Progressievoorbehoud en keuzerecht buitenlandse belastingplichtige

De heffing van belasting over pensioenuitkeringen is in het Belastingverdrag met Duitsland aan het woonland toegewezen. Hof Den Bosch oordeelde onlangs dat Nederland ten onrechte belasting had geheven over het pensioen van een inwoner van Duitsland. Bijzondere omstandigheid in dit geval was dat de belanghebbende had gekozen voor behandeling als binnenlands belastingplichtige in Nederland. Uitgaande van die keuze had de Belastingdienst een aanslag opgelegd alsof de belanghebbende binnenlands belastingplichtig was. De pensioenuitkeringen werden daarbij in aanmerking genomen, met toepassing van een vermindering van belasting.

Om te bereiken dat buitenlandse belastingplichtigen dezelfde voordelen hebben als binnenlandse belastingplichtigen die in gelijke omstandigheden verkeren, wordt de vermindering ter voorkoming van dubbele belasting berekend volgens de vrijstellingsmethodiek met progressievoorbehoud. Het Nederlandse inkomen wordt belast naar het gemiddelde tarief dat zou gelden wanneer over het wereldinkomen zou worden geheven. Dat bij de keuze voor behandeling als binnenlands belastingplichtige het wereldinkomen als uitgangspunt wordt genomen voor het berekenen van dat gemiddelde tarief, betekent niet dat Nederland belasting heft over inkomensbestanddelen die in een belastingverdrag aan een ander land zijn toegewezen. Volgens de Hoge Raad heeft het hof ten onrechte geoordeeld dat Nederland de pensioenuitkeringen in strijd met het Belastingverdrag in de heffingsgrondslag voor de inkomstenbelasting heeft betrokken.

(Bron: Schuiteman Accountants)