie van een bedrijf een en dezelfde persoon is. Dit zorgt voor tegenstrijdige belangen. Binnen kleine bedrijven is dit vaak het geval;
  • Wanneer het bedrijf op punt van faillissement staat. Zowel de dividend uitgekeerde als directie zijn dan aansprakelijk;
  • Wanneer er in de periode van de uitkeringstoets leningen aflopen waardoor de liquiditeit in gevaar komt. Doe daarom vooraf een liquiditeitsprognose;
  • Wanneer er sprake is van interim-dividend. Interim-dividend is een voorschot op het uiteindelijke dividend. Dit dividend wordt al voor afsluiting van het boekjaar uitgekeerd. Die vragen om inzicht in de winsten die je in de toekomst gaat maken.
  • Wanneer er sprake is van bepaalde concernverhoudingen, bv. wanneer de dochtervennootschap aan de moedervennootschap moet uitkeren.

(Bron: Pleinplus