Korting op loondoorbetalingsverplichting

Bij ziekte van een werknemer is de werkgever verplicht om het loon van de  werknemer door te betalen. Deze doorbetalingsverplichting geldt in beginsel voor  de eerste twee jaren van ziekte, maar kan worden verlengd als het UWV een  zogenaamde loonsanctie oplegt.

De omvang van de loondoorbetalingsverplichting in het derde ziektejaar was  inzet van een geschil bij de kantonrechter. Onderdeel van dat geschil was of het  door te betalen loon mag worden gekort met de inkomsten die de  arbeidsongeschikte zieke werknemer geniet uit andere arbeid dan zijn  dienstverband met de werkgever. De werkgever is wettelijk verplicht om 70% van  het loon door te betalen. In de arbeidsovereenkomst of in een CAO kan worden  vastgelegd dat meer dan 70% van het loon wordt doorbetaald. Is er niets anders  geregeld, dan geldt in het derde ziektejaar de wettelijke  loondoorbetalingsverplichting van 70%.

Volgens de kantonrechter mocht de werkgever in het derde ziektejaar de  loonbetaling opschorten. Een werkgever mag de loonbetaling alleen opschorten als  hij de werknemer onverwijld kennis heeft gegeven van de aanleiding daartoe. Voor  het derde ziektejaar had de werkgever daaraan voldaan. De combinatie van de  opgelegde loonsanctie en het niet verstrekken van informatie over zijn inkomsten  door de werknemer waren voldoende aanleiding voor de werkgever om het loon stop  te zetten.

Op grond van de wet mag de werkgever op het loon bij ziekte in mindering  brengen de inkomsten van werkzaamheden die de werknemer tijdens zijn ziekte  heeft verricht. In de literatuur bestaat discussie over de vraag of bij een  loonbetalingsverplichting van 70% de inkomsten voor 100% mogen worden gekort of  slechts voor 70%. Een andere variant die wordt bepleit is dat de werknemer mag  bijverdienen tot 100% van zijn loon en dat alleen het meerdere mag worden  gekort. De wettekst pleit volgens de kantonrechter voor volledige korting van  alle inkomsten. De wettekst maakt geen enkel voorbehoud ten aanzien van de  omvang van de korting.

Omdat de inkomsten uit andere activiteiten beduidend hoger waren dan de  loonbetalingsverplichting tijdens het derde ziektejaar, hoefde de werkgever aan  de werknemer geen loon meer te betalen.

(Bron: Schuiteman Accountants)