All posts in Uncategorized

Uitstel van uw belastingaangifte

Categories: Uncategorized
Reacties uitgeschakeld voor Uitstel van uw belastingaangifte

Heeft u uitstel aangevraagd voor uw belastingaangifte en uiteraard gekregen, zorg er dan voor dat u de aangifte op tijd indient.

Indien u te laat indient riskeert u boete en is de kans groot dat u in de toekomst geen uitstel meer krijgt.
Heeft u geen tijd voor de belastingaangifte of heeft u twijfels of u de belastingaangifte goed invult geef dan de invulling van de aangifte in handen van Ambitions Accountants & Adviseurs in Nijverdal.
U ontvangt een checklist waarop staat welke bescheiden noodzakelijk zijn voor een goede aangifte en vervolgens wordt de belastingaangifte op tijd en belastingbesparend ingevuld.

Maak een afspraak met Janssen Belastingadvies door te bellen naar (06) 5759 2486 of doe dit via de website www.ambitions.nu. Uw belastingaangifte is dan in deskundige handen !

De heffing van belasting over pensioenuitkeringen is in het Belastingverdrag met Duitsland aan het woonland toegewezen. Hof Den Bosch oordeelde onlangs dat Nederland ten onrechte belasting had geheven over het pensioen van een inwoner van Duitsland. Bijzondere omstandigheid in dit geval was dat de belanghebbende had gekozen voor behandeling als binnenlands belastingplichtige in Nederland. Uitgaande van die keuze had de Belastingdienst een aanslag opgelegd alsof de belanghebbende binnenlands belastingplichtig was. De pensioenuitkeringen werden daarbij in aanmerking genomen, met toepassing van een vermindering van belasting.

Om te bereiken dat buitenlandse belastingplichtigen dezelfde voordelen hebben als binnenlandse belastingplichtigen die in gelijke omstandigheden verkeren, wordt de vermindering ter voorkoming van dubbele belasting berekend volgens de vrijstellingsmethodiek met progressievoorbehoud. Het Nederlandse inkomen wordt belast naar het gemiddelde tarief dat zou gelden wanneer over het wereldinkomen zou worden geheven. Dat bij de keuze voor behandeling als binnenlands belastingplichtige het wereldinkomen als uitgangspunt wordt genomen voor het berekenen van dat gemiddelde tarief, betekent niet dat Nederland belasting heft over inkomensbestanddelen die in een belastingverdrag aan een ander land zijn toegewezen. Volgens de Hoge Raad heeft het hof ten onrechte geoordeeld dat Nederland de pensioenuitkeringen in strijd met het Belastingverdrag in de heffingsgrondslag voor de inkomstenbelasting heeft betrokken.

(Bron: Schuiteman Accountants)

Inspecteur maakte gebruikelijk loon niet aannemelijk met afroommethode

Categories: Uncategorized
Reacties uitgeschakeld voor Inspecteur maakte gebruikelijk loon niet aannemelijk met afroommethode

BV X verleende diensten op het gebied van communicatiemanagement. A was directeur en enig aandeelhouder van BV X en ook de enige werknemer. De inspecteur legde na een boekenonderzoek naheffingsaanslagen loonheffingen op aan BV X over 2007, 2009 en 2010. Hij stelde het gebruikelijk loon van A op basis van de afroommethode vast op respectievelijk € 85.000 voor 2007 (correctie van € 30.209 op het brutoloon van A), € 95.000 voor 2009 (correctie van € 32.525) en € 95.000 voor 2010 (correctie van € 36.210). Rechtbank Den Haag besliste op het beroep van BV X echter dat de inspecteur niet aannemelijk had gemaakt dat de door BV X voor de tijdvakken 2007, 2009 en 2010 aangegeven lonen in belangrijke mate afweken van wat in het economische verkeer gebruikelijk was. De inspecteur had geen onderzoek gedaan naar vergelijkbare functies in de markt. Hij had slechts de stelling ingenomen dat in een geval als dit, waarbij de opbrengsten van BV X (nagenoeg) geheel voortvloeiden uit de door haar DGA in haar hoedanigheid van werknemer van de BV verrichte arbeid, het gebruikelijk loon kon worden berekend door toepassing van de afroommethode. De Rechtbank was het niet met de inspecteur eens dat, wanneer het met toepassing van de afroommethode berekende loon hoger was dan het aan de DGA uitbetaalde loon, dit niet zonder meer meebracht dat het toegekende loon lager was dan het loon dat in het economische verkeer voor een soortgelijke dienstbetrekking gebruikelijk was. De Rechtbank verklaarde het beroep van BV X gegrond en vernietigde de naheffingsaanslagen.

(Bron: FUTD)

DGA boete bij onvoldoende pensioen eigen beheer

Categories: Uncategorized
Reacties uitgeschakeld voor DGA boete bij onvoldoende pensioen eigen beheer

De fiscus lijkt steeds vaker kritisch te staan tegenover DGA’s die met hun BV’s zelf voor verzekeringsmaatschappij spelen. De voordelen zijn namelijk op korte termijn best interessant om pensioen op te bouwen in eigen beheer. Wel een leuke fiscale post zodat er minder Vpb wordt betaald en geen verplichting om die reservering ook echt te betalen.

Geregeld spreken we dan ook ondernemers die er achter komen dat er een keerzijde aan deze snoeppot zit. Een half lege pot op de pensioendatum en soms zware fiscale gevolgen. Hieronder een verdere aanscherping van de fiscus rondom het doen van dividend of winstuitkeringen. Er wordt daarbij ook specifiek gekeken naar het feit of het Bestuur van de BV die uitkering überhaupt wel mag goedkeuren als er onvoldoende dekking is voor het pensioen in eigen beheer.

Het nieuwe BV-recht breidt per 1 oktober 2012 de aansprakelijkheid van bestuurders uit. De algemene aandeelhoudersvergadering beslist vanaf dat moment nog wel of er een winst- of dividenduitkering wordt gedaan, maar kan pas tot uitkering overgaan nadat het bestuur de uitkering heeft goedgekeurd. Het bestuur moet daarvoor op het moment van de uitkering toetsen of de BV na de uitkering nog aan haar direct opeisbare verplichtingen kan voldoen. Pas als zij daarvan overtuigd is, kan zij haar goedkeuring geven.

Als achteraf blijkt dat de goedkeuring ten onrechte is verleend, kunnen de bestuursleden persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor het tekort. Die aansprakelijkheid komt aan de orde als het bestuur op het moment van de uitkering wist of behoorde te weten dat de BV door de uitkering niet meer aan haar directe betalingsverplichtingen zou kunnen voldoen. Overigens kunnen ook de aandeelhouders vanaf 1 oktober 2012 aansprakelijk worden gesteld, als zij hadden moeten weten dat de uitkering onverantwoord was. Het bestuur vergoedt het tekort, verhoogd met de wettelijke rente, gerekend vanaf de dag van de uitkering. Een pensioenverplichting kan ook onder de direct opeisbare verplichtingen vallen. Het pensioen in eigen beheer staat op de balans van uw pensioen-BV tegen de fiscale waarde. De werkelijke waarde van de pensioenverplichting – de kostprijs bij afstorting naar een verzekeraar – is meestal veel hoger. De werkelijke waarde kan soms wel de helft hoger zijn. Om aan de pensioenverplichtingen te kunnen voldoen, moet uw pensioen-BV veel meer (vrije) middelen aanhouden dan er volgens de fiscale balans nodig zou moeten zijn voor de pensioenuitvoering. Door de feitelijk te lage waardering van de pensioenverplichting maakt uw pensioen-BV op papier een hogere winst dan wanneer de pensioenverplichting op de werkelijke waarde zou zijn gewaardeerd. De vrije middelen die hierdoor ontstaan, komen op de balans tot uiting in de winstreserve. De pensioen-BV kan deze winstreserve in de vorm van dividend (deels) uitkeren aan de aandeelhouder(s). Vanaf 1 oktober 2012 moeten aandeelhouders eerst toestemming van het bestuur hebben om een dividenduitkering te doen. Bent u DGA van een pensioen-BV, dan besluit u in uw hoedanigheid van aandeelhouder (in de aandeelhoudersvergadering) tot het doen van een dividenduitkering. In uw hoedanigheid van bestuurder van de BV moet u deze beslissing al dan niet goedkeuren. Daarvoor moet u vanaf 1 oktober 2012 eerst toetsen of uw pensioen-BV na de uitkering nog wel aan haar verplichtingen kan blijven voldoen. Als de winstreserve (deels) pensioengeld is – ook al is dit fiscaalrechtelijk niet zichtbaar op de balans van uw pensioen-BV – dan mag uw pensioen-BV dit geld (in zoverre) niet als dividend uitkeren. Blijkt achteraf dat u ten onrechte goedkeuring heeft verleend – en u had dit behoren te weten – dan kunt u persoonlijk aansprakelijk worden gesteld om het tekort aan te zuiveren tot ten hoogste het bedrag van de dividenduitkering. Nu zult u als pensioengerechtigde DGA uzelf in de hoedanigheid van bestuurder/ aandeelhouder niet zo snel aansprakelijk stellen. Daardoor lijkt uw pensioen-BV met de uitbreiding van de bestuursaansprakelijkheid niet zo’n gevaar te lopen. Dat is echter niet altijd het geval. Ook de Belastingdienst of eventuele ex-partners met een pensioenvordering op uw pensioen-BV kunnen die aansprakelijkheid inroepen. U bent als DGA na 1 oktober 2012 door de uitbreiding van de bestuurdersaansprakelijkheid dus toch sneller aansprakelijk voor uw pensioen in eigen beheer. Als de Belastingdienst u aansprakelijk stelt omdat u een ondoordachte winstuitkering heeft gedaan, komt daar nog een ander vervelend gevolg bij. De Belastingdienst vindt dat wanneer activa de werkelijke waarde van de pensioenverplichting niet volledig afdekken, een dividenduitkering feitelijk in fiscale zin kan leiden tot het prijsgeven, dan wel de afkoop, van het pensioen. De bijbehorende fiscale gevolgen zijn u inmiddels wel bekend: de hele pensioenaanspraak wordt ineens belast én u betaalt 20% revisierente!

Tegenwoordig wordt in veel pensioenberekeningen tevens de commerciële waarde van het pensioen opgegeven. Des te meer reden om uw accountant veiligheidshalve vooraf te laten beoordelen of een eventuele winstuitkering het dekkingstekort niet onverantwoord vergroot.

(Bron: Doorneweerd)

 

Informatieverzoeken van de belastingdienst de informatiebeschikking

Categories: Uncategorized
Reacties uitgeschakeld voor Informatieverzoeken van de belastingdienst de informatiebeschikking

Ook zonder controle kunnen wij u vragen om informatie over uzelf of voor de belastingheffing van derden te geven. Dit kan bijvoorbeeld met een vragenbrief over een aangifte loonheffingen. U bent verplicht om mee te werken aan dit verzoek om informatie.

Een verzoek om informatie over uzelf kunt u (gedeeltelijk) weigeren als u vindt dat wij dat onterecht hebben gedaan. U hoeft dit niet aan ons te melden. Na afloop van de termijn die in de vragenbrief staat, en na eventuele aanmaningen, sturen wij u een zogenoemde informatiebeschikking. Hierin staat de reden van het verzoek om informatie. Werkt u nog steeds niet mee aan ons verzoek? Dan kunnen wij een correctieverplichting en een naheffingsaanslag opleggen als uit ons onderzoek blijkt dat u te weinig loonheffingen hebt ingehouden.

In de informatiebeschikking staat ook dat wij de omkering van de bewijslast toepassen als u niet meewerkt aan het informatieverzoek en u een naheffingsaanslag krijgt. De omkering van de bewijslast heeft 2 gevolgen:

  • U krijgt de bewijslast.
  • Het verzwaart uw bewijslast. Dit wil zeggen dat het niet meer voldoende is dat u aannemelijk maakt dat de naheffingsaanslag onjuist is, maar dat u dit overtuigend moet bewijzen.

Tegen de informatiebeschikking kunt u bezwaar maken en in beroep gaan.

Toevoeging Ambitions.nu: Het is verstandig om altijd op een informatiebeschikking van de fiscus te reageren gezien bovenstaande gevolgen. Heeft u een informatiebeschikking overleg dan met een accountant of fiscalist hoe u hier het beste op kunt reageren. Neem gerust contact met ons op via: info@ambitions.nu

(Bron: belastingdienst)

Kan ik ziektekosten via de belasting aftrekken?

Categories: Uncategorized
Reacties uitgeschakeld voor Kan ik ziektekosten via de belasting aftrekken?

Sommige ziektekosten kunt u van uw belasting aftrekken. Bijvoorbeeld dieetkosten, kosten voor hulpmiddelen, kosten voor medicijnen of reiskosten voor ziekenhuisbezoek. Deze kosten heten specifieke zorgkosten.

Regeling specifieke zorgkosten

Op de website van de Belastingdienst staat een overzicht van de ziektekosten die aftrekbaar zijn. De regeling specifieke zorgkosten geldt behalve voor uzelf ook voor andere personen binnen uw huishouden.

Alleen kosten boven drempelinkomen

U mag alleen het deel van de uitgaven aftrekken dat uitkomt boven een bepaalde drempel. De hoogte van deze drempel hangt af van uw drempelinkomen. Uw drempelinkomen is het totaal van uw inkomsten en aftrekposten in box 1, 2 en 3, maar zonder uw persoonsgebonden aftrek. De hoogte van het drempelbedrag verschilt als u een fiscale partner heeft.

Niet in Nederland verzekerd

Als u niet in Nederland verzekerd bent, maar wel belasting betaalt in Nederland, kunt u ook specifieke zorgkosten aftrekken van de belasting. U moet dan wel aan voorwaarden voldoen.

(Bron: rijksoverheid)

De zomervakantie breekt weer aan en zoals ieder jaar gaan veel scholieren vakantiewerk doen. Belangrijk is dat deze jonge werkers weten wat hun rechten en plichten zijn en wat wettelijk wel en niet mag. Dit verschilt per leeftijd.

Dertien- en veertienjarigen

Als je dertien of veertien bent, mag je klusjes doen of iemand helpen bij het werk, maar je mag niet in een fabriek of met machines werken. Ook mag je niet zelfstandig werken; er moet altijd iemand aanwezig zijn, die op je let. Je kunt bijvoorbeeld helpen in de huishouding bij een gezin, helpen bij licht werk in een pretpark, camping of speeltuin of helpen in een winkel bij inpakken en vakken vullen, maar niet achter de kassa.

Duur van het werk

  • Maximaal vier weken vakantiewerk per jaar
  • Maximaal drie weken achter elkaar
  • Maximaal zeven uur per dag werken, niet voor 7.00 uur en niet na 19.00 uur
  • Niet meer dan 35 uur per week
  • Niet meer dan vijf dagen achter elkaar.
  • Als je 4,5 uur of meer op een dag werkt, heb je recht op een half uur pauze.
  • Tussen twee werkdagen moet je minstens veertien uur kunnen uitrusten
  • Op zondag mag je nooit werken.

Voor dertien- en veertienjarigen is er geen wettelijk minimumloon. Uitgangspunt is het minimumloon voor vijftienjarigen. Dat is € 2,52 bruto per uur.
Als je onder de zestien jaar bent heeft jouw salaris geen invloed op de kinderbijslag die je ouders krijgen.

Vijftienjarigen

Als vijftienjarige mag je al behoorlijk zelfstandig werken. Je mag nog niet werken met machines of in de buurt van machines en het werk mag niet te zwaar zijn. Vanaf vijftien jaar mag je je inschrijven bij een uitzendbureau. Je kunt bijvoorbeeld licht werk in een winkel doen (klanten helpen of opruimen, maar niet achter de kassa of afrekenen), groente en fruit plukken als er niet pas gespoten is met bestrijdingsmiddelen of werken in een museum of op een camping.

Duur van het werk

  • Maximaal zes weken vakantiewerk per jaar
  • Maximaal vier weken achter elkaar
  • Maximaal acht uur per dag, niet voor 7.00 uur en niet na 21.00 uur
  • Niet meer dan 40 uur per week
  • Niet meer dan vijf dagen achter elkaar
  • Als je 4,5 uur of meer werkt op een dag, heb je recht op een half uur pauze
  • Tussen twee werkdagen moet je minstens twaalf uur kunnen uitrusten
  • Op zondag mag je meestal niet werken, behalve als dat in het bedrijf waar je werkt voor iedereen gebruikelijk is. Dan moet er ook iets over in de cao of je contract staan. Er zijn dan nog wel een paar aanvullende regels: als je werkt op zondag, moet je de zaterdag daarvoor vrij zijn en je mag nooit meer dan 11 zondagen in 16 weken werken. Bovendien moeten je ouders schriftelijk toestemming geven voor zondagarbeid.

Het minimumloon voor vijftienjarigen is € 100,80 bruto per week van 38 of 40 uur. Hier heb je dus minimaal recht op.

Zestien- en zeventienjarigen

Zestien- en zeventienjarigen mogen bijna alle soorten werk doen. Bij veel werk of gevaarlijk werk moet er wel een ouder persoon aanwezig zijn om te helpen of in te grijpen als dat nodig is. Zoals bij werk met gevaarlijke machines of bij sloopwerk. Bij gevaarlijk werk is de werkgever verplicht van tevoren uit te leggen wat de risico’s van het werk zijn en moet hij, indien nodig, beschermende kleding of accessoires geven.

Duur van het werk

  • Maximaal negen uur per dag, niet voor 6.00 uur en niet na 23.00 uur
  • Maximaal 45 uur per week
  • Als je meer dan 4,5 uur op een dag werkt, heb je recht op een half uur of twee keer een kwartier pauze
  • Maximaal 160 uur per vier weken
  • Als je zeven dagen achter elkaar hebt gewerkt, moet je anderhalve dag vrij hebben
  • Tussen twee werkdagen moet je minstens twaalf uur kunnen uitrusten
  • Zondagarbeid is toegestaan als het in het bedrijf gebruikelijk is en opgenomen in cao of arbeidscontract. Je moet minstens 13 vrije zondagen per 52 weken hebben

Het minimumloon voor een zestienjarige is € 115,95 bruto per week van 38 of 40 uur en voor een zeventienjarige € 132,75 bruto.
Als je door het jaar een bijbaantje hebt en je verdient meer dan € 1240,- netto per kwartaal, dan wordt de kinderbijslag stopgezet. Tijdens de zomervakantie mag je ook nog €1300,– netto extra verdienen zonder dat de kinderbijslag in gevaar komt.

(Bron: Financieel.info.nu)

Sinds 1 juli 2012 zijn er nieuwe regels van kracht voor mensen met een auto van de zaak (Ambitions.nu: hierover hebben we ook reeds eerder bericht op deze site). Dit heeft gevolgen voor de CO2-grenzen voor het 14%-tarief en het 20%-tarief van de bijtelling. Waarschijnlijk heeft u hier al veel over gehoord, maar misschien vraagt u zich nog af welke gevolgen dit heeft voor uw situatie. Hieronder leest u er meer over: wat u moet weten over de nieuwe bijtelling.

1. Wat is het verschil tussen een hoge of lage bijtelling?

De bijtelling voor de zelfstandig ondernemer wordt door de belastingdienst geheven als correctie op de met inkomstenbelasting belaste winst. Wanneer iemand ook privékilometers maakt in zijn auto van de zaak, moet dit dus worden verrekend in de zogenaamde bijtelling. Omdat de overheid graag zou zien dat mensen eerder voor een zuinige (en dus milieuvriendelijkere) wagen kiezen, zijn er lagere bijtellingpercentages vastgesteld voor zuinige auto’s. De mate van CO2-uitstoot bepaalt het bijtellingpercentage, dus: hoe minder CO2 uw voertuig uitstoot, des te lager de bijtelling.

2. Brengen de nieuwe regels daar verandering in?

Indien u in een zuinige auto van de zaak rijdt, is de kans groot dat er sinds begin deze maand voor u andere regels gelden. Sinds begin juli 2012 zijn de CO2-grenzen voor het 14%-tarief en het 20%-tarief namelijk aangescherpt. Hieronder vindt u alle wijzigingen:

  • Voor personenauto’s met een CO2-uitstoot van niet meer dan 50 gr/km, die in de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2013 worden aangeschaft, geldt gedurende zestig maanden een 0%-tarief voor de bijtelling
  • Op auto’s die vóór 1 januari 2012 zijn aangeschaft en niet meer dan 50 gr/km CO2 uitstoten, is voor zover ze daar nog geen recht op hadden vanaf 1 januari 2012 het 0% tarief van toepassing tot 1 januari 2017
  • Voor personenautos met een CO2-uitstoot van niet meer dan 50 gr/km, die in de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015 worden aangeschaft, geldt gedurende zestig maanden een 7%-tarief voor de bijtelling
  • Auto’s met een 20% of 14% bijtelling waarvan het kenteken vóór 1 juli 2012 op naam is gesteld, houden dat lagere bijtellingpercentage totdat de auto een andere eigenaar én andere gebruiker krijgt. In dat geval zal het bijtellingpercentage met ingang van 1 juli 2017 worden aangepast overeenkomstig de dan geldende normen
  • Auto’s met een 20% of 14% bijteling, die vanaf 1 juli 2012 op naam worden gesteld, houden dat lagere bijtellingpercentage voor een periode van zestig maanden. Deze periode begint op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het kenteken van de auto voor het eerst op naam is gesteld. Aan het eind van die periode wordt bekeken of de auto tegen de dan geldende CO2-grenzen opnieuw voor een 60 maanden periode voor een verlaagd bijtellingspercentage in aanmerking komt [Bron: Rijksoverheid]

3. Ik heb een vrij nieuwe en uiterst zuinige auto. Wat is er sinds 1 juli voor mij veranderd?

Het nul-tarief motorrijtuigenbelasting (MRB), dat in 2010 voor zeer zuinige auto’s is ingevoerd, blijft nog tot en met het jaar 2013 bestaan. Deze regeling is van toepassing op zeer zuinige auto’s, oftewel personenauto’s met een CO2-uitstoot van maximaal 95 g/km (diesel) of maximaal 110 g/km (benzine/aardgas). Tot 2012 kunt u dus blijven rondrijden zonder MRB te hoeven betalen, maar houd er rekening mee dat dit belastingvoordeel per 1 januari 2014 alsnog vervalt.

4. Ik heb een leaseauto. Merk ik dat straks ook aan de kosten?

Rijdt u al een paar jaar een leasewagen die in de 14%-, 20%- 25%-bijtellingscategorie valt? Dan zal op dit gebied weinig veranderd zijn sinds de invoering van de nieuwe regels. Zolang uw leasecontract nog loopt, zal in veel gevallen de bijtelling onveranderd blijven. U kunt desalniettemin overwegen om uw leasecontract over te sluiten, zodat u met een nieuwe (zuinigere) wagen langer kunt profiteren van de voordelige bijtelling. Neem contact op met uw autoleasebedrijf om te informeren naar de mogelijke voordelen en voorwaarden van het oversluiten van een leasecontract. Meer informatie over leaseauto’s vindt u hier: 5 vragen en antwoorden over de leaseauto.

5. Ik rijd elektrisch. Blijf ik vrijgesteld van bijtelling?

Ja, in principe wel. Elektrische auto’s, maar ook andere voertuigen met een nulemissie tijdens het rijden, zijn in ieder geval tot 2015 vrijgesteld van de bijtelling privégebruik auto van de zaak. Datzelfde geldt voor de BPM (de belasting op personenauto’s en motorrijwielen) en de motorrijtuigenbelasting.

6. En wat als ik besluit privé geen gebruik te maken van de auto?

In dat geval wordt u vrijgesteld van het betalen van bijtelling, mits u officieel kunt aantonen dat de wagen alleen zakelijk gebruikt en weinig privékilometers hebt gemaakt. Deze grens ligt bij vijfhonderd privé gereden kilometers per jaar). U kunt dit aantonen door een rittenadministratie bij te houden of bij de Belastingdienst een Verklaring geen privégebruik auto aan te vragen.

(Bron: Ik ga starten)

BV-recht wordt eenvoudiger en flexibeler

Categories: Uncategorized
Reacties uitgeschakeld voor BV-recht wordt eenvoudiger en flexibeler

Wat verandert er?

  • Er gelden minder eisen voor de oprichting van een besloten vennootschap (bv). Onder andere het minimumkapitaal van € 18.000, de bankverklaring en accountantsverklaring bij inbreng in natura worden afgeschaft.
  • Er komt meer vrijheid van inrichting, zoals de mogelijkheid van variabele stemrechtverdeling en stemrechtloze aandelen en winstrechtloze aandelen. Iedere aandeelhouder kan een eigen bestuurder en commissaris benoemen. Buiten de algemene vergadering komen er meer mogelijkheden voor besluitvorming.
  • Er komen nieuwe regels voor uitkeringen aan aandeelhouders. Bestuurders moeten op straffe van aansprakelijkheid toetsen of de vennootschap na de uitkering kan blijven voldoen aan de lopende verplichtingen.
  • Verschillende wettelijke regelingen worden duidelijker, waaronder de regeling voor certificaathouders met vergaderrecht en de regeling voor statutaire verplichtingen van aandeelhouders.
  • Procedures voor geschillen tussen aandeelhouders (geschillenregeling en prijsbepaling bij uittreding) worden verbeterd.

Voor wie?

  • Midden- en kleinbedrijf (alle sectoren)
  • Joint ventures
  • Participatiemaatschappijen
  • Advocaten
  • Notarissen

Wanneer?

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel op 12 juni 2012 aangenomen. De wijzigingen gaan in per 1 oktober 2012.

(Bron: Overheid)

Wie een gift doet aan een algemeen nut beogende instelling (anbi) kan deze onder voorwaarden aftrekken van zijn inkomen of in het geval van een onderneming van de winst. Een particulier die een vrijwilligersvergoeding ontvangt van zo’n anbi, maar die daarvan afziet kan dit onder omstandigheden ook aftrekken als een gewone gift.

Begrip gift

Van een gift is sprake als deze gedaan is uit vrijgevigheid, en ook als gift is bedoeld. De gever mag op geen enkele wijze, direct of indirect, van of namens de stichting of vereniging een tegenprestatie krijgen.

Periodieke en gewone giften

Voor het aftrekken van gewone en periodieke giften gelden verschillende voorwaarden. In tegenstelling tot gewone giften geldt voor periodieke giften geen drempelinkomen of maximaal aftrekbaar bedrag. Een gift kwalificeert als een periodieke gift onder de volgende voorwaarden:

  • De gift is vastgelegd bij een notaris;
  • Er worden regelmatig (minstens 1 keer per jaar) bedragen overgemaakt naar de instelling of vereniging die in de notariële akte wordt genoemd;
  • Deze bedragen zijn steeds (ongeveer) even hoog;
  • Deze bedragen worden minimaal 5 jaar achter elkaar overgemaakt en de gift stopt uiterlijk bij het overlijden; en
  • Er wordt geen tegenprestatie geleverd aan de instelling of vereniging voor de gift.

 

Voor het aftrekken van gewone giften gelden de volgende voorwaarden:

  • De giften worden gedaan aan een instelling die bij de Belastingdienst is geregistreerd als een algemeen nut beogende instelling (ANBI);
  • De instelling levert geen tegenprestatie voor de giften;
  • Men moet aan de hand van schriftelijke stukken, zoals bankafschriften of kwitanties, aan kunnen tonen dat de giften daadwerkelijk zijn gedaan;
  • Het totale bedrag van de giften is meer dan het drempelbedrag. Men mag niet meer aftrekken dan het maximum. Het drempelbedrag is 1% van het drempelinkomen, met een minimum van € 60. Het maximum is 10% van uw drempelinkomen.

Geefwet

Sinds 1 januari 2012 zijn de bepaalde voorwaarden voor het verkrijgen van de anbi-status dankzij de invoering van de Geefwet versoepeld. Zo mogen anbi’s commerciëler zijn, mogen stichtingen en verenigingen meer winst maken, bestaat de mogelijkheid voor integrale belastingplicht en is de giftendrempel voor bv’s komen te vervallen. Maar een van de belangrijkste maatregelen uit de Geefwet is de multiplier bij culturele instellingen. Een belastingplichtige, bijvoorbeeld een particulier, voor de inkomstenbelasting mag volgens deze regeling 1,25 keer het bedrag van de verzamelgift in aanmerking nemen voor de giftenaftrek. Hierbij is een maximum van € 1250,- vastgesteld.

In de vennootschapsbelasting wordt ook gebruik gemaakt van een multiplier. Hier geldt dat 1,5 keer het bedrag van de gift in aftrek mag worden gebracht. De bovengrens was vastgesteld op 10% van de winst van een onderneming, maar is nu 50% van de winst (en een maximumbedrag van € 100.000) geworden. Het maximumbedrag waarover de multiplier mag worden toegepast is € 5000. Voor het deel van uw giften aan culturele instellingen boven de € 5000, geldt dan weer de normale aftrek van 100%.

Vrijwilligersvergoeding

Rechtbank Arnhem heeft onlangs beslist dat het voor de aftrek van een teruggeschonken vrijwilligersvergoeding als gift niet van belang was of de anbi wel of niet over voldoende middelen beschikte om de vergoeding daadwerkelijk uit te kunnen betalen. Volgens de rechtbank mocht de fiscus de aftrek niet weigeren, nu uit de overeenkomsten, convenanten en andere schriftelijke verklaringen was gebleken dat de vrijwilliger recht had op uitbetaling van een vrijwilligersvergoeding. Belangrijk was dat de vrijwilliger de volledige vrijheid had om over de vergoeding te beschikken en dat er geen sprake was van een verplichting om de vergoeding per omgaande terug te schenken. De staatssecretaris van Financiën heeft echter aangegeven deze uitspraak van de rechtbank niet inhoudelijk te volgen. Hiermee zou de deur worden opengezet naar allerlei opzetjes waarin de kern van de giftenregeling, de vrijgevigheid, wordt ondermijnd. Zie in dit kader het artikel ‘Teruggeschonken vrijwilligersvergoeding aftrekbaar als gift?’.

Gelijkheidsbeginsel

In een zaak voor Rechtbank Leeuwarden deed een vergelijkbaar geval zich voor. De vrijwilliger in kwestie had echter niet aannemelijk gemaakt dat er een reëel recht bestond op het verkrijgen van een vergoeding, zo stelde de rechtbank. In dat geval kon ook niet worden gesproken van afzien van een vergoeding. De rechtbank gaf de vrijwilliger toch gelijk op grond van het gelijkheidsbeginsel. De vrijwilliger had zich namelijk beroepen op de meerderheidsregel. In de meerderheid van de gevallen die vergelijkbaar waren met dit geval was een juiste wetstoepassing achterwege gebleven en werd de aftrek dus wel geaccepteerd. Volgens de rechtbank had de vrijwilliger op grond hiervan ook recht op aftrek van de terruggeschonken vergoeding. De rechter vond het niet van belang dat de aangiften van de gevallen die hiermee werden vergeleken niet zouden zijn onderzocht.

(Bron: Taxence)