Alternatief BGL en VAR naar Kamer

Staatssecretaris Wiebes (Financiën) heeft een alternatief gepresenteerd voor het eerdere voorstel voor de BGL ter vervanging van de huidige Verklaring arbeidsrelatie (VAR).

Wiebes (Financiën) heeft in een nota van wijziging bij het wetsvoorstel Wet invoering Beschikking geen loonheffingen (BGL) aan de Tweede Kamer zijn alternatief toegelicht.

Het alternatief houdt in dat opdrachtgevers en opdrachtnemers (zzp’ers) gaan werken met de door de Belastingdienst beoordeelde (model)overeenkomsten, waardoor vooraf duidelijkheid is over de arbeidsrelatie.

(Voorbeeld)overeenkomsten
Volgens Wiebes kunnen werkgevers en zzp’ers ervoor kiezen zelf een eigen (bestaande) overeenkomst voor te leggen aan de Belastingdienst of gebruik te maken van (sectorale) voorbeeldovereenkomsten die door de Belastingdienst vooraf zijn beoordeeld en via de site van de Belastingdienst beschikbaar wordt gesteld.
Indien volgens een door de Belastingdienst beoordeelde (model)overeenkomst wordt gewerkt, is het niet meer nodig om daarnaast ook nog te bewijzen dat er geen sprake is van werknemerschap of werkgeverschap. Het werken volgens de afgesloten beoordeelde overeenkomst is voldoende voor het verkrijgen van zekerheid omtrent de loonheffingen, zo verzekert Wiebes in zijn brief aan de Tweede Kamer.

Beoordeling overeenkomsten
Er is een aantal factoren van invloed is op de vraag of er sprake is van een arbeidsovereenkomst, zonder dat deze factoren op zichzelf van doorslaggevende invloed zijn. Deze factoren (uit de jurisprudentie) zullen door de Belastingdienst worden gewogen bij het beoordelen van de voorgelegde overeenkomsten:

  • De opdrachtnemer mag zich niet of alleen met toestemming van zijn opdrachtgever laten vervangen
  • De opdrachtnemer mag zich alleen laten vervangen door iemand uit een vaste groep van personen, die de opdrachtgever zelf ook inschakelt en die de opdrachtgever uit dien hoofde kent
  • Er is een verplichting tot het betalen van loon
  • De opdrachtgever geeft leiding en houdt toezicht op het werk van de opdrachtnemer
  • De opdrachtgever geeft aanwijzingen aan de opdrachtnemer over bijvoorbeeld representativiteit, omgang met klanten, werktijden, kenbaarheid door middel van bedrijfskleding, logo’s op vervoermiddelen en visitekaartjes
  • De opdrachtgever neemt klachten in behandeling over (het werk van) de opdrachtnemer
  • De werkzaamheden die de opdrachtnemer verricht vormen een wezenlijk onderdeel van de bedrijfsvoering van de opdrachtgever
  • De opdrachtnemer mag niet voor verschillende opdrachtgevers tegelijk werken
  • De opdrachtnemer krijgt doorbetaald bij ziekte of vakantie
  • De opdrachtnemer hoeft het werk niet gratis opnieuw te doen of gratis aan te passen als het niet voldoet aan de overeenkomst
  • De opdrachtgever bepaalt de hoogte van de beloning voor de werkzaamheden
  • De opdrachtgever is aansprakelijk voor de schade die een opdrachtnemer veroorzaakt in de uitoefening van zijn werkzaamheden
  • De opdrachtnemer heeft geen beroepsaansprakelijkheidsverzekering
  • De opdrachtgever zorgt voor gereedschappen, hulpmiddelen en materialen

Wiebes stelt voor dat als volgens de beoordeelde overeenkomst wordt gewerkt, de  vrijwaring zou kunnen gelden voor een periode van vijf jaar.
Naheffingsaanslag loonheffingen
Als de Belastingdienst na controle de arbeidsverhouding kwalificeert als een dienstbetrekking of een fictieve dienstbetrekking, is er geen vrijwaring voor de loonheffingen. In dat geval zal de Belastingdienst aan de opdrachtgever een correctieverplichting of een naheffingsaanslag voor de loonheffingen opleggen.

(Bron: Overheid)