Maatregelen voor de dga in het Belastingplan 2019

De aangekondigde verhoging van het Box 2 tarief voor dga’s blijft beperkter dan in het Regeerakkoord werd aangekondigd. Het Box 2 tarief gaat in twee stappen omhoog naar 26,25% (ipv 27,3%) in 2020 en 26,9% (ipv 28,5%) in 2021. Dat is natuurlijk positief nieuws.

Gekoppeld aan de voorgenomen verlaging van de vennootschapsbelastingtarieven in de komende jaren daalt de gemiddelde belastingdruk op winsten < € 200.000 via een B.V. van 40% nu tot 38,6% in 2021.  Voor het deel van de winsten > € 200.000 daalt de gemiddelde belastingdruk van 43,8% nu tot 43,3% in 2021.

2018

2019

2020

2021

Box 2-tarief

25%

25%

26,25%

26,9%

VPB-tarief, winst < 200.000

20%

19%

17,50%

16%

Totaal

40,0%

39,3%

39,2%

38,6%

VPB-tarief, winst > 200.000

25%

24,3%

23,9%

22,5%

Totaal

43,8%

43,2%

43,9%

43,3%

Helaas komt er geen overgangsrecht voor de bestaande opgebouwde winstreserves.
Indien deze na 1 januari 2020 worden uitgekeerd, gaat de gemiddelde belastingdruk op deze reserves iets omhoog door het feit, dat deze winsten nog belast zijn geweest tegen de oude hogere vennootschapsbelastingtarieven.

In Box 3 blijft alles ongewijzigd. Er zijn nog geen maatregelen opgenomen tegen het verschuiven van vermogen (bijvoorbeeld spaargeld) van Box 3 naar Box 2. Door de gematigde verhoging van het Box 2 tarief blijft het dus gunstig om vermogen in de B.V. te beleggen in plaats van dividend uit te keren en in privé via Box 3 te gaan te beleggen. Ook levert het overbrengen  van privé-spaartegoeden en laagrentende beleggingen (tot ca 4%)  naar een B.V. direct voordeel op door de besparing van de relatief hoge forfaitaire Box 3 heffing.

Het is even afwachten of de aangekondigde verlaging van het vennootschapsbelastingtarief ongewijzigd wordt doorgevoerd. Deze maatregel staat nl. in hetzelfde wetsvoorstel opgenomen als de omstreden afschaffing van de dividendbelasting. Er bestaat nog altijd de mogelijkheid dat dit voorstel niet ongewijzigd de eindstreep haalt of wordt uitgesteld.

Verder is er een belangrijke maatregel aangekondigd over de dga met schulden aan zijn B.V. Na 1 januari 2022 mag een dga nog maar € 500.000 onbelast lenen van zijn bv. Alle schuldvorderingen boven dit bedrag  worden vanaf die datum belast in box 2, dus als inkomen uit aanmerkelijk belang. Voor bestaande eigenwoningschulden zal een overgangsmaatregel worden getroffen, voor andere schulden (bijvoorbeeld leningen ivm ander vastgoed) niet. Het is nog niet duidelijk hoe het wetsvoorstel er precies uitziet, hier wordt pas in de loop van 2019 meer over bekend. Hopelijk worden hier nog uitzonderingen mogelijk gemaakt voor andere leningen, zodat de dga niet verplicht wordt om alles bij een bank te gaan financieren.

Heeft u als dga schulden aan de B.V. van meer dan € 500.000 dan kan het gunstig zijn om in 2019 het meerdere af te lossen uit dividend. In 2019 geldt nl. nog het Box 2 tarief van 25%.

Andere opties zijn het aflossen van de schulden uit eigen gelden, dan wel het onderbrengen van de lening bij een externe financier. Bij ongewijzigd doorgaan van de nieuwe regeling dient er in elk geval in 2022 voldoende liquiditeit beschikbaar te zijn om in de voorkomende gevallen de nieuwe heffing te kunnen betalen.  Het is van belang hier tijdig op voor te gaan sorteren.

(Bron: HLB)