Zonne-ondernemer kan op wettelijke regeling terugvallen

Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft onlangs drie uitspraken gedaan over personen die btw-ondernemer werden door het laten bouwen van zonnepanelen. Zulke btw-ondernemers mogen de verschuldigde omzetbelasting berekenen aan de hand van een forfait, maar zij mogen ook uitgaan van de werkelijk opgeleverde stroom.

In een van de zaken oordeelt de rechtbank dat de verhuur van zonnepanelen een zelfstandige dient is. Dit was goed nieuws voor de huurder van een gemeenschapshuis, die dit gebouw onbelast doorverhuurde aan een B.V. Deze doorverhuurder had namelijk zonnepanelen laten monteren op het dak van het gemeenschapshuis. De verhuur van deze zonnepanelen vond plaats op grond van een afzonderlijke huurovereenkomst. In tegenstelling tot de verhuur van het gemeenschapshuis is de verhuur van de zonnepanelen belast. De verhuurder heeft daarom recht op aftrek van voorbelasting.

Vier dagen stroom leveren

Een andere zaak ging om de omzetbelasting die een eigenaar van zonnepanelen was verschuldigd. Hij had de zonnepanelen eind 2016 laten monteren en maar vier dagen stroom geleverd. De helft van de geleverde stroom had hij zelf gebruikt. Na verrekening was zijn energieleverancier hem daarom niets verschuldigd. De man gaf over zijn aangifte omzetbelasting over het laatste kwartaal van 2016 € 1 op aan verschuldigde btw en trok de volledige voorbelasting van € 1.279 volledig af. De inspecteur meent dat de man door te kiezen voor saldering automatisch ook kiest voor toepassing van een forfait van een vraag en antwoord-besluit van de staatssecretaris van Financiën. Op basis van dit besluit zou de man € 100 aan btw zijn verschuldigd. Maar de rechtbank oordeelt dat deze aanname onterecht is. De man mag altijd besluiten om de wettelijke regeling te volgen. ondernemers  . Men moet volgens de rechtbank de omzetbelasting over het eigen gebruik van de zonnepanelen tijdsevenredig berekenen over de kosten die de man heeft gemaakt voor de verwerving van de zonnepanelen. De rechtbank berekent de omzetbelasting over energie die de man aan de energieleverancier heeft geleverd op basis van de factuur die hij naar de energieleverancier heeft verstuurd. De rechtbank komt zo per saldo uit op een bedrag van € 1.271 aan terug te ontvangen btw.

Tijdig aangifte doen

Uit een andere zaak voor de rechtbank blijkt dat het wel van belang is dat de eigenaar van de zonnepanelen tijdig in actie komt. Een man die tussen 28 december 2012 en 31 maart 2013 zonnepanelen had aangeschaft, had pas op 12 augustus 2014 zijn startersaangifte ingediend. De    inspecteur verklaarde zijn verzoek om teruggaaf van voorbelasting niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. De man probeerde het eind 2017 nog met het indienen van een negatieve suppletie-aangifte. De Belastingdienst behandelde deze negatieve suppletie als een bezwaar tegen de eigen aangifte en wees ook dit bezwaar af. De rechtbank bekijkt de zaak van verschillende kanten, maar komt steeds tot het oordeel dat hebt beroep van de man ongegrond is.