Nieuwe Regeling aanwijzing dga ter consultatie

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil de Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder vervangen door een nieuwe regeling. De aangepaste regeling kan op de website Internetconsultatie.nl worden ingezien.

Aanleiding voor de aanpassing van de regeling is de inwerkingtreding van de Wet flex-bv met ingang van 1 oktober 2012 en recente rechtspraak van de Hoge Raad.
Net als bij de huidige Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder gaat het in de nieuwe regeling om het vaststellen van de feitelijke macht binnen de vennootschap. Indien geen sprake is van ondergeschiktheid en daarmee van een reële gezagsverhouding is geen sprake van werknemerschap. Een verplichte werknemersverzekering is dan niet aan de orde.
De Wet flex-bv kent een grotere vrijheid bij de inrichting van een besloten vennootschap, waaronder meer vrijheid in vormgeving en de bevoegdheid tot benoeming en ontslag van bestuurders. In de statuten kan men bijvoorbeeld bepalen dat bestuurders niet worden benoemd en ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders, maar door een vergadering van houders van aandelen van een bepaalde soort of aanduiding of een ander orgaan binnen de vennootschap. In de voorgestelde Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder is artikel 2 onderdelen a tot en met c hierop aangepast. Verder is onderdeel c aangepast naar aanleiding van een arrest van de Hoge Raad van 22 maart 2013. In de oude Regeling was bepaald dat een bestuurder als dga werd aangemerkt indien ten minste tweederde van de aandelen werd gehouden door de bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad. Hiervoor telden zijn eigen aandelen, aldus de Hoge Raad, niet mee. In de nieuwe formulering wordt een bestuurder als dga aangemerkt als hij tezamen met zijn bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad een belang van ten minste tweederde heeft.
Doel van de consultatie is vernemen in hoeverre de regels aansluiten bij de beleving van ondergeschiktheid van de bestuurder aan de vennootschap op basis van zijn aandelenbezit en zeggenschap in de vennootschap. Door middel van een internetconsultatie wil het ministerie nagaan of de voorgenomen regeling aanleiding geeft tot wijzigingen in statuten van bestaande vennootschappen en welke nieuwe mogelijkheden ontstaan tot inrichting van de vennootschap en het al dan niet ontstaan of vervallen van verzekeringsplichtige dienstbetrekkingen van bestuurders van vennootschappen. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verwacht dat het praktisch effect voor bestaande vennootschappen beperkt zal zijn.
Men kan tot 13 juni 2014 op deze consultatie reageren.

(Bron: Belastingzaken)