Verantwoording van opbrengsten in de jaarrekening 2022

In veel situaties veranderen er komend jaar (mogelijk) een aantal zaken in de manier waarop de omzet uit bepaalde activiteiten in de jaarrekening verantwoord moeten worden. We lichten hier het één en ander toe.

Stel: u bent eigenaar van een fietsenwinkel en wil graag uw steentje bijdragen aan een beter milieu. U bent dan ook begonnen met het verkopen van elektrische fietsen, waarbij kopers van een fiets in de eerste twee jaar 50% korting krijgen op de jaarlijks benodigde onderhoudsbeurt van de fiets.

Of, u heeft een installatiebedrijf gespecialiseerd in het verkopen en installeren van zonnepanelen. Als service van de zaak kunnen klanten tevens voor een periode van 5 jaar een onderhoudscontract van de zonnepanelen (schoonmaak en klein onderhoud) bij u afsluiten.

In bovenstaande situaties, maar ook in veel andere situaties, veranderen er komend jaar (mogelijk) een aantal zaken in de manier waarop de omzet uit deze activiteiten in de jaarrekening verantwoord moet worden.

Wijzigingen internationale verslaggevingsregels

Reeds in 2018 zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd in de internationale verslaggevingsregels, beter bekend als IFRS. De internationale wijzigingen klinken misschien nog als een ver-van-mijn-bed-show, maar ook de Nederlandse regelgeving (beter bekend als de RJ) wordt voor verslagjaren die beginnen op of na 1 januari 2022 op een aantal punten gewijzigd. Dit betreft wijzigingen in de vereisten rondom Opbrengstverantwoording (RJ 270) en Onderhanden projecten (RJ 221). 

De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ), het orgaan dat in Nederland verantwoordelijk is voor implementatie van de verslaggevingsregels, heeft besloten dat volledige overname van de internationale voorschriften niet wenselijk is. In plaats daarvan heeft de RJ besloten tot het doorvoeren van specifieke wijzigingen in de reeds bestaande richtlijnen. Tevens zijn de standaarden aangevuld met nadere uitleg en voorbeelden.

Wijzigingen RJ 2021

Rechtspersonen die BW2 Titel 9 toepassen krijgen te maken met wijziging van de wijze waarop opbrengsten in de jaarrekening worden verantwoord. De Raad voor de Jaarverslaggeving heeft in RJ 270 nadere voorschriften opgenomen over de wijze waarop opbrengsten moeten worden verantwoord. Het basisbeginsel blijft hierbij dat de overdracht van economische risico’s en voordelen (“risk and reward”) tot het verantwoorden van opbrengsten leidt. Nieuw is dat de opbrengsten verwerkt dienen te worden per prestatieverplichting en op basis van de transactieprijs.

Daarnaast is een in de praktijk veel toegepaste presentatiewijze van onderhanden projecten (presenteren in één gesaldeerde post op de balans) vanaf verslagjaar 2022 niet meer toegestaan.

Bovenstaande wijzigingen gelden voor jaarrekeningen van rechtspersonen met groottecriteria micro, klein, middelgroot en groot. Verder zijn, zoals benoemd, de wijzigingen van toepassing vanaf verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2022.

Opbrengstverantwoording: prestatieverplichtingen

Een belangrijke wijziging in de verslaggevingsregels is het feit dat een rechtspersoon opbrengsten vanaf verslagjaar 2022 dient te verwerken per afzonderlijke prestatieverplichting. Een prestatieverplichting betreft een toezegging in een overeenkomst tot levering van:

  • een te onderscheiden goed of dienst of een combinatie van goederen of diensten die gezamenlijk te onderscheiden zijn van overige toezeggingen in de overeenkomst; 

of

  • een reeks van te onderscheiden diensten die grotendeels hetzelfde zijn.

Prestatieverplichtingen moeten afzonderlijk worden onderscheiden indien:

  • de afnemer de voordelen van de goederen of diensten zelfstandig kan benutten, al dan niet gezamenlijk met middelen die de afnemer heeft of kan verkrijgen; 

en

  • de toezegging om de goederen of diensten te leveren is te onderscheiden van de overige in de overeenkomst opgenomen toezeggingen.

Vanaf verslagjaar 2022 dient bij omzetverantwoording derhalve te worden nagegaan of sprake is van een afzonderlijke prestatieverplichtingen, die op haar beurt afzonderlijk moeten worden verwerkt. Voorbeelden van bovenstaande die de RJ nader heeft beschreven zijn bijvoorbeeld opties van afnemers op bijkomende goederen of diensten, een verstrekte garantie waarvoor de afnemer een dienst ontvangt of een financiering die is verstrekt aan of is verkregen van de afnemer.

Opbrengstverantwoording: transactieprijs

De omvang van een opbrengst werd tot op heden omschreven als de reële waarde van de tegenprestatie. In de aangepaste verslaggevingsregels wijzigt dit naar het bedrag waarop de rechtspersoon verwacht recht te hebben in ruil voor het overdragen van toegezegde goederen of diensten, aangeduid als de  transactieprijs. 

In geval sprake is van meerdere prestatieverplichtingen in een overeenkomst, dient de totale transactieprijs aan de prestatieverplichtingen toe te worden gerekend naar rato van de waarde van de prestatieverplichtingen.

Ook indien in de verkoop variabele vergoedingen, financieringscomponenten of vergoedingen aan afnemers van goederen en diensten worden overeengekomen, dient geanalyseerd te worden of de opbrengstverantwoording hiervan anders moet zijn dan in het verleden het geval was.

Presentatie onderhanden projecten

Naast de wijzigingen in RJ 270 heeft de RJ een wijziging doorgevoerd met betrekking tot de post “Onderhanden projecten”. Deze wijziging ziet toe op de presentatie van onderhanden projecten in zowel de balans als de winst-en-verliesrekening.

De mogelijkheid om onderhanden projecten in de balans als één gesaldeerde post te presenteren is vanaf verslagjaar 2022 niet meer toegestaan. Projecten met een debetstand moeten worden verwerkt als een actief en projecten met een creditstand als een verplichting. Het balanstotaal van de onderneming kan derhalve toenemen als gevolg van deze wijziging; mogelijk heeft dit ook impact op de toepassing van de groottecriteria.

Projectopbrengsten moeten vanaf verslagjaar 2022 in de winst-en-verliesrekening als netto-omzet worden gepresenteerd, de optie om deze als “Wijziging in onderhanden projecten” te presenteren vervalt. Deze wijziging heeft geen effect op de toepassing van de omvangscriteria.

Overgangsbepalingen

De overgang per 1 januari 2022 is een stelselwijziging, die in beginsel retrospectief moet worden verwerkt (inclusief aanpassing van de vergelijkende cijfers). Om de overgang te vereenvoudigen geeft de RJ echter de volgende keuzemogelijkheden:

  • Prospectief verwerken: de nieuwe richtlijnen gelden alleen voor overeenkomsten aangegaan op of na 1 januari 2022;
  • Gedeeltelijk prospectief verwerken: de wijzigingen worden toegepast op overeenkomsten die zijn aangegaan na een door de rechtspersoon te kiezen datum die ligt voor 1 januari 2022; of
  • Volledig retrospectief verwerken (inclusief aanpassing vergelijkende cijfers).

De wijze waarop de overgang wordt verwerkt moet eveneens worden toegelicht in de jaarrekening.

Wij kunnen ons voorstellen dat deze wijzigingen vragen bij u oproepen. Wij helpen u dan ook graag om de mogelijke gevolgen voor de jaarrekening van uw onderneming in kaart te brengen.

(Bron: HLB)